Aardolieprijzen

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 3e klas vwo | 6480 woorden
  • 21 februari 2007
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
33 keer beoordeeld

ALGEMEEN DEEL.

Voordat u in deze PO begint te lezen definieer ik wat nu eigenlijk te denken bij het woord olieprijs: De olieprijs wordt genoteerd in US Dollars per vat van 159 liter (ook wel een barrel). De prijs van ruwe olie wordt bepaald door onder andere: - De vraag vanuit de geïndustrialiseerde landen - De reserve voorraad van deze landen - De situatie van met name de Arabische regio\'s - Spanningen verder in de wereld - Weersinvloeden in het gebied van de oliewinning - Weersinvloeden in landen die de olie importeren.

Toelichting bij respectievelijk alle punten: - Als in bepaalde landen veel welvaart is en de mensen zich veel kunnen veroorloven, is er meer vraag naar bepaalde producten. De regering laat dan meer producten produceren, waardoor er meer stoffen zoals olie in de industrie nodig zijn. Dus meer vraag -> Prijs omhoog. - Als zo’n land genoeg olievoorraad heeft, hoeft deze het niet importeren. Dus minder vraag -> Prijs omlaag. - Olie wordt vooral gewonnen in Arabie en omstreken. Als er in dit gebied bijvoorbeeld armoede is, is er meer geld nodig -> Prijs omhoog. - Als er oorlog is kan een olie-exporteur als Arabië de prijs natuurlijk laten stijgen zodat ze in het voordeel zijn in de oorlog. (zij hebben de olie tot hun beschikking en de ‘vijand’ moet als maar meer ervoor betalen). - Als door slecht weer er een tijdje geen olie kan worden gewonnen, is er minder oliereserve -> Prijs omhoog - Als het in een land opeens extreem koud is, komt er meer vraag naar olie voor het stoken. Gevolg ook weer: prijs omhoog.

Een andere steeds belangrijkere bepalingsfactor voor de olieprijzen is het economisch snelgroeiende China. Omdat het steeds beter gaat met China op economisch gebied en meerdere mensen zich luxeartikelen zoals auto’s kunnen veroorloven is er opeens massaal meer olie nodig. China is op het moment de grootste olie-importeur op de VS na. Door o.a. China raakt de olie dus sneller op. Hierdoor stijgen de prijzen ook. Want als er ergens een tekort van is gaan de prijzen omhoog.

De prijs die wij voor de benzine(olie) betalen is niet de prijs waarmee die ons land binnenkomt. Eerst komt er belasting overheen. In sommige gebieden is er natuurlijk minder vraag naar benzine dan op andere plekken. Bijvoorbeeld in de stad is er meer vraag naar benzine dan op het platteland omdat daar simpelweg meer mensen zijn. Er is dus meer vraag in de stad en bij meer vraag gaat de prijs omhoog. Meestal is de benzine in de stad dus duurder dan op het platteland.

Een olieprijs wordt dus op vele manieren beïnvloed en is dan ook (bijna) elke dag anders.

GESCHIEDENIS VAN DE OLIEPRIJS.

De prijs van de olie is niet altijd zo hoog geweest al die nu is. De eerste echt grote stijgingen van de prijzen deden zich voor bij de 1e oliecrisis in ’73. Er was toen een wereldwijd tekort aan aardolie, wat veroorzaakt werd door een aantal acties van de Arabische olieproducerende landen tegen de Westerse wereld. Voor de oliecrisis lag de prijs van een vat ruwe olie op $1,67. De Arabische landen verhoogden de prijs met 70% en ze verminderden de productie met 5% per maand. De prijs per vat steeg zo enorm. Na de Jom-kippoeroorlog (Egypte en Syrië die Israël binnenvielen) voerden de Arabische landen een olieboycot in tegen de landen die Israël direct hadden gesteund. De Verenigde Staten en Nederland leden het meeste onder deze boycot. Veel economische sectoren waren van olie afhankelijk, dus de oliecrisis had wereldwijd grote invloed op de economie. In Nederland werd daarom in ’74 ook de eerste autoloze zondag ingevoerd om het olieverbruik naar beneden te brengen. De boycot van de Arabische landen werd in ’74 gestopt.

De prijs van ruwe aardolie in de afgelopen 30 jaar. Deze olie wordt verwarmd, om zo de verschillende soorten brandstof te krijgen.

In de periode na de 1e oliecrisis (1973-1974) bleef de prijs van olie vrij constant. Totdat in ’79 een 2e crisis begon. Deze crisis had een minder politiek karakter dan de 1e crisis. Deze keer was het geen boycot tegen de Westerse wereld die de prijzen drastisch deed stijgen, maar een gevolg van de oorlog situatie in het Midden – Oosten. De prijs steeg van ongeveer twaalf US dollar in 1978 naar vijfendertig US dollar in 1981. De groei
van de Nederlandse economie bedroeg over de periode 1975-1980 gemiddeld nog 2,5
procent per jaar; maar in 1981 en 1982 werd zelfs een neergang met -0,5 en -1,2 procent, terwijl in de periode 1965-1970 de gemiddelde groei nog op de 5,5 procent lag. De schaarse voorzieningen en dure prijzen van de olie, samen met de zeer kleine groei van de economie zorgden ervoor dat deze periode het karakter van een crisis kreeg.

