Leerdoelen Hoofdstuk 6 en 8

Beoordeling 4.1
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 4e klas vwo | 1071 woorden
  • 11 februari 2007
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 4.1
14 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Hoe blijf jij online in balans?

Media zijn de hele dag om ons heen en dat is niet zonder effecten. Daarom staat de Week van de Mediawijsheid, die vrijdag is begonnen, in het teken van gezond schermgebruik. Hoe deel jij je schermtijd zo in, dat jij je er goed en gezond bij voelt? We vroegen het aan jongeren in deze video van HoeZoMediawijs.nl.

Lees meer

6.1 1) lineaire groei: vast getal erbij exponentiele groei:vast percentage erbij
2) voedseloorlogen met epidemieën
3) niet gehad (denk ik) 4) veel variabelen erbij, je weet niet of er een ramp gaat gebeuren

6.2 1) het voorspellen van de bevolkingsgroei - bevolkingsgroei - voedselproductie - industrialisatie - uitputting van natuurlijke hulpbronnen - milieuvervuiling
2) alternatieve brandstoffen
nieuwe materialen
hergebruik
3) hoge brandstofprijs
goedkoper openbaar vervoer
4) niet gehad (denk ik) 5) niet gehad (denk ik)

6.3 1) het gebruik van kunstmest om de grond sneller vruchtbaarder te maken, zodat de grond eerder geschikt te maken om gewassen te telen. 2) Kringloop stikstof zie blz. 70 figuur 6.15
De rest: Zie samenvatting Bo 3) consumenten: stoffen omzetten in andere organische stoffen producenten: zetten anorganische stoffen om in organische stoffen reducenten: breken organische moleculen af tot anorganische moleculen
4) fotosynthese: 6CO2 + 6H2O à C6H12O6 + 6O2 bij verbranding: C6H12O6 + 6O2 à 6CO2 + 6H2O
5) organische: alle koolstofverbindingen muv: CO en CO2
6) endotherm: reacties waarbij energie nodig is
exotherm: reacties waarbij energie vrij komt. 7) een gesloten kringloop wil zeggen dat er geen stoffen de kringloop verlaten en er ook geen stoffen aan de kringloop worden toegevoegd. Zodra er stoffen verdwijnen of toegevoegd worden uit /aan de kringloop noem je het een open kringloop
8) organische mest bestaat uit dierlijke uitwerpselen en kunstmest bestaat uit voedingszouten zoals: nitraten en fosfaten

9) voedselpiramide: voedselketen in piramidevorm (survival of the fittest). 10) dat is niet het geval. 11) Groene revolutie: een ontwikkeling die door een plotselinge omwenteling in de landbouw zou zorgen (ook vergrote van de opbrengst aan landbouwproducten) 12) De regen met een grote hoeveelheid CO2
13) Nitraat wordt in ons lichaam omgezet in nitriet, deze stof belemmert de zuurstofopname in het bloed en kan overgevoeligheidsreacties opwekken. Ook kan het in combinatie met eiwitten worden omgezet in (kankerverwekkende) nitrosaminen

6.4 1) duurzaamheid: zelf de levensmiddelen hebben en ontwikkelen zonder de volgende generatie te hinderen (een lange levensduur in dit geval van de natuur) 2) het mestoverschot terugdringen. Streven naar een evenwicht tussen wat er aan fosfaten en nitraten in een brdijf binnenkomt. 3) Afval van importproducten/afval van de productie van exportproducten à uitputting van de 3e wereld. 4) Chemische bestrijding: bestrijding van plagen en ziektes mbv chemische middelen. Voorwaarden: ze mogen het milieu niet beschadigen. 5) Wat maar een klein deel is voor de planten is een groot deel voor de ‘hoofddiersoort’

6) Sluipwespen die met hun eitjes rupsen van schadelijke vlinders injecteren. De larven die uit de eitjes komen eten de bewuste rups van binnenuit op. Deze methode is geschikt voor glastuinbouw omdat het daar controleerbaar is. 7) Technische ontwikkelingen ? ?

8.1 1) weinig zuurstof, veel CO2 en geen water
2) CO2, de gassen uit actieve vulkanen bevatten voor een kwart CO2
3) De aarde staat net ver genoeg van de zon af om aan het oppervlakte een temperatuur te hebben H2O (l) 4) Thermosfeer
Mesosfeer
Stratosfeer ozonlaag
Troposfeer
Hoe hoger in de atmosfeer, hoe ijler à geleidelijker luchtgeleiding
5) beschermende schil tegen meteorieten en UV-straling
6) voor een gedeelte opgenomen in de grond en gassen (CO2) en dat andere gedeelte teruggekaatst, maar wordt vast gehouden door de atmosfeer. 7) Zie blz. 130 figuur 8.2
8) Biosfeer: dunne schil aan het oppervlakte van de aarde waar het leven in voorkomt.

