Gitaren

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 5332 woorden
  • 29 mei 2006
  • 277 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
277 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Studiekeuzestress? 5 gouden tips om voor áltijd te blijven twijfelen

Ben jij ook zo'n expert in het uitstellen van je studiekeuze? Met deze 5 tips blijf je gegarandeerd nog járenlang twijfelen. Want waarom zou je een beslissing nemen als je ook gewoon... niet kunt kiezen? 

Check het hier

Gitaren

Elektrische gitaren & Akoestische gitaren

Inhoud

1. Inleiding
2. De gitaar
3. De geschiedenis van de gitaar
4. De akoestische gitaar
5. De elektrische gitaar
6. Gitaaraccessoires
7. Stijlen&technieken

1. Inleiding

Mijn werkstuk gaat over de gitaar. Dan denken veel mensen natuurlijk meteen aan de elektrische gitaar, maar ook de akoestische gitaar zit ingewikkeld in elkaar. Ik maak het over de gitaar omdat ik zelf gitaar speel en omdat er net een nieuwe verbetering voor de gitaar is uitgevonden, namelijk de digitale gitaar. Daar zal ik nog meer over vertellen in de rest van mijn werkstuk.

2. De gitaar

Een gitaar is een chordofoon (snaarinstrument). Dat is afgeleid van “chardo”, dat snaar betekende in het Grieks en “phone”, wat klinken betekent. De chordofonen zijn te verdelen in 2 groepen, luiten en harpen. Bij harpen heeft elke snaar één toon, die niet verandert, en bij luiten kun je door de snaren in te drukken op de toets (hals) verschillende tonen maken met dezelfde snaar. Een gitaar hoort bij de groep luiten. De luiten kan je ook weer verder onderverdelen in groepen, zoals de schaal- en kastluiten. Bijvoorbeeld een middeleeuwse luit, een saz en een sitar hebben een schaalvorm, en een cello, een banjo en een gitaar hebben een kastvorm. Daar heb je ook weer twee groepen in, namelijk tokkel- en strijkinstrumenten. Een gitaar is een tokkelinstrument. Ondertussen zullen de meeste mensen wel de draad zijn kwijtgeraakt, dus heb ik er nog een plaatje van gemaakt. (zie fig. 1)

Een gitaar bestaat uit een klankkast (bij elektrische gitaren body genoemd), een hals met frets, een kop met stemknoppen, een kam, een brug, een klankgat en snaren. (zie fig2. )

De meeste stemknoppen werken met een wormwiel en een tandwiel. De knop zit aan het wormwiel dat haaks op het tandwiel staat. Aan het tandwiel zit een staafje dat aan het midden van de kop vast zit. Daar zit de snaar aan vast. Als je aan de knop draait word de draaiende beweging dus vertraagd overgebracht, zodat je de gitaar heel precies kan stemmen. Sommige stemknoppen zijn het verlengde van het staafje waar de snaar aan vast zit, vooral bij elektrische gitaren. Die zijn dus moeilijker precies te stemmen. Tussen twee frets in moet je de snaren indrukken om de juiste tonen te krijgen. Je kunt ook een flazulette spelen door op één kwart, de helft of drie kwart van de snaar een vinger op de snaar te leggen, maar de snaar niet in te drukken. De snaren zitten aan de ene kant vast aan de kam, dan gaan ze over het klankgat en de hals, lopen over de brug en komen uit bij de stemknoppen op de brug. Een gitaar kan je in twee formaten kopen, namelijk ¾ gitaar en hele gitaar. Een ¾ gitaar is wat kleiner en heeft een smallere hals, zodat hij gemakkelijk te bespelen is voor kinderen. Als je wat groter bent, is een grote gitaar handiger, omdat je bij een kleine gitaar vaak de snaren per ongeluk afdempt met je vingers omdat ze te dicht bij elkaar zitten. Ook moet je als je een te kleine gitaar hebt vaak in ongemakkelijke standen spelen, omdat het klankgat te dicht bij de hals zit. Bij de gitaar zitten de lage snaren aan de bovenkant van de hals en de hoge snaren aan de onderkant. Hoe dikker een snaar is, hoe lager hij is. Voor het onthouden van de snaren is een ezelsbruggetje bedacht: Een Aap Die Geen Bananen Eet. De laagste snaar is een E, de volgende een A, de volgende een D, enz. Bij het gitaarspelen gebruik je beide handen. Bij rechtshandigen is de rechterhand de speelhand, waarmee je de snaren aanslaat, en de linkerhand de frethand, waarmee je de snaren tussen de frets indrukt. Er zijn speciale gitaren voor linkshandigen, maar daar speelt niet iedere linkshandige op. De reden daarvoor is dat niet iedere gitaar ook voor linkshandige verkrijgbaar is, en dat het werk van de linker en de rechterhand bij gitaarspelen qua moeilijkheid niet zoveel verschilt. Als je linkshandig gitaar wilt spelen op een rechtshandigen gitaar, dan kan dat ook, alleen moet je dan wel opletten dat je geen gitaar met een cut-out (er is als het ware een “hap” uit de gitaar aan de rechterkant vlakbij de hals, zodat de speler bij hogere vakjes kan komen met zijn vingers), want als je de gitaar omkeert komt de cut-out aan de verkeerde kant van de gitaar te zitten. Ook moet je de snaren omwisselen, want anders zitten de snaren andersom en dan speelt het moeilijker omdat je bij akkoorden dan altijd van onder naar boven moet aanslaan, en dat is geen doen.

