Op 12 juni 1929 is Anne Frank geboren in de Duitse stad Frankfurt am Main.
Anne haar vader heet Otto Frank ( geboren op 12 mei 1989) en haar moeder Edith Frank-Hõllander ( geboren op 16 januari 1900). Haar zus heet Margot en is op 16 februari 1926 geboren. Als Anne is geboren zijn haar ouders 4 jaar getrouwd. Op 12 mei 1925 vond het huwelijk plaats in de synagoge, want de familie was joods. In de herfst van 1933 vindt Otto Frank een goede woning in Amsterdam.In februari 1934 verhuist Anne met haar ouders en haar zus naar Nederland. Ze voelden zich in Duitsland niet meer veilig dat komt omdat Hitler aan de macht is gekomen. Als Anne 13 jaar wordt krijgt ze van haar ouders een dagboek voor haar verjaardag. In Nederland kreeg Margot een oproepingskaart op 5 juli om aan te melden voor transsport. Als het ook in Nederland niet meer veilig is duiken Anne Frank en haar familie op 6 juli 1942 onder op Prinsengracht 263. Op 13 juli 1942 komt de familie van Pels (Van Daan) ook in het achterhuis. Op 16 november 1942 komt Fritz Pfeffer (Albert Dussel) ook in het achterhuis. Er zijn in de onderduiktijd heel erg veel ruzies in het achterhuis. Anne heeft heel erg veel ruzie met haar moeder, dat komt omdat haar moeder haar niet begrijpt schrijft ze in haar dagboek. De enige met wie ze een beetje op kan schieten is haar vader en later met Peter van Pels. Op het laatst van de onderduiktijd is Anne heel erg veel bij Peter op zijn zolderkamer, in het begin was hij een beetje verlegen maar later konden ze goed met elkaar praten. Op 4 augustus 1944 worden de familie Frank en de andere onderduikers opgepakt. Op 8 augustus 1944 worden de onderduikers naar het kamp in Westenborg gebracht. Op 3 september 1944 worden de onderduikers op transsport gesteld naar het kamp in Auschwitz hier overlijd Hermann van Pels, ze weten niet precies wanneer. In oktober 1944 worden Anne en Margot naar het kamp in Bergen-Belsen gebracht. Op 20 december 1944 overlijdt Fritz Pfeffer in Auschwitz. Op 6 januari 1945 is Edith Frank gestorven in Auschwitz. Op 27 januari 1945 wordt Otto Frank door het Russische leger bevrijd in Auschwitz. In maart 1945 sterven Margot en Anne allebei aan tyfus in Bergen-Belsen. Peter Van Pels is overleden op 5 mei 1945 in het kamp Mauthausen. In het voorjaar van 1945 sterft mevrouw van Pels in het kamp Theresienstadt. Op 5 mei 1945 wordt Nederland bevrijd. Op 3 juni 1945 komt Otto Frank aan in Nederland, hij gaat dan gelijk naar het huis van Miep en Jan Gies. Otto Frank vertelt dat zijn vrouw Edith overleden is, maar hij weet niet of Margot en Anne nog leven. Otto wist wel dat Margot en Anne naar Bergen-Belsen waren gebracht en hij wist ook dat dat geen vernietigingskamp was, dus hij had goede hoop. Hij gaat wonen bij Miep en Jan en hoopt elke dag op een bericht dat Margot en Anne nog leven. Dan bijna 2 maanden later ontvangt hij een bericht dat zijn beide dochters overleden waren. Het dagboek van Anne had Miep bewaard en aan niemand laten lezen, om het vervolgens als Anne terug zou komen weer aan haar te geven. Omdat het nu zeker is dat Anne dood is geeft ze het dagboek aan Otto Frank. Hij heeft nooit geweten dat Anne zo nauwkeurig is geweest en alles heeft opgeschreven nadat hij alles heeft gelezen laat hij het ook aan andere mensen lezen, op aandringen van hen gaat hij een uitgever zoeken. Het is moeilijk om er een te vinden dan komt er een stukje in het dagblad “Het Parool ” te staan en daardoor hebben ze wel een goede uitgever gevonden. In de zomer van 1947 komt het dagboek van Anne Frank uit in een oplage van 1500 exemplaren. Hiermee is de wens van Anne in vervulling gegaan, ze wilde schrijfster worden. Het dagboek is in 55 talen verschenen en er zijn 20 miljoen exemplaren verschenen. Otto Frank is op 19 augustus 1980 overleden op 91-jarige leeftijd, in Birsfelden, een voorstadje van Basel.
Meisje met het rode haar:
Wie was Hannie Schaft?
