Sportdranken, wat zit erin?

Onderwerp: zijn sportdranken wel zo goed voor je? Bron: internetsite

Schrijfplan: Titel: sportdranken, wat zit er in? 2e titel: de andere kant van de energiebommen
inleiding: werken die sportdranken eigenlijk wel, en hoe? belangrijke informatie: de feiten, de werking
minder belangrijke informatie: verschillende sportdranken
slot: conclusie

Sportdranken, wat zit er in? De werking van de energiebommen. Je hebt ze in allemaal soorten, de een nog beter dan de andere. Althans, als je de makers moet geloven! Hoe kun je van een drankje meer energie krijgen? En wat zit er allemaal in zo’n drankje? Dat je van een energiedrankje meer energie krijgt, weten we allemaal wel. Maar hoe werkt het eigenlijk? Tijdens het sporten gebeuren er een aantal dingen met je lichaam: Je verbruikt energie in de vorm van koolhydraten die verbrand worden, je gaat zweten en verliest daardoor vocht en zouten uit je lichaam. Om een optimale prestatie te kunnen leveren tijdens het sporten zul je voor, tijdens en na de inspanning goede voeding tot je moeten nemen. Wat je vooral nodig hebt, zijn koolhydraten, dit is de belangrijkste brandstof voor je spieren. Koolhydraten bestaan in twee vormen, suikers en zetmeel, die beide dezelfde hoeveelheid energie bevatten per massa-eenheid. Nadat je gesport hebt moet je ook zo snel mogelijk je verloren voedingsstoffen weer aanvullen. Geschikte producten hiervoor zijn fruit (bananen, gedroogd fruit), sport- en muesli-repen en chocoladerepen (mars, twix etc). Sinds het begin van de jaren ’60 zijn er ook speciale drankjes op de markt, die je na het sporten zo snel mogelijk weer fit zeggen te maken. Deze drankjes vullen (naast de nodige koolhydraten) ook verloren vocht en zouten uit het lichaam aan. Bij sportdranken zijn er 3 aspecten van invloed op de opname van energie en vloeistof aan het lichaam: 1. De drank moet snel van je maag naar de rest van je lichaam getransporteerd worden. Het blijkt dat vloeistoffen met een lage concentratie aan opgeloste stoffen het snelst getransporteerd worden. Het aantal deeltjes per volume-eenheid, osmolaliteit genoemd, moet lager zijn dan in het lichaam zelf, hypotoon genoemd. 2. De drank moet snel geabsorbeerd worden als het na je maag in je dunne darm terecht komt. Ook hier blijkt dat hypotone vloeistoffen sneller (hier wel 50%) geadsorbeerd worden dan isotone en hypertone vloeistoffen. 3. De drank moet een aangename smaak hebben. Daarom is er vaak een sinaasappel/citroen smaak toegevoegd samen met sucrose en kunstmatige zoetstoffen om te zorgen dat de drank een lekkere smaak krijgt. Het is duidelijk dat een snelle opname van vloeistof en ingrediënten uit de drank (hiervoor moet de drank hypotoon zijn) in tegenstelling staat tot wat er bij punt 3 staat en ook tot het feit dat je veel energie wilt. Deze laatste twee punten eisen de toevoeging van ingrediënten die de osmolaliteit van opgeloste stoffen omhoog brengen. Hier moet dus een compromis gevonden worden, waarbij er voldoende voedingsstoffen aanwezig zijn en de voedingsstoffen wel snel genoeg opgenomen worden. Omdat alleen het aantal deeltjes en niet de grootte van de deeltjes de osmolaliteit beïnvloedt, wordt er zoveel mogelijk gebruik gemaakt van grote moleculen, die veel energie leveren. Daarbij wordt een geringe hoeveelheid zouten gevoegd en de nodige smaakstoffen om de drank klaar te maken voor gebruik. Je ziet dus dat de vele sportdranken maar een beetje van elkaar kunnen verschillen, omdat ze anders niet goed werken. Je zou dat natuurlijk niet zeggen, omdat de smaken zo verschillend zijn. Toch is dat maar een bijzaak. Om toch een beetje jouw drankje uit te kunnen kiezen is hier een lijstje van verschillende sportdranken met de smaken: Red Bull: erg zoet. Red Devil: iets minder zoete kopie van Red Bull. Extran: zoete limonade met sinaasappel of citrus smaak. AA: zoete limonade met sinaasappelsmaak, lijkt op Extran. Gatorade: beetje waterige limonade in vele smaken. Conclusie: de energie die je uit de sprotdranken binnenkrijgt, haal je uit de koolhydraten, die weer bestaat uit suikers en zetmeel. de meeste drankjes werken dus wel, de een alleen beter dan de andere.