3. De geschiedenis van de gitaar

De eerste gitaren en gitaarachtigen in Europa en Afrika zouden zijn ontstaan uit jachtbogen en schildpadschilden of kalebassen om het geluid te versterken. In China hadden ze toen die ontstonden echter al een zeer ontwikkelde cultuur en al vele snaarinstrumenten, maar gitaar zoals wij die kennen is uitgevonden door de Arabieren en in de twaalfde eeuw namen zij hem mee naar Spanje. Toen had de gitaar nog maar vier snaren. Het woord gitaar is afgeleid van het word “tar” dat snaar betekent in het Sanskriet. In Spanje voerden ze de vijfde snaar in en sindsdien is de gitaar niet allen een slaginstrument meer, maar ook melodie-instrument. In de zestiende eeuw werd de gitaar gezien als een armeluisinstrument. De luit was populair bij de rijken, maar omdat de gitaar makkelijker te bespelen was, werd die later ook bij hen populair. In de zeventiende eeuw was het bij de deftige dames zelfs in de mode om gitaar te spelen. Tot dan toe had de gitaar vijf dubbele snaren gehad, dus tien snaren, maar in de zeventiende eeuw kreeg de gitaar er een zesde snaar bij en werden enkele snaren gebruikt in plaats van dubbele. In de achttiende en negentiende eeuw was het bij deftige mensen erg populair om gitaar te spelen. Aan het einde van de negentiende eeuw heeft een gitaarbouwer, Anonio de Torres, nog veel verbeteringen aangebracht aan de gitaar. Zo heeft hij bijvoorbeeld de grotere klankkast ingevoerd. Daarvoor was het een vrij klein instrument, maar met een grotere klankkast en dus meer volume en speelgemak, werd het instrument nog populairder. In de twintigste eeuw werd de elektrische gitaar uitgevonden. Die was toen vooral in de jazzmuziek en in de bluesmuziek erg populair, en maakte dat ook veel niet deftige mensen gitaar gingen spelen. Nu is de gitaar in bijna alle soorten muziek populair.

4. De akoestische gitaar

De akoestische gitaar heeft een houten klankkast, hals en kop, stalen fretten, een ivoren of plastic brug en een houten kam. (zie fig. 2) Je hebt drie soorten akoestische gitaren, namelijk de Spaanse gitaar (zie fig. 4), de countrygitaar(zie fig. 5) en de semi-akoestische gitaar.

Spaanse gitaar
De Spaanse gitaar (zie fig. 4) is de gitaar zoals de meeste mensen die kennen. De stemknoppen zitten in paren van drie aan weerszijden van de kop, in een hoek van 90° ten opzichte van het staafje waar de snaar om zit gedraaid. De Spaanse gitaar wordt veel gebruikt in de Spaanse muziek, maar ook in veel andere stijlen, zoals de klassieke muziek, wordt de Spaanse gitaar gebruikt. Veel beginners kopen een Spaanse gitaar omdat ze die vaak het gemakkelijkst te bespelen vinden, maar ook veel gevorderden hebben er een. Hij is naar Spanje gebracht door de Arabieren, zoals je ook al kan lezen in het hoofdstuk “De geschiedenis van de gitaar”.