Dat ook vrouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog deelnamen aan het gewapende verzet hadden de Duitsers niet verwacht. Vrouwen hielden zich in hun denkbeelden alleen met de verzorging van hun echtgenoten en kinderen bezig. Pas in de laatste jaren van de oorlog drong tot hen door dat in een aantal kinderwagens behalve baby\'s ook wapens werden vervoerd en dat jonge schoolmeisjes met vele illegale krantjes konden rondfietsen. Het was vooral het koerierswerk dat vrouwen in verzetsgroepen verrichtten. Andere activiteiten dan sabotage, overvallen en liquidaties van Duitsers of verraders namen mannen meestal voor hun rekening, op uitzonderingen na, waaronder \'het meisje met het rode haar\', Hannie Schaft. Op tweeëntwintigjarige leeftijd kwam Jo Schaft, zoals ze eigenlijk door familie en vrienden werd genoemd, in het Haarlemse verzet terecht. Het was een logisch gevolg van de woede die ze in de loop der jaren tegen de Duitsers had ontwikkeld. Van huis uit had ze al een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Haar ouders waren sociaal-democraten die zich zeer bewust waren van de wereld om hen heen. In het gezin Schaft werd veel gediscussieerd over allerlei politieke onderwerpen. Er bestond een zeer hechte gezinsband, die na de dood van Hannie\'s jongere zusje nog beter werd. Omdat haar ouders erg bang waren dat hun enig overgebleven dochter iets zou overkomen, werd Hannie heel beschermd opgevoed. Ze was hierdoor vrij geïsoleerd en had weinig vrienden. Hannie hield zich voornamelijk met haar school bezig, waar ze zeer hoge cijfers haalde. In 1938 ging Hannie rechten studeren in Amsterdam. Ze werd lid van de Amsterdamse Vrouwelijke Studentenvereniging. En al snel was van een geïsoleerd bestaan geen sprake meer. Binnen de vereniging richtte ze met een aantal studentes een nieuw dispuut op. Over de discussies hierin vertelde een studente: \'Jo nam daarbij een vooraanstaande plaats in. Wat haar politieke overtuiging betreft, ze was behoorlijk rood en daar durfde ze wel voor uit te komen. Toen in 1940 de oorlog uitbrak, ging Hannie evenals alle anderen door met studeren, in juli \'40 haalde ze haar kandidaatsexamen. Om niet meer heen en weer te hoeven reizen tussen haar ouderlijk huis in Haarlem en Amsterdam, ging ze in de universiteitstad op kamers wonen. Intussen groeide Hannie\'s woede tegen de Duitse bezetters. Haar joodse studiegenoten Sonja en Philine werden in toenemende mate getroffen door de anti-joodse maatregelen. Toen zij een gele ster moesten gaan dragen en zeer beperkt werden in hun bewegingsvrijheid, stal Hannie twee persoonsbewijzen van niet-joodse vrouwen in een zwembad. Bij deze twee bleef het niet. Verder stuurde ze pakjes naar Westerbork en andere kampen. Haar eigen leven veranderde ingrijpend toen de Duitsers van alle studerenden een verklaring (1943) eisten. Dit betekende voor Hannie het einde van haar studie. Ze vond het ondenkbaar, dat je als goede Nederlander zo\'n papier zou ondertekenen. Het was een kwestie van solidariteit, niet alleen tussen alle studenten, maar ook met de groepen die in ons land veel erger onderdrukt en weggevoerd werden. In het voorjaar van 1943 vertrok Hannie met Sonja en Philine, die ze bij haar ouders wilde laten onderduiken, naar Haarlem. Toen ze daar aankwamen sloot ze zich aan bij de linkse sabotagegroep de Raad van Verzet, om meer, actiever verzet te bieden. De Raad van Verzet had er al diverse sabotageacties en aanslagen op zitten. De zusjes Truus en Freddie Oversteegen maakten deel uit van deze groep, evenals de felle Jan Bonekamp die vrouw en kind verliet om zich aan de strijd tegen de Duitsers te wijden. Vooral voor de laatste had Hannie grote bewondering. Haar ouders bracht ze niet op de hoogte van haar verzetsactiviteiten. Voor hun veiligheid en van hun onderduikers mochten zij zo weinig mogelijk weten. Sonja hield het echter niet lang vol in haar \'vrijwillige\' gevangenschap. Ze probeerde naar Zwitserland te vluchten maar werd, zo bleek later, in Frankrijk verraden. In Auschwitz kwam ze om het leven. Na instructies over wapens en een schietles was Hannie klaar voor haar eerste actie. Ze kreeg de opdracht een man van de Sicherheits Dienst neer te schieten. Toen ze de trekker overhaalde klonk er in plaats van een schot een klik, er zaten geen kogels in het pistool. Hannie had een \'proef van bekwaamheid en betrouwbaarheid\' afgelegd waar ze erg kwaad over werd. De volgende acties speelden zich in de volle werkelijkheid af. Bij een ervan kwam Jan Bonekamp om het leven. De man die hij en Hannie moesten liquideren had na de aanslag van Hannie nog kans gezien om Jan in zijn buik te schieten. Hannie was inmiddels al weggefietst en wachtte op een onderduikadres tevergeefs op Jan. Hij stierf nadat de Duitsers nog enkele adressen van hem wisten los te krijgen, waaronder dat van Hannie. Hannie\'s ouders werden naar aanleiding van deze gebeurtenissen gegijzeld. De Duitsers hoopten dat Hannie zich dan bij hen zou melden. Hannie werd door haar kameraden ervan weerhouden om zich aan te geven en na enige tijd lieten de Duitsers haar ouders gaan. Behalve deze gijzeling, veroorzaakte de dood van Jan een diepe inzinking bij haar. Alleen door er dubbel zo hard tegenaan te gaan kon zij haar verdriet min of meer vergeten. De gevaarlijkste klussen wilde ze doen. Het gevaar voor eigen leven leek haar steeds minder te interesseren. Het laatste oorlogsjaar ging Hannie vooral met de zusjes Oversteegen op stap. In haar boek over de oorlog, Toen niet, nu niet, nooit (1982) verhaalt Truus Menger over een aantal van die gezamenlijke acties. Een daarvan was de liquidatie van \'foute\' Ko Langendijk. Achter op de fiets bij Truus had Hannie deze man neergeschoten. Een eindje verderop doken ze een café in. Truus liet de aanwezige klanten haar pistool zien en maakte duidelijk dat zij, wanneer de Duitsers daar naar zouden vragen, al zeker een uur aanwezig waren. Nadat ze zich heel ordinair hadden opgemaakt, gingen ze aan een tafeltje zitten. Langskomende Duitsers wilden van de \'aanhalige\' dames niets weten en lieten hen na een vluchtige controle verder met rust. Op 21 maart 1945 werd Hannie bij een weg controle gearresteerd op het bezit van illegale krantjes. Op het bureau bracht een Duitse officier haar in verband met \'het meisje met het rode haar\' dat bij zoveel aanslagen en sabotageacties betrokken was geweest. Haar arrestatie kreeg hierdoor een veel groter belang. Ondanks de afspraak die de Duitsers aan het einde van de oorlog met de Binnenlandse Strijdkrachten hadden gemaakt om geen mensen meer te executeren, werd Hannie vier weken na haar arrestatie doodgeschoten. Haar vrienden uit het verzet probeerden nog achter haar verblijfplaats te komen om haar te kunnen bevrijden. Toen Truus daar uiteindelijk achter kwam, bleek Hannie\'s naam te zijn doorgestreept in het gevangenisboek.
