Ben jij weleens opgelicht?

Wij doen onderzoek naar online oplichting onder jongeren. Vul de vragenlijst in (ca 5 min) en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro (echt waar!)

Sport en doping

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 1040 woorden
  • 14 februari 2003
  • 91 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
91 keer beoordeeld

Inleiding In dit werkstukje, P.O. of onderzoekje, ga ik zoeken naar het verband tussen sport en doping. In het nieuws bijvoorveeld hoorde je tijdens de Olympische Spelen wel eens dat er medailles zijn teruggevorderd,omdat er achteraf is ontdekt dat de sporter of sportster dopingsmiddelen heeft gebruikt. Dopingsmiddelen zijn middelen die het lichaam en vooral de spieren, voor een deel verlammen, waardoor de sport(s)er niet voelt dat hij/zij vermoeit raakt, of het heeft een stimulerende werking, en hij kan harder rennen of zwemmen e.d.. Dit is natuurlijk een laffe manier van winnen, en daarom vind ik het ook terecht als zo’n medaille weer wordt afgepakt. In deze praktische opdracht concentreer ik me eigenlijk niet op een sport apart, want er is niet zoveel recente informatie over doping. Het gebeurt namelijk het meest tijdens grote spelevenementen, zoals de Olympische Spelen, of het Wimbledon tournooi. Achterin heb ik drie krantenartikelen toegevoegd die recent zijn. Als hoofdvraag heb ik: Waarom gebruiken mensen doping, en hoe is het het beste te bestrijden?
De deelvragen zijn als volgt: Wat voor dopingsmiddelen zijn er en wat doen ze met je? Wat zijn de voor- en nadelen van doping voor de sporter? Hoe wordt doping herkend door ‘dopingcontroleurs’? Ik ben van plan dit werkstuk een beetje goed over de beschikbare tijd uit te smeren, en er een beetje mijn best voor te doen. Ik denk dat dit laatste wel zal lukken, want ik vind het wel een interessant onderwerp. Deelvraag 1 Wat voor dopingsmiddelen zijn er en wat doen ze met je? Eerst moet ik weten wat doping eigenlijk is. In de Van Dale staat onder doping ‘'het toedienen van stimulerende middelen die de sportprestaties oneerlijk beïnvloeden’. Er zijn vele soorten doping. Je kunt het in vijf categorieën indelen. 1. Stimulantia
2. Narcotische analgetica
3. Anabole middelen
4. Diuretica
5. Peptide hormonen, mimetica en analoga
Categorie 1 zijn de stimulantia. De meest bekende stimulantia zijn: amfetaminen, cocaïne, coffeïne en efedrine. Sommige van deze stoffen zijn niet helemaal verboden, en dat is ook wel logisch, want anders zou een sporter voor het sporten nooit een kop koffie (coffeïne) mogen drinken, of hoestdrank (efedrine) innemen. Amfetaminen zijn tegenwoordig het meest populair. Er zijn helaas ook bijwerkingen nl.: rusteloosheid, hoofdpijn, duizeligheid, hartkloppingen en een verhoogde bloeddruk. Categorie 2 zijn de narcotische analgetica. De naam waaronder wij deze stof kennen is gewoon pijnstillers. De stoffen zorgen ervoor dat de sporter beter kan ‘af zien’. In deze categorie vallen de stoffen: morfine, heroïne en methadon. Vroeger hoorde ook codeïne hierbij, maar tegenwoordig is deze stof weer toegestaan. Bijwerkingen bij deze stoffen zijn: misselijkheid, ademhalingsmoeilijkheden en obstipatie (verstopping). Categorie 3 bestaat uit de anabole middelen. Het zijn een soort mannelijke geslachtshormonen, en ze vergroten de spiermassa. Ze worden dus ook het meest gebruikt bij krachtsporten, zoals roeien. Ze kunnen ingenomen worden via de mond, of als injectie. Het is een vreselijk gevaarlijke doping, en kan zelfs tot de dood leiden. Omdat het dus mannelijke geslachtshormonen zijn, verschillen de bijwerkingen ook per geslacht. Mannen kunnen impotentie, prostaatkanker, borstvorming, en kaalheid krijgen. Vrouwen hebben kans op menstruatiestoornissen, borstverkleining, stemverlaging, kaalheid en mannelijke beharing. Bijwerkingen die bij beide geslachten op kunnen treden zijn: onvruchtbaarheid, psychische afwijkingen, suikerziekte, hoge bloeddruk en leverfunctiestoornissen. Categorie 4 zijn de diuretica. Diuretica zijn plaspillen, en zorgen dus voor een snel gewichtsverlies. Ze worden geslikt door kracht- en vechtsporters die in een lagere gewichtsklasse meer kans denken te maken op medailles. Bodybuilders gebruiken diuretica omdat bij groot vochtverlies de spiergroepen duidelijker zichtbaar worden. Bij deze stoffen zijn de bijwerkingen hartritmestoornissen, uitdroging, oververhitting, verzuring van de spieren, spierkrampen en duizeligheid. Categorie 5 zijn de peptide hormonen, mimetica en analoga. Deze stoffen stimuleren lichaamseigen hormonen. Voorbeelden van stoffen zijn: steroïde en testosteron. Een aantal van deze stoffen is alleen bij mannen verboden. Groeihormoon zorgt voor een snellere puberteit. Hiermee proberen sporters een grotere spiermassa te ‘kweken’, maar hierdoor kunnen ernstige gezondheidsproblemen ontstaan. Het gebruik van het groeihormoon kan hart- en vaatziekten, suikerziekte, spierzwakte en gewrichtsaandoeningen veroorzaken. Deelvraag 2 Wat zijn de voor- en nadelen van doping voor de sporter? Er zijn voor de sporter natuurlijk voor- en nadelen wanneer hij van doping gebruik maakt. Ik zal ze hieronder in een rijtje opnoemen: Voordelen: - Het bevordert de sportprestaties - Het wordt gemakkelijker om te winnen - Je hoeft er niet goed voor te zijn - Het is een kleine moeite om het te doen