Country gitaar
De country (zie fig. 5) gitaar lijkt op de Spaanse gitaar, maar is toch iets anders. De onderkant van de klankkast is breder dan de bovenkant. Dit geeft steun aan de bovenarm van de slagarm. Vaak heeft hij een kastbeschermer en/of een cut-out. Soms heeft een Spaanse gitaar ook en cut-out, maar dat zie je niet vaak. Ook is de hals van de countrygitaar smaller en heeft hij vaak stalen snaren, of twee snaren van nylon en vier snaren van staal. De country gitaar heeft vaak en klankkastbeschermer, voor als je met een plectrum speelt. Over het plectrum kan je meer lezen in het hoofdstuk “Accessoires” Een klankkastbeschermer is een dun, (meestal) plastic plaatje dat op je klankkast zit geplakt om te voorkomen dat je de gitaar beschadigd. Ook als je met je nagels speelt kan je zonder klankkastbeschermer je gitaar lelijk beschadigen.

Semi-akoestische gitaar
Dan heb je de semi-akoestische gitaar, die zie je niet vaak. Er zijn twee soorten semi-akoestische gitaren. De eerste soort wordt erg veel gebruikt in de jazzmuziek. Deze gitaar (zie fig. 6) heeft een stalen kam die over de rand van de gitaar heen gaat. Ook deze heeft een smallere hals dan de akoestische gitaar. Semi-akoestische gitaar1
Er zitten twee F-vormige gaten in, fig. 6
als bij een viool. Hij heeft een heel breed onderdeel ten opzichte van het bovendeel van de klankkast. Hij heeft een kastbeschermer die een stukje boven de kast staat in plaats van er opgeplakt te zitten. De andere soort (zie fig. 7) heeft een soort omgekeerde stalen schaal op de klankkast zitten op de plaats van het klankgat. Deze gitaar wordt ook erg veel gebruikt in de countrymuziek, dus wordt hij vaak ook wel countrygitaar genoemd Door het staal heeft deze gitaar een erg aparte klank. Boven het stalen gedeelte zitten twee ronde gaten in de klankkast. In het stalen gedeelte zitten vaak veel figuren uitgezaagd.

5. De elektrische gitaar

De Elektrische gitaar is uitgevonden door Leo Fender. Hij dacht: als ik dat geluid gewoon heel veel versterk, heb ik geen klankkast meer nodig, alleen een soort houten plank. Daar doe ik dan snaren op en klaar is Kees. Een elektrische gitaar heeft (zie fig. 8) een body, een hals, zes snaren, zes stemknoppen, frets, knopjes om een draagband aan te bevestigen, een klankkastbeschermer een input om het snoer in te steken, een brug, een kam, knoppen om het volume, de bas (lage tonen), de middle (niet hoge en niet lage tonen), of de treble (hoge tonen) in te stellen en drie strips met microfoontjes die onder de snaren zitten waar normaliter het klankgat zit(pick-ups). Sommige gitaren hebben ook een tremelo arm, een soort ijzeren staafje om een zogenaamd wah-wah geluid mee te maken, een special effect.

Bij een elektrische gitaar wordt het geluid dat de snaren maken opgevangen door de microfoontjes een heel veel keer versterkt. Er is voor elke snaar een apart microfoontje, zodat je het geluid per snaar kan instellen. Zo kan je de bas, middle of treble hoger of lager zetten. Bij een elektrische gitaar zitten de stemknoppen vaak aan één kant van de kop. Op de hals van de gitaar staan vaak stippen. Dat is handig voor de speler, want die kan dan zonder tellen zien welke fret het is tijdens het spelen.

Nu worden elektrische gitaren door heel veel verschillende fabrikanten gemaakt. De meest bekenden zijn Fender, Gibson, Dean, Yamaha, Stagg, Squier en Ibanez. Verder zijn er nog allerlei kleine merken, met maar een stuk of tien verschillende gitaren. Er zijn verschillende modellen elektrische gitaren.

Strat
Deze strat heeft een sunburst lak. Dat betekent dat het een houtstructuur heeft, en dat de lak aan de randen steeds donkerder wordt. Dat kan met een bruinige houtkleur en zwart, maar ook met heel lichte houtkleur en rood. Lang niet alle strats hebben een sunburst lak, meer hebben een gewone, effen lak.

Jaguar
De volgende soort is de jaguar. Deze wordt veel gebruikt in de jazzmuziek en dit model is ook erg in trek bij de basgitaren. Hij ziet er voor het grootste deel hetzelfde uit als de Strat, maar de rechter punt staat niet omhoog (zie fig. 10) Jaguar
Vaak loopt de klankkastbeschermer door Fig. 10
tot in de linkerpunt en zijn de punten ervan
donker gekleurd.

Telecaster
Waar de Strat en de Jaguar drie rijen met microfoontjes hebben, heeft de derde soort, de telecaster, er maar één. Hij heeft vaak een vrij grote kam en een speciaal plaatje voor de vollume-, bas-, middle- en trebbleknoppen. De klankkastbeschermer van deze gitaar is ongeveer op de helft van een normale klankkastbeschermer recht afgekapt(zie fig. 11).

