Waarom?
Ik wilde het eerst over een ander onderwerp doen.
Ik wilde mijn werkstuk over Maxima doen, omdat me dat een interessant onderwerp leek. Maar jammer genoeg mocht ik het daar niet over doen.
Dus ben ik verder gaan zoeken.
Ik heb uiteindelijk voor de olympische spelen gekozen, omdat je er best veel over kunt vertellen en omdat je er veel informatie over kunt vinden.
Onderzoeksvraag:
Hoe waren de Olympische Spelen vroeger?
Logboek:
Ik heb eerst veel informatie gezocht. Ik heb eerst naar wat boeken, internetsites en krantenartikeltjes gezocht. Toen ik genoeg informatie had, heb ik de belangrijkste punten op een blaadje gezet en dat zo uitgewerkt. Toen ik informatie had, ging ik ook kijken wat mijn onderzoeksvraag kon zijn. En zo heb ik mijn praktische opdracht zo’n beetje gemaakt.
Vroeger bij de Grieken
De inwoners van het oude Griekenland waren erg sportief.
Ze vonden het leuk om aan allerlei wedstrijden mee te doen: om te laten zien wie de sterkste, snelste of de behendigste waren. Maar daar ging het niet alleen om. Het was al een grote eer om mee te mogen doen.
De Grieken vonden namelijk dat meedoen aan een wedstrijd het belangrijkste was. De dichter Homerus heeft dit soort spelen beschreven. In zijn tijd werden ze op verschillende plaatsen door heel Griekenland en Klein-Azië gehouden. Later werden de belangrijkste spelen gehouden in Olympia. Dat was een heilige plaats voor de Grieken. Ze vereerden daar hun oppergod Zeus. Dat was de God van de regen, sneeuw, hagel en donder.
Als Zeus kwaad was slingerde hij zijn verwoestende bliksem naar mens en aarde. Volgens de Grieken hield Zeus toezicht op de wet, recht en orde. Mannelijke kracht en dapperheid vond hij heel belangrijke eigenschappen. Vooral daarom wilden de Grieken Zeus laten zien hoe krachtig, lenig en moedig ze wel niet waren.
En dat deden ze door deel te nemen aan de Olympische Spelen.
De Olympische Spelen ter ere van Zeus groeiden op den duur uit tot wedstrijden voor beroepsatleten. Die duurden tot na 261 na Chr. Toen werden ze verboden door de Romeinse keizer Theodosius 1. Het duurde meer dan 1500 jaar voordat er weer Olympische Spelen werden georganiseerd. De Spelen werden altijd gehouden
tussen de 1e week van augustus en de 2e week van
september. Ze duurden nooit langer dan 5 dagen.
Voor en na de wedstrijden heerste er godsvrede. Er moch-
ten dan geen oorlogen gevoerd worden. Ook werden er in
die tijd geen doodstraffen uitgesproken.
Iedere wettige zoon van vrije Griekse ouders mocht mee-
doen. Tenminste als hij een goed atleet was en geen straf-
blad had.
Het winnen van een Olympische wedstrijd betekende in die
tijd dat je onsterfelijk beroemd werd. Je was de trots van
je stad.
De Olympische Spelen:
De Olympische Spelen zijn ontstaan in de Griekse oudheid, rond 776 voor Chr. Maar men denkt dat het al eerder bestond.
Ze zijn waarschijnlijk ontstaan uit grote religieuze feesten gehouden in Olympia.
De Spelen waren gewijd aan de oppergod van de Grieken, Zeus.
Het leven in Griekenland speelde zich af rond de religie, en sport was een manier om de goden eer te bewijzen.
De stad waar het werd gehouden heette dus Olympia.
Vandaar ook de naam: Olympische spelen.
De Olympische Spelen werden om de 4 jaar gehouden.
De periode van 4 jaar tussen 2 spelen in, noemen ze een olympiade.
De Olympische spelen werden gehouden tot 261 na Chr.
Dat neemt men tenminste aan, omdat er geen lijsten bestaan van winnaars van de Spelen na 261 na Chr.
De Olympische Spelen van 776 voor Chr. tot 261 na Chr. noemt men de antieke spelen.
Het motto van de Olympische Spelen bestaat uit 3 woorden: Citus, Altius, Fortius.
Dat betekent sneller, hoger en sterker.
Wedergeboorte van de Spelen.
Na ruim 1500 jaar, in 1894, kwam de franse baron Pierre de Coubertin op het idee om de Spelen weer te hervatten. Hij wilde dat er op scholen meer aan gymnastiek werd gedaan. En ook dat er meer internationale wedstrijden zouden komen. Als voorbeeld nam hij de oude Olympische Spelen.
