Wasmachine

De eerste wasmachine bestond uit een houten ton op poten waarin een met de hand bedienbare schop ronddraaide. Door middel van twee dicht bij elkaar geplaatste draaiende rollen aan de bovenkant van de machine kon na het wassen het water uit de kleding worden geperst. Veel kon je met deze wasmachine niet wassen.

In 1906 kreeg A.J. Fisher het voor elkaar om een elektrische wasmachine te maken. Deze wasmachine is elektrisch aangedreven door en motor. Hij kreeg de naam “de Thor”. Deze wasmachine kwam in 1908 op de markt. Het apparaat werd geproduceerd door de Hurley Machine Company in Chigago. De motor hangt bij dit apparaat onder de ovale tobbe en drijft met behulp van riemen een horizontale schoepenrad aan in de trommel, die aan de bovenzijde open is. Dit deel van de was doen gaat niet automatisch, maar door het overhalen van een hendel boven op de machine. Dit noemen we ook wel de trommelmachine. De moderne versie hiervan wordt momenteel het meest gebruikt. Ook zijn de pulsatormachine en agitatomachine uitvindingen die in het verleden geweest zijn.


Bij de pulsatormachine (of snelwasser) bevindt zich in de wand of de bodem van de kuip een door een elektromotor aangedreven, snel ronddraaiend schoepenrad. Dit schoepenrad zet het water en het wasgoed in beweging.

Bij de agitatormachine (of langzaamwasser) bevindt zich in de kuip een wasbeweger die om beurten een naar links en een naar rechts draaiende beweging maakt. Hierdoor wordt het wasgoed in het water heen en weer bewogen.

Nu zijn alle wasmachines natuurlijk ‘gemoderniseerd’, maar zonder de uitvindingen van vroeger zouden we het nu een stuk moeilijker hebben!