Andere modellen
De Strat, de Jaguar en de Telecaster zijn de meest voorkomende modellen, maar er zijn ook veel andere vormen mogelijk. Wel bekend maar niet zo veel voorkomend zijn de Z (zie fig. 12. 1), V (zie fig. 12. 2) en ML (zie fig. 12. 3) modellen.

Je kunt wel zien dat deze modellen hun naam aan hun vorm te danken hebben (bij de ML wat minder). Deze modellen zijn bedacht en ontworpen door Dean. Soms worden er gitaren gemaakt in samenwerking met beroemde zangers of bands, zoals met Kiss (zie fig. 13). Die weten vaak wel wat af van gitaren en willen hun eigen design. Ook omdat mensen sneller een gitaar kopen als hij is bedacht door hun idool of als zijn beeltenis op op staat. Veel gitaristen ontwerpen ook hun eigen gitaar omdat ze een unieke design willen of omdat ze de designs die er al zijn niet mooi genoeg vinden.

Dan heb je nog andere gitaren in allerlei vreemde vormen, zoals gitaren met 2 halzen (zie fig. 14) of zoals met een beschilderde body.

Een tijdje geleden is door de Amerikaanse gitarenfabriek Gibson Guitar de digitale elektrische gitaar uitgevonden. Bij de digitale gitaar wordt het analoge signaal van het geluid in de gitaar zelf al omgezet in een digitaal signaal, zodat je geen kwaliteitsverlies hebt . Bij een analoge elektrische gitaar kan er tijdens het vervoer van het signaal vanaf de microfoontjes kwaliteitsverlies ontstaan. Ook in de kabel naar de versterker kan de kwaliteit verslechteren en hoe langer de kabel naar de versterker is, hoe meer kwaliteitsverlies. Volgens de makers kan bij de digitale gitaar het signaal over twee kilometer kabel gaan zonder kwaliteit te verliezen. Ook kan je bij de digitale gitaar precies alle snaren apart afstellen. Omdat het een digitaal signaal is, kan je het ook aansluiten op de computer en de tonen van elke snaar afzonderlijk bewerken.

6. Gitaaraccessoires

Bij de gitaar zijn veel handige dingetjes verkrijgbaar. Het zijn er veel te veel om hier allemaal te noemen, van gitaarpoets tot voetenbankjes, maar ik zal de belangrijkste in dit hoofdstuk behandelen.

Plectrum
Haast iedereen kent ze wel: kleine plastic schijfjes waar je zowel mee kan tokkelen als akkoorden mee kan aanslaan. Plectra zijn verkrijgbaar in alle verschillende soorten, maten en kleuren. En als je daar nou niets tussen kan vinden wat je bevalt, dan kan je altijd nog bij sommige makers zoals Dunlop, zelf een plectrum ontwerpen met je eigen naam, tekst of afbeelding er op. De plectra zijn er in de standaard vorm (zie fig. 17), in de driehoekige vorm (zie fig. 18) en in de sharkfin vorm (zie fig. 19). Ook de dikte en grootte van een plectrum maakt veel uit. Als je
snelle solo’s wilt spelen, kan je het best een dunne plectrum nemen. Standaard plectrum
Daar kan je beter de snelle, hoge noten mee spelen, omdat dunne plectrums fig. 17
buigzaam zijn en niet snel achter andere snaren blijven haken. Ook kan je een kleine plectrum nemen, omdat die ook niet snel achter andere snaren blijft haken. Bij het spelen van harde akkoorden kan je beter een dikkere, grotere plectrum gebruiken, omdat je daarbij vaak hard wil spelen en juist wil hebben dat je plectrum achter alle snaren blijft haken om ze aan te slaan. Elke gitarist heeft zijn eigen plectrum smaak. De een speelt het fijnst met een dunnen sharkfin, de ander gebruikt liefst een stevige driehoek. De dunste plectra zijn ±0. 6mm dik, de dikten ±3mm dik. Het plectrum is driehoekige plectrum waarschijnlijk uitgevonden door iemand die bij het spelen van akkoorden weer eens een gitaarblaar kreeg, een blaar op je duim van het vele spelen van akkoorden, en dacht: “Waarom maar altijd met je handen spelen? Dat moet toch ook anders kunnen?” Zo gezegd, zo gedaan. Het plectrum wordt vooral veel gebruikt in de rock en pop muziek, maar ook in andere stijlen kom je hem vaak tegen. Velen vinder het ook een voordeel dat je met een plectrum harder kan spelen, zodat je als je zonder versterker speelt toch boven andere instrumenten, zoals drums of basgitaar, kan uitkomen. Dan heb je nog een speciaal soort plectrum, namelijk de vingerplectrum. Deze doe je om je vinger. Je hebt speciale plectrums voor je duim, omdat die dikker is dan je andere vingers.

