Basisstof 1; voedselproductie
Opdr1
1. Door bacteriën wordt de melk zuur.
2. In de koelkast planten bacteriën zich niet snel voor, omdat het daar koel is.
3. Yoghurt wordt gemaakt met behulp van bacteriën.
4. Bij de voorbereiding van yoghurt uit melk vindt plaats bij een temperatuur van +/- 45 graden, deze temperatuur is goed voor de bacteriën bij deze temperatuur planten ze zich snel voort.
5. Als er bij de bereiding van yoghurt ook andere bacteriën en schimmels bij zouden komen zou het verzuren.
6. Zuurkool is gemaakt van witte kool en melkzuur.
7. Gisten zijn eencellige dieren.
8. Alcohol bestaat uit afvalstoffen van bacteriën.
9. Wijn bevat meer alcohol door langere gisting.
10. Als er meer dan 14% alcohol is gaan de bacteriën doodt.
Aantekening
Gepasteuriseerde melk > 60-70 graden
Alle bacteriën doodt
Kort bewaren sporen blijven leven Lekkere smaak
Vitamines blijven goed
Gesteriliseerde melk > 130-140
Alle bacteriën dood
Zeer lang bewaren Sporen ook dood smaakloos
Vitamines weg
Opdr 2
1. bij –20 graden zijn micro organismen onwerkzaam
2. bij –20 graden leven micro-organismen nog.
3. Bij ontdooid vlees worden micro-organismen actief.
4. Dierlijke voedingsmiddelen worden besmet met salmonella, zoals rauw ei, en ook in rauw vlees.
5. Je kan ziek worden als je vlees eet dat uit de diepvries komt en al veelt te lang heeft liggen te ondooien.
6. Gepasteuriseerde melk bevat wel nog levende micro-organismen en gesteriliseerde melk niet.
7. Men steriliseerde niet alle melk omdat er ook mensen zijn die het niet lekker vinden.
8. Men verhit voor een operatie de metalen gereedschappen op 130 graden omdat men zo de bacteriën dood gaan.
9. Bij de voor bereiding van sherry wordt alcoholgehalte van wijn kunstmatig verhoogd tot +/- 20 %. Sherry blijft langer goed omdat er meer alcohol inzit, nadat men de fles open heeft gemaakt.
Opdr 3
Voedsel Manier waarop het voedsel wordt geconserveerd
Appelmoes Inblikken
Augurken Zuur toevoegen
Chocomel Steriliseren
Jam Konfijten
Koffie Vacuüm verpakken
Krenten Drogen
Patates friet invriezen
Rozijnen Drogen
Tomatenpuree inblikken
Vissticks Invriezen
Vla Pasteuriseren
Zure haring Zuur toevoegen
Zoute haring Zout toevoegen
Basisstof 2; voedingsmiddelen en voedingsstoffen
aantekening
voedingsstoffen
1) vellen
2) koolhydraten (zetmeel + suiker)
3) eiwitten
4) water
5) zouten
- ijzerzouten
- kalkwater
Opdr 4
1. het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen, is dat voedingsstoffen in voedingsmiddelen zitten.
2. Een voedingsvezel is een verzamelnaam voor alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel.
3. 6 groepen voedingsstoffen zijn;
- eiwitten
- koolhydraten
- vetten
- water
- mineralen (zouten)
- vitamines
4. 4 functies die voedingsstoffen in je lichaam kunnen vervullen zijn;
- bouwstoffen (vorming van cellen en weefsel)
- brandstoffen (energie leveren)
- reserve stoffen (worden opgeslagen)
- beschermende stoffen (stoffen die ziektes tegen houden)
5. jonge , opgroeiende kinderen moeten eiwitrijk voedsel eten voor hun groei.
6. Soms krijgt je lichaam te veel aan eiwitten binnen, dan plas je dat uit.
7. Afbeelding 12. Reclame poster met als leuze; ‘vlees mevrouw u weet best waarom’ omdat hier voedingsstoffen inzitten zoals dierlijke eiwitten.
8. Je kunt met deze leuze oneens zijn als; vegetariërs bent, want vlees kun je vervangen door peulvruchten en vis.
Opdr 5 1. koolhydraten komen vooral voor in plantaardige voedingsmiddelen. 2. Met je voedsel kun je een teveel aan eiwitten, vetten en koolhydraten binnenkrijgen, vetten worden van deze 3 opgeslagen in je lichaam. 3. Je kunt er dik uit gaan zien als je te vet eet omdat al het vet dat je binnenkrijgt en teveel is wordt opgeslagen en zo kun je heel dik worden. 4. Ook als je te veel koolhydraten binnenkrijgt met je voedsel, kun je dik worden dit komt omdat het opgeslagen wordt en zich in de breedte laat groeien.
Opdr 6
1. een belangrijke functie van water in je lichaam is omdat het een bouwstof is en is een belangrijke functie van het vervoer van stoffen in je lichaam.