De toenmalige Minister – President van Nederland Joop den Uyl, vond dat Nederland nooit meer in zo’n wurggreep van de OPEC mocht komen. De OPEC (Organisation of Petroleum Exporting Countries) bestaat uit 11 landen die sterk afhankelijk zijn van de export van hun olie. Zij zijn vrijwel de landen met de meeste olie en zij hebben het dus ook voor het zeggen als het olie betreft. Dit was te zien bij de 1e oliecrisis, toen de OPEC de Westerse wereld boycotte. Landen die relatief veel olie produceren, maar geen lid zijn van de OPEC zijn: Canada, Mexico, Noorwegen, VS en Rusland.

In het midden van de jaren tachtig daalde de olieprijs tot rond de vijftien US dollar per vat. De prijzen bleven laag tot 1990, toen de toenemende spanning rondom de invasie van Kuweit en de daaropvolgende Golfoorlog de prijzen opnieuw omhoog duwde. Na de Golfoorlog zette de dalingen van de prijzen zich weer voort, om in ’94 te leiden tot de laagste olieprijs sinds de 1e crisis. Daarna stegen de prijzen onder invloed van de sterke economische groei in de USA en Azië om enige tijd later met de Aziatische ‘crisis’ weer in te storten.

Na de laagterecords van de prijs van ruwe olie in 1998 en begin 1999, besloot de OPEC in maart 1999 de productie van ruwe olie te beperken tot 23 miljoen vaten per dag. In de loop van 1999 stegen de prijzen van iets meer dan tien US dollar per vat in januari tot 25 US dollar in december. [prijs per vat] Ondanks meerdere productieverhogingen door de OPEC, zette de stijgende lijn zich in
2000 voort en bracht de prijs uiteindelijk naar een niveau van ongeveer 35 US dollar, waarna
de prijs langzaam zakte tot een niveau van rond de 25 US dollar in januari 2001. De prijs van ruwe olie werd verder verhoogd door de ontwikkeling van de wisselkoers van de begin 2000 ingevoerde Euro. Van een beginkoers van 1,20 US dollar kelderde de Euro naar een dieptepunt van 0,83 US dollar. Met de val van de Euro werd de in dollars geschreven
olierekening met meer dan dertig procent verhoogd.

De OPEC vind dat de gewenste stabiliteit van de olieprijs gelijk staat aan 22 – 28 US dollar per vat. Mocht de prijs buiten deze prijs komen, dan zullen er aanpassingen worden gemaakt aan het productieschema van de OPEC.

In 2004 werd deze belofte gebroken door Saudi-Arabië. De prijs schoot met 60% omhoog. Volgens de Saudische minister van olie hoefden we voorlopig niet op een daling te rekenen. Hij schatte dat een vat het hele jaar tussen de 40 en 50 dollar zou gaan kosten De jaren hiervoor had het land onder leden van de organisatie van olieproducerende landen (OPEC) altijd gepleit voor niet te hoge prijzen. Dit zou kunnen betekenen dat Saudi-Arabië een hogere olieprijs zou gaan nastreven.

De andere OPEC landen probeerden de prijs weer stabiel te krijgen door de olieproductie flink omhoog te schroeven. Maar eind 2004 moest hier volgens hun weer een einde aankomen en ze besloten de productie omlaag te halen met 1 miljoen vaten per dag. De olieproducte kwam daarmee op 26 miljoen vaten per dag. De prijzen lagen nog altijd 30% boven wat ze aan het begin van 2004 waren. De hoge prijzen zouden nog wel eens één van de grootste bedreigingen voor de wereldeconomie kunnen worden.

In het begin van 2005 dreigde Iran met een oliecrisis die Amerika en Europa zou raken. als de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zou besluiten om het land op het matje te roepen vanwege het omstreden atoomprogramma van het land. De Verenigde Staten en Europa zouden als eersten de gevolgen van zo\'n crisis ondervinden, zei de Iraanse toponderhandelaar Hassan Rohani. Uiteindelijk is er niks van deze crisis terechtgekomen, maar mocht Iran de dreigingen hebben uitgevoerd, dan zou de prijs van olie vrijwel onbetaalbaar zijn geworden.

OORZAKEN VAN DE STIJGENDE OLIEPRIJS.

