Nederland Verzorgingsstaat

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 8935 woorden
  • 20 februari 2006
  • 130 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
130 keer beoordeeld

Inhoudsopgave

Inleiding

H1. Ontstaan van de verzorgingsstaat

H2. De maatschappij

H3. De werknemer

H4. positie van werknemer

H5. positie van de werkgever

H6. sociale zekerheid over 10 jaar

Nawoord

Inleiding

Mijn werkstuk Nederland als Verzorgingsstaat gaat over werknemers, werkgevers, zorgverzekeraars en de geschiedenis van de verzorgingstaat Nederland. Ook komen er verzekeringen in voor. De stof is dus uiteenlopend. Ik hoop met het werkstuk te bereiken dat iemand die er niets over afweet na het lezen van mijn werkstuk begrijpt hoe het Nederlandse zorgstelsel in elkaar zit.

Veel leesplezier

Hoofdstuk 1. ontstaan van de verzorgingstaat.

Hoe kwam de verzorgingstaat tot stand?

Aan de verzorgingsstaat zit een groot verhaal verborgen. Het kabinet van Den Uyl is heeft mede zorg gedraagt aan het ontwikkelen van de Nederlandse verzorgingsstaat.

Wat vooraf ging:

In de 19e eeuw was er een slecht verzorgde zorg voor de zwakkeren in Nederland. De armen konden alleen maar gebruik maken van het Nachtasiel. Hier kon je als arme overnachten als je geen dak boven je hooft had. Dit was echter niet voor geen vergoeding. Je moest een kwartje per nacht betalen. Het Nachtasiel was een liefdadigheids instelling. Sociale voorzieningen werden verzorgd door kerken, particulieren en armen fondsen. Het nachtwakersstaatbeleid was het beleid dat de overheid voerde. Ze speelde een zo’n klein mogelijke rol in de maatschappij. De zorg voor zwakke mensen werd overgelaten aan het volk. Wel bouwde de overheid armenhuizen.

Als je aan particuliere liefdadigheid denkt moet je denken aan goed verdienende mannen. De kerk is nog steeds bezig voor de zwakkere in onze maatschappij. Mensen gaven vroeger geld aan de dominees of de pastoors die het weer aan de armen gaven. Verschillende instellingen zijn ontstaan door de kerk.

Je had ook nog het armen fonds. Als je geen geld meer had kon je daar wat ophalen. Dit gebeurde vaak niet. Mensen kwamen weer met lege handen terug. De armen fondsen hadden zelf ook niet veel geld. Uitkeringen bestonden in die tijd nog niet.

Het begin van de verzorgingstaat.

Rond 1850 werd de armoede zo erg dat de overheid wel iets moest doen, ze konden het niet meer negeren. In het jaar 1894 werd de armenwet ingevoerd. Dit betekende dat de gemeentes ook een deel voor de zorg van deze mensen moest geven. Hierdoor werden de kerken en de fondsen verlicht van hun taak . jammer genoeg was de wet geen groot succes. Dit was mede te wijten aan het feit dat de mensen eerst bij familie, particulieren en kerken moesten aankloppen. Als dit allemaal gedaan was kwam de overheid pas aan bod.

De overheid verstrekte wel gratis voedsel en woonruimte. Maar hoe dan ook, de wet wilde de kerken en armen instellingen ontlasten. Dit gebeurde dus niet. Hierdoor werd de overheid wel gedrongen door de armenwet. Deze verplichtingen hebben ze tot ongeveer het einde van de 19e eeuw vervuld.

Modernisatie.

Door de ontwikkeling rond 1870 kwamen er veranderingen. De industrie was sterk aan het ontwikkelen en steden groeiden. Mensen wilde graag in de industrie werken. Dit kon ook maar de omstandigheden waren echt niet optimaal. Mensen waren het op een bepaald moment zo zat dat ze zich gingen verzamelen. Hier was de eerste organisatie ontstaan die wilde zorgen voor een betere arbeidsomstandigheden. De eerste vakbond was geboren. De sociale hulp voor arbeiders werd nu gezien als recht, geen voorrecht meer. De rijkere mensen krijgen nu ook het licht te zien en beseffen dat ze hun werknemers tevreden moeten houden.