Hij droomde ervan dat er weer Olympische Spelen werden ge-
houden. Het zou weer een grote eer moeten zijn om aan zul-
ke spelen deel te mogen nemen. En de volkeren zouden elkaar
door de Spelen beter leren begrijpen. Het waren mooie ideeën
maar weinig mensen werden erdoor aangesproken. Dus reisde
Pierre stad en land af op zoek naar medestanders. Uiteindelijk
lukte het hem. In 1896 werden de Spelen weer gehouden in het
Griekse Athene. Pierre koos een symbool voor de Spelen. Het zijn de 5 bekende ringen. De ringen stellen de werelddelen voor en hebben elk een andere kleur: blauw(Europa), geel(Azië), zwart(Afrika), rood(Amerika) en groen(Australië). Deze kleuren werden gekozen, omdat elk land in de wereld minstens een van deze kleuren in zijn vlag heeft.
De ringen zijn door elkaar gevlochten, waarmee wordt aangegeven dat de landen wel zelfstandig zijn, maar tegelijkertijd met elkaar verbonden.
Een ander symbool voor de Olympische Spelen is de Olympische vlam. Die brandt in de stad waar de Spelen worden gehouden. Tijdens de Spelen wordt de vlam ontstoken met een fakkel. Die fakkel is voor de Spelen aangestoken met een brandglas. Vanuit Olympia vertrekt de fakkel voor een lange tocht naar de plaats van de Spelen.
Een ander symbool vormen de duiven. Tijdens de opening van de Olympische Spelen worden enorme aantallen duiven losgelaten.
De meeste spelers waren toen in 1896 niet echt enthousiast.
In Athene waren er dan ook maar 311 deelnemers uit 13 landen. Het waren allemaal mannen. Ongeveer 70.000 toeschouwers waren er aanwezig bij de opening van de Spelen door de Griekse koning George.
De onderdelen waren: atletiek, worstelen, schermen, schieten, zwemmen, tennis, gewichtheffen, wielrennen en turnen.
Aan het eind van alle wedstrijden was de prijsuitreiking. De winnaar kreeg een zilveren medaille, een diploma en een olijftak. De 2e prijs kreeg een bronzen medaille en ook een olijftak.
Na de prijsuitreiking werden deze 1e Olympische Spelen door de Griekse koning gesloten.
Soorten sporten:
In het begin, rond 776 voor Chr. was er maar 1 wedstrijdonderdeel, en dat was de dromos. Dat was een hardlooponderdeel waarbij 192,27 meter werd afgelegd.
Dat is de lengte van een stadie(=een recht stuk tot het eind van de arena).
Later kwamen er steeds meer wedstrijdonderdelen bij zoals; diaulos(is 2 keer de afstand van de dromos) en de dolicos(is 24 keer de dromos).
Later kwamen er nog meer sporten bij zoals;
-Worstelen. Bij het worstelen moest je de tegenstander met een worp tegen de grond krijgen. Als dat 3 keer lukte, had je gewonnen. Er waren wel regels. Bijten en tussen de benen schoppen mocht niet.
Een andere manier van worstelen was grondworstelen. Dat gebeurde op een modderlaag. Dan vielen de worstelaars zacht. De modder maakte de huid glad. Daardoor werd het moeilijker om elkaar stevig vast te houden.
-Wagen-mennen. Dit gebeurde in een speciaal stadion. Soms startten er meer dan 10 wagens tegelijk. Voor die wagens waren paarden gespannen. Het waren er 2 of 4. De wagenmenners stonden rechtop in de wagen. In de ene hand hadden zij de teugels, in de andere hand een zweep. Zij probeerden allemaal zo snel mogelijk de 12 rondes te rijden. Bij deze sport gebeurden veel ongelukken.
-Discuswerpen. Discuswerpen was een heel ander sport. De discus was een ronde schijf van steen, ijzer of brons. Hij woog rond de 2,5 kilo. De werper moest de schijf zo ver mogelijk weg werpen. Deze sport bestaat nog steeds op de Olympische Spelen.
-Boksen. Er werd toen ook al gebokst. Om hun handen te beschermen gebruikten de Grieken leren riemen. Die werden kruislings over hun handen en polsen gebonden.
-Speerwerpen. Speerwerpen was belangrijk in de oorlog. De Grieken gebruikten een lichte speer die ongeveer net zo lang was als zijzelf. Wie de speer het verst gooide, had natuurlijk gewonnen.