2. 2 zouten in je lichaam zijn;
- calcium (kalk); dient voor het stevigheid en beweging van je botten
- ijzer; dient voor de vorming van hemoglobine in de rode bloedcellen
3. vitamines worden aangeven met een letter.
4. Het is alleen gezond als men het op doktersrecept krijgt.
Opdr 7
Voedingsstoffen bouwstoffen brandstof Reservestof Beschermende stof Voedingsmiddelen die veel van deze voedingsstoffen bevatten
Eiwitten * * * Melk, ei, vlees
Kolhydraten * * Suiker, pasta
Vetten * * Noten, boter
Water * * Groente, drank
Mineralen * * Melk, vlees, spinazie
Vitamines * Groente, fruit
Basisstof 3; het aantonen van glucose en zetmeel
Opdr 8 Aantonen van glucose
Opdr 9 Glucose en zetmeel aantonen in dranken
glucose Zetmeel
Fehling a + b Jood oplossing
7-up Lichtblauw Paars
Vruchtensap Oranje Lichtbruin
Spa Geel Zwart
Bier Lichtblauw Lichtbruin
Melk Lichtblauw zwart
Voedingsmiddelen Kleurverandering van het teststrookje Kleur met joodoplossing
Bijv. melk Nee Blauwzwart
Spa citroen Ja Blauwzwart
Spa rood nee Blauwzwart
Cola ja Blauwzwart
Opdr 10 Glucose en zetmeel aantonen in een vaste voedingsmiddelen
Glucose Zetmeel
Fehling a/b Joodoplossing
Brood Licht blauw Zwart
Aardappel Lichtblauw Zwart
Kaas Licht blauw Paars
Leverworst Lichtblauw Paars
Appel oranje Zwart
Basisstof 4; gezonde voeding
Opdr 11 In de tabel in je boek staat vermeld wat een persoon van 17 jaar opeen bepaalde dag heeft genuttigd. Een advies voor deze persoon is; ‘wees matig met vet (geen friet om 20.30) en minder tussendoortjes.
Opdr 12
1. 4. factoren van energie behoeften zijn;
- inspanning
- leeftijd
- stofwisseling
- lichaamsgrote
2. De verbrandingswarmte wordt aangegeven in kilojoule.
3. hoeveelheid energie wordt per 100 gram aangegeven.
5. 2 even oude en even grote personen is de een bouwvakker en de andere persoon ambtenaar. De bouwvakker spant zich het meeste in dus hij heeft hij de grootste energie behoefte.
6. Pubers en zuigelingen hebben in het algemeen meer voedingsstoffen nodig dan andere mensen met een andere leeftijd, dit komt doordat zij moeten groeien.
7. De gemiddelde energiebehoefte van meisjes neemt vanaf 16 jaar niet meer toe; die van jongens wel, dit komt doordat jongens ongeveer 2 jaar achter lopen.
8. Ondervoeding kan leiden tot vetzucht omdat; je bij ondervoeding te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt, en bij overvoeding dat teveel vet binnen krijgt. Ondervoeding kan leiden tot vetzucht omdat; je kunt alleen opgeslagen vet kwijtraken als je een tijdlang met je voedselminder stoffen binnenkrijgt dan je lichaam nodig heeft.
9. Minder eten kan niet verstandig zijn omdat je toch je hoeveelheid voedingsstoffen moet binnen krijgen.
Opdr 13 1. kijk in afbeelding tabel 2. Voor deze vragen. Alle getallen gelden voor 100 gram. 2. Er zijn 5 mineralen weergegeven in de tabel; calcium. ijzer, natrium, kalium. 3. Er zit 5 mg ijzer in 100 gram bruine bonen. 4. Kaas bevat 1526 kJ. 5. Er zit 72 gram water in 200 gram bruin brood. 6. In 50 gram doperwten zitten25 mg vitaminen. 7. Pinda’s zijn het rijkste aan eiwitten. Rijst is het rijkst aan koolhydraten.
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
haaai.. wij zijn nu bezig met dit hoofdstuk.. en mag ik misschien weten van wat dit de antwoorden zijn? misschien van het gp van dit hoofdstuk??
alvast bedankt, XxX anouk
20 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Hey leuk dat je de antwoorden plaats maar ik
heb alleen nog een vraag of je ook nog verder de antwoorden hebt dus vanaf opdracht 13 t/m de laatste opdracht van het hoofdstuk voeding en vertering alvast bedankt .
19 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Dank je wel voor de antwoorden maar heb je ze ook nog verder?
Want ik ben bij opdracht 15 en heb ze verder nodig hihi...
Maar wel thankx =)
Greats,
Mii
19 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
Dit zijn toch niet de antwoorden van de diagnostische toets? Heb je die misschien ook?
17 jaar geleden
Antwoorden