Auteur Frederik van Eeden
Over de auteur Frederik van Eeden was schrijver, psychiater, huisarts en wereldverbeteraar. Hij interesseerde zich voor de ideeën van Karl Marx en probeerde die in praktijk uit. In zijn laatste levensjaren treed hij toe tot de Rooms Katholieke kerk. Hij spreekt vergaderingen toe en ontmoet andere beroemdheden, zoals Freud en Tagore. Als voorzitter van een internationale club \"Groten op geestelijk gebied\" wil hij oorlogen en handelsconflicten voorkomen. Als jong literator zit van Eeden in de \"Nieuwe gidsgroep\". Hij behoorde tot de tachtigers: wilden Nederlandse literatuur vernieuwen. Streefden naar zuiverheid, schoonheid en originaliteit. Ander werk: \"Van de koele meren des doods\" (1900), \"Ellen, een lied van smart\" (1890), \"Het boek van de liefde\" (1892), \"Sirius en Siderius\" (1912-1914) en \"Grassprietjes\" (1885) (Onder pseudoniem Cornelus Paradijs)
Titel De kleine Johannes
Ondertitel De ontwikkeling van kind tot volwassene
Titel verklaring De titel heeft betrekking op de voornaamste persoon uit het boek Johannes. Ook kan de titel slaan op het Johannes evangelie, omdat beide hetzelfde doel hebben, namelijk een betere wereld proberen te zoeken. Het \"kleine\" van Johannes zou kunnen zijn omdat Johannes een klein kereltje is, of omdat hij klein wordt gemaakt door Windekind.
Motto Is er niet
Opdracht Aan mijn vrouw
Thema Hoe de geestelijke ontwikkeling van een kind naar volwassenheid op symbolische wijze getekend wordt. Het kind wordt voortdurend beziggehouden door vragen (over zin van het leven, geluk/verdriet, leven/dood, en het waarom van alles). Het antwoord hierop leidt tot de essentie van het leven maar ook de dood. Uiteindelijk wil hij niet meer zoeken maar gaat een leven leiden in dienst van de mensheid.
Idee Leef niet in het verleden ; wees tevreden met wat je nu hebt, want als je continu verlangt naar andere betere dingen zul je nooit tevreden zijn.
Motieven Liefde. De liefde die Johannes eerst heeft voor zijn vader en Presto (redelijk constant) en die hij later krijgt voor Windekind, Wistik en Robinnetta (meer wisselend). Opgroeiend kind. Johannes die opgroeit tot een \"volwassen\" man (figuurlijk) Natuur. Johannes houdt erg veel van de natuur, Windekind maakt hem klein en laat hem de natuur van \"dichtbij\" zien, maar daarvoor wandelde Johannes ook al heel vaak met zijn vader door het bos.
Personen Johannes. Johannes is de hoofdpersoon van het boek. Het personage is gebaseerd op Van Eeden zelf. In het begin van het verhaal leeft hij gelukkig met zijn vader, zijn hond en zijn poes. Hij woont in een groot huis, waar hij heerlijk kan spelen. Hij heeft een rijke fantasie en is erg nieuwsgierig. Johannes speelt ook graag in de natuur en hij interesseert zich voor alle dieren. In de loop van de tijd leert hij ook de minder leuke kanten van de mens en zijn leven kennen (round character). Windekind. Windekind komt tevoorschijn uit een libel. Hij neemt Johannes mee naar een fantasiewereld en laat hem met de figuren die daar leven kennismaken. Zijn vader is de zon, de maan is zijn moeder. Windekind staat symbool voor de kinderlijke fantasie (flat character/type). Wistik. Wistik is de oudste en wijste van de kabouters. Hij symboliseert de dorst naar kennis, weet en drang (flat character/type) Robinetta. Johannes ontmoet Robinetta en hij wordt verliefd op haar. Zij mag van haar vader niet meer met hem omgaan, omdat hij een uitspraak doet over God. Zij symboliseert de ontluikende romantiek (flat character/type).