Capodastro
De capodastro of capo (zie fig. 20) is een klem die je om de hals van je gitaar kan klemmen. Als je hem op een vakje op de hals van je gitaar zet wordt daar een barré (meerdere snaren op dezelfde plaats op de hals ingedrukt door dezelfde vinger/capodastro) op alle zes de snaren gelegd en zo gaat de muziek hoger klinken. De capo wordt veel toegepast in de Spaanse muziek, en wat minder bij elektrische gitaren. Als hij daar wordt toegepast is het
Capodastro meestal door sologitaristen die geen noten onder bijv. de 5e fret spelen. Dan zetten ze daar hun capo op, zodat ze geen last van hun vinger krijgen.

Bottle-neck
De bottle-neck (zie fig. 21) wordt veel gebruikt in de bluesmuziek. Oorspronkelijk is het, zoals de naam al zegt, een flessennek, maar tegenwoordig is de bottle-neck verbeterd tot een stalen buisje. Je doet het om je pink. Als je dan een solo speelt glijdt de bottle-neck over de snaren als je van het ene naar het andere vakje schuift met je hand. Dat geeft een apart geluid. Een nadeel van de bottle-neck is dat het niet zo goed werkt als, zoals bij de Spaanse gitaar, de drie 2 bottle-necks
bovenste snaren van nylon zijn in plaats van dat ze fig. 21
gemaakt zijn van metaal. Het geluid dat de bottle-neck maakt krijg je ook als je met je vingers een slide maakt. Dat betekent dat je nadat je de sna(a)r(en) hebt aangeslagen met je vingers van het ene naar het andere vakje glijdt terwijl je de snaar ingedrukt houdt. Het geluid dat je dan hoort, is ongeveer het geluid van een bottle-neck, allen dan zachter.

Versterker
Een van de belangrijkste accessoires bij de elektrische of elektrisch versterkte gitaar (een akoestische gitaar met een microfoon erin) is de versterker (zie fig. 22). Versterkers heb je in veel maten en klasses. De meesten hebben een knop voor volume, bas, trebble, middle, en reverb. Reverb is de tijd dat de tonen naklinken. Als de reverb hoog staat, klinken de tonen langer na. Ook hebben veel versterkers gain. Dat zorgt ervoor dat, als je elektrisch versterkte gitaar speelt, je toch een soort van “elektrische-gitaar-sound” krijgt. Hoe hoger je de gain zet, hoe meer je dat hoort. Maar als je het vollume, de reverb of de gain te hoog zet, dan gaat je versterker suizen. Dat komt doordat hij de kleinste trillinkjes versterker
dan versterkt, dan versterkt hij zijn eigen geluid, enz. Dan krijg fig. 22
je een hoog gepiep, dat pijn doet aan de oren. Als je na het spelen de versterker meteen uitzet of meteen het snoer lostrekt voordat je het volume uitgezet hebt, hoor je een soort plop. Dat hoor je vooral als je volume erg hoog stond. Dat komt doordat je dan in één keer het geluid laat verdwijnen en dat kan nogal ernstig zijn. Als je volume namelijk te hard stond, dan klapt de speaker in je versterker kapot. Een versterker bestaat uit een speaker, wat elektrische apparatuur en een soort kastje waar het allemaal in zit. Versterkers worden niet alleen bij gitaar, maar ook bij de meeste andere instrumenten zoals contrabas, keyboard en saxofoon gebruikt.

Voetenbankje
Voetenbankjes (zie fig. 23&24) zijn om je voet op te zetten als je gitaar speelt en zorgen voor een betere steun voor de gitaar en een gemakkelijkere houding. Je hebt ze van hout en plastic. Ze zijn met een speciaal systeem in hoogte verstelbaar. De meesten hebben drie hoogten. Als je het voetenbankje heel hoog zet, dan zit de klankkast van je gitaar ook heel hoog. Het verschilt per gitarist hoe hoog je voetenbankje metaal hem moet zetten om prettig te kunnen spelen, maar fig. 23 de meesten vinden de laagste of de middelste stand het fijnst. Je hebt voetenbankjes in verschillende uitvoeringen. Ze moeten goed op druk belast kunnen worden, maar niet zo veel druk want je laat niet je hele gewicht op het voetenbankje rusten, alleen maar je voet. De meeste voetenbankjes zijn van metaal met een rubberen ribbellaagje bovenop, maar soms kom je ook luxueuze uitvoeringen van hout tegen.

