Hoofdstuk 9.1 en 9.2

Getal & ruimte hoofdstuk 9.

Als alles dicht bij het gemiddelde is noemen we dat weinig spreiding
Overgetelde is natuurlijk veel spreiding.

Piet heeft een 7,1 een 5,9 en een 8,5 gehaald
Spreidingsbreedte = grootste getal – kleinste getal
8,5 – 5,9 = 2,6 spreidingsgetal is 2,6

Bij een boxplot verdeel je de gegevens in groepen van 25%
Je hebt 510 leerlingen op school als er 60% meer dan 17 euro heeft uitgegeven aan schoolspullen dan kun je bereken hoeveel procent dat is.
0,60(%) × 510 = 300 leerlingen geeft meer dan 17 euro uit aan schoolspullen

Als je een aantal mensen, dieren gaat indelen in een steelblad- of Histogram kun je ze indelen in groepen van bijv. tien om het overzichtelijker te maken. Die groepen heten klassen
Als je weet dat er 40 mensen zijn en daarvan zijn en 35 jonger dan 50.
35 : 40 × 100 ≈ (87,5%) 88% is jonger dan 40 jaar.

gemiddelde : som van waarnemingsgetallen Aantal waarnemings getallen
mediaan : Schrijf de getallen in volgorde van grootte. De mediaan is het middelste getal bij een oneven aantal getallen. Bij even aantal getallen is de mediaan het gemiddelde ven de twee middelste getallen. Bijv. 7 en 8 7+8=15 :2= 7.5

De modus is het waarnemingsgetal dat het vaakst voorkomt.
7 8 5 2 5 8 2 9 1 6 8 12 89 0 3 6 7 1 89 0 2 6 8 3 2 6 3 5
Twee komt bij deze getallen het vaakst voor

Bereken van de tabel hieronder het gemiddelde mediaan en de modus.
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
8 6 8 9 6 7 5 7 8 5

Gemiddelde= 0×1+1×2+2×3+3×4+4×5+5×6+6×7+7×8+8×9+9×10 :
(8+6+8+9+6+7+5+7+8+5)64 = 5.2
mediaan= 64:2:32 dus 8+6+8+9= 31 dus mediaan is 3.
modus= 3