SAMENVATTING (letterlijk) Johannes woont met zijn vader, Presto de hond en Simon de kat in een huis midden in het bos, op een kleine afstand van de duinen en de zee. J. brengt het grootste deel van de dag in de tuin en het huis door. \'s Avonds bid J. altijd. Op een dag als J. door de tuin loopt ziet hij in de vijver een boot, hoewel het verboden is, klimt hij er toch in. Hij valt in slaap en hij wordt wakker door Windekind, een soort elf. De vader van W. is de zon en zijn moeder is de maan. W. maakt J. klein en ze bezoeken een feest in een konijnehol. J. krijgt een \"sleutel tot geluk\" van Oberon, koning der elfen. In het duin gaan W. en J. slapen. De volgende morgen wordt J. gevonden door Presto. Ze gaan naar huis en dan blijkt dat J. al een tijdje gezocht werd. J. hangt de sleutel aan een koord aan zijn nek. Op school gaat het niet goed. J. kan zijn gedachten niet bij de les houden. Hij moet nablijven. Dan ontmoet hij een klein muisje, die hem zegt dat hij het sleuteltje maar bij zijn neef in het duin moet gaan begraven, bij de roos. W. en J. gaan dus naar het duin en onderweg vertelt W. het verhaal van de kever. De volgende dag vliegt J. met de duiven naar W. Samen brengen zij een bezoek aan de mieren. Een wat oudere mier vertelt het verhaal van Kribbelgrauw (godsdienst ?!). Er komen mensen in het bos. Zij maken veel herrie en het geheel lijkt veel op een samenkomst van kerkleden. Ze worden weggejaagd door alle samenwerkende dieren. W. leert J. bidden, veel meer vanuit het gevoel, genieten van wat je ziet. J. bezoekt samen met W. de kabouters. Hier ontmoeten ze Wistik, deze \"weet alles\". Hij zegt dat er een boekje moet zijn met antwoorden op alle vragen. J. voelt zich aangetrokken tot Ws. Ws. vertelt J. wie het boekje kan vinden. Deze beschrijving lijkt erg veel op J. J. gaat terug, maar W. is weg. J. verdwaalt en komt uiteindelijk terecht bij een tuinman. Hier blijft hij. Hier ontmoet hij Robinetta, zij heeft een roodborstje (uit de beschrijving). J. vertelt R. dat hij het boekje zoekt, hij mag dan bij R. thuis komen lezen, maar dat is de bijbel en J. zegt dat dit het verkeerde boekje is en hij mag R. niet meer zien. J. ontmoet Pluizer. De volgende morgen ontwaakt hij bij Pl. in de stad. Hij maakt kennis met Hein (de Dood). Ze gaan naar dokter Cijfer. Deze is net bezig met een onderzoek op een konijn. Pl. laat de stad zien. \'s Avonds hebben ze een tocht door de graven. J. herkent hier zichzelf door een bruin vlekje op de hand. (Tijdsprong ?! Wordt wel gesuggereerd). J. twijfelt of hij alles nu wel echt heeft gezien. Pl. doet er ook een beetje duister over. Ze hebben een discussie over \"de Schepper\". Volgens Pl. heeft alles wat hij geschapen heeft een onvolkomenheid. J. denkt terug aan vroeger. J. ziet R. Zonnetje schijnt + geur van bloemen (lente !). J. wordt door dit alles gegrepen en voelt zich weer als vroeger. J. verlangt naar zijn vader. Op een dag gaat hij met Cf. en Pl. \"een zieke\" bezoeken. Ze worden gevolg door een man denkt J. (Hein) Ze gaan naar zijn huis! De vierde krak van de trede was minder omdat deze krak van Hein was. Pl. maakt de relatie tussen J. en zijn vader af. Vader sterft en Pl. wil autopsie verrichten. Dit wil J. niet. Er ontstaat een gevecht en J. wint uiteindelijk. Hierdoor zijn Cf. en Pl. verdwenen. Hein blijft en zegt dat het dapper was van J. J. wil vervolgens mee met Hein, maar dat wil hij niet en Hein gaat weg. J. ziet W. en volgt hem tot in de duinen. Dan ziet hij W. en D. in een boot staan en er nadert een gestalte over de zee. In een gesprek blijkt dat het niet Jezus of God is. (afkeer van godsdienst !?) Maar het is het \"innerlijke gevoel\". J. moet kiezen met wie hij meegaat en hij kiest voor het gevoel.
SAMENVATTING (figuurlijk) Het verhaal gaat over een jongen, Johannes, die opgroeit. Windekind is zijn jeugd. Onbezorgd, rustgevend, interesse in kabouters en de dierenwereld. Dan \"ontmoet\" hij Pluizer, de beginnende puberteit. Hij wil meer weten dan dat hij tot nu toe wist. Ook ontmoet hij Robinetta, het begin van seksualiteit. Dokter Cijfer staat voor de wetenschap. Johannnes maakt nu ook kennis met de Dood, zij het niet direct. Later als zijn vader sterft maakt hij ook zelf kennis met de Dood. Na het \"gevecht\" met Pluizer, kennis is immers niet alles, ontmoet hij iemand die staat voor het innerlijke gevoel. Johannes besluit om bij deze \"persoon\" te blijven.
REACTIES
1 seconde geleden