Wat is slavernij
Lang geleden was er in Afrika al slavenhandel. Maar dat was alleen maar als knecht of landarbeider. Het leven van een slaaf was toen nog helemaal niet zo slecht. Ze werden nog goed behandeld en hadden ook het recht om te trouwen of recht op een eigen bezit. Vanaf de 15e eeuw veranderde de slavenhandel in Afrika ineens heel erg. De Europeanen gingen toen namelijk de wereld ontdekken, en kwamen al snel aan de west kust van Afrika. De Europeanen kwamen zo binnen vallen in een dorpje dus tijd om te onderhandelen was er niet. En zo begon de slavenhandel van Afrika tot Amerika.
Slaven waren mensen die helemaal geen vrijheid hadden. Ze waren eigendom van een meester, een baas, net als een fiets een eigendom van jou is. Slaven moesten luisteren naar hun baas. Meestal moesten ze ontzettend hard werken. Als ze een keer niet deden wat hun baas zei, werden ze geslagen of opgesloten. Slaven hadden weinig of geen rechten. Je werd slaaf als je ouders slaaf waren, je gevangen bent in een oorlog of als je schulden had. Je moest dan zo lang werken tot je alle schulden had terug betaald, als straf voor een misdaad of je dorp werd overvallen en iedereen werd gevangen genomen en moesten later slaaf worden.
Het begin van de slavenhandel
lang voor de komst van de Europeanen maakte West-Afrika al deel uit van handelswerk. Al in de oudheid waren er handelsroute die dwars door de Sahara heen liepen. De opkomst van het machtige Islamitische staten in Noord-Afrika, aan het begin van de 8e eeuw. De Islamieten gingen met handel spullen naar Zuid-Afrika. Daardoor ontstonden er steden langs de weg van Noord tot Zuid Afrika. In 1430 gingen de Portugezen met hun schepen naar Afrika en in 1460 hadden de Portugezen de kust van Guinea bereikt. In 1481 hadden de Portugezen een handelsnederzetting opgericht, het heette El Mina. Na de Portugezen kwamen er al snel een heleboel andere Europese landen met hun handelsvloten, waaronder Nederland, Frankrijk en Engeland. In het begin plunderde de mensen de kusten van West-Afrika, waarbij ze vooral waardevolle spullen stalen. Toen de Nederlanders Amerika gingen verkennen vonden ze dat wel een goede plek voor de slaven. Want er moest gewerkt worden in Amerika en daar hadden de Europeanen geen zin in. Dus vanaf toen gingen er veel handelsschepen naar Amerika. De Atlantische oceaan over.
Slaven wetten en straffen
Slavenhouders probeerde de slaven in toom te houden door wetten en plichten in te voeren. Die rechten en plichten beheerste bijna het hele leven van de slaven. Als de slaven de wetten niet uitvoerden werden ze gestraft. In het midden van de 18e eeuw kwamen er heel veel zwarte mensen in Noord-Amerika. Sommige hadden hun vrijheid gekocht met geld of werk, maar de meeste mensen waren slaaf. Op elke plek waren de wetten anders maar de grondrechten waren overal het zelfde. Ze moesten alles doen voor hun meester. Ze werden niet betaald, mochten geen bezittingen hebben. Ze mochten niet voor de wet trouwen en ze mochten ook niet voor blanke mensen getuigen. In het Britse deel van het Caribische gebied waren de zelfde wetten. Aan de andere kant van het Caribische gebied waren andere wetten. Slaven werden voor de kleinste dingen heel zwaar gestraft. Soms werd er zelfs een oor, een hand of een been van een slaaf afgesneden. In het ergste geval werden ze levend begraven of opgehangen. Aan het einde van de 18e eeuw dwong een anti slavernij beweging in Groot-Brittannië. De wet dat de slavenhandel werd verboden werd aangenomen. In 1807 werden er nieuwe slaven wetten gemaakt om de slavenhandel in stand te houden maar de meeste slavenhouders mishandelde de slaven nog steeds. er waren ook veel vluchtpogingen. Omdat de toezichthouders altijd zo goed opletten dacht je soms dat het onmogelijk was om te vluchten. Meestal werden ze ook gepakt als ze gingen vluchten. Meestal vluchten je met z’n tweeën, hoe groter de groep was hoe sneller je gepakt werd. Slaven die weer gevonden werden, werden heel erg gestraft soms wel tot de dood aan toe. Slaven die het wel lukte om te ontsnappen gingen de wildernis in en maakte daar een eigen kamp zo ontstonden er allemaal aparte stammen.