De verzorgingsstaat in de politiek.

Iedereen had het over de verzorgingsstaat. Iedereen dacht er ook weer anders over. De meningen waren dus zwaar verdeelt. ook in de politiek was het een groot onderwerp. Binnen bij de liberalen was er onenigheid. De jong-liberalisten hadden een andere visie dan de andere. Ze vonden dat de overheid via een wetgeving in moest grijpen. De conservatieve liberalen vonden dat er niets hoefde te veranderen. De confessionelen vonden dat het systeem niet goed functioneerde en dat het veranderd moest worden. de werkgever en de werknemers moesten het probleem met zijn allen oplossen. rond 1900 was het verschil tussen rijk en arm enorm. De armen woonden in helle kleine huisjes, de rijken daar in tegen in enorme huizen. De Socialisten wilde de kloof tussen arm en rijk zoveel mogelijk beperken. Ze wilden een sociaal stelsel waar de armen het meest aan hadden.

De eerste sociale voorzieningen.

Rond 1913 kwamen de eerste Sociale wetten. De voorzieningen werden steeds verbeterd. De wetten gaven steun aan de zwakkeren o.a : zieken, invaliden en ouderen. In 1917 kwam er weer een nieuwe wet bij: de werkeloosheidswet. De vakbond moest geld krijgen van de overheid, om de zoveeltijd mensen geld te kunnen geven. Het was een soort van uitkering. Deze uitkering was alleen voor mensen die bij de vakbond waren aangesloten. De tijd was wel kort, eerst 8 weken en dan kan hij met maximaal 6 weken worden verlengt. De staat gaat zich met de maatschappij en de economie bemoeien. In de jaren 20 begon de werkverschaffing. De overheid gaf werken lozen hiermee de kans om aan het werk te gaan. Ze konden kanalen graven, grond ontgrinten enz. de mensen kregen een weekloon. Ook ging de overheid de werkelozen terugdringen. Daarom ontstond in 1931 de steunverlening van de Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Als je steun wilde moest je aan een paar dingen voldoen : -tussen de 21-60 jaar oud zijn -werknemer moest buiten zijn eigen schuld om ontslagen zijn - je krijgt helft van je vroegere loon - gezin met kinderen krijgen per kind een aanvulling
In 1929 kwam er een crisis in Amerika. Nederland leed hier economisch onder. De productie daalde. De sectoren: handel, landbouw, bouw en metaal kregen de rake klappen. Nederland gaat nu verder met de minister-president H .Colijn aan het aanpassingspolitiek. Colijn verlaagd in 1934 de steun aan de werkelozen. De overheid wil het geld zelf gebruiken om de koers omhoog te krijgen, zodat het weer beter gaat met Nederland. Door deze crisis werd in 1931 het Nationaal Crisis Comite. Door dit Comite zorgde voor de nootzakelijke dingen voor de armen.

Verdere ontwikkeling van de verzorgingsstaat.

Toen de tweede wereldoorlog ten einde was streefde de verzorgingstaat er naar dat iedereen een minimumbestaan kreeg. Als er een werknemer ziek was kreeg hij nu gewoon door betaalt, dit was eerder wel anders. Dit was het ziekenfonds. De werkeloosheidswet van 1952 was verplicht aan iedereen die werkte. Mensen die werkten moesten belasting betalen, dat geld ging naar de sociale verzekeringen. Het was ook zo dat als je geen premie voor de verzekering betaalde kreeg je geld als je daar om vroeg. De belangrijkste verzekeringen waren in die tijd:

- AOW (algemene ouderen wet) = dit was voor 65 + - Kinderbijslag - Algemene weduwen en wezen wet.

