Hoofdstuk 3 en 4

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 603 woorden
  • 20 juni 2011
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
9 keer beoordeeld

H3

§2
Botsingen van stedelijke distributie:
- Transportondernemingen moeten zorgen voor betrouwbare aanvoer van goederen tegen redelijke tarieven.

- Steeds kleinere voorraden, groter assortiment. Gevolg:veel verkeer.

- Parkeerplaatsen en straatmeubilair(bankjes, prullenbakken, bosjes etc.), kosten ruimte.

- Bebouwing in steden verlichten. Verbouwing in de stad is slecht voor de omzet.

Concurrentie om ruimte is fel.
Bouwmarkten/banken/grote bedrijven zitten niet in de stad i.v.m ruimte, zo zijn ze beter bereikbaar,

Bij voorkeur zitten ze in een verkeersknooppunt. Infrastructuur is belangrijk.

Reikweidte -> afstand die je max. wil afleggen om iets te krijgen. (altijd vanuit de klant bekeken)

Drempelwaarde -> hoeveel mensen het nodig hebben bijv: nieuwe keuken is dr.waarde hoog, brood is dr. waarde laag (altijd vanuit het bedrijf gekeken).

Verzorgingsgebied -> gebied waarvoor de stad voorzieningen aanbied. Bijv: verzorgingsgebied van een bakkertje is veel kleiner dan van een ziekenhuis.

§3
Twee soorten kennis:
- ‘harde’ technologie. Vooral in de economie.

- ‘zachte’ sociale kennis. Vooral in handel en dienstverlening. (gedrag/omgangsnormen etc.)

Tertiaire sector -> handel en dienstverlening

§ 5
Duale arbeidsmarkt -> onderscheid in banen voor hoog- en laag opgeleide.

Stedelijke vernieuwing:
- Stadsvernieuwing -> investeren in opknappen en verbeteren van woningen (kan alleen bij huurwoningen!)

- Herstructurering -> afbraak en nieuwbouw. Voor andere bewoners.

Gentrificatie -> Als in een slechte buurt weer mensen met hogere inkomens komen wonen. (buurt gaat er op vooruit)

§6
Nederland heeft vier lagen:
- Het rijk
- 12 provincies
- 467 gemeenten

Die lagen werken samen op basis van:
- De wet gemeenschappelijke regeling
- Vrijwillige samenwerkingsband.

§ 8
Woningkenmerken:
- Ouderdom (bouwjaar)
- Eigendom (koop, huur, particulier etc.)
- Woningtype (vrijstaand, rijtjes, flat etc.)
- Staat van onderhoud
- Prijsklasse

Bewonerskenmerken:
- Grootte van huishoudens (aantal personen)
- Etniciteit (uit welk land?)
- Inkomen
- Gezinsfase (jong stel, kinderen, 65+ etc.)
- leeftijd

Relaties tussen de 2 kenmerken:
Prijsklasse - inkomen

Woningtype - leeftijd

eigendom - etniciteit

§9
Objectieve sociale onveiligheid -> criminele feiten door de politie geteld (cijfers)

Subjectieve sociale onveiligheid -> gevoel van de buurtbewoners.

H4
§2

Stroomstelsel van een rivier:
- Bovenloop -> hoog in de bergen (rivier stroomt snel)

- Middenloop -> middelste deel. Rivier loopt door een dal.

- Benedenloop - > laagland. Komt uit in de zee.

Verval -> totaal hoogteverschil van begin tot eind

Verhang -> hoogteverschil per kilometer

Meanderen -> als een rivier gaat slingeren.

Drie verschillende rivieren:
- Gletsjerrivier wordt gevoed door smeltwater uit de bergen. In het voorjaar staat het water hoog.

- Regenrivier wordt gevoed door regenwater. Hoge waterafvoer in de natte maanden.

- Gemengde rivier deeltelijk smeltwater en deeltelijk regenwater. Regelmatig regiem.

Regiem -> waterafvoer gedurende een jaar.

Debiet -> totale hoeveelheid water die een rivier afvoert.

§3
Ingrepen op de rivier:
- Kribben -> dwarse muurtjes in een bocht. Zorgt ervoor dat de stroomgeul in het midden blijft. Zo ontstaat er geen erosie en sedimentatie

- Kanaliseren -> rechttrekken van rivieren. (bochten afsnijden) zodat de scheepsvaart er sneller dooheen kan.

§5
Hedendaagse maatregelen:
- Aanleg van nevengeulen -> vergroot de afvoercapaciteit.

- Verlagen van de uiterwaarden -> rivier krijgt meer ruimte om te overstromen. Komt minder snel over de winterdijk heen.

- Verwijderen/aanpassen van obstakels -> hogere afvoersnelheid.

- Uiterwaarden verbreden door dijkverlegging -> rivier krijgt meer ruimte.

- Retentie -> tijdelijk opvangen van water in een daarvoor bestemd gebied.

- Vermindering van zijdelingse toestroom

- Dijkverhoging

§6
Intergouvernementele samenwerking -> afspraken tussen landen waar een rivier doorheen stroomt.

Drietrapsstrategie -> gericht op het behoud van schoon water en het voorkomen van wateroverlast.

- Vasthouden (in de bovenlooop)

- Bergen (gebieden expres laten overstromen)

- Afvoeren (obstakels verwijderen, kanaliseren)



REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.