Het zonnestelsel Het zonnestelsel kwam voort uit een wolk van gas en stof. Er ontstaat een ophoping die nog meer gas aantrekt. De temperatuur stijgt en de massa begint te draaien en zo wordt de massa een schijf waaruit energie ontsnapt aan beide polen. Na een tijdje ontstaat er een protonster in het midden van de massa rond die protonster waren er ook nog een paar verdikkingen die later de gasreuzen Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus zouden worden. In de ster komen nucleaire processen op gang die ijs en gas uit de schijf drijven. Het zonnestelsel is dan bijna volgroeid, de Zon begint zijn stoffige omhulsel te doordringen met een krachtig schijnsel. Er zijn al planeten maar er is nog rondvliegend “bouwafval” dat op de planeten regent. De afgelopen vier miljard jaar is er niet veel veranderd behalve op de Aarde, daar ontwikkelt zich leven!
Ons zonnestelsel bestaat uit negen verschillende planeten: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus, Pluto, en één heel belangrijke ster: de Zon
Leertip:
Als je ooit de namen van de planeten moet kennen, neem je gewoon de eerste letters van de planeten: M,V,A,M,J,S,U,N,P
En maak daar een zin mee:
Maak van acht meter Japanse stof uw nieuwe pyjama!!
De zon:
De zon wordt verpersoonlijkt in verschillende mythologieën: de Grieken noemden haar Helios en de Romeinen Sol. De zon is het middelpunt van ons zonnestelsel, en geeft genoeg licht en warmte om te leven, planten te kweken, dieren te fokken, enz. Ze lijkt groot en helder omdat ze maar 150 miljoen km van de aarde verwijderd is, het licht van de zon bereikt de aarde al na 8 minuten maar het licht van de Sirius -de helderste ster na de zon aan onze hemel zichtbaar- bereikt ons pas na 8 jaar! Natuurlijk kent iedereen de zonsverduistering (rechts), die komt voor als de Zon, de Maan en de Aarde op een rij staan! De kern van de zon is zo een 15.000.000°C warm en de buitenkant 6.000°C. De massa is ook niet mis! De Zon weegt een goede 2 miljoen biljoen biljoen kilo, of 330.000 keer de massa van de Aarde. De Zon omvat 99,9% van het zonnestelsel!
Mercurius: Mercurius is genoemd naar de gevleugelde boodschapper van de Romeinse goden. Mercurius is de snelste planeet in ons zonnestelsel. Hij draait in 88 dagen rond zijn hete buurman, de zon. Mercurius is de planeet die toertjes draait, het dichtst bij de zon. Hij heeft ook wel grote temperatuurverschillen: Bij een hele lange middag is hij 470°C! En bij een lange nacht –173°C! De massa van Mercurius is 1/18 van de massa van de Aarde. Mercurius heeft rimpels want het Caloris-bekken is een van de grootste kraters van het zonnestelsel, die werd veroorzaakt door een planetoïde of dergelijke. De inslag was zo hevig dat er schokgolven door de planeet trokken en aan de andere kant een ruig gebied maakten!
Venus:
Venus (Grieks: Aphrodite; Babylonisch: Ishtar) is de God van de liefde en de schoonheid. De planeet is waarschijnlijk zo genoemd omdat ze de helderste is van de planeten die gekend waren in de oudheid.
Net als de Aarde heeft Venus een korst en mantel van steen; onder de steen ligt de kern van ijzer.
Omdat ze trager rond haar as draait is er geen magneetveld gevonden.
Venus is een veel vlakkere planeet dan de Aarde.
Het grootste deel van de oppervlakte bestaat uit zacht gloeiende vlakte, maar ook uit vulkanen,
soms met heel rare vormen:
Enkele vulkanen hebben een afgeplatte, 1 2
Ronde koepels (1) die op pannenkoeken lijken en de andere hebben een spinachtige vorm (2).
Venus heeft een temperatuur van ongeveer 500°C en een massa van ongeveer 4/5 van die van de aarde.
De Aarde:
De Aarde oftewel “de blauwe planeet” is de enige (?) planeet met leven in ons zonnestelsel.
De atmosfeer bevat zuurstof, stikstof en heel weinig koolzuurgas.
De Aarde heeft 1 maan: Luna.
De massa van onze planeet is 6 biljoen biljoen kilo, maar de zon weegt 330.000 keer meer!
Rond de Aarde zweven een aantal satellieten en ruimtestations (rechts).
