Sport: Badminton

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2232 woorden
  • 17 augustus 2006
  • 52 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
52 keer beoordeeld

BADMINTON

Benodigdheden ~ Een goed racket; ~ Shuttle; ~ Comfortabele kleding; ~ Een tegenspeler. (eventueel een medespeler en twee tegenstanders)

Racket Een goed racket is erg belangrijk. Het is daarom verstandig om u goed te laten adviseren door bijvoorbeeld een badmintontrainer, ervaren spelers en/of een winkelier. Zij kunnen u adviseren op het gebied van merk, prijs, bespanningen en gripdikte. Een racket bestaat uit een frame en een blad. Het frame mag maximaal 68 cm lang zijn. Het blad is ongeveer 28 cm lang en 22 cm breed. Het gewicht van het racket is verschillend. Dit komt doordat een racket door verschillende soorten materialen kan worden gemaakt.

Comfortabele kleding De kleding is natuurlijk ook van belang. De meeste spelers dragen een trainingspak met daaronder een t-shirt en een short. Na de warming-up kunt u uw trainingspak uit doen en na het spelen kunt u uw trainingspak weer aan doen. Hierdoor blijven uw spieren warm. Natuurlijk is het makkelijk om goede sportschoenen te dragen in plaats van schoenen met bijvoorbeeld hoge hakken. Let er op dat in de meeste sportzalen schonen met donkere zolen niet zijn toegestaan. Zorg er ook voor de uw schoenen niet te groot zijn. Dit voorkomt een mogelijke blessure.

Shuttles Badminton word gespeeld met behulp van een shuttle. Sommige shuttles halen een snelheid van maar liefst 300 km/h. Het gewicht van een shuttle is ongeveer 5 gram. Er zijn twee verschillende soorten shuttles verkrijgbaar. ~Veren shuttles; ~ Nylon shuttles.

Veren shuttles: Veren shuttles bestaan uit zestien veertjes (ganzenveertjes). De veren zijn bevestigd met een stukje kurk waarvan de doorsnede ongeveer 2,5 - 2,8 cm is. Over het stukje kurk zit een klein, dun lapje leer. Het nadeel van veren shuttles is dat er snel een veer beschadigd wordt. Door een beschadigde veer zal de snelheid van de shuttle minder worden.

Nylon shuttles: Nylonshuttles gaan minder snel kapot dan shuttles die gemaakt zijn van ganzenveren. Ze zijn daardoor dus ook goedkoper en de snelheid van de shuttle kan niet worden aangetast door een beschadigde veer.

Speelveld Het speelveld voor badminton ziet er zo uit:

Het veld is 13,40 meter lang en 6,10 meter breed. Het net moet bij de palen 155 cm hoog zijn. Het speelveld voor een enkelspel: Het speelveld voor een dubbelspel:

Verschillende slagen Service Uitgangshouding: Als je rechts bent, sta je met je linkervoet voor. Je racket houd je achter je lichaam gestrekt naar achteren klaar. De shuttle houd je voor je lichaam vast met het dopje omlaag. Oefen de service veel. Na een tijdje kan je gaan proberen of je de shuttle precies op een bepaald punt in het veld van de tegenstander kan mikken.

Clear Een clear is een hoge slag vanaf de achterlijn naar de achterlijn van de tegenstander. Het doel is de shuttle hoog en diep in het achterveld slaan.

Dropshot Een dropshot is een klein, zacht balletje net over het net. Het doel is dat de shuttle zacht en zo kort mogelijk over het net komt. Forehand Dropshot
Backhand Dropshot

Lob Dit is een hoge bal. Het doel is dat de shuttle hoog en diep in het achterveld komt. Forehand Lob
Backhand Lob

Smash De smash wordt krachtig naar de grond gespeeld. Het doel is dat de shuttle zo hard mogelijk bij de tegenspeler op de grond komt.

Het spel

Speelvormen Het badmintonspel kan op verschillende manieren gespeeld worden. 1) mannenenkel spel. (ME) 2) vrouwenenkel spel. (VE) 3) mannendubbel spel. (MD) 4) vrouwendubbel spel. (VD) 5) gemengd dubbel. (GD) (bestaande uit een dame en een heer)

Toss Voordat u aan een wedstrijd begint is het verstandig om een warming-up te houden. Daarna kunt u inspelen met uw tegenpartij. Zodra beide partijen aangeven klaar te zijn voor de wedstrijd, vind er een toss plaats. Dit houdt in dat de teller (scheidsrechter) de shuttle van het net laat vallen. De shuttle wijst dan met de neus naar een partij. Deze partij mag dan de volgende keuze maken: ~ Beginnen met het nemen van de eerste service. De eerste service van het spel zal dan door uw partij genomen worden. ~ Veldkant kiezen. U beslist dan aan welke kant van het veld u wilt beginnen met spelen.