Draagband
Bij alle elektrische gitaren en ook bij sommige akoestische gitaren zitten twee knopjes op de gitaar waar de uiteinden van een draagband (zie fig. 25) in kunnen. De draagband is erg handig, want als je zonder draagband staand wil spelen, dan zakt de klankkat omlaag. Vooral mensen die veel optreden, zoals popsterren of gitaarleraren willen vaak staand spelen. De draagbanden zijn er in verschillende soorten. Je hebt ze die in lengte verstelbaar zijn, die voor een hele of een ¾ gitaar zijn, van echt leer of van Draagbanden
kunststof en, met speciale kussentjes in de schouderstukken fig. 25
en dat met honderden verschillende kleuren en afbeeldingen. Één ding hebben ze gemeen; ze moeten allemaal stevig zijn en goed op trek belast kunnen worden, want aan zo’n gitaar wordt nogal wat getrokken.

Wha-wha pedaal
Een wha-wha pedaal (zie fig. 26) is eigenlijk ontstaan door de verbetering van de versterker. Toen de versterkers voor elektrische gitaren nog maar net uitgevonden waren, hadden ze nogal wat gebreken. Zo konden er soms plotseling gaten in het geluid vallen, je kon door de muziek heen een hoog gepiep horen en soms maakte de versterker een geluid dat nog het meest klonk als wha-wha. Toen de versterkers wat langer betonden werden ze verbeterd en hoorde je al die geluiden niet meer. Eerst hadden de muzikanten de geluiden die hun muziek verpestten erg vervelend gevonden, maar toen ze eenmaal weg waren, misten ze de geluiden. Toen hebben ze het wha-wha pedaal bedacht; een pedaal waarmee je die geluiden kan maken, maar waarmee ze niet zomaar klinken wanneer je ze niet wilt. Dit voegde een heel nieuw element toe in de gitaarmuziek. Eerst was dat alleen als pedaal verkrijgbaar, maar later kwam het ook als standaard bij de gitaar in de vorm van de tremelo arm.

Gitaaropberger
Gitaarspelen is leuk, maar niemand speelt de hele dag gitaar. Daarom moet een gitaar ook wel een opgeborgen worden. Maar waar? Een gitaar is ongeveer 1m lang en 30cm breed, dat stop je niet zomaar in een kast. En je moet hem ook zo opbergen dat hij niet beschadigd, want gitaren zijn erg kwetsbaar. Gelukkig zijn er gitaarstandaard en ophanghaken. In een standaard (zie fig. 27) passen vaak meerdere gitaren. Je hebt ze in verschillende vormen. Voor akoestische gitaren, die wat dikker zijn, en voor elektrische gitaren met een platte body. De ophanghaken zijn er maar in één uitvoering. De gitaar wordt er namelijk aan de hals ingehangen en de haak kan je verstellen in de goede halsbreedte. Daardoor passen alle gitaren erin.

Klankvervormer
Dit is een handig apparaatje, omdat je hiermee met een druk op de knop de sound van je gitaar kan veranderen. Je kunt hard rocken en tien seconde later rustig de sound van een klassieke gitaar gebruiken. POD is de bekendste, maar er zijn natuurlijk nog meer merken. Dit apparaatje is bestaat ook in basgitaaruitvoering. Je maakt hem vast aan je versterker en dan kan je het geluid beïnvloeden.

Snaren
Onmisbaar bij het bespelen van welke gitaar dan ook zijn natuurlijk de snaren (zie fig. 29). Je hebt verschillende soorten snaren. Je hebt snaren die je los kan kopen en snaren die je in setjes van zes kan kopen, van elke snaar één. Er zijn setjes met zes metalen snaren voor elektrische en country gitaren, en setjes met drie lage snaren van metaal en drie hoge snaren van nylon. Metalen snaren geven een scherpere en hardere klank dan nylon snaren. Dat merk je vooral bij de drie hoogste snaren. Verder verschilt het ook nog per merk hoe de snaren klinken. Ook heb je snaren in verschillende lengtes. Voor een driekwart gitaar heb je een kortere snaar nodig dan voor een hele gitaar. Na het opzetten van de snaren moet je sowieso een stuk afknippen. Dat komt Snaren
doordat de snaar in ieder geval niet te kort mag zijn, maar te lang fig. 29
geeft niet zo.