De korst bestaat voornamelijk uit kwarts. Als we de aarde globaal bekijken is haar chemische samenstelling (basis is de massa) als volgt :
34,6% IJzer
29,5% Zuurstof
15,2% Silicium
12,7% Magnesium
2,4% Nikkel
1,9% Sulfide
0,05% Titaan
0- 40 Korst
10- 400 Boven mantel
400- 650 Overgangszone
650-2700 Onder mantel
2700-2890 Onderste mantel
2890-5150 Buiten kern
5150-6378 Binnen kern
De aarde is verdeeld in verscheidene lagen (diepte in km):
De maan
Door de Romeinen Luna genoemd, door de Grieken Selene en Artemis.
Het grootste raadsel van de maan is: hoe is hij ontstaan ?
Veel geleerden denken dat er een planeetachtig hemellichaam met de grootte van Mars tegen de jonge Aarde is gebotst en puin en steen in een baan rond de Aarde heeft achtergelaten die in de loop der tijd aan elkaar is beginnen klonteren en zo de Maan is geworden.
De eerste man op de maan was Niel Armstrong.
De gemiddelde oppervlaktetemperatuur is tussen –160°C en 115°C
En wat ook straf is: de maan veroorzaakt eb en vloed!
Haar zwaartekracht is net sterk genoeg om de oceanen en de zeeën te beïnvloeden.
Mars
Mars (Grieks: Ares) is de god van de oorlog. Waarschijnlijk kreeg de planeet deze naam wegens haar rode kleur. Mars wordt ook wel de Rode Planeet genoemd. De naam van de maand maart is afgeleid van Mars.
Mars heeft een gezicht! (rechts) eigenlijk is het een berg waar kraters inzitten!
Mars heeft een 1/10 massa minder dan de Aarde.
Jupiter
Jupiter (in het Grieks Zeus) was de Koning van de Goden, de heerser over Olympos en de patroon van de Romeinse staat.
Zeus was de zoon van Cronus (Saturnus).
Jupiter is de grootste en zwaarste object in het zonnestelsel. Als de massa van de aarde gelijk zou zijn aan 1 is Jupiter 318.De massa van Jupiter bedraagt ongeveer 2,5 keer de massa van alle planeten samen.
De Grote Rode Vlek (GRV) wordt reeds meer dan 300 jaar vanop aarde geobserveerd. (de ontdekking ervan wordt toegeschreven aan Cassini, of Robert Hooke in de 17de eeuw).
De Grote Rode Vlek heeft een ovale vorm van ongeveer 12.000 op 25.000 km, groot genoeg om tweemaal de aarde te omvatten.
Andere kleinere maar gelijkaardige vlekken zijn gekend sedert tientallen jaren.
Infrarood observaties en de richting van zijn rotatie tonen aan dat de Grote Rode Vlek een hoogdrukgebied is waarvan de wolktoppen duidelijk hoger zijn dan de omringende omgeving.
Dezelfde structuren werden ook op Saturnus en Neptunus teruggevonden. Men heeft geen idee hoe het mogelijk is dat dergelijke fenomeen zo lang kunnen blijven bestaan.
De temperatuur van Jupiters wolkentoppen bedraagt ongeveer
-153°C.
Jupiter heeft 16 manen en 2 ringen.
De manen:
1 Metis
2 Anderstea
3 Amalthea
4 Thebe
5 Io
6 Europa
7 Ganymedes
8 Callisto
9 Leda
10 Himalia
11 Lysithea
12 Elara
13 Ananke Saturnus
14 Carme
15 Pasiphea
16 Sinope
In de Romeinse mythologie was Saturnus de god van de landbouw. De overeenkomstige Griekse god, Cronus, was de zoon van Uranus en Gaia en de vader van Zeus (Jupiter). Het woord \"zaterdag\" is afgeleid van Saturnus. Saturnus is duidelijk zichtbaar met het blote oog en is dan ook reeds gekend sedert de oudheid. Galileo was in 1610 de eerste die Saturnus observeerde door een telescoop. Galileo merkte de eigenaardige verschijnsels rond Saturnus op maar raakte er door in verwarring : de oorzaken waren de beperkte waarnemingsmogelijkheden van destijds en de drastische wijzigingen van de beelden van de ringen van Saturnus tijdens de omloop rond de zon. Het was Christiaan Huygens die in 1695 een correcte interpretatie gaf van het verschijnsel rond Saturnus dat wij nu kennen als de ringen. Lange tijd dacht met dat Saturnus het enige hemellichaam met ringen was. In 1977 werden een paar dunne ringen rond Uranus ontdekt en een paar jaar later ontdekte men er ook rond Jupiter en Neptunus.