Wij krijgen er allemaal mee te maken. Het lijkt of de prijs per liter benzine iedere dag omhoog gaat. Mensen moeten steeds meer voor benzine betalen. Hoe komt dit, wat zijn de oorzaken? Er zal natuurlijk niet maar 1 oorzaak die zorgt voor de hoge prijs van olie. Het zijn er meerdere oorzaken die gezamenlijk zorgen voor een hoge olieprijs. Moet je blij zijn als je een paar miljoen wint in de Postcodeloterij? Op korte termijn geniet je van een chique vakantie en een nieuw huis. Maar wat als na een paar jaar het geld op is? Als je die paar miljoen echter wijs investeert, heb je er plezier van voor de rest van je leven. Zo is het ook met landen die veel olie, gas, goud, diamanten of andere mineralen bezitten. De meeste zijn straatarm met veel ongelijkheid en corruptie. Ze groeien amper, moeten het doen zonder buitenlandse investeringen en verkeren vaak in oorlog. Kijk naar olierijk Nigeria, Angola, Sudan en Venezuela. Of naar Sierra Leone, Liberia en Congo met hun schatten aan diamanten. Maar ook naar drugsstaten als Afghanistan en Columbia. Terwijl de sommige landen in Azië zonder natuurlijke rijkdommen veel sneller groeien. Er zijn vier redenen waarom landen met natuurlijke rijkdommen het slecht doen. 1. Toen Nederland in de jaren zeventig veel gas ging exporteren, steeg de waarde van de gulden en verslechterde de concurrentiepositie. De export van de industrie leed daaronder, want arbeid en kapitaal verschuiven naar binnenlandse sectoren zoals diensten. Dit is slecht voor de welvaart, want juist exportsectoren zijn motoren van economische groei. 2. De nieuw gewonnen rijkdom geeft mensen het gevoel dat de bomen tot in de hemel groeien. Daarom worden allemaal voorzieningen en subsidies getroffen die op lange termijn onbetaalbaar zijn. Dit heeft in Nederland heeft geleid tot gulle regelingen voor werklozen, arbeidsongeschikten en vroeggepensioneerden. De politiek is bezig deze fouten uit het verleden te herstellen. 3. Landen die voor de export sterk afhankelijk zijn van bijvoorbeeld olie zijn kwetsbaar voor grote schommelingen in de wereldprijs van olie. 4. Veel mensen en ondernemers doen er alles aan om de nieuwe rijkdommen naar zich toe te trekken ten koste van een verarmende bevolking. Vaak doen de meest knappe mensen dit in plaats van onderwijzen, bedrijven op te zetten of zich op andere manieren nuttig te maken. Is er dan geen manier om aan deze vloek te ontkomen? Een mogelijkheid is een deel van de extra inkomsten in een investeringsfonds of het onderwijs te stoppen. Zo wordt gewerkt aan een betere toekomst. Ze kunnen ook, net als in Alaska, aan de bevolking worden uitgereikt. De overheid kan het dan weer belasten om investeringen en onderwijs te financieren, maar Vaak weet de bevolking niet eens hoeveel geld er binnenkomt van de export van olie, goud of diamanten. Een goede boekhouding is van groot belang.

Oorlog negatief?

Op het eerste gezicht is oorlog slecht voor olie-importerende landen zoals de VS. de Grootste economie van de wereld haalt meer dan de helft van haar olie uit het buitenland. Maar het negatieve effect is waarschijnlijk alleen maar voor een korte termijn. Irak is op dit moment nog maar een kleine speler op de oliemarkt maar heeft wel een van de grootste olievoorraden van de wereld. Dus in de toekomst is Irak niet meer weg te denken op de oliemarkt. Het valt echter nog te bezien of de VS wel die olie krijgt want er zijn meer grote landen die de olie van Irak wil hebben.

Hoe komt de hoge olie prijs?

Er zijn meerdere redenen te noemen voor de hoge prijs van vandaag. Een daarvan is de oliecrisis van 1973. dat tekort was er in 1973 over de hele wereld. Dit werd veroorzaakt door aantal acties van de Arabische landen die gericht waren tegen de westerse wereld. Dit deden ze door de Yom Kippur oorlog. Ze verhoogde toen de olieprijs met 70% en de productie nam elke maand met 5% af. Als maatregel werd de benzine gerantsoeneerd en kwamen er autoloze zondagen. Veel landen kregen te maken met een stijgende staatsschuld. In Nederland bijv. groeide de kosten van de overheid door de werkloosheid. Ook steunde ze veel noodlijdende bedrijven om alleen maar de mensen aan het werk te houden. Na de crisis wou het westen de macht van de OPEC breken. Er werd veel geld in onderzoeken gestoken naar alternatieve energie. Ook gingen landen hun eigen reserves vergroten om tijdens een nieuwe crisis nog een tijdje zonder import te kunnen. De overheid helpt ook mee aan die hoge prijzen. Alles wat op de oliemarkt gebeurd heeft ook duidelijke consequenties voor de consument. De consument merkt het meest van de benzineprijzen. Als we kijken naar de verdeling van de prijs van benzine, bestaat het overgrote deel van de prijs uit belastingen en accijnzen. De olieprijs word eigenlijk bepaalt door de OPEC. Die beïnvloede de prijs door hun productie te verhogen of te verlagen.

Aziatische landen
Opkomende landen zoals China en India, hebben ook steeds meer olie nodig. De economie in grote delen van Azië draait op volle toeren. Daardoor slurpt dit werelddeel veel meer olie op dan vroeger. Vooral China is een grote afnemer. Dat valt samen met het economisch herstel in de VS en Europa, waardoor ook de vraag in het Westen is aangetrokken. Aan de andere kant is de capaciteit van de verwerkende industrie beperkt. Oliemaatschappijen hebben, doordat de olieprijs jarenlang laag is geweest, weinig geïnvesteerd in raffinaderijen. Als er één grondstof cruciaal is voor de economie, dan is het wel olie. Als basisstof om producten zoals plastics en asfalt van te maken, maar vooral ook als energiebron om de economie (bijna letterlijk) te laten draaien.

Wat beïnvloedt de olieprijs? Kort gezegd: vraag en aanbod. En zoals altijd: bij toenemende schaarste zal de prijs stijgen. Laat ons de twee zijden even in detail bekijken... De vraag naar olie is eerst en vooral afhankelijk van de economische activiteit. Als de economie goed draait, is er meer olie nodig als grondstof en brandstof. Maar er is meer. De vraag naar olie wordt in belangrijke mate bepaald door de Amerikaanse olievoorraden. Als deze voorraden hoog zijn, kan de VS er even tegen en zal dit de vraag naar olie op korte termijn alvast niet erg doen stijgen. Ook de seizoenen spelen een belangrijke rol. Een extra koude winter leidt snel tot meer olieverbruik om gezinnen en bedrijven te verwarmen. De zomer leidt dan weer tot een toenemende vraag door gezinnen die extra kilometers malen om op vakantie te gaan. Ook het aanbod van olie fluctueert. Eerst en vooral is er de OPEC, een kartel van olieproducerende en -exporterende landen, die afspraken maken over de hoeveelheid olie die ze op de markt zullen brengen. De OPEC-vergaderingen worden op de voet gevolgd door heel wat regeringen, ondernemers en beleggers. Bij de macht van het OPEC-kartel moet wel een kanttekening geplaatst worden. Er zijn immers ook olieproducerende en -exporterende landen die niet meedoen (bijv. Rusland) en zich niet noodzakelijk houden aan de richtlijnen van de OPEC. Veel olie is afkomstig uit weinig stabiele landen en regio\'s. Oorlogen (bijv. Golfoorlog 1 en 2), revoltes (bijv. Venezuela) en terroristische aanslagen zijn niet echt bevorderlijk voor een stabiele aanlevering. De minste aanwijzing dat de aanvoer van olie in het gedrang kan komen, leidt al snel tot stijgende olieprijzen op de internationale markten.