King Kong:
Het raadselachtige aan de strijd rond Arnhem was het vermeende verraad door King Kong. King Kong was de schuilnaam van Christiaan Lindemans. Hij was een Nederlandse verzetsstrijder die op het hoofdkwartier van Prins Bernhard in België werkte. Zo zou hij vlak voor de slag bij Arnhem inzage hebben gehad in de geheime plannen van Montgomery. Wat Prins Bernhard en zijn staf ondanks waarschuwingen niet wilden aanvaarden was dat King Kong eigenlijk voor de Duitse inlichtingendienst Abwehr werkte. Door het gebrek aan security op het hoofdkantoor van Prins Bernhard zou King Kong de mogelijkheid hebben gehad de aanvalsplannen te verraden aan de Duitsers. In 1946 stierf King Kong onder verdachte omstandigheden in een gevangenisziekenhuis in Den Haag. Samen met een verpleegkundige die zijn geliefde was geworden nam hij luminal in. Om helderheid te krijgen in het verraad van Arnhem en hoe King Kong was overleden werd zijn stoffelijk overschoot zelfs nog weer in 1986 in het Rotterdamse Crooswijk opgegraven. Conclusie: King Kong is dood maar zijn doodsoorzaak blijft een raadsel. King Kong leeft voort! Dat wordt bewezen door het verschijnen van de Prins Bernhard-biografie Beroep Meesterspion van Philip Dröge. Dröge zou in de archieven van de Britse geheime dienst MI5 nieuwe documenten hebben gevonden die de ontoereikende security op Prins Bernhards hoofdkwartier bevestigen. Historicus op het gebied van inlichtingendiensten Bob de Graaff had al in 1992 de naar het aanzien definitieve studie gemaakt over King Kong, de verrader van Arnhem. Zijn conclusie was dat tot ver in de jaren 70 Prins Bernhard met ondersteuning van o.a. dr. Lou de Jong en ex-BVD hoofd Louis Einthoven boeken als A bridge too far en Bodyguard of lies te manipuleren om het King Kong-verhaal af te zwakken.
Antonius van der Waals:
Antonius van der Waals is geboren op 11 oktober in 1912 en is overleden op 26 januari in 1950. Antonius van der Waals was geboren en opgegroeid in Rotterdam. Hij ging daar naar de lagere school en de MULO en werkte toen hij ouder was een tijdje op een kantoor. Hij had veel belangstelling voor de elektrotechniek, daarom volgde hij daarna gedurende één jaar een MTS-opleiding, Toen hij 19 jaar was heeft hij zijn diploma gehaald. Het lukte Van der Waals niet om daarmee een vaste baan te krijgen. Het bleef bij losse baantjes, Hij heeft geprobeerd een eigen reparatiebedrijfje te starten maar dat is niet gelukt. In 1934 werd hij lid van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), zonder binnen deze partij actief te zijn. Kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leken er voor Antonius Van der Waals betere tijden aan te breken. Hij was toen als verkoper in dienst bij een elektrotechnisch bureau in Rotterdam, waar hij zich al snel omhoog wist te werken. Daarnaast hield hij zich ook bezig met het doen van uitvindingen op elektrotechnisch gebied. Het daarvoor benodigde geld wist hij vaak op handige en overtuigende wijze bij elkaar te krijgen. Zo kwam Van der Waals in de zomer van 1940 in contact met A.P. van der Meer, een Rotterdamse fabrieksdirecteur, aan wie hij vertelde over zijn laatste uitvinding: een krukasloze vliegtuigmotor. Hij vertelde daarbij dat de Duitsers belangstelling hadden voor zijn vinding, maar dat hij hiervan liever de Britten wilde laten profiteren. Van der Meer, die actief was binnen de illegaliteit, vond het goed en werkte zelfs mee aan de uitvinding. Via hem kwam Antonius Van der Waals in contact met een aantal andere leden van het verzet. Toen hij enkele maanden later met informatie over hen naar de Sicherheitsdienst (SD) in Rotterdam liep, waren ze daar ook erg enthousiast over zijn plan.
Half april 1941 een eerste ontmoeting met Kriminaldirektor J. Schreieder, chef van het Referat IV E van de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des Sicherheitsdienst in Den Haag. Door deze betrekkelijk kleine afdeling, die zich hoofdzakelijk bezighield met contraspionage, zou Van der Waals - sinds maart 1941 op medische gronden zonder werk - vier jaar lang worden ingezet als goed betaalde \'V-Mann\': een Vertrauensmann, die in opdracht van de Duitsers infiltreerde bij de illegaliteit. Zijn eerste opdracht, het vinden van de dader van een aanslag op een Duitse spoorwegbeambte in Haarlem, voerde hij snel en vakkundig uit. Hij kreeg een premie van f 5000 en kwam vast in dienst bij de SD, voor een salaris van f 250 per maand, maar in het voorjaar van 1942 was dit al opgelopen tot f 1100. Schreieder gaf Antonius Van der Waals nauwgezet instructies op welke groep of personen hij zich moest richten. Doordat hij over het vermogen beschikte het vertrouwen van zelfs de meest argwanende illegale werkers te winnen, wist Van der Waals velen te doen geloven contacten met de Britten te onderhouden. Zelfs beweerde hij als geheim agent door Londen naar Nederland te zijn gestuurd. Ook zou hij verzetsmensen daarheen kunnen smokkelen. Aangezien op dat moment vrijwel iedere verbinding met Groot-Brittannië ontbrak, slaagde hij er op deze wijze in vele illegale organisaties binnen te dringen. Door die contacten zo lang mogelijk in stand te houden kon hij de SD voldoende bewijsmateriaal geven, waarna een hinderlaag werd gelegd om de leden van de desbetreffende verzetsgroep onopvallend te kunnen arresteren.
Groepen die Van der Waals aldus hielp oprollen, zijn onder andere die rond J.M. Somer (vanuit Londen georganiseerde Inlichtingen Dienst), J. Kwak (Vrij Nederland), W.J.M.J. d\'Aquin, Kees Dutilh en W. Pahud de Mortanges. Van der Waals wist ook door te dringen tot de sociaal-democratische voorman J.J. Vorrrink, die evenmin wantrouwen koesterde. Na twee maanden \'Spiel\' werd deze gearresteerd, samen met een groot aantal leden van het Nationaal Comité. Uit zelfbescherming werkte Van der Waals onder verschillende schuilnamen, zoals \'De Wilde\', \'De Graaf\' en \'baron Van Lynden\' - al of niet met door de Duitsers geleverde persoonsbewijzen - en wisselde hij veelvuldig van adres. Hij bleek bijzonder waardevol voor zijn Duitse opdrachtgevers en ontving zelfs een Duitse onderscheiding: het Adelaarskruis derde klasse.
