En voc. t/m C , Stones t/m 19 , Present Continuous + Simple, Past Continuous+ Simple
Present Continuous (t.t.)
Als iets nu aan de gang is
Vorm van to be + ww + ing
Bv : - I am working
-You are waiting
-He is playing
-We are studying
-They are drinking
Present Simple (t.t)
Bij regelmaat/ gewoonte
Bij He/She/It + S
Bv: -She always studies hard
Present simple van to be afkorting Present simple vanto have(got) Afkorting
I am ….. I’m …….. I have (got) ……. I’ve got ……
You are …… You’re …….. You have (got) …….. You’ve (got) …..
He/She/it is …….. He’s / She’s/ It’s.. He/She/It has (got) ……. He’s (got) ……
We are……… We’re We have (got)…… We’ve got
They are…… They’re …….. They have (got) ……… They’ve got …….
-They live in Manchester
-I play football every week
Past Continuous (v.t.)
Gebeurt op een bepaald moment in het verleden. Nog niet afgelopen.
Was/Were + ww + ing
I was watching TV then
- You Were washing your fathers car
- He was dancing with Ann when the music suddenly stopped.
- She was talking about her girlfriend.
- We were having tea when Karen arrived.
- They were watching TV then.
Past Simple (v.t.)
Regelmatig ww +ed
tijdsbepaling
Is in het verleden gebeurt maar al afgelopen.
2de kolom
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
Hebben jullie ook antwoorden van de toets Stones+Grammatica Hoofdstuk 5?
9 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
ropje
8 jaar geleden
Antwoorden