Wat is de samenhang tussen dollar en olieprijs? De prijs van olie wordt meestal in dollar als internationale referentiemunt uitgedrukt (dollar/barrel). Ook de olieleveringscontracten worden vaak in die munt afgesloten. Daardoor wordt het effect van de olieprijs in onze contreien vaak afgezwakt of juist versterkt door de evolutie van de dollar. Zo is de olieprijs het laatste jaar fors gestegen, terwijl we daar in Europa relatief weinig van gemerkt hebben. Dat is volledig te wijten aan de tegelijk dalende dollarkoers.

Welke impact heeft de olieprijs op de verschillende sectoren? Eerst en vooral zijn het uiteraard de oliemaatschappijen zelf die de invloed ondergaan van de olieprijzen. Bij stijgende olieprijzen profiteren bedrijven die zelf massaal olie oppompen, zoals het Franse Total. Raffinagebedrijven moeten dan weer erg opletten bij stijgende olieprijzen. Als ze hun olie duurder moeten inkopen en hun eindprijs niet kunnen aanpassen, lijden ze daar natuurlijk onder. Je kan dus niet alle oliebedrijven over dezelfde kam scheren. Kijk altijd even na in welke mate ze actief zijn in het oppompen van de olie of in de raffinage. Sectoren die veel olie nodig hebben als grondstof of energiebron, zijn ook gevoelig aan de olieprijs. Zo gebruikt de chemiesector (Bayer, BASF, du Pont de Nemours,...) erg veel energie en heeft ze tegelijkertijd olie nodig als grondstof om bijv. plastics te maken. Ook de sectoren toerisme, transport en zelfs vliegtuigbouw zijn gevoelig aan de olieprijzen. Denken we maar aan de successen van de zuinige Japanse wagens tijdens de eerste oliecrisissen of de extra\'s die luchtvaartmaatschappijen aanrekenen bij stijgende olieprijzen. Bedrijven die erg gevoelig zijn aan olieprijzen kunnen zich indekken door termijncontracten af te sluiten voor hun oliebehoeften. Als ze verwachten dat de prijs gaat stijgen kopen ze een bepaalde hoeveelheid aan.

GEVOLGEN VAN DE HOGE OLIEPRIJS.

Directe gevolgen in onze buurt:

Een belangrijk gevolg van de hoge olieprijzen is de stijgende prijs voor brandstoffen en natuurlijk voor de mensen die deze brandstoffen tanken. Het tanken van benzine kost nu namelijk zó veel, dat de meeste mensen minder gaan rijden, of andere voertuigen kiezen: De fiets of gewoon de benenwagen. Hierdoor is ook één van de gevolgen van de hoge olieprijzen een vermeerde hoeveelheid beweging per dag van veel mensen, wat weer goed is voor de gezondheid. Ook komen er door het verminderde gebruik van auto’s minder uitlaatgassen in de lucht, wat ook voor veel mensen het leven gezonder maakt. Hoge olieprijzen kunnen dus ook voor meer beweging en een betere gezondheid zorgen.

Door de veel te hoge brandstofprijzen worden de oliedepots, raffinaderijen en havens geblokkeerd door woedende vrachtwagenchauffeurs, gewone burgers en andere klagenden. Opvallend is echter wel dat er vooral wordt gestaakt en geblokkeerd in de armere landen, zoals Indonesië. Daar kost de benzine namelijk nog steeds niet veel in vergelijking met ons: Onze benzine is zo’n twee tot drie keer zo duur.

Is gewoon even tanken duur?

Door de hoge olieprijzen gaan de mensen ook minder stoken als het koud is in huis. Het kost je namelijk veel te veel als je de hele dag de verwarming op 20 graden wilt hebben. Het is dan ook zeker verleden tijd dat mensen tegelijk hun ramen open hadden en hun verwarming aan. Andere gevolgen van de hoge olieprijzen zijn dus minder open ramen in de winter en een lagere temperatuur in huis.

Een ander gevolg is het afnemen van de koopkracht: Als er meer geld opgaat aan brandstof voor de auto en aan de stookkosten, blijft er minder over voor de andere dingen. Hierdoor is vooral de vraag naar luxeproducten gedaald. Deze zijn immers niet noodzakelijk.

Gevolgen die we niet meteen merken, of waar we niet mee te maken krijgen:

De olie is zó duur, dat er meer gezocht wordt naar andere energiebronnen. Vooral de kerncentrale is een erg populair middel. Verschillende landen zijn dan ook kerncentrales gaan bouwen. Maar niet iedereen is het hiermee eens, en er zijn dan ook wel protesten. Een kerncentrale kan namelijk een ramp veroorzaken als er een ongeluk gebeurd (zoals bijvoorbeeld vroeger in Tsjernobyl).