Vanaf maart 1942 lukte het de SD tientallen vanuit Groot-Brittannië gedropte agenten en marconisten met hun zenders te onderscheppen. De marconisten werden gedwongen voor de Duitsers boodschappen naar Engeland over te seinen, ten einde daar de indruk te wekken dat er in Nederland actief verzet werd gepleegd. Dit was het zogeheten Englandspiel. Van der Waals was ook hierbij betrokken, maar speelde geen erge rol. De SD heeft wel overwogen hem naar Groot-Brittannië te sturen, maar omdat de mensen van de SD het te gevaarlijk vonden is er uiteindelijk niets van terechtgekomen.
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen was er binnen de illegaliteit toch wantrouwen gekomen tegen Van der Waals. De Rotterdamse SD liet daarom op 19 juli 1943 in de krant een bericht opnemen dat de V-Mann bij een moordaanslag door het verzet om het leven was gekomen. Er werd zelfs een beloning uitgeloofd voor de opsporing van de daders. Kort daarop ondernam Van der Waals een van zijn laatste missies, dit keer in het buitenland. In september 1943 ging hij met een vrachtschip naar het neutrale Zweden.
Het was de bedoeling dat hij zou nagaan of er illegale contacten tussen Zweden en Nederland bestonden. In Stockholm had hij ontmoetingen met personen van de Nederlandse inlichtingendienst, maar dat leverde weinig op. Na begin oktober uit Zweden te zijn teruggekeerd maakte Schreieder niet langer van zijn diensten gebruik, hoewel zijn salaris gewoon werd doorbetaald. Het steeds eigenmachtiger en brutaler optreden van de V-Mann had de irritatie aan Duitse zijde gaandeweg doen toenemen.
Eind december 1943 vestigde Antonius Van der Waals zich in Loosdrecht onder de naam \'dr.ir. H.J. van Veen\'; hij was immers al \'overleden\'. Om zich vervolgens van een nieuwe identiteit te voorzien, plaatste Van der Waals begin 1944 een advertentie waarin hij een huisknecht zocht. Uit de sollicitanten koos hij er een met een goed persoonsbewijs en een ontslagbrief uit het concentratiekamp Vught. In oktober schoot Van der Waals de betrokkene dood en nam met zijn papieren hun identiteit over.
In maart 1945 vertrok Van der Waals naar het Drentse Zuidlaren, en kort na de bevrijding meldde hij zich bij de Canadese Field Security, die hem overdroeg aan de Britse Special Counterintelligence. Daar was bekend dat hij voor de SD had gewerkt. Met hulp van L. Einthoven, hoofd van het Bureau Nationale Veiligheid, voerde hij onder Duitse naam missies uit in Duitsland. In Nederland waren intussen twee Rotterdamse slachtoffers van Antonius Van der Waals actief bezig hem op te sporen, en zij kwamen erachter waar hij zich bevond. Einthoven werd onder druk gezet en ging er nu bij de Britten op aandringen Van der Waals uit te leveren. Begin 1947 was Antonius Van der Waals weer in Nederland; alleen als gevangene.
In april 1948 stond Antonius Van der Waals onder grote belangstelling voor het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag. Dit college bepaalde dat het Englandspiel voor de strafwaardigheid miste en dus geen rol diende te spelen tijdens het proces. Schreieder was kroongetuige, maar ook belangrijke Nederlanders als Vorrink, inmiddels voorzitter van de Partij van de Arbeid, en de burgemeester van Rotterdam, P.J. Oud, traden als getuigen op. Van der Waals belangrijkste verweer was dat hij al zijn werkzaamheden zou hebben verricht in opdracht van Emile Verhagen ook wel \'John\' of \'Johnny\', een agent van de Britse Secret Service. Het Bijzonder Gerechtshof achtte evenwel bewezen dat hij rechtstreeks verantwoordelijk was voor de arrestatie van 83 mensen, van wie er 38 waren omgekomen, en dat er geen spoor van bewijs was voor het bestaan van Verhagen.
Van der Waals werd ter dood veroordeeld, een vonnis dat werd bekrachtigd door de Bijzondere Raad van Cassatie. In de nacht vóór zijn executie op 26 januari 1950 bekende hij schuldig te zijn aan het hem ten laste gelegde en Emile Verhagen te hebben verzonnen. Anton van der Waals was een van de 34 Nederlanders die voor hun optreden tijdens de Duitse bezetting ter dood werden gebracht.
Enigma:
In 1926 hadden de Duitse technici een elektrische machine ontworpen om berichten te coderen. Het apparaat was eenvoudig te bedienen maar zat zeer ingewikkeld in elkaar. Het was in feite een schrijfmachine die was uitgerust met drie, inwendig roterende schijven die werden geactiveerd door stroomstoten, afkomstig van de toetsen van die schrijfmachine.
Elke schijf had 26 verschillende contactpunten, één voor elke letter, maar willekeurig gerang schikt. Afhankelijk van de stand van de schijven liet het indrukken van een lettertoets de schijf aangrijpen bij de een of andere letter en die eerste schijf liet op zijn beurt weer de andere twee schijven draaien waardoor er uiteindelijk weer een andere letter op een bord voor de codeur op kwam.
Op 12 juni 1929 is Anne Frank geboren in de Duitse stad Frankfurt am Main.