Stemapparaat
Het stemmen van een gitaar op het gehoor is heel moeilijk. Dan heb je stemfluitjes, die voor elke snaar één fluitje hebben die als een soort panfluit aan elkaar zitten. Dat gaat al beter, maar helemaal precies krijg je de snaar nooit gestemd. Daarom heb je stemapparaatjes (zie fig. 30), meestal met in gebouwde metronoom (ritme aangever), die als je een snaar aanslaat laten zien of hij omhoog of omlaag moet. Hiermee kan je je snaren heel precies stemmen.

7. Stijlen & technieken

Op de gitaar kan je op veel verschillende manieren spelen. In dit hoofdstuk zal ik de meest bekende speelstijlen behandelen. De speelstijl hang ook af van het soort gitaar. Op de ene gitaar kan je een stijl soms makkelijker spelen dan op de andere. De meest bekende speelstijlen zijn de Spaanse, blues, country en soul.

Spaanse stijl
Bij de Spaanse stijl worden vaak akkoorden en melodie achter elkaar gebruikt. Deze stijl kent ook bepaalde technieken. Dit zijn de golpe en de rascuedo. Bij de golpe wordt, vaak na het spelen van een akkoord, een tik op de klankkast gegeven, meestal met de konkels van de hand, om het ritme te ondersteunen. De rascuedo is een techniek die erg veel wordt toegepast bij de Flamenco. Je laat de bovenkanten van je nagels één voor één over alle snaren glijden, zodat het akkoord een speciaal effect krijgt. Meteen na het aanslaan worden de snaren afgedempt met de muis van de speelhand. Dit geeft de muziek een serieus en strak karakter. Ook worden vaak in de Spaanse stijl, in plaats van een enkele noot aan het begin van een maat of muziekstuk een aantal snaren, minimaal 2 en maximaal5, valk achter elkaar getokkeld. Dit geeft een ondersteuning voor de rest van de maat waardoor akkoorden niet nodig zijn. Bekende stukken uit de Spaanse stijl zijn de Flamenco (zie fig. 29) en de Tango. Vooral bij de Tango wordt vaak gebruik gemaakt van het spelen van afwisselend akkoorden en melodie.

Blues
Bij de blues hoort een speciaal akkoordenschema, dat de grond vormt voor veel bluesstukken. Dat schema bestaat uit drie akkoorden. Het is met zo goed als alle akkoorden speelbaar. In het eenvoudig ziet het er zo uit: 1, 2, 1, 1, 2, 2, 1, 1, 3, 2, 1, 3
Als akkoord 1 een E-akkoord is, dan wordt het zo: E, A, E, E, A, A, E, E, B, A, E, B
Maar als je voor akkoord 1 een C-akkoord neemt, is het zo: C, F, C, C, F, F, C, C, G, F, C, G
Dit stukje is een turn-around; je kunt het eindeloos achter elkaar door blijven spelen, totdat je een slotakkoord speelt in bleusgitaar plaats van het laatste akkoord. Het slotakkoord is altijd fig. 32 hetzelfde akkoord als het eerste. Dit akkoordenschema is ook te spelen als melodie door de lage snaren één voor één aan te slaan. In de bluesmuziek worden veel septiemakkoorden gebruikt, aangeduid met een 7 achter het akkoord. Dit is niet strikt noodzakelijk, maar juist dat is een van de dingen die deze muziek zijn special blueseffect geven. Bij de bluesmuziek wordt vaak met een bottle-neck gewerkt. Een van de andere dingen die daarvoor zorgen is de band. Hierbij duw je de snaar die je indrukt vlak na het aanslaan omhoog. Dat geeft een klagend geluid. Ook begeleidt een bluesgitarist zichzelf vaak (of wordt begeleidt) op een mondharmonica (zie fig. 30) die met een speciaal daarvoor ontworpen constructie aan zijn hals vast zit. De blues is ontstaan in de tijd dat er nog slaven waren die op de katoenplantages en tabaksplantages werkten. Zij zongen over hun harde leven tijdens hun harde werk. Dit waren meestal mooie maar droevige liedjes. Later, toen de slavernij was afgeschaft, heeft de bluesmuziek een wat vrolijker karakter gekregen. In de bluesmuziek wordt vaak een korte riff of een kort loopje een aantal keer achter elkaar herhaald. Als er melodie aanwezig is, dan wordt die meestal niet herhaald.