Een kerncentrale: Veel te zien in de toekomst?

Een andere tegenstander van de kerncentrales is Shell. Deze Nederlandse maatschappij ziet namelijk zijn winst als sneeuw voor de zon wegsmelten als er kerncentrales komen, en er dus veel minder olie wordt gebruikt. Aangezien Shell in de oliesector werkt, en dus veel aan de olie verdient, zou het voor Shell een crisis betekenen als er kerncentrales zouden worden gebouwd. Tot nu toe heeft Shell dat kunnen verhinderen door de regering en de onderzoekers te betalen om geen onderzoeken naar kernenergie te doen. Maar nu wordt de situatie ernstig en kunnen we niet meer om de zaak heen draaien. Een ramp voor Shell is dus op til.

Een andere energiesector die van de hoge olieprijzen profiteert, is die van de duurzame energie. De verkoop van deze energie is in tien jaar namelijk verviervoudigd! Dit komt vooral doordat de olie duurder is geworden, terwijl de techniek om duurzame energie te maken juist goedkoper is geworden. Vooral de verkoop van plantaardige olie verloopt goed. Er wordt steeds meer biobrandstof gekocht. Het aantal auto’s wat op deze brandstof rijdt, groeit dan ook hard. Vooral in de VS en in Duitsland groeit het aandeel van biobrandstoffen sterk.

Productiecijfers van de biodiesel in de EU.

Er is een hogere inflatie door de hoge olieprijzen. De inflatie was dit jaar zelfs 3% (normaal is de inflatie zo’n 0,5%)! Maar aangezien de olieprijs nu minder snel zal gaan stijgen, zullen de volgende inflatiecijfers waarschijnlijk wel meevallen. De inflatie komt namelijk tot stand door het handelen. Als mensen olie kopen, moeten ze het betalen. Als die olie betaald is, verlaag je simpelweg de prijs van de euro, zodat je minder hoefde te betalen van het totaal. Als de olieprijzen hoog zijn, zou de euro veel moeten devalueren, om het “gat” te vervangen. Zo is er dus er dus veel inflatie bij een hogere olieprijs. Toch viel de inflatie erg mee, want de rentes op leningen werden verlaagd, zodat landen liever kozen voor een lening, dan voor een devaluerende euro.

Ineens niets meer waard?

Een ander gevolg van de hoge olieprijzen, zijn de stijgende prijzen van het aardgas. Deze twee prijzen zijn namelijk aan elkaar gekoppeld. Als de olieprijs dus stijgt, stijgt de aardgasprijs mee. Door de stijging van de aardgasprijs verdient de regering dus extra geld aan de belasting op het aardgas, en komt er dus meer geld binnen in de overheidspot. Dit geld wordt weer gebruikt als lastenverlichting voor de bevolking. In de voorstellen voor Prinsjesdag zit dan ook al een tegemoetkoming van 1,5 miljard euro. Nederland is niet het enige land dat een beetje toegeeft aan de bevolking. Ook in andere Europese landen wordt ingegrepen: België, Frankrijk en Hongarije geven ook financiële tegemoetkomingen aan de burgers, en in Oostenrijk moesten Shell en BP hun prijzen verlagen. Anders had de regering daar namelijk gezorgd voor een extra belastingheffing. Toch was dat alles niet waar de bevolking aanvankelijk om vroeg: De burgers van de EU-landen vroegen namelijk om een accijnsverlaging. Maar dit is in strijd met de EU-afspraak, die naar aanleiding van de protesten uit 2000 was opgesteld. Daarom ging deze voor de hand liggende oplossing niet door.

Er loert een nog ernstiger gevaar: dat voor de wereldeconomie. De economische groei viel in 2005 al 0,7 tot 0,8 procent minder hoog uit dan in 2004. Dit kwam voornamelijk door de onrust op de oliemarkten. Dit laatste is in een rapport van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) uitgewerkt.

Vaten olie gaan erdoorheen…………en bedreigen zo de wereldeconomie.

Maar ondanks die wetenschap gaat het verslinden van olie in Azië in de groeiende economieën onverminderd voort. Vooral China is de grote boosdoener. Deze mensen schijnen niet te beseffen dat door de door hun ontstane olietekorten nog meer onrust veroorzaakt op de oliemarkten, en dus een bedreiging vormen voor de wereldeconomie.

Gevolgen die zich ver van ons afspelen:

Een gevolg dat redelijk ver van ons af ligt, is het gevolg van de hoge olieprijzen voor de VS. Deze zijn namelijk voor een groot gedeelte afhankelijk van olie uit het buitenland. Na de oorlog met Irak leek de VS een redelijk grote kans te hebben om de grote olievoorraden van Irak in handen te krijgen. Maar er zijn meer landen die de olie van Irak willen hebben. Rusland heeft bijvoorbeeld al een contract afgesloten met Irak wat de olie betreft. Dit betekent dat een gedeelte van de olie al weggegeven is. Nu er dus minder olie te verdelen is, en er steeds meer landen olie willen, zal de prijs voorlopig nog wel flink blijven stijgen. En dus zullen er in arme landen wel grote tekorten ontstaan, want zijn kunnen de olie nu niet meer betalen.

Arabische olielanden worden steeds machtiger en rijker door deze situatie. Deze landen kunnen namelijk erg profiteren van de hoge prijzen om veel geld te verdienen. Bovendien bepalen zij nu wie ze wel of niet olie verkopen. Hierdoor hebben ze de macht om zoveel mogelijk landen te laten doen wat zij willen. Waarschijnlijk gaan ze deze macht nog wel eens gebruiken.