Anne haar vader heet Otto Frank ( geboren op 12 mei 1989) en haar moeder Edith Frank-Hõllander ( geboren op 16 januari 1900). Haar zus heet Margot en is op 16 februari 1926 geboren. Als Anne is geboren zijn haar ouders 4 jaar getrouwd. Op 12 mei 1925 vond het huwelijk plaats in de synagoge, want de familie was joods. In de herfst van 1933 vindt Otto Frank een goede woning in Amsterdam.In februari 1934 verhuist Anne met haar ouders en haar zus naar Nederland. Ze voelden zich in Duitsland niet meer veilig dat komt omdat Hitler aan de macht is gekomen. Als Anne 13 jaar wordt krijgt ze van haar ouders een dagboek voor haar verjaardag. In Nederland kreeg Margot een oproepingskaart op 5 juli om aan te melden voor transsport. Als het ook in Nederland niet meer veilig is duiken Anne Frank en haar familie op 6 juli 1942 onder op Prinsengracht 263. Op 13 juli 1942 komt de familie van Pels (Van Daan) ook in het achterhuis. Op 16 november 1942 komt Fritz Pfeffer (Albert Dussel) ook in het achterhuis. Er zijn in de onderduiktijd heel erg veel ruzies in het achterhuis. Anne heeft heel erg veel ruzie met haar moeder, dat komt omdat haar moeder haar niet begrijpt schrijft ze in haar dagboek. De enige met wie ze een beetje op kan schieten is haar vader en later met Peter van Pels. Op het laatst van de onderduiktijd is Anne heel erg veel bij Peter op zijn zolderkamer, in het begin was hij een beetje verlegen maar later konden ze goed met elkaar praten. Op 4 augustus 1944 worden de familie Frank en de andere onderduikers opgepakt. Op 8 augustus 1944 worden de onderduikers naar het kamp in Westenborg gebracht. Op 3 september 1944 worden de onderduikers op transsport gesteld naar het kamp in Auschwitz hier overlijd Hermann van Pels, ze weten niet precies wanneer. In oktober 1944 worden Anne en Margot naar het kamp in Bergen-Belsen gebracht. Op 20 december 1944 overlijdt Fritz Pfeffer in Auschwitz. Op 6 januari 1945 is Edith Frank gestorven in Auschwitz. Op 27 januari 1945 wordt Otto Frank door het Russische leger bevrijd in Auschwitz. In maart 1945 sterven Margot en Anne allebei aan tyfus in Bergen-Belsen. Peter Van Pels is overleden op 5 mei 1945 in het kamp Mauthausen. In het voorjaar van 1945 sterft mevrouw van Pels in het kamp Theresienstadt. Op 5 mei 1945 wordt Nederland bevrijd. Op 3 juni 1945 komt Otto Frank aan in Nederland, hij gaat dan gelijk naar het huis van Miep en Jan Gies. Otto Frank vertelt dat zijn vrouw Edith overleden is, maar hij weet niet of Margot en Anne nog leven. Otto wist wel dat Margot en Anne naar Bergen-Belsen waren gebracht en hij wist ook dat dat geen vernietigingskamp was, dus hij had goede hoop. Hij gaat wonen bij Miep en Jan en hoopt elke dag op een bericht dat Margot en Anne nog leven. Dan bijna 2 maanden later ontvangt hij een bericht dat zijn beide dochters overleden waren. Het dagboek van Anne had Miep bewaard en aan niemand laten lezen, om het vervolgens als Anne terug zou komen weer aan haar te geven. Omdat het nu zeker is dat Anne dood is geeft ze het dagboek aan Otto Frank. Hij heeft nooit geweten dat Anne zo nauwkeurig is geweest en alles heeft opgeschreven nadat hij alles heeft gelezen laat hij het ook aan andere mensen lezen, op aandringen van hen gaat hij een uitgever zoeken. Het is moeilijk om er een te vinden dan komt er een stukje in het dagblad “Het Parool ” te staan en daardoor hebben ze wel een goede uitgever gevonden. In de zomer van 1947 komt het dagboek van Anne Frank uit in een oplage van 1500 exemplaren. Hiermee is de wens van Anne in vervulling gegaan, ze wilde schrijfster worden. Het dagboek is in 55 talen verschenen en er zijn 20 miljoen exemplaren verschenen. Otto Frank is op 19 augustus 1980 overleden op 91-jarige leeftijd, in Birsfelden, een voorstadje van Basel.
Meisje met het rode haar:
Wie was Hannie Schaft?
Dat ook vrouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog deelnamen aan het gewapende verzet hadden de Duitsers niet verwacht. Vrouwen hielden zich in hun denkbeelden alleen met de verzorging van hun echtgenoten en kinderen bezig. Pas in de laatste jaren van de oorlog drong tot hen door dat in een aantal kinderwagens behalve baby\'s ook wapens werden vervoerd en dat jonge schoolmeisjes met vele illegale krantjes konden rondfietsen. Het was vooral het koerierswerk dat vrouwen in verzetsgroepen verrichtten. Andere activiteiten dan sabotage, overvallen en liquidaties van Duitsers of verraders namen mannen meestal voor hun rekening, op uitzonderingen na, waaronder \'het meisje met het rode haar\', Hannie Schaft. Op tweeëntwintigjarige leeftijd kwam Jo Schaft, zoals ze eigenlijk door familie en vrienden werd genoemd, in het Haarlemse verzet terecht. Het was een logisch gevolg van de woede die ze in de loop der jaren tegen de Duitsers had ontwikkeld. Van huis uit had ze al een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Haar ouders waren sociaal-democraten die zich zeer bewust waren van de wereld om hen heen. In het gezin Schaft werd veel gediscussieerd over allerlei politieke onderwerpen. Er bestond een zeer hechte gezinsband, die na de dood van Hannie\'s jongere zusje nog beter werd. Omdat haar ouders erg bang waren dat hun enig overgebleven dochter iets zou overkomen, werd Hannie heel beschermd opgevoed. Ze was hierdoor vrij geïsoleerd en had weinig vrienden. Hannie hield zich