Door dit waren de kerken en particuleren die hulp boden niet meer nodig. De belangrijkste periode voor de ontwikkeling van de verzorigingsstaat was in de jaren 50 en 60. in deze jaren was Nederland een waardige verzorgingstaat geworden. In die periode waren er verschillende voorzieningen en verzekeringen voor de mensen, zoals:

- sociale verzekeringen = werknemers verzekering, volksverzekering,WAO - sociale voorzieningen = algemene bijstandswet (ABW) uitkering

De jaren ’70. De verzorgingsstaat verandert weer, de uitkeringen worden hoger en er komen ook meer uitkeringen bij. Deze veranderingen kosten geld, de veranderingen werden gecoördineerd door Kabinet – Den Uyl. Het was zo dat aan die veranderingen verschillende zaten. Nederland groeide niet meer qua economisch oogpunt. Er kwamen weer veel werklozen bij door de Economische cirisis die Nederland meemaakte. Mensen maakte massaal gebruik van hun WW recht, terwijl veel mensen geen premies betaalde. Ook werden de sociale voorzieningen misbruikt.

kaninet - Lubbers.

Lubbers maakt een eind aan alles wat fout gaat, hij pleit voor mindering. Kabinet – Lubbers wilde:

“Het terugdringen van de overheidsuitgaven was de voornaamste taak waarvoor het kabinet-Lubbers zich gesteld zag. Een drastische herziening van het stelsel van sociale zekerheid werd noodzakelijk geacht. Loonmatiging, ontkoppeling van lonen en sociale uitkeringen en inkrimping van het ambtenarenapparaat stonden hoog op de agenda van het kabinet. De bezuinigingen moesten worden doorgevoerd tegen een achtergrond van toenemende werkloosheid. Eind 1984 was ongeveer 15 procent van de totale beroepsbevolking zonder werk. Het terugbrengen van het financieringstekort vormde een belangrijk onderdeel van het \'no-nonsense-beleid\' dat het kabinet-Lubbers I voerde. Dat tekort was in 1982 opgelopen tot bijna 7 procent van het bruto binnenlands product. CDA en VVD bereikten een akkoord over een bezuinigingsoperatie die in vier jaar 34 miljard gulden moest opleveren. Het kabinet volgde drie trajecten: het verlagen van het financieringstekort zonder dat de collectieve lasten zouden stijgen, de verbetering van de vermogenspositie en het rendement van bedrijven en de verbetering van de werkgelegenheid zonder grote overheidsuitgaven.

In de tijd van Kabinet - Lubbers 1 zijn er verschillende wetten doorgevoerd die betrekking hadden met Nederland als verzorgingsstaat:

- Wet studiefinanciering - Wet op het hoger beroepsonderwijs - Wet op de open universiteit - Woon delersregeling - De Bijstandswet - Wet regeling vut

H2 . De maatschappij

In ons economische stelsel is het zo dat de consument het laatste woord heeft. Veel detaillisten en zeggen dat de klant koning is. De detaillisten zijn genoodzaakt om dingen te verkopen die de detaillist zelf wil, ze willen bediend worden. Ook mogen de prijzen niet te hoog zijn, het moet wel immers te betalen zijn. Als je geen winst haalt met je bedrijf (je ontkosten zijn hoger dan je omzet) zal je failliet gaan. Je lot leg je dus eindelijk in de handen van de klanten.

Oorzaken van de werkloosheid.

Een grote oorzaak van de werkloosheid is dat veel arbeid is overgenomen van de mensen door machines. Ze zijn goedkoper, en sneller. De mens is op sommige plaatsen overbodig geworden. Naar mijn inzicht zal ik zeggen dat de werkloosheidsaandeel dat hierdoor geleverd word nog veel groter zal worden.