Veel olie is in het Midden-Oosten. Hierdoor hebben ze veel macht. Is dit het toekomstige middelpunt van de wereld?

Waar zullen al deze negatieve effecten eindigen? Niemand die het zeker weet.

OPLOSSINGEN VOOR DE HOGE OLIEPRIJZEN.

Oplossingen, bedacht door andere mensen:

IMF: Global Financial Stability Report, Peaking of World Oil Production, Mitigation, Impacts and Risks en OPEC market indicators (onderzoeksinstellingen van bedrijven of een regering) zien de volgende oplossingen:

We moeten ons gewoon maar aanpassen. Onze economie is namelijk niet gericht op het afbouwen van oliegebruik. Onze economie zal dus moeten veranderen, dus ook onze manier van leven. We kunnen anders ook een andere energiebron gaan gebruiken. De belangrijkste kandidaat daarvoor is kernenergie. Maar er kan minder kernenergie geproduceerd worden, dan er energie uit olie geproduceerd werd. Hierdoor krijg je dus grote energietekorten. Een andere reden dat er een tekort zou kunnen komen, is dat veel van de alternatieven óf vervuilender zijn, óf ze doen het niet bij bepaalde weersomstandigheden. Denk hierbij aan wind, zon en water.

Te weinig kernenergie om de olie te vervangen?

Hindustan Petroleum (oliemaatschappij) ziet de volgende oplossing:

De subsidieregelingen afschaffen. Hierdoor houdt de regering meer geld over om olie te kopen, terwijl het geld anders naar het volk was gegaan ter compensatie van de hoge brandstofprijzen. Het gevolg is dan echter wel een in één keer hele hoge brandstofprijs.

IEA (elektriciteitsmaatschappij) ziet de volgende oplossing:

Het elektriciteitsverbruik moet drastisch verminderen omdat er gevaar is op het uitvallen van lichten in grote steden en dit is dan soms ook al eens gebeurd.

Rocky Mountains Institute (onderzoeksinstituut) ziet de volgende oplossing:

Zoveel mogelijk energie besparen. De andere energiebronnen zijn namelijk nog niet in staat om de olie-industrie te vervangen. Daarvoor zijn ze nog niet ver genoeg ontwikkeld. Daarom moet er nu eerst geprobeerd worden, de situatie zo lang mogelijk te rekken tot het wel mogelijk is om één of meerdere vervangers te gebruiken.

David O’Reilly (De grote baas van Chevron) ziet de volgende oplossingen:

Landen en oliemaatschappijen moeten gaan samenwerken. Zo kunnen ze elkaar beter helpen en aanvullen. Ook moet er moet meer geld geïnvesteerd worden in het vinden van nieuwe oliebronnen, of het verbeteren van de bestaande. Het nadeel hiervan is echter wel, dat de investeringen pas na 6 tot 10 jaar echt olie gaan opleveren.

Europeanen in het algemeen zien de volgende oplossing:

Zonne-energie moet verder worden ontwikkeld en gebruikt. Dit blijkt uit de gegevens van de EUROBAROMETER, die dit hebben onderzocht. Uit hun oordeel blijkt overigens ook dat maar 12% van de Europese bevolking voor kernenergie als oplossing is.

De Nederlandse regering ziet de volgende oplossing:

Duurzame energie. Het heeft namelijk 50 miljoen euro ter beschikking gesteld voor het bouwen van vijf Centers of Excellence. Dit zijn technische universiteiten. Het is de bedoeling dat duurzame energie hun belangrijkste gebied wordt.

Werker zijn in een “Center of Excellence”. Een bijzonder nuttige baan.

Mr. Piebalgs (Eurocommissaris voor Energie) ziet ze volgende oplossing:

Niet toegeven aan het volk en de brandstofprijzen verlagen door compensaties of belastingverlagingen. Zo wordt het probleem namelijk alleen maar groter. Het is handiger om te investeren in het zoeken naar andere energiebronnen.

Dit waren de belangrijkste voorbeelden van de oplossingen die mensen zelf allemaal hebben bedacht. Door deze stukken te lezen kun je dan ook zien dat er vele verschillende oplossingen bedacht zijn en dat we er, met z’n allen wel uit zouden moeten komen. Maar zo simpel is het niet, want veel oplossingen zijn duur. En mensen hebben geen zin om ook maar één cent meer dan nodig uit te geven. Bovendien willen ze allemaal dat ze het zelf zo goed blijven houden als nu of zelfs nog beter. Hierdoor worden de olietekorten alleen nog maar groter. Hoe zal het aflopen?

Oplossingen, bedacht door onszelf:

Wij zien zelf een paar mogelijke oplossingen. Veel van deze oplossingen herkenden wij ook in het voorafgaande stukje, omdat we vooral het besparen en zoeken naar andere energiebronnen belangrijk vinden. Wij zien de volgende oplossingen:

Energie besparen. Dit is toch wel de belangrijkste. Door middel van deze oplossing kan de tijd tot er een serieus tekort ontstaat zoveel mogelijk worden gerekt. Bovendien is het ook nog eens goed voor het milieu. Landen en oliemaatschappijen moeten samenwerken. Zo kunnen ze elkaar aanvullen, en helpen een maximaal productiviteitsniveau te bereiken. Wij zijn ook voor onderzoek naar- en gebruik van andere energiebronnen. Vooral kernenergie vinden wij een goede energiebron. Dit levert namelijk op den duur veel energie. De risico’s voor een lekkage moeten we maar op de koop toe nemen, want voor de rest is het een zeer schone energiebron.