Country
In de countrymuziek wordt meestal een akoestische gitaar gebruikt. Vaak neemt de gitarist de ritmesectie over, omdat er vaak geen drummen en/of basgitarist is. Meestal speelt de countrygitarist met duim- en wijsvingerplectrums of met zijn vingers. De akkoorden worden losjes aangeslagen. Een apart stuk van de countrymuziek is bijna een eigen stijl geworden, nameleijk de bluegrass. Hierbij worden akkoorden, bas en melodie tegelijk gespeeld op één gitaar. Het gebeurt vaak dat bas en melodie tegelijk worden gespeeld, want twee noten tegelijk spelen is niet zo moeilijk. Als je ook akkoorden erbij doet gaat het zo: eerst bas en melodie noot tegelijk, de melodie wordt harder aangeslagen dan de rest, dan twee noten van een akkoord, waarvan de laagste aangeslagen met de duim, net als de bas, en de hoogste met een van de vingers, net als de melodie. Zo speel je de melodie en de akkoorden tegelijk. In de countrymuziek worden ook vak bindingen gebruikt.

Soul
Soul is een muziekstijl die nog niet zo lang geleden is ontstaan en in de jaren ’60 erg populair is geworden. Deze stijl wordt veel gespeeld in bandjes en heeft vooral veel bas en ritme en wat minder melodie. Er wordt veel gespeeld met een plectrum. Een bekende techniek is de chop. Deze slag is een vervanger voor de snare-drum van het drumstel. Je slaat de snaren van beneden naar boven (dus andersom dan je normaal doet) aan met een plectrum en om dezelfde scherpe klank van een echte snare-drum te krijgen demp je de snaren meteen weer af. De ze slag moet gespeeld worden met een plectrum. Bij de soul worden de snaren vaak afgedempt met de frethand afgedempt. Dit geeft strakke, korte aanslagen. Soul wordt meestal gespeeld op een elektrische gitaar.

Bij het gitaarspelen kan je je spel aanpassen door ander materiaal en een andere stijl, maar ook door andere technieken te gebruiken. Technieken zoals de slide, de golpe en het afdempen (zie blues, Spaans en soul). Hier zal ik nog meer van dat soort technieken noemen en uitleggen.

Vallend spelen
Vallend spelen doe je allen met de vingers van de speelhand, dus niet met de duim. Je slaat een snaar aan en in plaats van je vinger meteen weg te trekken, laat je hem op de snaar daarboven neerkomen zonder die aan te slaan. Hierdoor klinkt de noot iets minder fel.

Hameren&binden
Als je dit goed onder de knie hebt, kan je veel sneller spelen. Je slaat de snaar maar één keer aan en hamert een vinger van de frethand op de snaar. Zo kan je dubbel zo snel spelen. Dan is er binden. Als je een snaar ingedrukt of gehamerd hebt, pluk je de snaar met een de vinger van de frethand waarmee je dat gedaan hebt, zodat hij weer klinkt.

Schuiven
Veel akkoorden en losse noten kan je schuiven. Dat betekent dat je de vingers van de frethand in de zelfde positie kan houden en ze alleen maar één of meerdere vakjes omhoog of omlaag hoeft te schuiven om het volgende akkoord of de volgende maat te spelen. Dit wordt veel gebruikt bij het snel achter elkaar wisselen van akkoorden of noten.

Vibratro
Na het aanslaan van een snaar laat je de vinger van de frethand waarmee je de snaar hebt ingerdrukt een klein beetje bibberen. Zo veranderd het een heel klein beetje van toon en krijg je een trillend effect. Dit klinkt goed in de Spaanse muziek en bij droevige muziekstukken.

8. Nawoord

Het was leuk om dit werkstuk te maken en ik wist ook al wel wat van de gitaar omdat ik zelf gitaar speel. Acht kantjes tekst en vier kantjes plaatjes was wel meer dan ik gedacht had, maar uiteindelijk kreeg ik het toch op tijd af. Ik weet nu meer over de gitaar, vooral over de elektrische gitaar en dat is handig. Ik heb de meeste informatie op internet opgezocht, maar met alleen een boek ging het ook prima.

9. Bronvermelding

De gitaar, door Ralph Denyer
Internet, o. a. de sites: www. google. nl (zoekmachine) www. gibson. com
www. deanguitars. com/electrics. htm

REACTIES

M.

M.

hoi

wat een supergoed werkstuk ik kan er veel uithalen.

13 jaar geleden

D.

D.

Beste Kiwi,

Wat prachtig geschreven!!! Ik was op zoek naar informatie voor een gitaar en ik vond het op jouw verslag.

Bedankt dat je jouw prachtige verslag op het internet hebt geplaatst.

12 jaar geleden

A.

A.

ik vond het heel goed want ik moet een werkstuk ove gitaar maken en nu heb ik gelijk informatie

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.