Wanneer u uw keuze heeft gemaakt mag de tegenpartij de overgebleven keuze nemen. Als u er dus voor kiest om te beginnen mag de tegenpartij de veldkant kiezen. Wanneer u het veld kiest mag de tegenpartij beginnen met het nemen van de eerste service. Hierna kan het spel dus echt beginnen.

Warming-up Zoals we al eerder vermeld hebben is het verstandig om te beginnen met een warming-up. Hierdoor worden uw spieren warm en verkleind u de kans op blessure. Bij badminton bestaan de meeste warming-ups uit de volgende onderdelen: ~ Loopoefeningen; Denk daarbij aan wandelen, sprinten, springen et cetera. ~ Rek- en strekoefeningen; ~ Oefeningen om uw armen, polsen, benen en enkels soepel te draaien; ~ Inslaan met een partner. Over het algemeen duurt een warming-up 10 tot 25 minuten.

Cooling-down Na een wedstrijd (of training) is het verstandig om een cooling-down te houden. Ook hierdoor kunt u de kans op blessure verkleinen. Net als bij de warming-up, wordt de cooling-down uitgeoefend door middel van een aantal oefeningen. Een cooling-down bestaat uit: ~ Loopoefeningen; Denk daarbij aan uitlopen en/of uitspelen. ~ Rek- en strekoefeningen; ~ Iets drinken om het verloren vocht weer op te kunnen nemen; Drink dan bijvoorbeeld water. ~ Douchen.

Spelregels en verloop

Enkelspel De service moet vanuit het rechter serveervak worden geslagen, respectievelijk in het rechter serveervak worden ontvangen, als de serveerder geen of een even aantal punten heeft gescoord in de game. De service moet vanuit het linker serveervak worden geslagen, respectievelijk in het linker serveervak worden ontvangen, als de serveerder een oneven aantal punten heeft gescoord in de game. De shuttle wordt beurtelings door de serveerder en de ontvanger geslagen totdat een fout wordt gemaakt of totdat de shuttle niet langer in spel is. Scoren en serveren
Als de ontvanger een fout maakt, of als de shuttle niet langer in spel is omdat deze binnen de speelhelft van de ontvanger de vloer raakt, scoort de serveerder een punt. De serveerder serveert dan opnieuw, echter vanuit het andere serveervak. Als de serveerder een fout maakt, of als de shuttle niet langer in spel is omdat deze binnen de speelhelft van de serveerder de vloer raakt, verliest de serveerder het recht van serveren. De ontvanger wordt dan de nieuwe serveerder waarbij geen van de spelers een punt scoort.

Het dubbelspel Aan het begin van een game en telkens wanneer een partij het recht van serveren terugkrijgt, moet de service vanuit het rechter serveervak worden geslagen. Alleen de ontvanger mag de service terugslaan; mocht de shuttle worden geraakt of geslagen door diens partner, dan is dat een fout en scoort de serverende partij een punt. Volgorde van spelen en positie op de baan. Nadat de service is teruggeslagen, wordt de shuttle beurtelings door één van de spelers van de serverende partij en één van de spelers van de ontvangende partij geslagen totdat de shuttle niet langer in spel is. Nadat de service is teruggeslagen, mag een speler de shuttle terugslaan vanaf elke willekeurige positie aan zijn zijde van het net.

Serveervakken De speler die aan het begin van een game serveert moet serveren respectievelijk ontvangen in het rechter serveervak, als zijn partij geen of een even aantal punten heeft gescoord in de game, en in het linker serveervak, als zijn partij een oneven aantal punten heeft gescoord in de game. De speler die aan het begin van een game de service ontvangt moet ontvangen respectievelijk serveren in het rechter serveervak als zijn partij geen of een even aantal punten heeft gescoord in de game, en in het linker serveervak, als zijn partij een oneven aantal punten heeft gescoord in de game. Op de partners is het omgekeerde van toepassing.

Scoren en serveren Als de ontvangende partij een fout maakt, of als de shuttle niet langer in spel is omdat deze binnen de speelhelft van de ontvangende partij de vloer raakt, scoort de serverende partij een punt, en serveert de serveerder opnieuw. Als de serverende partij een fout maakt, of als de shuttle niet langer in spel is, omdat deze binnen de speelhelft van de serverende partij de vloer raakt, verliest de serveerder het recht van serveren waarbij geen van de partijen een punt scoort. Bij elke servicebeurt moet de service beurtelings vanuit elk serveervak worden geslagen, behalve in gevallen waar spelregel 12 of 14 van toepassing is.Het recht van serveren in een game gaat over van de speler die het eerst serveert naar de speler die het eerst ontvangt, dan naar diens partner, dan naar de tegenstander die vanuit het rechter serveervak moet serveren (spelregel 11.5), dan naar diens partner, enzovoorts. Een speler mag niet voor zijn beurt serveren of ontvangen of in dezelfde game twee opeenvolgende services ontvangen, behalve wanneer spelregel 12 of 14 van toepassing is. De partij die een game wint mag bepalen wie van de beide spelers van die partij in de volgende game eerst serveert; evenzo mag de verliezende partij bepalen wie van de beide spelers van die partij in de volgende game eerst ontvangt.