voornamelijk met haar school bezig, waar ze zeer hoge cijfers haalde. In 1938 ging Hannie rechten studeren in Amsterdam. Ze werd lid van de Amsterdamse Vrouwelijke Studentenvereniging. En al snel was van een geïsoleerd bestaan geen sprake meer. Binnen de vereniging richtte ze met een aantal studentes een nieuw dispuut op. Over de discussies hierin vertelde een studente: \'Jo nam daarbij een vooraanstaande plaats in. Wat haar politieke overtuiging betreft, ze was behoorlijk rood en daar durfde ze wel voor uit te komen. Toen in 1940 de oorlog uitbrak, ging Hannie evenals alle anderen door met studeren, in juli \'40 haalde ze haar kandidaatsexamen. Om niet meer heen en weer te hoeven reizen tussen haar ouderlijk huis in Haarlem en Amsterdam, ging ze in de universiteitstad op kamers wonen. Intussen groeide Hannie\'s woede tegen de Duitse bezetters. Haar joodse studiegenoten Sonja en Philine werden in toenemende mate getroffen door de anti-joodse maatregelen. Toen zij een gele ster moesten gaan dragen en zeer beperkt werden in hun bewegingsvrijheid, stal Hannie twee persoonsbewijzen van niet-joodse vrouwen in een zwembad. Bij deze twee bleef het niet. Verder stuurde ze pakjes naar Westerbork en andere kampen. Haar eigen leven veranderde ingrijpend toen de Duitsers van alle studerenden een verklaring (1943) eisten. Dit betekende voor Hannie het einde van haar studie. Ze vond het ondenkbaar, dat je als goede Nederlander zo\'n papier zou ondertekenen. Het was een kwestie van solidariteit, niet alleen tussen alle studenten, maar ook met de groepen die in ons land veel erger onderdrukt en weggevoerd werden. In het voorjaar van 1943 vertrok Hannie met Sonja en Philine, die ze bij haar ouders wilde laten onderduiken, naar Haarlem. Toen ze daar aankwamen sloot ze zich aan bij de linkse sabotagegroep de Raad van Verzet, om meer, actiever verzet te bieden. De Raad van Verzet had er al diverse sabotageacties en aanslagen op zitten. De zusjes Truus en Freddie Oversteegen maakten deel uit van deze groep, evenals de felle Jan Bonekamp die vrouw en kind verliet om zich aan de strijd tegen de Duitsers te wijden. Vooral voor de laatste had Hannie grote bewondering. Haar ouders bracht ze niet op de hoogte van haar verzetsactiviteiten. Voor hun veiligheid en van hun onderduikers mochten zij zo weinig mogelijk weten. Sonja hield het echter niet lang vol in haar \'vrijwillige\' gevangenschap. Ze probeerde naar Zwitserland te vluchten maar werd, zo bleek later, in Frankrijk verraden. In Auschwitz kwam ze om het leven. Na instructies over wapens en een schietles was Hannie klaar voor haar eerste actie. Ze kreeg de opdracht een man van de Sicherheits Dienst neer te schieten. Toen ze de trekker overhaalde klonk er in plaats van een schot een klik, er zaten geen kogels in het pistool. Hannie had een \'proef van bekwaamheid en betrouwbaarheid\' afgelegd waar ze erg kwaad over werd. De volgende acties speelden zich in de volle werkelijkheid af. Bij een ervan kwam Jan Bonekamp om het leven. De man die hij en Hannie moesten liquideren had na de aanslag van Hannie nog kans gezien om Jan in zijn buik te schieten. Hannie was inmiddels al weggefietst en wachtte op een onderduikadres tevergeefs op Jan. Hij stierf nadat de Duitsers nog enkele adressen van hem wisten los te krijgen, waaronder dat van Hannie. Hannie\'s ouders werden naar aanleiding van deze gebeurtenissen gegijzeld. De Duitsers hoopten dat Hannie zich dan bij hen zou melden. Hannie werd door haar kameraden ervan weerhouden om zich aan te geven en na enige tijd lieten de Duitsers haar ouders gaan. Behalve deze gijzeling, veroorzaakte de dood van Jan een diepe inzinking bij haar. Alleen door er dubbel zo hard tegenaan te gaan kon zij haar verdriet min of meer vergeten. De gevaarlijkste klussen wilde ze doen. Het gevaar voor eigen leven leek haar steeds minder te interesseren. Het laatste oorlogsjaar ging Hannie vooral met de zusjes Oversteegen op stap. In haar boek over de oorlog, Toen niet, nu niet, nooit (1982) verhaalt Truus Menger over een aantal van die gezamenlijke acties. Een daarvan was de liquidatie van \'foute\' Ko Langendijk. Achter op de fiets bij Truus had Hannie deze man neergeschoten. Een eindje verderop doken ze een café in. Truus liet de aanwezige klanten haar pistool zien en maakte duidelijk dat zij, wanneer de Duitsers daar naar zouden vragen, al zeker een uur aanwezig waren. Nadat ze zich heel ordinair hadden opgemaakt, gingen ze aan een tafeltje zitten. Langskomende Duitsers wilden van de \'aanhalige\' dames niets weten en lieten hen na een vluchtige controle verder met rust. Op 21 maart 1945 werd Hannie bij een weg controle gearresteerd op het bezit van illegale krantjes. Op het bureau bracht een Duitse officier haar in verband met \'het meisje met het rode haar\' dat bij zoveel aanslagen en sabotageacties betrokken was geweest. Haar arrestatie kreeg hierdoor een veel groter belang. Ondanks de afspraak die de Duitsers aan het einde van de oorlog met de Binnenlandse Strijdkrachten hadden gemaakt om geen mensen meer te executeren, werd Hannie vier weken na haar arrestatie doodgeschoten. Haar vrienden uit het verzet probeerden nog achter haar verblijfplaats te komen om haar te kunnen bevrijden. Toen Truus daar uiteindelijk achter kwam, bleek Hannie\'s naam te zijn doorgestreept in het gevangenisboek.
