Artikel 36
Massa is een hoeveelheid van materie, massa kun je wegen met een balans.
1789 -> Lavoisier -> massa gaat niet verloren, Einstein is het er iet mee eens, geen universele wet
Flogiston = vuurstof, vroeger dachten mensen dat dit in brandbare stoffen zat, de ontdekking van zuurstof en de rol van zuurstof bij verbranding maakte een eind aan de flogistontheorie.
Alcohol is ->
• zeer brandbaar, goed schoonmaakmiddel
• een giftige stof
• gevaarlijker dan soft drugs, maakt mensen minder geremd
• gist+suikerwater, paar dagen laten staan op 37 graden
• gevaarlijk als mensen geen actieve vorm van ALDH bezitten, dan worden ze vergiftigd door de stof ethanal, die dan niet afgebroken wordt
Berkeley (17-18e eeuw) -> materie bestaat niet, de wereld om ons heen is wat zij schijnt.
Materie = massa die je kan aantonen en meten
Artikel 37
Ijzer zit in het hemoglobine in gebonden toestand, hemoglobine bevindt zich in de rode bloedcellen en zorgt voor transport van zuurstof door je bloed.
Bloedarmoede = te weinig ijzer in je rode bloedlichaampjes -> staalpillen
Ijzerhoudende stoffen = appelstroop, sesamzaad, peterselie, zonnebloempitten
Vitamine C, verbetert ijzeropname
Ijzer = Fe, 4e meest voorkomende element op aarde, goedkoopste mtaal en grondstof van staal
Bereiding van ijzer uit ijzererts =
Fe3O4(s)+4C(s)=3FE(s)+4CO(g)
Artikel 39
Papyrus = voorloper van papier uit Egypte, papyrusmatten, niet zo fijn en minder sterk
Eerste gedrukte boekwerken verschenen in Korea, Japan en China. Rond 1450 pas in Europa, in Duitsland.
1926 -> van der Grinten ontdekt witdrukken ipv blauwdrukken. Océ-papiersoorten, krantenfoto’s en fotopapier.
65% van het in Nederland gebruikt papier gaat terug naar de papierfabriek. 100% is niet haalbaar, er is ook vers papier nodig.
Tekenaars -> rotswanden – perkament(dierenhuid) – zijdepapier (uit China en Japan 17e eeuw)
Artikel 41 In onze hersenen zit een smaakcentrum en op onze tong zitten smaakreceptoren (holletjes waarin een molecule van een zoete, zure, bittere of zoute stof precies past) De info loopt via de zenuwen naar het smaakcentrum. Er zijn maar 5 smaken die je toch kan waarnemen, de rest gebeurt dmv geuren.
Artikel 43
Mijnbouw en metallurie in de oudheid ->
• paleolithicum (vóór 5000 voor C), stenen als sieraad, of werktuig
• kopertijd (3000-2200 voor C), koper maken dmv ovens
• vroege ijzertijd (1200-500 voor C), ijzersmeden
• late ijzertijid (500-50 voor C), magneetsteen, gereedschap, serviesgoed, sieraden.
Magnetisme -> magneetijzersteen, gevonden in de stad magnesia, element magnesium(niks te maken met magnetisme), Magnetische noordpool en zuidpool, deze veranderen langzaam van plaats. Het aardmagnetische veld is samengesteld uit ->
• de vloeibare buitenkant van de kern van de aarde (ongeveer 90% van het aardmagnetische veld)
• magnetisch gesteente in de aardkorst
• elektrische stromen in de aardkorst
• effecten van oceaanstromingen
Sommige bacteriën bewegen zich mbv magnetische zintuigen.
Artikel 44
De natuur is de uitvinder van glas -> rotsen smelten door bliksem, meteorieten slaan in en glasachtige stoffen worden gevormd.
Obsidiaan -> natuurlijk glas, werd in de steentijd al gebruikt, door de jaren heen ging men het glas verwerken, kralen – gekleurd glas – blauw glas (egypte) – 1e 2e eeuw voor C, glasblazen en spanningvrij maken van glas.
De islam heeft -> de uitvindingen en wetenschap van de oudheid bewaard, gekopieerd en verspreid. Gewerkt als verbindingsschakel tussen oost en west.
Arabische geleerden maakten glas met Borax ipv met soda of potas, afkomstig uit China.