Puntentelling

Zoals bij de meeste spelen, wint de speler die als eerst de benodigde aantal punten haalt. De score gaat volgens de zogenaamde rallypoint systeem. Dit houdt in dat zoveel de serverende partij als de ontvangende party punten kan scoren. In het verleden was het zo dat slechts alleen de serverende party een punt kon scoren. Deze regel is sinds februari 2006 veranderd. Wanneer een serverende partij de shuttle als het waren verliest, betekend dat een punt voor de ontvangende partij. Deze partij krijgt dan ook de service. Dit geldt voor zowel een dubbel als een enkel partij.

Alle wedstrijden (mannenenkel, vrouwenenkel, mannendubbel, vrouwendubbel en de gemengd dubbel) worden tot en met de 21 punten gespeeld. Hierbij moet een verschil van twee punten zijn. Wanneer de stand dus 20-20 is, wordt er door gespeeld tot dat een van beide teams een verschil van 2 punten heeft weten te behalen. (bijv. 22-20). Het kan voorkomen dat de stand 29-29 wordt. In dit geval zal het 30ste punt de beslissende zijn. Het team dat dus de laatste rally weet te behalen, is de winnaar van de gespeelde set. Een team kan tijdens een rally dus nooit meer dan 30 punten behalen.

Wanneer een partij het aantal benodigde punten heeft behaald, heeft deze partij de eerste set gewonnen. Hierna wordt er een tweede set gespeeld. De partijen wisselen dan van speelhelft. De partij die de eerste set heeft gewonnen mag in de tweede set beginnen met het nemen van de eerste service. Aan het eind van de tweede set zijn er twee mogelijkheden: ~ De partij die de eerste set won, heeft de tweede ook gewonnen en is dus de winnaar van de wedstrijd; ~ De partij die de eerste set verloor, heeft de tweede set gewonnen en de stand is dus 1-1 in sets. Er moet dus een derde set gespeeld worden. De winnaar van deze derde set is tevens de winnaar van de wedstrijd. (Best of three). Aan het begin van de derde set wordt er eveneens gewisseld van speelveld. Wanneer een van beide teams 11 punten heeft behaald (in de derde set) wordt er opnieuw gewisseld van speelveld. Fouten

Tijdens een wedstrijd kunnen er heel wat fouten gemaakt worden. Hieronder staan er enkele op een rij. Er is een fout wanneer: ~ De shuttle het speelveld uit wordt geslagen; (we zeggen dan: de shuttle is uit) ~ De shuttle in het net geslagen wordt of er onder door; ~ De shuttle tegen het plafond gespeeld wordt; ~ De shuttle wordt twee maal wordt geraakt in één slag; (we zeggen dan: dubbel) ~ Een deel van de shuttle zich boven de middel van de serveerder/serveerster bevindt; ~ Beide de serveerder niet met beide voeten in zijn/haar serveervak staat; ~ Het blad van je racket niet duidelijk onder de hand van de serveerder/serveerster is; ~ Een speler de shuttle raakt met zijn/haar lichaam; ~ Een speler het net aanraakt (met het lichaam en/of het racket); ~ Een speler zijn tegenstander probeert te misleiden en/of te hinderen; Let
Wanneer er onduidelijkheid is in het spel als gevolg van iets dat van te voren niet te overzien was, is het mogelijk om een let te houden. Bijvoorbeeld wanneer er een shuttle van de wedstrijd die op de baan naast die van u plaats vind, bij u in het speelveld beland. Een let houdt in dat de partij die het laatst geserveerd heeft, deze service opnieuw neemt. Net
Het speelveld van de twee partijen wordt gesplitst door een badmintonnet. Dit net hangt op een hoogte van 1 meter 55. Het net wordt ondersteund door palen. Op elke zijlijn staat een paal. Het net hangt hier dan iets hoger. Het net heeft een gaasstructuur. Dit houdt in dat er kleine gaten in zitten. De shuttle kan niet door de gaten waardoor het dus nauwkeuriger is om te zien of dat de shuttle over het net is geslagen of er onderdoor. De shuttle kan dus niet door het net geslagen worden. De neus van de shuttle is wel groot genoeg om door het net te gaan. Hierdoor blijft soms de shuttle in het net hangen. Over het algemeen komt dit niet vaak voor. Wanneer dit gebeurd maken we geen gebruik van een let. Dat betekend dus dat er niet op nieuw geserveerd wordt maar dat de partij die de shuttle in het net sloeg een fout heeft gemaakt. De service gaat dan dus over naar de volgende speler. Tenzij de tegenpartij serveerde. Deze partij heeft dan dus een punt gescoord.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.