King Kong:
Het raadselachtige aan de strijd rond Arnhem was het vermeende verraad door King Kong. King Kong was de schuilnaam van Christiaan Lindemans. Hij was een Nederlandse verzetsstrijder die op het hoofdkwartier van Prins Bernhard in België werkte. Zo zou hij vlak voor de slag bij Arnhem inzage hebben gehad in de geheime plannen van Montgomery. Wat Prins Bernhard en zijn staf ondanks waarschuwingen niet wilden aanvaarden was dat King Kong eigenlijk voor de Duitse inlichtingendienst Abwehr werkte. Door het gebrek aan security op het hoofdkantoor van Prins Bernhard zou King Kong de mogelijkheid hebben gehad de aanvalsplannen te verraden aan de Duitsers. In 1946 stierf King Kong onder verdachte omstandigheden in een gevangenisziekenhuis in Den Haag. Samen met een verpleegkundige die zijn geliefde was geworden nam hij luminal in. Om helderheid te krijgen in het verraad van Arnhem en hoe King Kong was overleden werd zijn stoffelijk overschoot zelfs nog weer in 1986 in het Rotterdamse Crooswijk opgegraven. Conclusie: King Kong is dood maar zijn doodsoorzaak blijft een raadsel. King Kong leeft voort! Dat wordt bewezen door het verschijnen van de Prins Bernhard-biografie Beroep Meesterspion van Philip Dröge. Dröge zou in de archieven van de Britse geheime dienst MI5 nieuwe documenten hebben gevonden die de ontoereikende security op Prins Bernhards hoofdkwartier bevestigen. Historicus op het gebied van inlichtingendiensten Bob de Graaff had al in 1992 de naar het aanzien definitieve studie gemaakt over King Kong, de verrader van Arnhem. Zijn conclusie was dat tot ver in de jaren 70 Prins Bernhard met ondersteuning van o.a. dr. Lou de Jong en ex-BVD hoofd Louis Einthoven boeken als A bridge too far en Bodyguard of lies te manipuleren om het King Kong-verhaal af te zwakken.
Antonius van der Waals:
Antonius van der Waals is geboren op 11 oktober in 1912 en is overleden op 26 januari in 1950. Antonius van der Waals was geboren en opgegroeid in Rotterdam. Hij ging daar naar de lagere school en de MULO en werkte toen hij ouder was een tijdje op een kantoor. Hij had veel belangstelling voor de elektrotechniek, daarom volgde hij daarna gedurende één jaar een MTS-opleiding, Toen hij 19 jaar was heeft hij zijn diploma gehaald. Het lukte Van der Waals niet om daarmee een vaste baan te krijgen. Het bleef bij losse baantjes, Hij heeft geprobeerd een eigen reparatiebedrijfje te starten maar dat is niet gelukt. In 1934 werd hij lid van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), zonder binnen deze partij actief te zijn. Kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leken er voor Antonius Van der Waals betere tijden aan te breken. Hij was toen als verkoper in dienst bij een elektrotechnisch bureau in Rotterdam, waar hij zich al snel omhoog wist te werken. Daarnaast hield hij zich ook bezig met het doen van uitvindingen op elektrotechnisch gebied. Het daarvoor benodigde geld wist hij vaak op handige en overtuigende wijze bij elkaar te krijgen. Zo kwam Van der Waals in de zomer van 1940 in contact met A.P. van der Meer, een Rotterdamse fabrieksdirecteur, aan wie hij vertelde over zijn laatste uitvinding: een krukasloze vliegtuigmotor. Hij vertelde daarbij dat de Duitsers belangstelling hadden voor zijn vinding, maar dat hij hiervan liever de Britten wilde laten profiteren. Van der Meer, die actief was binnen de illegaliteit, vond het goed en werkte zelfs mee aan de uitvinding. Via hem kwam Antonius Van der Waals in contact met een aantal andere leden van het verzet. Toen hij enkele maanden later met informatie over hen naar de Sicherheitsdienst (SD) in Rotterdam liep, waren ze daar ook erg enthousiast over zijn plan.
Half april 1941 een eerste ontmoeting met Kriminaldirektor J. Schreieder, chef van het Referat IV E van de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des Sicherheitsdienst in Den Haag. Door deze betrekkelijk kleine afdeling, die zich hoofdzakelijk bezighield met contraspionage, zou Van der Waals - sinds maart 1941 op medische gronden zonder werk - vier jaar lang worden ingezet als goed betaalde \'V-Mann\': een Vertrauensmann, die in opdracht van de Duitsers infiltreerde bij de illegaliteit. Zijn eerste opdracht, het vinden van de dader van een aanslag op een Duitse spoorwegbeambte in Haarlem, voerde hij snel en vakkundig uit. Hij kreeg een premie van f 5000 en kwam vast in dienst bij de SD, voor een salaris van f 250 per maand, maar in het voorjaar van 1942 was dit al opgelopen tot f 1100. Schreieder gaf Antonius Van der Waals nauwgezet instructies op welke groep of personen hij zich moest richten. Doordat hij over het vermogen beschikte het vertrouwen van zelfs de meest argwanende illegale werkers te winnen, wist Van der Waals velen te doen geloven contacten met de Britten te onderhouden. Zelfs beweerde hij als geheim agent door Londen naar Nederland te zijn gestuurd. Ook zou hij verzetsmensen daarheen kunnen smokkelen. Aangezien op dat moment vrijwel iedere verbinding met Groot-Brittannië ontbrak, slaagde hij er op deze wijze in vele illegale organisaties binnen te dringen. Door die contacten zo lang mogelijk in stand te houden kon hij de SD voldoende bewijsmateriaal geven, waarna een hinderlaag werd gelegd om de leden van de desbetreffende verzetsgroep onopvallend te kunnen arresteren.
Groepen die Van der Waals aldus hielp oprollen, zijn onder andere die rond J.M. Somer (vanuit Londen georganiseerde Inlichtingen Dienst), J. Kwak (Vrij Nederland), W.J.M.J. d\'Aquin, Kees Dutilh en W. Pahud de Mortanges. Van der Waals wist ook door te dringen tot de sociaal-democratische voorman J.J. Vorrrink, die evenmin wantrouwen koesterde. Na twee maanden \'Spiel\' werd deze gearresteerd, samen met een groot aantal leden van het Nationaal Comité. Uit zelfbescherming werkte Van der Waals onder verschillende schuilnamen, zoals \'De Wilde\', \'De Graaf\' en \'baron Van Lynden\' - al of niet met door de Duitsers geleverde persoonsbewijzen - en wisselde hij veelvuldig van adres. Hij bleek bijzonder waardevol voor zijn Duitse opdrachtgevers en ontving zelfs een Duitse onderscheiding: het Adelaarskruis derde klasse.