Nadelen: - Het is vreselijk ongezond - Het is oneerlijk tegenover de sporters die geen doping gebruiken - Je gewonnen medaille wordt weer afgepakt als het ontdekt wordt - Je moet een extra boete betalen, ook in het geval het ontdekt wordt
Het is dus eigenlijk gewoon zwak als iemand doping gebruikt, want dat is gewoon luiheid. Je kunt net zo goed een uurtje langer trainen en je hebt net zulke goede prestaties. Het is gewoon dom als je je gezondheid op het spel zet voor een kleine medaille. Deelvraag 3 Hoe wordt doping herkend/bestreden door ‘dopingcontroleurs’? Er wordt natuurlijk volop aan gewerkt om doping te bestrijden. Als iemand positief wordt bevonden aan een dopingstest, volgt er een schorsing voor de volgende internationale wedstrijd. De tests verschillen per land en per evenement. In Nederland worden deze tests verricht door DoCoNed, de Stichting Doping Controle Nederland. Sporters kunnen binnen en buiten wedstrijdverband en ook onaangekondigd aan een dopingtest onderworpen worden. Dopingcontroles gaan als volgt te werk: De sporter krijgt op de dag van de controle te horen dat hij is aangewezen. Weigert hij medewerking dan volgt automatisch een sanctie. Bij een dopingtest neemt de controleur een urinemonster dat in aanwezigheid van de sporter over twee flesjes wordt verdeeld. Bij het urineren is de dopingofficial aanwezig. Deze mag de sporter vragen zich te ontkleden. Dit om fraude tegen te gaan, zoals Gele Trui-drager Michel Pollentier die in 1978 pleegde. De Belg had onder zijn kleren een condoom met 'schone' urine die hij via een slangetje in het potje wilde laten lopen. Maar hij werd betrapt en moest zijn trui inleveren. Meestal worden de test met behulp van afgetapte urine uitgevoerd, maar heel soms doen ze het door bloed af te nemen. Het enige is dat dan tot het lichaam wordt binnen gedrongen, en dat kan voor de sporter soms nadelig zijn.

REACTIES

M.

M.

erg saai

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.