Natuurkunde Hoofdstuk 7 (symbolen, eenheden en formules)
Symbolen & Eenheden
Hoeveelheid lading:
Symbool: Q
Eenheid: coulomb ( C), wordt bepaald door een tekort of een overschot aan elektronen (1 coulomb negatieve lading = 6.45 x 10^18 (tot de macht van 18))
Elektrische stroom (een bewegende lading):
Symbool: I
Eenheid: ampère (A) EN Coulomb per seconde (C/s) (1A = 1C/s)
Elektrische spanning (de energie die de bron kan leveren om elektronen te laten bewegen):
Symbool: U
Eenheid: volt (V)
Elektrische energie (vermogen om werk te kunnen verrichten):
Symbool: E
Eenheid: joule (J)
Eenheid (als er ook een tijdseenheid van belang is): kilowattuur (kWh) (1kWh = 3 600 000 J)
Vermogen (de hoeveelheid energie per tijdseenheid):
Symbool: P
Eenheid: watt (W) EN joule per seconde (J/s) (1W = 1J/s)
Weerstand (het oponthoud ofwel de tegenwerking van de beweging van de elektronen):
Symbool: R
Eenheid: ohm (Ω)
Soortelijke weerstand (de weerstand van een draad met een lengte van 1 meter en een doorsnede van 1 vierkante meter): Symbool: ρ (rho)
Eenheid: ohmmeter (Ωm)
Tijd:
Symbool: t
Eenheid: meestal seconde (s), soms uur (h)
Oppervlakte:
Symbool: A
Eenheid: meestal vierkante meter (m2)
Lengte:
Symbool: L of l
Eenheid: meestal meter (m)
Formules
- Stroomsterkte: I = Q/t
- Elektrische energie is recht evenredig met de spanning: E ~ U (dat betekent dat als E 2x zo groot wordt, U ook 2x zo groot wordt)
- Elektrische energie is recht evenredig met de stroomsterkte: E ~ I
- Elektrische energie is recht evenredig met de tijd: E ~ t
- Elektrische energie: E = U x I x t
- Elektrisch vermogen: P = E/t = U x I
- Weerstand van een apparaat: R = U/I (spanning: U = I x R, stroomsterkte: I = R/U)
- Wet van Ohm: U/I = R = contstant
- Wet van Ohm bij constantaan enzo: R = U/I
- Weerstand en doorsnede zijn omgekeerd recht evenredig: R ~ 1/A (dat betekent dat als R 2x zo groot wordt, A 2x zo klein wordt)
- Weerstand van een draad: R = ρ x 1/A ookwel geschreven als: R = (ρ x L)/A (ρ = (R x A)/L))
- Serieschakeling: - Stroomsterkte: I totaal (It) = I1 = I2 = ...
- Spanning: U totaal (It) = U1 + U2 + ...
- Weerstand: R vervangings (Rv) = R1 + R2 + ...
- Parallelschakeling: - Stroomsterkte: I totaal (It) = I1 + I2 + ...
- Spanning: U begin (Ub) = U1 = U2 = ...
- Weerstand: 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + ...
REACTIES
1 seconde geleden