Hoofdstuk 12 Externe verslaggeving van een handelsonderneming
Externe verslaggeving: verslaggeving naar instanties (banken) en personen (aandeelhouders) Handelsonderneming: NV of BV
De NV/BV plubiceert een jaarverslag, met daarin een balans en resultatenrekening, met toelichtingen.
Balans
-------------------------------------------------------------------------
-Vaste activa -Eigen vermogen
-Vlottende activa -Langlopende schulden
-Liquide middelen -Kortlopende schulden
-------------------------------------------------------------------------
Vaste activa:
1 materiële vaste activa
2 immateriële vaste activa
3 financiële vaste activa
1 Terreinen, gebouwen, inventaris etc. Hierop moet je afschrijven (behalve terreinen).
2 Vergunningen, goodwill.
Vergunningen-> Je moet ergens een vergoeding voor betalen, of je krijgt ergens
toestemming voor (je vervaardigt onder licentie). Kost de vergunning veel geld, dan komt het
bedrag aan de debetzijde, het wordt geactiveerd. Daarna schrijf je de vergunning af. Kleine
bedragen gaan in één keer van de winst af.
Goodwill-> Bedrag dat betaald wordt boven het bedrag van de waarde van de onderneming,
die bereken je door de vaste activa te verminderen met de schulden. Goodwill is een soort
vergoeding voor de goede naam van de onderneming die je overneemt. Bij ene
huisartsenpraktijk betaal je goodwill voor de patiënten die je erbij krijgt.
3 Deelneming.
Een onderneming bezit dan een gedeelte van een andere onderneming, door bijv. effecten.
> 50% -> meerderheidsdeelneming 20-30% -> minderheidsdeelneming
Door deelneming kan een onderneming invloed uitoefenen op een andere onderneming.
Heb je > 5% moet je dat melden dankzij de Wet Melding Zeggenschap.
Vlottende activa
1 handelsgoederen (voorraden)
2 vorderingen (debiteuren)
3 transitorische activa (nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen)
4 effecten
5 liquide middelen
Liquide middelen is een aparte categorie, omdat de andere vlottende activa (nog) niet in liquide vorm aanwezig zijn. De onderneming kan effecten kopen als zij overtollige kasmiddelen heeft. Zo ontvangt zij meer interest/dividend dan wanneer zij het bedrag op de bank zet. Ook kunnen ze dan koerswinst maken. Verschil posten Deelneming en Efffecten: Bij deelneming wil de onderneming vooral invloed uitoefenen en is het voor een langere periode. Bij effecten is het zo dat ze liquide middelen over hebben en die gaan beleggen. Zodra de liquide middelen weer nodig zijn in de onderneming, verkopen ze de effecten weer. Voorraden kunnen op de balans worden opgenomen tegen de historische aanschafprijs (life of fifo), tegen de vaste verrekenprijs of tegen de vervangingswaarde.
Eigen vermogen
1 aandelenkapitaal
2 agioreserve
3 herwaarderingsreserve
4 wettelijke en statutaire reserves
5 overige reserves
6 nettowinst
Het bedrag dat aandeelhouders nog moeten betalen, vervult een garantiefunctie. Bij faillissement worden de aandeelhouders verplicht te betalen ten gunste van de verschaffers van vreemd vermogen.
De statutaire reserve is een reserve waarvan de statuten van de NV zeggen dat deze een bepaalde grootte bereikt moet hebben voordat er winst aan de aandeelhouders mag worden uitgekeerd.
De algemene reserve ontstaat door winstinhouding, winst dat in de onderneming blijft en niet aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd.
De post Dividendreserve kan ook op de balans staan. Veel ondernemingen volgen een politiek van dividendstabilisatie. Per jaar keren ze dan en vast percentage aan dividend uit. Als er daardoor winst overblijft, gaat dit op de post Dividendreserve. Is er een keer te weinig winst om het percentage te halen, halen ze de rest van de post Dividendreserve af.
De nettowinst krijg je door het winstsaldo te verminderen met de vennootschapsbelasting (belasting over de winst, 35%).
Er zijn regels voor de externe balans, zoals de waarderingsgrondslag van de voorraden en vaste activa.
De vaste activa wordt opgenomen voor de actuele waarde/vervangingswaarde.