De slechtste oplossing vinden wij nog wel het investeren van geld in het zoeken naar nieuwe oliebronnen. Op die manier leren mensen niets, en begint de ellende over een paar jaar gewoon weer opnieuw als ook die bronnen op zijn. Het probleem zal dan echter nog veel groter zijn, aangezien er tegen die tijd waarschijnlijk dan nog meer olie gebruikt zal worden, en de klap dus nog harder aan zal komen. Bovendien is het slecht voor de aarde om haar helemaal “leeg te zuigen”, en er zullen dus meer natuurrampen dan ooit, vooral aardbevingen, voorkomen.

Deze olieplatforms bedreigen de gezondheid van de aarde. Zal het doorgaan en nog meer ellende veroorzaken?

TOEKOMST.

Het is al lang bekend dat de aardolie eens zal opraken. Daarom worden er maatregelen genomen. Men gaat op zoek naar een alternatieve brandstof. Er wordt onderzoek gedaan naar steeds schonere en goedkopere brandstoffen die straks de aardolie moeten vervangen. Deze nieuwe brandstoffen zullen de aardolie pas gaan vervangen als de prijs van de olie echt extreem hoog oploopt of als we echt door onze reserves heen zijn. De prijzen gaan sowieso omhoog als er van iets minder is. Dit is dus ook het geval bij aardolie. Het beste voor het milieu zou zijn om gelijk over te schakelen naar een schonere brandstof, maar dit is te duur, omdat alles moet worden aangepast op de nieuwe brandstof. Alle motoren van o.a. auto’s die op bijvoorbeeld benzine werken zullen veranderd moeten worden, zodat ze hun werk kunnen doen met de nieuwe brandstof. Dit kost ontzettend veel geld. Niet iedereen kan het betalen. Daarom zullen we vanaf het moment dat een nieuwe brandstof mogelijk is alle nieuwe producten die op brandstof werken, moeten maken naar de mogelijkheden van die nieuwe brandstof. Dit moet echter wel in de komende jaren gaan gebeuren omdat de aardolievoorraad, door de economische groei op de wereld, snel slinkt. Iedereen die vanaf het moment dat er beschikking is over een nieuwe brandstof bijvoorbeeld een nieuwe auto koopt, koopt er een die werkt op de nieuwe brandstof. De mensen die op dat moment al een auto hebben, hebben dan de mogelijkheid nog even gebruik te maken van de benzine en hoeven dus niet zo’n nieuwe dure motor te kopen. Dit kan echter alleen als we ruim voor de aardolievoorraad op is een nieuwe brandstof gaan gebruiken. Een voorbeeld van een vervangende brandstof wordt nog mee geëxperimenteerd, maar deze vorm van energie is waarschijnlijk wel de vervanger van benzine e.d. Deze vorm van energie is waterstof. De enige hoofdzaken die nodig zijn voor deze energiebron zijn water en elektriciteit. Als je de elektriciteit het water in stuurt scheiden zuurstof en water van elkaar. Als je zuurstof en water weer bij elkaar stopt komt er weer elektriciteit vrij. Een energiebron. Maar hier wordt nog mee geëxperimenteerd. Deze energiebron heeft grote voordelen, want het is goedkoop en eeuwig, omdat water immers niet zal opraken (de komende lange tijd dan…). Volgens experts is waterstof de energiebron van de toekomst, omdat het de enige schone energiebron is die je kunt opslaan. Dit is een groot voordeel. Maar er zit (voorlopig) ook nog een groot nadeel aan het gebruik van waterstof. Het is namelijk explosief. Maar er wordt dus onderzoek gedaan om het minder explosief te maken. Maar behalve de apparaten, die onbruikbaar worden is er nog een ander probleem als de aardolie wordt vervangen door bijvoorbeeld waterstof. Bouwwerken als olieraffinaderijen worden onbruikbaar. Het kost ook weer veel geld om deze allemaal af te breken en misschien te recyclen. Maar dit is eigenlijk een probleem voor in de toekomst.

De olie wordt pas extreem duur als de aardoliereserves voor de helft op zijn. Dan is de piek bereikt. Volgens onderzoeken van enkele jaren geleden zal de piek worden bereikt over 40 jaar. Maar toen werd niet verwacht dat landen zoals China zo explosief zouden groeien en ook veel olie nodig zouden hebben. Van die 40 jaar kunnen we dus gerust 35 of misschien zelfs wel 30 of nog minder maken...... Als je van deze informatie uitgaat, hebben we nog 20 jaar om gebruik van waterstof te ontwikkelen. Dan zal er dus ook een overgangstijd van aardolie naar waterstof van 10-15 jaar zijn. Voorspellingen die erop gericht zijn dat de oliewinning doorgaat op het niveau van nu geven het volgende aan in de volgende figuur:

In 2068 zal alle olie dan op zijn. Maar zoals ik hierboven al zei zal zeer waarschijnlijk de winning van olie per jaar alleen nog maar omhoog gaan en zal de olie al eerder op zijn. Maar beide jaartallen zijn slechts voorspellingen. Er kan van alles gebeuren waardoor deze voorspellingen geen waarde meer hebben! Er zijn dan ook veel meningsverschillen over de precieze jaartallen dat de reserves op zijn. Er zijn wel verschillen tot 50 jaar!