Slavengezinnen
Slaven hadden maar een ding te doen en dat was te werken voor hun eigenaar. Om hun aandacht nog ergens anders te brengen probeerde ze zo veel mogelijk een eigen gezinnetje te stichten. In Noord-Amerika moesten slaven eerst aan hun meester vragen of ze mochten trouwen. De meeste slaven trouwden (als ze al mochten trouwen) met een man uit een plantage uit de buurt. De mannelijke slaven zagen hun vrouw en kinderen dus amper omdat ze zo weinig tijd hadden. Slaven konden ook niet zonder toestemming hun eigen plantage verlaten. De slaven uit het Caribische gebied wilden geen kinderen meer. Er gingen normaal ook al veel kinderen dood, de meeste al gelijk na de geboorte, aan gebrek van voedsel. Aan het eind van de 18e eeuw waren de slavenhouders bang dat de aanvoer van slaven uit Afrika bijna ten einde liep. Ze begonnen daarom tegen mannen te zeggen dat ze met een vrouw uit hun eigen plantage moesten trouwen. Om een nieuwe generatie slaven te maken. Maar trouwen was niet toegestaan dus het is niet voor de wet gedaan. Zodra ze kinderen hadden gekregen werden de mannen meestal verkocht aan andere plantages en de vrouwen en kinderen bleven alleen achter. De positie van slaaf werd overgedragen van moeder tot kind. Sommige kind slaven werden vanaf 4 jaar al aan het werk gezet. Ze moesten kleine karwijtjes doen zoals het uittrekken van onkruid en de rommel op de grond opruimen. Van de oudere kinderen werd verwacht dat ze op de kleine kinderen gingen passen. Kinderen tussen de 10 en 14 jaar moesten de hele tijd als huisslaven of landarbeiders werken. Vele werden daarna op andere plantages verkocht en zagen hun ouders nooit meer terug.
Wat voor een werk moesten de slaven doen
Het werk van de slaven was erg verschillend. De meeste slaven kwamen uit eindelijk op een plantage terecht. Jaar in jaar uit waren ze daar bezig om suikerriet te verbouwen. Juist omdat het hele jaar mensen nodig waren voor de verbouwing van suikerriet werd dat werk gedaan door slaven. Naast het verbouwen van suikerriet werden er ook slaven gebruikt die op katoen plantages moesten werken. Dat gebeurde vooral in Zuid-Amerika. Het planten, oogsten, plukken en weven van het katoen was erg zwaar werk. Daar kwam bij dat de slaven van dag tot nacht moesten werken dus van het moment dat de zon opkomt tot het moment dat de zon onderging moesten werken. Dus ook in de stromende regen of in de heetste hitte en werd het werk niet goed genoeg gedaan kregen ze straf meestal met een zweep.
West indische compagnie (WIC)
De West Indische Compagnie (WIC) was een Nederlandse organisatie die in 1621 werd opgericht. Het leek heel erg op de Verenigde Oost Indische compagnie (VOC) maar om bijvoorbeeld oorlog te kunnen voeren moesten ze toestemming vragen aan de staten generaal. De handel ging naar de west kust van Afrika maar ook Zuid-Amerika en Noord-Amerika. De WIC was net als de VOC verdeeld in 5 kamers of kantoren die de schepen lieten uitrusten, Amsterdam, Middelburg, Rotterdam, Hoorn en Groningen. Het bestuur bestond uit 74 leden
waarvan iedere dag 19 leden aan het werk waren. de zogenaamde Heren XIX. Zoals de VOC kwam ook de WIC in de loop van de zeventiende eeuw in de regentes families terecht. De belangrijkste goederen die de WIC verscheepte waren suiker en tabak. En natuurlijk de slavenhandel. Eerst gingen de schepen naar Afrika waar ze slaven ophaalden, daarna gingen ze met de slaven naar Zuid-Amerika of Noord-Amerika en zette daar de slaven aan het werk met de suiker en tabak kwamen ze terug in Nederland.
Hoe kwam er een eind aan de slavenhandel
Aan het eind van de 18e eeuw begon de campagne in Groot-Brittannië meer steun te krijgen om de slavenhandel af te schaffen. Veel mensen waren tegen de slavenhandel. Veel campagnestichters voerde in 1786 actie om de slavenhandel af te schaffen. Er werden lezingen en acties gehouden. De stichters waren er vooral tegen dat de slaven niet meer uit Afrika mochten gehaald worden en ook niet meer verkocht mochten worden in Zuid-Amerika. Als het echt niet kon de de slaven niet meer uit Afrika gehaald mocht worden zouden ze om ze minst genoeg te eten, onderdak en zorg moeten krijgen. De slavenhandelaren zeiden dat de slavenhandel in Afrika goed was voor economisch welzijn van hun eigen land. De mensen die het eens waren met de handel zeiden ook dat het slecht zou gaan met het financiële gedoe als de slavenhandel werd afgeschaft. In het Britse parlement werd de anti-slavernij-campage opgesticht door William Wilberforce. Na de oprichting van de Abolitie-vereniging, werkte hij samen met Thobias Clarkson, een van de campagnevoerders van de vereniging. Clarkson bezocht de havens van Bristol en Liverpool om het bewijs te halen over de slavenhandel. Vervolgens zei hij alles tegen Wilberforce om het bekend te maken. Hij probeerde heel veel keer om te politici te overtuigde maar het hielp niet veel. In 1807 werd het eindelijk aangenomen en was de slavenhandel afgeschaft.
REACTIES
1 seconde geleden
O.
O.
ik mis hoe de reis is
11 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
je mist gewoon alles
11 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
ik had veel aan dat stukje over trouwen en kinderen krijgen als slaaf! daar was ik nou net op zoek naar. dankjee!
10 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
wat een stomme website veeeeeel meeer informatië
10 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
vind ik ook
10 jaar geleden