20 april 2005

Werkloosheid stijgt tot boven de half miljoen
De werkloosheid is in de driemaandsperiode tot maart met 23.000 personen gestegen tot 518.000. Dat is het hoogste niveau sinds ruim tien jaar. De grootste stijging doet zich voor bij vrouwen. (Bron: HFD
12 april 2005
Gedwongen huizenverkoop zal bijna verdubbelen
Betalingsproblemen zullen er dit jaar toe leiden dat meer huiseigenaren hun woning moeten verkopen. Het aantal gedwongen verkopen verdubbelt in 2005 bijna tot ongeveer zeshonderd. Die verwachting heeft de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WSEW) dinsdag uitgesproken. De stichting telde in het voorbije jaar 331 gedwongen verkopen. 26 januari 2005
Meer huizen verkocht uit geldnood
Het aantal onvrijwillige verkopen in 2004 kwam uit op 1.504. Dit is een stijging van 55% ten opzichte van 2003. Oorzaak is dat mensen financiële problemen krijgen, meestal door ontslag of een echtscheiding. (Bron: Kadaster & NHG) Als je dit leest dringt het pas echt tot je door dat het niet goed gaat met de Nederlandse Economie. Ook is het zo dat veel bedrijven hele hoge eisen aan hun personeel stellen. Als mensen geen geld meer hebben zijn ze radeloos en moeten noodgedwongen hun koophuis verkopen. Gezinnen met kinderen die maar 35 euro uit kunnen geven aan boodschappen per week.

Gevolgen door personeels tekort. Wat voorn mensen de arbeidsmarkt heeft ligt aan de mensen die er in zijn. Mensen mogen werken van 15 tot 65, deze mensen zitten in een arbeidsmarkt. Maar je telt maar alleen mee als je meer als 12 uur werkt per week. Mensen dit doet doen zijn beroepsbevolking. Iedereen die met werk of werk aan het zoeken is bij een arbeidsbureau hoort daar bij. De overheid probeert de vraag en de aanbod van banen zogoed mogelijk op elkaar af te stemmen. De overheid weet heel goed dat de toekomst er somber uit ziet en probeert daarom mensen langer te laten werken. Een groot probleem voor de arbeidsmarkt is dat Nederland vergrijst. Er zijn minder kinderen en veel ouderen. Hierdoor zal in de toekomst minder werknemers deel kunnen nemen aan de maatschappij om die draaiende te houden. Als je werkt betaal je premies als de mensen die werken niet meer instaat zijn (te oud enz) rijst er de vraag op wie dan zal moeten gaan betalen.

In Nederlandse industriële bedrijven hebben ze nog steeds een groot tekort aan goed opgeleid personeel. Kenners voorspellen dat als de economie weer opleeft dat hierdoor veel problemen door zullen ontstaan. De werkgelegenheid in de Nederlandse industrie daalde met 5% van 830.370 naar 789.000 voltijdbanen. Ook werd er 1,75 % minder omzet gemaakt in 2002, de sector verkocht veel minder. Dit is te wijten aan de zwakke internationale economie. Voor de helft levert deze sector namelijk aan het buitenland. Veel economen zeggen dat Nederland niet goed was voor bereid omtrent de vergrijzing van Nederland. Nu is 14% van onze bevolking ouder als 65 jaar. In 2040 word verwacht dat die cijfers stijgen naar 23%. Hierdoor zal de aantal mensen die werken dalen en zo zal er minder belasting inkomsten zijn. Hiermee ontstaat een probleem, wand de kosten voor de AOW en de gezondheidszorg zullen daarin tegen stijgen. Het Centaal Planbureau (CPB) heeft berekent dat de kans heel groot is dat de toekomst van Sociale voorzieningen in de toekomst niet gegarandeerd zullen zijn. Een oplossing is hiervan om de belasting te verhogen. Ook zullen de hoeveelheid mensen moeten stijgen die werken. Ook zal daar minder belasting de staatschuld niet snel weggewerkt kunnen worden. het streven van de overheid is die binnen 15 jaar weg te werken. Zelf heb ik hier een zwaar hoofd in. In 2002 was de staatschuld 172 miljard euro. Het is zo belangrijk dat die schuld moet worden afgelost omdat de kosten van de vergrijzing te kunnen betalen.