8.2 1) om water te verdampen is energie nodig. Deze energie wordt in de vorm van warmte onttrokken aan de lucht à luchttemperatuur loopt minder hoog op. Els er geen water is om te verdampen, ontbreekt dit effect en loopt de temperatuur wel op. 2) Water neemt warmte op en koelen langzaam af. 3) Ze worden aangedreven oor de wind in de atmosfeer. De Conveyor Belt ( blz. 130 afbeelding ‘stromingen’) is een stroom die langs de VS, Afrika en Europa loopt. Dit heeft als gevolg dat de havens in Europa nooit dichtvriezen omdat daar een warme stroming is. 4) Eens in de tien jaar stroomt er warm water van de overzijde van de Stille Oceaan naar Peru i.p.v. koud water à El Niño. Geen visvangst, wordt stormachtig en nat. Indonesië en Australië à droger en heter. Najaar Zuid-Europa is nat VS: koude golven soms sneeuw in Mexico. 5) er waren veel lage temperaturen, geen vlekken op de zon
6) de moderne maatschappij is enorm kwetsbaar voor grote weersveranderingen. Als we van te voren weten hoe het klimaat veranderd en hoe snel, kunnen we misschien maatregelen nemen om de maatschappij en de economie tijdig aan te passen. Factoren: zonnestraling, samenstelling van de atmosfeer, ligging oceaanstromen. 7) door een meteorietinslag, veel iridium gevonden; komt nauwelijks op aarde voor, maar wel in meteorieten. Wereldwijde storingen van het klimaat als gevolg van de inslag door de stof en had een temperatuur daling tot gevolg (weinig zon) 8) onderzoek naar verschillende klimaten van de wereld uit de oudheid à mbv jaarringen, stuifmeel in de bodem, fossielen (=kalkafzetting), sedimenten van de grond(afzetting) ijskernen à ingesloten gassen
9) dan kunnen ze zien hoeveel invloed de mans heeft gehad.

8.3 1) kernenergie en waterkracht
2) 1) geen CO2 uitstoot
2) 1) gevaarlijk à straling
2) niet duurzaam
3) brandstofcellen: verbrand: geleidende vloeistof + katalysator à Energie zonnecellen: licht omgezet in laagjes silicium spanning
4) zonnecellen: duur
brandstofcellen: uitstoot CO2
5) -productie uit biomassa: CO2 uitstoot minder -elektrolyse: milieuvriendelijker
6) 7) duurzaamheid: het zodanig omgaan met de natuur dat het milieu wordt aangetast en dat de hulpbronnen beschikbaar blijven - windenergie - waterenergie - zonne-energie
8) stand-by (reststroom), HR-ketels, spaarlampen, warm water besparende douchekop
9) alternatieve energie, energiebesparen

8.4 1/2/3) in de stratosfeer bevind zich de ozonlaag. Deze (ijle) laag werkt als een filter en houdt bijna alle UV-straling tegen. O3 neemt UV op en valt uiteen in O en in O2 (warmte komt vrij). Omgekeerd vormen O en O2 weer O3 à in evenwicht
4) door het gebruik van CFK`s (koelmiddelen in koelkasten en diepvriezers en voor de productie van piepschuim. CFK = chloorfluorkoolwaterstof
5) schadelijk: kanker, verbranding, blindheid, cellen sterven af, rimpels. Nuttig: beperkt de gevolgen va eiwitbeschadigingen à kan zelf dan minder schade aanrichten. UV-straling kan schade aan het DNA veroorzaken en dat kan tot gevolg hebben dat de cel afbreekt/afsterft. Het lichaam beschermt zich tegen door de hoornlaag, pigment en door het (deels)herstellen van DNA. 6) anders wordt er te veel UV-straling doorgelaten als er geen ozonlaag is
7) broeikaseffect: stijging gemiddelde temperatuur op aarde
tussenijstijd: stijging temperatuur is normaal
menselijke invloed: uitstoot verbrande gassen
8) de stijging is normaal, maar zodat er invloed van de mens is noem je het versterkt
9) CO2, methaan (natuurlijke vulkanisme, rottingsprocessen), distikstofmonooxide (S2O) CFK
10) door de uitstoot van CO2 en door het verbruik van spullen waardoor de gassen vrijkomen
11) de stijging van de temperatuur begint ongeveer gelijk met de stijging van CO2 in de atmosfeer. 12) IPCC = Intergovernment Panel on Climate Change: belegt milieuconferenties en probeert mondiale maatregelen te treffen
13) Het is niet gemakkelijk, staat economische groei in de pad

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.