De actuele waarde
Als de waarde van bijvoorbeeld een gebouw, stijgt de debetzijde. Om de balans in evenwicht te houden, komt er aan de creditzijde de post Herwaarderingsreserve. Dit is ook wel een wettelijke reserve, omdat de wetgever regels heeft verbonden aan deze post, zo mag deze reserve niet worden uitgekeerd aan aandeelhouders.
Als de waarde van het gebouw zou dalen, en aan de creditzijde is de waarde van de post Herwaarderingsreserve te laag, breng je deze eerst terug naar 0 en schrijf je het resterende bedrag af van de post Onverdeelde Winst.
De actuele waarde met inhaalafschrijvingen
Je kunt de herwaarderingsreserve berekenen door de boekwaarde vlak voor het moment van herwaardering te vergelijken met de boekwaarde die een even oude machine gehad zou hebben, als die zou zijn verkocht tegen de actuele waarde.
Voordeel: de herwaarderingsreserve is gelijk aan de wettelijke reserve.
Nadeel: Aan het einde van de levensduur is niet genoeg geld om de machine te kunnen vervangen.
Om wel een groot genoeg verdrag te hebben aan het eind van de levensduur kan de onderneming besluiten tot een inhaalslag. Op het moment van de prijsstijging berekent ze hoeveel er in het verleden te weinig is afgeschreven en voegt dit toe aan de herwaarderingsreserve -> inhaalafschrijving. Deze wordt ten laste gelegd van de onverdeelde winst. Bij deze methode: Herwaarderingsreserve = Verschil tussen aanschafprijs en actuele waarde.
De actuele waarde met inhaalafschrijvingen en financieringscorrectie “Bereken welk deel van de inhaalafschrijving als financieringsresultaat is aan te merken”: € 120.000 EV € 80.000 VV -> €120.000 ------------------------------ = 60% eigen vermogen €120.000+ € 80.000
inhaalafschrijving = €42.000 (afschrijving na herwaardering) - €30,000 (afschrijven voor herwaardering)= € 12.000
40% van € 12.000 = €4.800, dit kan als financieringsresultaat op het vreemd vermogen worden aangemerkt.
Het vreemd vermogen van een onderneming
1 voorzieningen
2 schulden op lange termijn (obligatieleningen, hypothecaire leningen en onderhandse leningen)
3 schulden op korte termijn (crediteuren, nog te betalen bedragen, vooruitontvangen bedragen)
Voorzieningen zijn bijvoorbeeld kosten die zich eens in de zoveel jaar voordoen, zoals het schilderen van gebouwen (voorziening voor groot onderhoud). Dagelijks onderhoud komen te laste van de winst van die periode.
Bij veel ondernemingen kunnen werknemers een pensioen opbouwen. Om dit te kunnen doen moet het bedrijf een zeker grootte hebben bereikt. Heeft ze dit niet, dan worden de pensioenrechten van werknemers ondergebracht bij pensioenfondsen of levensverzekeringsmaatschappijen. Grote ondernemingen die de pensioenen in eigen beheer hebben, richting vaak wel een afzonderlijke NV/stichting op hiervoor. Zo hebben slechte resultaten van de onderneming geen invloed op de pensioenen. Statutair is vastgelegd welk deel ervan mag worden belegd in de onderneming.
De resultatenrekening (winst-en-verliesrekening) Op de resultatenrekening wordt de nettowinst uit gewone bedrijfsoegening vastgesteld. De nettowinst vind je zo:
Netto-omzet ………. Inkoopwaarde omzet ……….. --------------- Bruto-omzetresultaat ………. Algemene kosten ……….. Afschrijvingskosten ……….. Verkoopkosten ………. --------------- Overheadkosten ………. ------------ Netto-omzetresultaat ……….. Interestbaten ……….. Interestlasten ………… ------------ financieringsresltaat ………… ------------ resultaat uit gewone bedrijfsuitoef. ……….. 35% vennootschapsbel. ……….. ------------- nettowinst uit gewone bedrijfsuitoef. ………….
Toelichting resultatenrekening moet bevatten: - Op welke wijze worden voorraden gewaardeerd? (lifo, fifo, vvp of actuele waarde) - Op welke wijze worden de vaste activa gewaardeerd? (historische aanschafprijs of actuele waarde) - omvang salarissen - omvang sociale lasten - pensioenlasten - bezoldiging van de directie en de commissarissen, incl. pensioenlasten.
REACTIES
1 seconde geleden