Machinale bouw

• GEMAAKT DOOR: CHRIS

INHOUD
1. AFKORTZAAGMACHINE
A. Instellingen
B. Beveiliging
C. Snijgereedschap
2. CIRKELZAAGMACHINE
A. Instellingen
B. Beveiliging
C. Snijgereedschap
3. VLAKBANK
A. Instellingen
B. Beveiliging
C. Snijgereedschap
4.VANDIKTEBANK
A. Instellingen
B. Beveiliging
C. Snijgereedschap
5.LINTZAAGMACHINE
A. Instellingen
B. Beveiliging
C. Snijgereedschap
6.LANGGATBOORMACHINE
A. Instellingen
B. Beveiliging
C. Snijgereedschap

1. AFKORTZAAGMACHINE
A. De afkortzaagmachine kun je aan de bovenkant met een draaikop in de hoogte instellen. Ook kun je hem schuin zetten, dit gaat door aan de zijkant bij de motor de hendel los te draaien en hem schuin te duwen, scheef kan die ook bij dezelfde hendel.

B. De kap die om de zaag zit is voor de veiligheid. Maar je moet zelf nog een paar dingen aan de veiligheid doen zoals een klaphoutje zodat het hout dat je afkort niet door de zaag gegrepen wordt, een geleider kan maar hoeft in de meeste zaken niet.
C. De tand van de afkortzaag moet de vezel dwars doorsnijden. Als je hier een schulptand gebruikt, worden de vezels niet doorgesneden maar gebroken. Het hout za; dan aan de zijkant en aan de achterkant gaan rafelen. De tand van de afkortzaag hangt voorover, waardoor de tandborst de vezels beter doorsnijdt. De tand heeft een negatieve spaanhoek. Als de tandborst van de zaagtand een negatieve spaanhoek heeft, dan staat deze minder \'op stoot\'. Zaagtanden die meer op stoot staan zijn geschikt voor grover zaagwerk. Zaagtanden die minder op stoot staan zijn geschikt voor fijner zaagwerk. Er zijn ook zagen die een tandvorm hebben die tussen de schulptand en de afkorttand in ligt. Daardoor kun je met deze zagen zowel schulpen als afkorten. Je hoeft dan maar één handzaag aan te schaffen waarmee je kunt schulpen en afkorten.

2. CIRKELZAAGMACHINE
A. De cirkelzaag kun je in de hoogte instellen. Dit doe je door het draaimechanisme aan de zijkant. De cirkelzaag is ook in de schuinte in te stellen en dat doe je door aan bij dezelfde kant van de cirkelzaag ook aan een draaimechanisme te draaien, ook kun je een klein zaagje voor de grote zaag doen laten draaien, deze is beter voor grote, dunne platen, want het zaagt een klein stukje in de onderkant van de plaat, zo slaat de grote zaag zich er tenminste niet doorheen. Deze moet je omhoog zetten door aan de kant van de geleider onder de geleider de hendel omhoog te halen.

B. De afzuigkap van de cirkelzaag is niet alleen voor het zaagsel, maar ook ervoor dat je vingers er niet tussen komen. De geleider is voor de veiligheid en ervoor dat het hout nergens heen gaat.
C. De tand van de schulpzaag moet in de lengterichting door het hout zagen. De punt van de tand moet een krul maken en dat kan alleen als de tand rechtop staat met een spaanhoek van ongeveer 0°. De punt heeft dan de vorm van een beiteltje dat door het hout wordt geduwd.

3. VLAKBANK
A. De vlakbank kun je in de hoogte instellen. Dit doe je door aan de zijkant de hendel los te draaien en zo draai je de tafel per een tiende milimeter omlaag. Ook kun je een plank schuin schaven, dit die je door aan de bovenkant de geleider los te draaien en dan de graden in te stellen, zo krijg je schuin hout.

B. De beitelspleet wordt afgeschermd door een beweegbare beveiliging, meestal de beveiliging met de parallelgeleiding. Een metalen klep dekt de spleet af. Deze eindigt bij de geleider in een opgebogen stuk, het oploopstuk. Het te schaven hout wordt hieronder geduwd en tilt de klep omhoog, zodat het hout kan worden doorgevoerd om het vlak af te schaven. Het opgeborgen stuk wijkt in v-vorm af van de geleider. Door het hout in deze v-vorm te duwen wijkt de klep af en kan het hout langs de geleider doorgevoerd worden om het haaks te schaven. De motoren hebben meestal een vermogen van 1.5 tot 5.5 kw.
C. Het schaafgedeelte bestaat uit een aanvoerblad, beitelas en afvoerblad. Op het aanvoerblad is meestal haaks op het blad, de geleider gemonteerd. Deze kan echter voor niet haaks schaafwerk onder een bepaalde hoek afgesteld worden en is ook in de breedte verstelbaar. Dit alles is gemonteerd op een stalen onderstel, waarin de motor met poelie. Ook op de beitelas zit een poelie. De aandrijving van deze as gaat middels één of meerdere v-snaren. De aan- en afvoerbladen zijn verstelbaar in hoogte.

4. VANDIKTEBANK
A. De vandiktebank moet je automatsich in de hoogte instellen. Dit kan ook met de hand bij oude apparaten, op de voorkant van de machine zit de bediening om de machine op een tiende van de milimeter in te stellen. De beitelas bovenin de machine, met twee of vier beitels, wordt door een zware electromotor aangedreven. Dezelfde motor drijft ook de aan- en afvoerwals aan, die voor en achter de beitelas zitten. Deze zorgen voor de doorvoer van het hout. Hieronder is een in hoogte verstelbaar blad aangebracht. waarin twee bladrollen zitten. Het hout wordt hierover doorgevoerd en aan de bovenzijde afgeschaafd. De snelheid is ook in te stellen op de voorkant, ook zit er een hendel die 3 standen heeft: 1, 2 en 4. Zo kun je het hout netjes dunner maken of gewoon heel snel.

B. Hoesjes voor de opening zorgen ervoor dat je je vingers er niet tussenstopt en de terugslagpallen zorgen ervoor dat het hout niet aan de invoerzijde terugslaat.
C. Er zitten 2 of 3 beitels in de vandiktebank. In deze beitels zitten lange, platte messen die te verwisselen zijn.

5. LINTZAAGMACHINE
A. Van de lintzaagmachine kun je de geleiding van de zaag instellen. Ook kun je een geleider gebruiken die geleidt het hout voor een recht houtje.

B. De beveiliging zitten op dit plaatje er niet op, maar dat zijn meestal de kap om de zaag heen en de geleider zodat het zaaglint niet van de machine afspringt.
C. De zaag is een 2 meter lange zaag die om twee wielen gespannen zit; het onderste wiel draait rond met een motor zodat het zaaglint helemaal ronddraait. Dit gaat heel snel en zo gaat een stukje hout ook sneller eraf.

6. LANGGATBOORMACHINE
A. De langgatboormachine kun je instellen op verschillende manieren: je kunt aan de onderkant de hoogte instellen van waar je een gat wilt maken en je kunt aan de zijkant de motor heen en weer doen, zo zit hier ook een stopknop op; je kunt de tafel bewegen. Hier zit ook een stopknop op.

B. De ijzeren kap om de boor heen is de beveiliging. Het ijzeren randje dat op het vlak waar het hout op ligt zit is nog een beveiliging zodat het hout niet wegkan. De houder die je op het hout kunt klemmen is ook beveiliging, zo hoef je het hout niet vast te houden, dus het is veiliger.
C. In de boorhouder zit een geribbelde boor die het hout zorgvuldig rondom de boor eraf haalt en voorop de boor.