H3. werknemers

Als het met Nederland slecht gaat, gaat het automatisch met bedrijven ook slecht. We zien steeds vaker wat winkel op bepaalde dagen gesloten zijn omdat er dan niet genoeg personeel aanwezig kan zijn. Ook gaan winkels later open en sluiten eerder. Dit is geen goed voorteken. Dit vind ook de ondernemingsorganisatie MKB Nederland. Vroegere sluitingen of geen opening op bepaalde dagen komt niet alleen in de Detailhandel voor, maar ook daar buiten. Sommige bedrijven nemen geen werk meer aan omdat ze niet genoeg personeel hebben om het werk uit te voeren. “Dit soort verschijnselen in Nederland is echt iets nieuw “ zegt meneer van Delft. Hij is Secretaris arbeidsmarktbeleid. De MKB weet zeker dat er maar weinig ondernemers er voor uitkomen dat ze te weinig personeel hebben. Ze zijn bang dat mensen zullen denken dat ze niet goed zijn voor personeel en dat ze niet goed betalen. “Er zijn ook massaal bedrijven die sluiten, dit gebeurt pas na dat ze alles hebben geprobeerd. Ze proberen eerst van alles om hun bedrijf maar niet te hoeven te sluiten. Zelf gaan ze ook werken en partners worden er bij betrokken. Als dit alles niet werkt zal het bedrijf uiteindelijk zijn deuren sluiten” vertelt meneer van Delft met grote zorgen. Er is een record aantal vacatures volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bij partuculiere bedrijfen zijn er 201.00 vacatures open. Bij de overheid is dit 15.000

Omdat er te weinig personeel is zal het huidige personeel harder en langer moeten werken om het werk af te krijgen.

Het gevolg voor de huidige werknemers is dat hun premies die ze moeten betalen omhoog gaan. Er zijn namelijk minder mensen die aan het werk zijn, maar het geld moet er wel komen. Hieronder zullen dus de werkende mensen door moeten leiden. Ook zal onder de druk van harder en langer werken veel mensen gestress worden. Ook zal hierdoor het ziekteverzuim stijgen. Iedereen die werkt in Nederland heeft te maken met het sociale zekerheid stelsel. Dit is een grote benaming voor 3 onderdelen. Dit zijn:

- Sociale verzekeringen = dit zijn verzekeringen voor werknemers zoals : Ziektewet en WAO. - Volksverzekeringen : dit zijn o.a. AOW en AWBZ - Sociale voorzieningen : bijstand en Wajong.

Voor heel veel mensen is het een doolhof om uit te zoeken waar ze heen moeten. Het is heel erg onduidelijk in Nederland.). Sommige mensen kunnen niet meer werken. Vaste banen zijn ten opzichte van 2003 met 10 % af genomen in de detailhandel.

Het kabinet wil het vertrouwen nu terug winnen van de consument zodat de economie weer aantrekt. Voor de consument doet ze redelijk wat maar om het vertrouwen te winnen van de werkgevers is er niet veel gaande. MKB voorzitter Loek Hermans vind dat er nog te veel risico’s zijn en dat is niet bevorderlijk voor het aantal banen. Uit alles blijkt dat de Nederlandse economie zich op een omslagpunt bevind. Er zal een versoepeling moeten komen die het ontslagrecht aan doet zodat er makkelijker personeel aan kan worden genomen en mensen uit te laten stromen. Maar dit geeft echter de werkgever een onzekerheids gevoel. Minister de Geus van Sociale zaken wil de ontslagcriteria via de CAO regelen, maar het MKB is het daar niet mee eens.

H4. Positie van de werknemer

Iemand die werkt krijgt met verschillende verzekeringen te maken. Deze zijn nodig om je beschermen tegen gebeurtenissen die je kunt mee maken.

Werknemersverzekeringen

De Ziektewet (ZW) , WAO en de WW worden uitgevoerd door het Uitvoeringsinstituur Werknemersverzekeringen. De ZFW word uitgevoerd door de zorgverzekeraars.

- ziektewet (ZW) - wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) - werkeloosheidswet (WW) - ziekenfonds wet (ZFW)

Ziektewet (ZW)

Het is zo dat je van je loon premies betaalt waar je later beroep op kan doen als er wat gebeurt, als je er recht op hebt. Als je bijvoorbeeld ziek of gehandicapt raakt heb je recht op een uitkering. Je houdige loon word dan voor 70 % doorbetaalt. Dit moet minimaal 2 jaar gebeuren. In de meeste gevallen is het zo dat als je meer als 2 jaar arbeidsongeschikte bent dat je vanzelf belang in de WAO, dan krijg je een WAO uitkering.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)

De WAO is voor mensen die werknemer waren/ zijn en niet of een tijdje niet meer kunnen werken. Mensen die niet meer kunnen werken en ondernemer zijn kunnen geen aanspraak maken op de WAO. Er zijn ook een paar voorwaarden waar aan je moet voldoen om aanspraak te kunnen maken op de WAO. Deze zijn:

- je moet verzekert zijn voor de WAO - er is een wachttijd van 104 weken. - Je moet voor minimaal 15% arbeidsongeschikt zijn verklaard - Er kan je de uitkering weigeren worden als je al arbeidsongeschikt was toen je ging werken en ook als dit te verwachten was.

Werkeloosheidswet (WW)

De WW is voor de mensen die werkloos zijn. Vroeger kon je makkelijker een WW krijgen dan tegenwoordig , de eisen die gesteld worden zijn aangescherpt. Er hangen veel voorwaarden aan een WW, die zijn:

U moet werkeloos zijn in de zin van:

- je verliest minimaal 5 werkuren per week, en als je minder dan 10 uur werkt dan minimaal de helft van je arbeidsuren. - Je krijgt geen loon meer over de verloren werkuren - Je moet bereid en in staat zijn om werk te accepteren

- je moet verzekert zijn voor de WW. Als je een arbeidscontract had toen je werkte was je voor de WW automatisch verzekert.

- Je mag niet geheel arbeidsongeschikt zijn, dan krijg je geen WW uitkering - Je moet in totaal 26 weken hebben gewerkt in 39 weken voor dat je werkeloos werd. Als je in aanmerking wilt komen moet je jezelf inschrijven bij het CWI (Centrum voor Werk en Inkomen). Dit moet na de dag dat je werkloos bent geworden. Ook is zo dat je een week na dat je werkloos bent geworden een WW- uitkering moet hebben aangevraagd. Het CWI geeft de aanvraag door aan het UWV (Uitvoeringsinstituur Werknemersverzek-eringen) en zij beslissen of je een uitkering krijgt. Ook willen ze dat je minimaal 1 keer per week een sollicitatie doet. Je hebt de plicht om alle arbeid te verrichten die je kan, als je dit niet kan moet je met een geldige reden komen. Dat kan iets met je lichaam, geestelijke of sociale aard zijn. Deze reden wordt door het CWI beoordeelt. Ook is het zo dat als je slecht gedrag vertoont , hier bij moet je denken aan : diefstal, belediging, veel te laat komen bij je werkgever dan krijg je geen WW. Als je ontstlag krijgt op een onjuiste of een ongeldige reden moet je schriftelijk bezwaar maken bij de werkgever. Natuurlijk heb je ook verplichtingen deze zijn: - het verstrekken van informatie - het gehoor geven aan controles - volgen van aangeboden scholing - meewerken aan onderzoeken door artsen, psycholoog of een beroepskeuze adviseur - vier werken tevoren aangeven als je vakantie wilt - komen als je een oproep krijgt. Aan deze verplichtingen en regels moet je gehoor geven als je een WW wil. Als je dat niet doet kan de UWV sancties opleggen.

Je hebt verschillende WW- uitkeringen: Loongerelateerde WW-uitkering
Als je deze WW-uitkering wilt krijgen moet je naast de 26 uit 39 weken- eis ook voldoen aan de 4 uit 5 jaren- eis. Hiermee wordt bedoeld dat je van de 5 jaar 4 jaar moet hebben gewerkt. Als mensen uit de WAO komen word een uitzondering gemaakt, zij hoeven niet aan de 4 uit 5 jaren-eis te voldoen. Het bedrag dat je uitkering bedraagt hangt af van je laatst verdiende loon. Dit is 70 % van wat je laatst verdient hebt. Als je nou heel veel verdient is er wel een maximum loon. De duur van de uitkering hangt af van het arbeidsverleden. De uitkering duur minimaal een half jaar en maximaal vijf jaar. Korte WW-uitkering
Als je alleen voldoet aan de 26 uit 39- eis dan krijg je een korte WW-uitkering. Deze is 70 % van het minimumloon. De uitkering is nooit langer dan een half jaar. Bijzonderheden: Als een werkloze met een WW-uitkering krijgt hij een uitkering van de Ziektewet (ZW) en zal door het UWV worden uitgekeerd.