Hans Lippershey -> uitvinden van de telescoop 1608
Galilei -> verbeterde de telescoop, sterrenkijker
Artikel 47 Kennis over sterrenbeelden gaat achteruit -> lichtvervuiling (te veel verlichting) De sterrenbeelden die wij kennen hebben namen gekregen uit de Griekse mythologie. Orion -> 1 van de weinige sterrenbeelden die lijken, herder of jager. Eerste geschrift over sterrenbeelden -> 1700 voor C, kleitablet uit mesopotamië Eudoxos -> eerste Griek die sterrenbeelden beschrijft 400 voor C. Astronoom -> Grieks voor “hij die de sterren benoemt” Hipparchus -> eerste die op systematische wijze sterren catalogiseert en onderzoekt, meer dan 1000 sterren. Hij bedacht het magnitudesysteem, dat gebruiken we nog steeds. Sterren met magnitude 6 zijn precies honderd keer zwakker dan sterren met magnitude 1. Ptolemaeus -> Egyptenaar die het werk van hipparchus heeft overgenomen en verbetert. Al-Battani -> Arabier die rond 900 in zijn “boek der vaste sterren” het werk van prolemaeus behandelt. De eerste Europese steratlassen 15e eeuw. Tijd van de ontdekkingsreizen -> leidde tot nieuwe sterrenbeelden. Lacaille voegt in 1754 14 nieuwe constellaties toe, bv de klok, het kompas, allen namen van wetenschappelijke instrumenten. 1928 de grenzen van de 88 officiële sterrenbeelden worden vastgesteld, elke ster behoort nu tot een sterrenbeeld.
Artikel 48
Hemelkoepel = hemelgewelf
Zenit = hetgeen recht boven je hoofd zit als je naar de hemelkoepel kijkt,
Poolster (=polaris)-> staat in het noorden, maakt deel uit van de kleine beer, staat in het verlengde van de aardas dus positie verandert niet.
Melkweg -> de witte band die over de hemel loopt
Ecliptica -> de lijn waarlangs planeten, zon en maan bewegen
Verandering van de hemel wordt veroorzaakt door het draaien van de aarde, 24 uur een heel rondje, per uur een draaihoek van 15 graden.
Circumpolaire sterren -> sterren van wie de gehele cirkel boven de horizon ligt. (tegenovergestelde = niet-circumpolair)
Hemelbol -> ziet de hele hemel om zich heen, het principe is uitgevonden rond 1500, op schepen waren er hemelglobes, hiermee kon mits juist gedraaid op elk moment de hemelkoepel worden weergegeven.
De positie van een ster is aan te geven met twee hoeken -> de azimut = de kompasrichting (noord = 0 graden, oost = 90 graden, zuid = 180 graden, west = 270 graden) en de hoogte, hiermee wordt de hoek bedoeld tussen de ster en de horizon.
Astrolabium -> oudste meetinstrument om de hoogte te meten.
Artikel 49 Megalieten -> stenen die enkele duizenden jaren geleden zijn neergezet in Bretagne (Frankrijk) in de nieuwe steentijd (neolithicum). Ook in Engeland, allemaal oriëntatie op het noordoosten, hoe-> , nog geen magnetisch kompas, gekeken naar bewegingen aan de hemel, zon en maan. Stonehenge -> 1 van de meest imposante megalithische monumenten, zijn symmetrie-as legt de zomerzonne-wende vast, als mensen deel gaan uitmaken van groepen, ontstaat de behoefte aan gemeenschappelijke uitgangspunten, bindende elementen. Middenin de steencirkel staat een reusachtige kompasroos. Stonehenge voorzag aan de behoefte aan een officiële kalender., wanneer moet er worden gezaaid, de wisseling van de seizoenen konden gevolgd worden, regelmaat van de natuur. De zon komt niet altijd in het oosten op, naarmate de herfst nadert vindt de opkomst van de zon minder noordelijk plaats, tot 21 december, winterzonnewende, de boog die de zon nu beschrijft is veel kleiner. Kalenders zijn de neerslag van periodieke verschijnselen van de natuur(dag en nacht, seizoenen en vorm en positie van de maan) Maankalenders -> oudste, niet zo goed, afwisseling van de seizoenen loopt niet gelijk. Egyptenaren hadden een kalender die was gebaseerd op de nijlstand, zij ontdekten sirius, de schemeropkomst van deze ster, de helderste van de hemel, werd gekozen als begin van het Egyptische jaar, zonnekalender, 12 maanden van 30 dagen en begin van het jaar 5 dagen buiten de maanden. De herkomst van onze kalender ligt in het nabije oosten. De Juliaanse kalender -> zonnekalender, om de 4 jaar een schrikkeljaar, iets te veel, de seizoenen verschoven, nieuwe correctie -> schrikkeljaren worden weggelaten bij de eeuwwisseling met uitzondering van jaartallen die deelvaar zijn door 400.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden