Totalitaire Dictatuur of Democratie

Samenvatting Geschiedenis: Hoofdstuk 1:

Lenin na de WOI
Na de eerste wereldoorlog kwam Lenin d.m.v. een staatsgreep in Rusland aan de macht. Hij was een aanhanger van het marxisme. Dit hield in dat hij dezelfde ideeën had als Marx. De kenmerken van het marxisme zijn:

· Ellende wordt veroorzaakt door het kapitalisme · Klassenstrijd · Via revolutie productiemiddelen verdelen over het volk

Lenin startte een eigen partij en noemde zijn partijleden bolsjewieken. Hij kreeg niet genoeg stemmen en door onderdrukking en terreur kwam hij toch aan de macht. Er ontstond een onrust, dit veroorzaakte een burgeroorlog met veel doden. Lenin won. Omdat het no0g steeds slecht ging met Rusland, bedacht Lenin een plan. Hij noemde het de NEP. Hij gaf de menen weer een stukje land terug, en dus een beetje vrijheid. De menen kwamen hierdoor niet in opstand. In 1924 stierf Lenin.

Stalin na de WOI
Na de dood van Lenin kwam Stalin aan de macht. Hij wilde via industrialisatie van Rusland een groot en rijk land maken. Hij hanteerde de planeconomie. Hij had vijfjarenplannen. Hierin stelde hij op wat er moest gebeuren in die vijf jaar. Dit ging ten koste van de boeren. Maar het was wel effectief. Stalin maakte ook een einde aan de NEP en dwong de boeren tot collectivisatie. De grond was van de staat en de boeren werkten bij elkaar op 1 grote boerderij. Deze heetten de Kolchozen. De boeren die niet wilden werken werden afgevoerd en vermoord.

Duitsland na de WOI
Na de oorlog ging het slecht met Duitsland. Ook in Duitsland waren er revoluties, maar deze werden onderdrukt door het leger. Er kwam en nieuwe regering: De republiek van Weimar. Het ging allemaal beter, tot 1929: De beurscrisis. Na 1929 waren er twintig kabinetswisseling en het ging steeds slechter. Totdat Hitler verscheen.

Hitler na de WOI
Hitler was een fascist. Dit betekent dat hij voor de volgende punten stond:

· Sterke leider is noodzakelijk · Antidemocratie · Nationalistisch · Algemeen belangrijker dan individu · Hekel aan communisten

Maar het Duitse Fascisme had een eigen kenmerk: De rassenleer. Volgens de rassenleer waren er drie rassen op de wereld: Het superieure ras (de Germanen) de inferieure rassen (Slavische volkeren) en het inferieurste ras (de Joden) Het laatste ras moest verdwijnen. En de rest moest onderdanig zijn aan het superieure ras. Maar hoe kwam hij aan de macht? Door een brand in de rijksdag, kwamen de communisten in Duitsland negatief in het nieuws. Hitler beweerde zelfs dat dit het begin was van de communistische revolutie. De mensen waren bang en stemden daarom maar op de NSDAP. Maar Hitler had nog steeds geen meerderheid, daarom liet hij alle communisten oppakken en had hij een meerderheid. Vervolgens werd er een wet aangenomen die de NSDAP volledige heerschappij gaf. Kort daarna werden alle partijen afgeschaft behalve de NSDAP. Het ging veel beter met Duitsland. De werkloosheid nam af en het land groeide economisch enorm. Hoofdstuk 2:

Sovjet-Unie onder Stalin
Stalin was erg achterdochtig. Dit bleek wel uit de massamoorden die hij heeft laten plegen in 1934. Bijna al zijn partijleden, vrienden en officieren werden gedood. Het ging niet veel beter met de Sovjet-Unie. Het volk werd onderdrukt en alle mensenrechten werden geschonden. Toen Duitsland de Sovjet-Unie aanviel, won het Rode leger echter. Vlak na de WOII (1953) ging Stalin dood. Chroejtsjov werd de opvolger van Stalin. Hij gaf iedereen weer vrijheid, maar het communistische regime verdween niet helemaal. Veel machtige personen hadden hun positie te danken aan Stalin. Er veranderde daarom jaren niks. Tot er een nieuwe man kwam
Gorbatsjov was de man die Glasnost (weg naar de democratie) en Perestrojka (hervormde economie) aankondigde. De SU viel uiteen en na verkiezingen kwam Jeltsin aan de macht, maar er is nog niks veranderd

Het Derde Rijk onder Hitler
Mensen die tegen Hitler waren werden opgepakt en vermoord door de Gestapo. Rechters waren niet meer onafhankelijk maar moesten beredeneren van uit de Duitse Fascistische leer. De media werd beheerd door Goebbels (Ministerie van propaganda) en zelfs de kunst werd gecontroleerd door hem. Voor de jeugd waren er speciale indoctrinatiekampen, de Hitlerjugend en BDM. Hierbij werden kinderen klaargestoomd voor hun taken later. In 1935 werden er een aantal wetten opgesteld die de rechten van de joden ontnamen (Neurenbergerwetten) In de Kristallnacht werden er veel joodse winkels, synagogen en huizen aangevallen. Dit was een antwoord op de aanslag van een jood op een ambassadeur. Dit was het begin van de vernietiging van 5 MILJOEN Joden.

De totalitaire staat
Duitsland en de SU waren totalitaire staten. Dit heeft de volgende kenmerken:

· Eenpartijstelsel · Antidemocratisch · Schijnverkiezingen · Propaganda · Jeugdindoctrinatie · Geheime politie

Hieruit blijkt dat Lenin en Stalin helemaal niet hetzelfde wilden als Marx. Dit is het tegenovergestelde. Er was nog een aspect van de totalitaire staat dat de fascisten alleen hadden. Dit was het nationalisme. Ze hadden een hekel aan communisten, liberalen en intellectuelen. Hoofdstuk 3: Nederland was sterk verzuild tussen de twee oorlogen door. Je had vier zuilen:

· Katholieken · Protestanten · Liberalen · Neutralen (rest)

Hier volgt een schema met de zuilen en hun partijen,clubs en omroepen:

Politiek Media
Protestant CHU (De Geer) ARP (Colijn) Katholiek RKSP (Beerenbrouck
Liberalen VDB Vrijheidsbond
Neutralen SDAP (Troelstra)CPN NRC (Nieuwe Rotterdams Courant) Telegraaf

Er ontstond een nieuwe beweging in Nederland: NSB. Dit was en fascistische partij. Zij wilden een krachtige regering en ze wilden investeren in het leger. Ze hadden voor de rest dezelfde kenmerken als het fascisme in het algemeen. Tijdens de WOI ging het erg slecht met Nederland. De regering ging zich daarom ook bemoeien met de economie. Er kwam een voedselbonnenstelsel, omdat het voedsel schaars was. De economie zakte in elkaar en er kwamen grote stakingen over het hele land. De regering dacht dat dit vanzelf wel weer over zou gaan. Maar dit was niet het geval. Er kwam veel werkloosheid en er kwam een bijstand, omdat de mensen het niet meer zelf konden redden. Dit was alleen voor mensen die door andermans schuld werkloos waren. De regering kon drie dingen doen:

· Geld lenen · Valuta omlaag · Wachten

Ze kozen voor het laatste. Dit was een grote fout. Het handelen werd stopgezet door de te dure gulden en het ging nog slechter. Degene die hier voordeel bij hadden waren natuurlijk de NSB’ers. Zij leken even de macht te kunnen grijpen. Waarom ging dit mis:

· Nederland was verzuild · Nederlanders waren trouw · Mussert straalde geen gezag uit

Ze hadden dus geen zin in revolutionaire ideeën en partijen. Nederlanders zijn netjes

Tijdlijn:

Rusland:

1917: Volksoproer Tsaar treed af Lenin keert terug, revolutie Vrouwen gelijkwaardig verklaard

1918-1920: Burgeroorlog Vrede van Brest-litovsk

1921: Hongersnood en de NEP
1924: Lenin dood
1928: Stalin aan de macht
1934-1938: Moorden van Stalinaanhangers door Stalin
1953: Stalin dood

Duitsland:

1919: Vrede van Versailles Republiek van Weimar

1926: Volkenbond
1929: Beurscrisis
1933: Hitler aan de macht Rijksdag brand Werkloosheid bestreden

1935: Neurenbergerwetten
1938: Kristallnacht

Nederland:

1918: Troelstra’s revolutie
1919: Achturige werkdagwet Ouderdomswet Invaliditeitswet

1920: economie zakt weg
1923 Stakingen
1930: Werkloosheid liep op
1934 Opstand in de Jordaan