Ziekenfonds Wet (ZFW) Veel mensen zijn verlicht verzekert te zijn tegen ziektekosten. De wet gegarandeert dat je medische hulp krijgt die in het ziekenfondspakket zit. Als je de basis neemt zit er: - huisarts - geneesmiddelen - onderzoeken - behandeling
Je moet maandelijks premie betalen. Voor sommige zorg moet je een eigen bedrag betalen. Ook zijn er medische kosten die niet hellemaal worden vergoed, dit zijn - de tandarts - fysiotherapie - brillen - contactlenzen
Als je geholpen word in het buitenland worden de kosten maar een gedeelte vergoed door het ziekenfonds. Je kunt aanvullingen maken bij je basis verzekering. Dit zijn partuculiere verzekering is niet verplicht.

Volksverzekeringen

De AOW, Anw en de AKW worden uitvoerd door de Sociale Verzekeringsbank. De zorgverzekeraars voeren de AWBZ uit.

- algemene ouderdomswet (AOW) - algemene nabestaanden wet (Anw) - algemene wet bijzondere ziekekosten (AWBZ) - algemene kinderbijslagwet (AKW)

Algemene ouderdomswet (AOW)

De AOW is bedoelt als ouderdomspensioen voor de Nederlandse bevolking. Het gaat om een uitkering op minimum niveau. Je krijgt de eerste AOW-pensioenuitkering in de maand wanneer je 65 wordt. Deze uitkering gebeurt door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Als je in Nederland woont of werkt heeft recht op een AOW. De mensen die een inkomen hebben moeten premie betalen. Deze premie moet je betalen tot je 65 wordt. Als je niet in Nederland zelf woont maar wel werkt en loonbelasting betaalt krijg je ook een AOW maar met 2 % gekort. Naast de AOW zijn er ook regelingen die vervroegt pensioen of een aanvulling mogelijk maken. U betaalt via je werkgever meer premie. Ook kan je na je 65 door blijfen gaan met werken, zo kan je ook je AOW aanvullen.

Verschillende AOW pensioenen (per 1 januari 2006 Wia)

er zijn verschillende AOW pensioenen, deze zijn:

- voor alleenstaanden - voor alleenstaande ouders - voor gehuwde - partners/ samenwonende

Al deze pensioenen gaan uit van een minimimloon. Alleenstaanden krijgen elke maand 70 % van het netto minimum loon. Alleenstaande ouders krijgen 90 %. Mensen die getrouwd zijn krijgen 50 %, maar als ze alle twee boven de 65 zijn krijgen ze gezamenlijk 100%. Maar is de ene partner jonger dan 65 krijgt de persoon die 65 + is een partner toeslag. Dan is het wel meer zo dat de partner een minder kan verwachten.

WAO- Gat.

Je kan een WAO gat krijgen omdat de regering vanaf 2015 de AOW-partnertoeslag afschaft. De partner krijgt nog wel de AOW maar meer niet. Als je het gat wilt dichten moet je een aanvuling nemen op je pensioen of een ouderdomspensioen.

Algemene nabestaandenwet (ANW)

De algemene nabestaandenwet is in 1996 in de plaats gekomen voor de algemen Weduwen- en Wezenwet (AWW). De ANW geeft een weduwe of weduwnaar het recht op een uitkering na overlijden van de partner. Je moet dan wel verzekert zijn op de datum van overleiden van de partner. Ook moet je jonger zijn dan 65 jaar. Als je in aanmerking wil komen voor deze uitkering moet je aan een paar dingen voldoen.

- je hebt een kind onder de 18 jaar - je moet tenminste 45 % arbeidsongeschikt zijn - je moet geboren zijn na 1950.