Neptunus Na de ontdekking van Uranus bleek als snel dat de omloopbaan van Uranus niet overeenkwam met de wetten van Newton. Men ging er vanuit dat een nog niet ontdekte planeet verantwoordelijk was voor de storingen van de omloop van Uranus. Neptunus werd voor het eerst waargenomen door Galle in 1846 in exact die plaats die berekend was door Adams en Le Verrier. Meteen ontstond er een internationale discussie over wie van de twee, Adams of Le Verrier, als eerste de juiste positie van de nieuwe planeet voorspeld had. Uiteindelijk kregen zij beiden de eer. De samenstelling van Neptunus is vergelijkbaar met Uranus: verschillende vormen van \"ijs\" met gesteenten en ongeveer 15% waterstof en een klein beetje helium. Net zoals Uranus, maar in tegenstelling tot Jupiter en Saturnus, heeft de planeet geen duidelijk te onderscheiden kern. Uranus lijkt eerder uniform in zijn samenstelling. De atmosfeer bestaat voornamelijk uit waterstof en helium met een kleine hoeveelheid methaan. De blauwe kleur van Neptunus is het gevolg van absorptie van rood licht door de methaan in de atmosfeer. Zoals alle gasplaneten is Neptunus op bepaalde breedtegraden onderhevig aan heel sterke winden. Hevige stormen en wervelwinden zijn een belangrijk kenmerk van Saturnus. De winden op Neptunus zijn de snelsten van heel het zonnestelsel : zij gaan tot 2000 km/uur. Net zoals Jupiter en Saturnus heeft Neptunus een interne hittebron : de planeet straalt tweemaal meer energie uit dan ze ontvangt van de zon.
Satellieten van Neptunus
Neptunus heeft 8 - gekende - manen; 7 kleinere en Triton.
Afstand Straal Massa
Satelliet (000 km) (km) (kg) Ontdekker Datum
--------- -------- ------ ------- ---------- -----
Naiad 48 29 ? Voyager 2 1989
Thalassa 50 40 ? Voyager 2 1989
Despina 53 74 ? Voyager 2 1989
Galatea 62 79 ? Voyager 2 1989
Larissa 74 96 ? Voyager 2 1989
Proteus 118 209 ? Voyager 2 1989
Triton 355 1350 2,14e22 Lassell 1846
Nereide 5509 170 ? Kuiper 1949
Ringen van Neptunus Afstand Breedte
Ring (km) (km)
------- -------- -----
1989N3R 41900 15
1989N2R 53200 15
1989N4R 53200 5800
1989N1R 62930 < 50 (afstand van de kern van Neptunus tot het binnenste deel van de ring)
Pluto In de Romeinse mythologie was Pluto (Grieks : Hades) de god van de onderwereld. De planeet kreeg uiteindelijk zijn naam (na verschillende andere suggesties) omdat ze zo ver van de zon staat en ze zich dus steeds in het donker bevindt maar ook omdat \"PL\" de initialen zijn van Percival Lowell. Pluto werd ontdekt in 1930 door een gelukkig toeval. Berekeningen, die achteraf foutief bleken te zijn, voorspelden een planeet voorbij Neptunus. Deze berekeningen waren gebaseerd op afwijkingen in de baan van Uranus en Neptunus. Niet bewust van deze fout speurde Tombaugh van het Lowell Observatorium in Arizona de hemel zorgvuldig af en vond Pluto.De samenstelling van Pluto\' is niet gekend, maar uit de dichtheid (ongeveer 2 gm/cm3) kan men afleiden dat het waarschijnlijk een mengeling is van 80% gesteenten en 10% waterijs net zoals bij Triton. Het oppervlak lijkt te zijn bedekt met ijs van methaan, stikstof en koolstofdioxide.
REACTIES
1 seconde geleden
H.
H.
Hoihoi! Bedankt we hebben er heel veel aan gehad. Doei!!
20 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
Volledig gelijk, je hoeft enkel notefolio te downloaden en je kan zelfs op je computer je spiekbriefjes typen. Lekker simpel voor de formules e.d.
Grafieken tekenen?
Eerst even invoeren.... Altijd handig, exact of niet!
14 jaar geleden