Er zijn al auto’s die op waterstof rijden, maar tegenwoordig is dit nog hartstikke duur en het is ook niet helemaal veilig. De tijd dat we op waterstof rondrijden duurt dus nog even, maar wij (mijn generatie) zullen het nog zeker meemaken. Er zijn al plannen om in 2010 rendabel een waterstofauto te leveren. Maar dan zal waarschijnlijk het gebruik van benzine nog vele malen goedkoper zijn.

Deze auto rijdt op waterstof, maar is niet gemaakt voor productie. Dit is een soort van promotieauto om aan te tonen dat er toekomst is in het gebruik van waterstof als brandstof.

Als ik straks op middelbare leeftijd ben, zullen er waarschijnlijk dus alleen maar waterstofauto’s rondrijden. Wel raar zo’n grote verandering.

Behalve met waterstof wordt er ook geëxperimenteerd met nucleaire energie. Dit is echter niet natuurvriendelijk en reacties als kernfusies zijn nog lang niet rendabel. Tegen 2050 zal er een duurste vorm van kernfusie zijn. Bovendien is deze vorm van energie zeer onveilig. Omdat waterstof waarschijnlijk het eerste goedkoop zal zijn en ook nog eens schoon, zal deze de belangrijkste vervanger worden van de energiesoorten die nu nog gebruikt worden. Na de aardolie zal ook het aardgas (in 2061) en het steenkool (in 2180) op raken. We kunnen het milieu natuurlijk reuze steunen door zo gauw mogelijk waterstof te gebruiken, maar het is natuurlijk logisch dat zolang het aardgas en het steenkool niet op zijn en goedkoper blijven dan waterstof, dat deze gebruikt blijven worden tot ze op zijn. Eerder is men al overgestapt van steenkool naar aardolie omdat steenkool gewoon veel vervuilender is. Maar als de aardolie op is en de steenkool goedkoper is dan waterstof wordt het alsnog opgemaakt en heb je nog hetzelfde resultaat. Het zal er altijd om gaan wat de goedkoopste energiebron is en die zal het eerst worden gebruikt.

Er zal wel een hoge luchtvochtigheid komen zeg, als iedere auto op waterstof rijdt…

INTERVIEWS.

Dit zijn de vragen/antwoorden van een interview met een Nederlander (Moeder van Ruben):

Wat kost de olie? De prijs van ruwe olie kwam begin april boven de $ 58 per vat (159 liter). Dit had natuurlijk gevolgen voor de benzineprijzen: deze is nu tot zo’n € 1,36 per liter gestegen.

Wat vindt u van de kosten van de olie? Het is natuurlijk niet fijn, want het heeft gelijk effect op veel van je uitgaven. Maar aan de andere kant is het eigenlijk ook wel goed, want het dwingt ons om zuiniger met energie om te gaan. Zo wordt verspilling voorkomen.

Wat voor invloed heeft het op uw rijgedrag (vaker of minder rijden)? Eigenlijk heeft het geen invloed op mijn rijgedrag, omdat de benzinekosten door het werk betaald worden. Maar als ik de benzine zelf zou moeten betalen, zou ik voor de kleinere afstanden toch sneller de fiets nemen.

Wat is de oplossing volgens u? De beste oplossing zou volgens mij ‘vrede in plaats van oorlog om de olie’ zijn. Dit veroorzaakt namelijk veel ellende wat de olieprijzen betreft. Bovendien zou het goed zijn om op zoek te gaan naar een andere energiebron.

Dit zijn de vragen/antwoorden van een interview met een Amerikaan (Oom van Bernard uit Texas):

Wat kost de olie? Ongeveer 66 cent per liter. ($3,- per gallon -> dollar-eurokoers = 0,83 cent en 1 gallon = 3,8 liter)

Wisselt de prijs vaak? Op dit moment stijgt hij, want 6 weken geleden was de prijs 46 cent per liter ($2,10 per gallon).

Hoe gaan de mensen in de VS om met de hoge olieprijzen? Op dit moment maken de ‘normale mensen’ zich geen zorgen, maar de bestuurders van trucks en vliegtuigmaatschappijen maken zich wel zorgen.

Zijn er veel verschillen tussen de prijzen van de verschillende staten? Ja, zelfs heel veel.

Produceert Texas nu eigenlijk meer olie dan vroeger? Waarschijnlijk wel, want ze willen niet afhankelijk zijn van de andere landen.

Wat is uw toekomstvisie? De olieprijzen gaan zeker nog stijgen. Ik denk dat hij omhoog zal gaan tot 76 cent per liter ($3,50 per gallon) en dan niet meer omlaag of omhoog zal gaan. Mensen rijden nu nog even veel als vroeger, maar in de toekomst zullen de mensen meer gebruik gaan maken van het openbaar vervoer.

Conclusie:

We kunnen uit deze interviews goed het verschil opmaken tussen Amerikaanse en Nederlandse burgers. Het blijkt namelijk dat de gevolgen in de VS veel minder groot zijn dan in Nederland. Mensen uit de VS vinden het namelijk nog steeds niet nodig om zich aan te passen. Toch zien ook de mensen daar de olieprijzen flink stijgen. In de VS probeert men dit echter tegen te gaan door meer olie in eigen land te produceren, terwijl men in Nederland zich aanpast, en dus op zoek gaat naar andere energiebronnen of meer gaat besparen. Er bestaat dus wel degelijk verschil tussen de verschillende landen in deze wereld. Maar zal dat ook zo blijven als de prijs nog verder zal stijgen?

REACTIES

H.

H.

dankje wel man, ik leverde dit in en ik had een 9 !!1

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.