Vanaf maart 1942 lukte het de SD tientallen vanuit Groot-Brittannië gedropte agenten en marconisten met hun zenders te onderscheppen. De marconisten werden gedwongen voor de Duitsers boodschappen naar Engeland over te seinen, ten einde daar de indruk te wekken dat er in Nederland actief verzet werd gepleegd. Dit was het zogeheten Englandspiel. Van der Waals was ook hierbij betrokken, maar speelde geen erge rol. De SD heeft wel overwogen hem naar Groot-Brittannië te sturen, maar omdat de mensen van de SD het te gevaarlijk vonden is er uiteindelijk niets van terechtgekomen.
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen was er binnen de illegaliteit toch wantrouwen gekomen tegen Van der Waals. De Rotterdamse SD liet daarom op 19 juli 1943 in de krant een bericht opnemen dat de V-Mann bij een moordaanslag door het verzet om het leven was gekomen. Er werd zelfs een beloning uitgeloofd voor de opsporing van de daders. Kort daarop ondernam Van der Waals een van zijn laatste missies, dit keer in het buitenland. In september 1943 ging hij met een vrachtschip naar het neutrale Zweden.
Het was de bedoeling dat hij zou nagaan of er illegale contacten tussen Zweden en Nederland bestonden. In Stockholm had hij ontmoetingen met personen van de Nederlandse inlichtingendienst, maar dat leverde weinig op. Na begin oktober uit Zweden te zijn teruggekeerd maakte Schreieder niet langer van zijn diensten gebruik, hoewel zijn salaris gewoon werd doorbetaald. Het steeds eigenmachtiger en brutaler optreden van de V-Mann had de irritatie aan Duitse zijde gaandeweg doen toenemen.
Eind december 1943 vestigde Antonius Van der Waals zich in Loosdrecht onder de naam \'dr.ir. H.J. van Veen\'; hij was immers al \'overleden\'. Om zich vervolgens van een nieuwe identiteit te voorzien, plaatste Van der Waals begin 1944 een advertentie waarin hij een huisknecht zocht. Uit de sollicitanten koos hij er een met een goed persoonsbewijs en een ontslagbrief uit het concentratiekamp Vught. In oktober schoot Van der Waals de betrokkene dood en nam met zijn papieren hun identiteit over.
In maart 1945 vertrok Van der Waals naar het Drentse Zuidlaren, en kort na de bevrijding meldde hij zich bij de Canadese Field Security, die hem overdroeg aan de Britse Special Counterintelligence. Daar was bekend dat hij voor de SD had gewerkt. Met hulp van L. Einthoven, hoofd van het Bureau Nationale Veiligheid, voerde hij onder Duitse naam missies uit in Duitsland. In Nederland waren intussen twee Rotterdamse slachtoffers van Antonius Van der Waals actief bezig hem op te sporen, en zij kwamen erachter waar hij zich bevond. Einthoven werd onder druk gezet en ging er nu bij de Britten op aandringen Van der Waals uit te leveren. Begin 1947 was Antonius Van der Waals weer in Nederland; alleen als gevangene.
In april 1948 stond Antonius Van der Waals onder grote belangstelling voor het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag. Dit college bepaalde dat het Englandspiel voor de strafwaardigheid miste en dus geen rol diende te spelen tijdens het proces. Schreieder was kroongetuige, maar ook belangrijke Nederlanders als Vorrink, inmiddels voorzitter van de Partij van de Arbeid, en de burgemeester van Rotterdam, P.J. Oud, traden als getuigen op. Van der Waals belangrijkste verweer was dat hij al zijn werkzaamheden zou hebben verricht in opdracht van Emile Verhagen ook wel \'John\' of \'Johnny\', een agent van de Britse Secret Service. Het Bijzonder Gerechtshof achtte evenwel bewezen dat hij rechtstreeks verantwoordelijk was voor de arrestatie van 83 mensen, van wie er 38 waren omgekomen, en dat er geen spoor van bewijs was voor het bestaan van Verhagen.
Van der Waals werd ter dood veroordeeld, een vonnis dat werd bekrachtigd door de Bijzondere Raad van Cassatie. In de nacht vóór zijn executie op 26 januari 1950 bekende hij schuldig te zijn aan het hem ten laste gelegde en Emile Verhagen te hebben verzonnen. Anton van der Waals was een van de 34 Nederlanders die voor hun optreden tijdens de Duitse bezetting ter dood werden gebracht.
Enigma:
In 1926 hadden de Duitse technici een elektrische machine ontworpen om berichten te coderen. Het apparaat was eenvoudig te bedienen maar zat zeer ingewikkeld in elkaar. Het was in feite een schrijfmachine die was uitgerust met drie, inwendig roterende schijven die werden geactiveerd door stroomstoten, afkomstig van de toetsen van die schrijfmachine.
Elke schijf had 26 verschillende contactpunten, één voor elke letter, maar willekeurig gerang schikt. Afhankelijk van de stand van de schijven liet het indrukken van een lettertoets de schijf aangrijpen bij de een of andere letter en die eerste schijf liet op zijn beurt weer de andere twee schijven draaien waardoor er uiteindelijk weer een andere letter op een bord voor de codeur op kwam.
De Duitsers noemden het apparaat Enigma. Uiteindelijk werd in heel bezet Europa, van het zuidelijkste puntje tot de rivier de Wolga, het onderlinge contact onderhouden door middel van, op de Enigma gecodeerde radiosignalen. De code werd iedere 24 uur veranderd. De Britten waren er zeker van om de achter de geheimen van Enigma te komen. Deze uitdaging viel te beurt aan de Staatsschool voor Code en Geheimschrift in Bletchey Park te Buckinghamshire. Eerst werkten daar 70 personen aan. Later werd dat aantal uitgebreid tot meer dan 12.000.
Deze mensen waren de besten van het land. Het waren wiskundigen, taalkundigen, schaakexperts en kruiswoordpuzzelaars.
REACTIES
1 seconde geleden
C.
C.
Geachte mensen,
U vergeet te zeggen, dat men pas 3 dagen na de dood van Anton van der Waals op de proppen komt met die 'schuldbekentenis'.
Die ook nog is getikt op een schrijfmachine. En die niet is ondertekend door Anton van der Waals.
Dus dat stuk zouden u of ik hebben kunnen tikken.
Graag zie ik dit gecorrigeerd en ontvang ik uw reactie.
Charles
(1926) historicus.
15 jaar geleden
Antwoorden