-Hardlopen. In de oorlog was het ook nodig om hard te kunnen lopen. Daarom hielden de Grieken hardloopwedstrijden. Helemaal bloot of met hun volle wapenberusting. Dus met hun wapens en beschermde kleding.
Niet voor vrouwen.
Vrouwen mochten niet naar de Olympische Spelen. Vrouwen die toch gingen, werden van een steile berg gegooid. Die berg heette Typaion, en lag vlak bij Olympia.
Één vrouw was daar niet bang voor. Ze heette Kallipateira.
Haar man was gestorven en haar zoon Pesidoros deed aan de Spelen mee.
Kallipateira verkleedde zich als trainer en ging met haar zoon mee.
Toen Peisidoros de wedstrijd won, sprong ze van blijdschap over het hek.
Daarbij verloor ze haar cape. Iedereen zag toen dat ze een vrouw was, maar ze werd niet gestraft. Want haar vader en broers waren belangrijke winnaars van de Spelen.
Maar vanaf die tijd moesten de trainers wel naakt bij de wedstrijden zijn.
De Grieken vonden het lichaam van een jonge man heel mooi. En door sport werd het lichaam nog mooier. Tijdens de wedstrijden en de trainingen waren de atleten naakt.
De 5 dagen.
1e dag.
Op de openingsdag legden alle atleten een eed af tegenover Zeus, waarbij ze beloofden niet vals te zullen spelen. De scheidsrechters legden dezelfde eed af, waarbij ze zwoeren om alles wat ze over een speler te horen kregen geheim te houden. Tenzij een scheidsrechter ontdekte dat een deelnemer vals speelde. Als er een atleet vals speelde, kreeg die dan voor straf met de zweep.
2e dag.
De wedstrijden begonnen vandaag. Eerst vond de pentatlon plaats, een wedstrijd die uit vijf onderdelen bestond. De pentatlon bestond uit discuswerpen, speerwerpen, hardlopen, worstelen en verspringen.
Op dezelfde dag werden de wagenrennen gehouden. Daar kon het er vreselijk aan toe gaan.
Bij elke race werden de deelnemers afgeranseld met de zweep, met de paarden ging het er nog slechter aan toe.
3e dag.
Op het begin van de 3e dag werden er 100 ossen geslacht ter ere van Zeus. Daarna werden ze in mootjes gehakt en werden de billen op het altaar geroosterd als offer voor Zeus.
Die stapel as was al in het jaar 200, 6 meter hoog.
De rest van de lichamen werd gebraden en opgegeten door de atleten die hadden gewonnen, tijdens het grote banket aan het einde van de Olympische Spelen. En ’s middags na de offerbarbecue was het tijd voor het hardlopen.
4e dag.
De dag was niet voor watjes. Eerst worstelen en boksen en daarna de ruwste, pankration. Pankration betekent, sterkste van allemaal, pakken wat je pakken kan. Het was een onderdeel voor de sterkste. Je mocht bij dit onderdeel alles behalve bijten en je moest de ogen heel laten. Er waren geen rondes met pauzes ertussen. Pankration duurde totdat een van de 2 opgaf of erbij neerviel, morsdood soms.
5e dag, prijsuitreiking.
Op deze dag werden de prijzen uitgereikt van de verschillende onderdelen. De atleten die wonnen kregen geld, goede baan enz.
Mijn mening:
Ik vond het niet echt leuk om het te doen.
Want het neemt veel tijd in beslag en het is best moeilijk.
Ik vond het ook niet echt interessant.
Zelf vind ik de Olympische Spelen wel leuk, om het te volgen enz.
Maar niet om er een werkstuk over te maken.
Bronvermelding:
Boeken:
Olympische spelen – Chris Oxlade en David Ballheimer
Geschiedenis van de Olympische Spelen- Marjon Sameel
Sites:
http://home.hetnet.nl/~lubartus/olympisc.htm
http://members.tripod.lycos.nl/flos/OS.htm#a
Krantenartikelen:
Van het Haarlems Dagblad, van 6 februari en 9 februari.
Olympische Spelen
5.7- Praktische opdracht door een scholier
- 4e klas vwo | 1840 woorden
- 17 februari 2002
5.7
140
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden
P.
P.
bedankt voor je verslag ik had het nodig voor het vak ckv ik ben benieuwd wat ik er voor punt voor krijg maar als het slecht is ben jij het schuld.Maar volgens mij is het wel een redelijk verslag.
22 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
wat een zever allemaal jonguuuh !!!!!!!!!
11 jaar geleden
Antwoorden