Als deze voorwaarde niet van toepassing zijn kan je nog in aanmerking komen. Als er een kind jonger dan 18 jaar bij je komt wonen. Je hoeft niet perse getrouwd om in aanmerking je te komen, je mag ook samenwonend zijn geweest. De hoogte van de ANW uitkering hangt van je inkomen af.

Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ)

De mensen die in Nederland wonen moeten verplicht verzekert zijn voor de AWBZ. Dit zit niet in het ziekenfonds. Je betaalt voor deze verzekering premie. Je bent verzekert als je : in Nederland woont als je de Nederlandse loondienst belasting betaalt en als je voor de Nederlandse overheid werkt. De AWBZ zit in je verzekeringspakket. De AWBZ zorgt voor behandeling en verpleging in verpleeginstellingen, instellingen voor doven en slechthorende en psychiatrische ziekenhuizen. Ook worden middelen vergoed om te verkomen dat je ziek word, hierbij moet je denken aan bijvoorbeeld inentingen. Ook voorzieningen die de leefomstandigheden verbeteren betaalt door de AWBZ. Algemene kinderbijslag wet (AKW) De kinder bijslag is bedoelt om een bijdragen te geven voor de opvoeding en verzorging van een kind
De hoeveelheid van het bedrag hangt van een paar dingen af, dat zijn: - hoeveel kinderen telt het gezin - wat is de leeftijd van de kinderen - waar wonen ze - wat is het inkomen

Iedereen in Nederland is verzekert voor de AKW. Er zijn nog meer regels om kinderbijslag te krijgen: - het moeten je eigen kinderen zijn (biologisch en adoptiekinderen) - pleegkinderen die u op vangt en uw eigen kind is geworden - stiefkinderen (uit een vorige relatie van uw nieuwe partner) Als dit goed is dan krijgt u kinderbijslag. De kinderbijslag is tot 18 jaar. Tot uw kinderen 16 jaar zijn hoeft je niet aan te tonen dat je ze als ouder onderhout. Het kind mag ook bijverdienen. Als je een pleegkind hebt waarvoor je langdurig zorgt kan je daar kinderbijslag voor krijgen, maar als hij nog een ouder heeft die al kinderbijslag krijgt kunt u geen beroep doen. Als je kind 16 of 17 is kun je alleen kinderbijslag ontvangen als je kind geen studiefinanchiering ontvangt. Het kind moet werkloos zijn of 45 % arbeidongeschikt zijn.

Sociale voorzieningen

De WWB, IOAW en IOAZ worden uitgevoerd door de gemeente. Er is vaak een aparte afdeling voor Sociale Zaken of Gemeentelijke Sociale Dienst. De Wajong en de TW worden uitgevoerd door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

- Wet werk en bijstand (WWB) - Inkomensvoorziening ouderen en gedeelte arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) - De toeslagenwet (TW) - Inkomensvoorzieningen ouderen en gedeektelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) - Wet arbeitsongeschiktheidvoorziening jongegehandicapten (Wajong)

Wet werk en bijstand (WWB) De WWB is bedoelt voor mensen die zichzelf niet kunnen onderhouden en geen beroep kunnen doen op andere sociale voorzieningen. De hoogte van de uitkering is landelijk vastgesteld, het ligt dus niet aan je vorige inkomen e.d. Om in aanmerking te komen wil de Sociale Dienst eerst weten wat uw vermogen en inkomen is. Hierbij moet je denken aan een eigen huis, erfenis en spaartegoeden. Een deel van het vermogen telt niet mee met de uitkering. Ze tellen alles bij elkaar op en als dat boven het normbedrag zit krijg je niets. Als je een bijstandsuitkering aanvraagt ben je verplicht om werk te zoenen. Ook moet je zijn ingeschreven bij het CWI. Je moet meewerken aan onderzoeken, regelmatig solliciteren en als dat nodig is je laten omscholen. Als je deze dingen niet nakomt kan de gemeente je een boete opleggen. Als je gehandicapt bent of een gezondheidsprobleem hebt kan de gemeente je niet verplichten om te werken, dit hoef je dan ook niet. Inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) & Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandige (IOAZ) Je hebt kan een IOAZ uitkering krijgen als je 1225 uur of meer per jaar in je eigen bedrijf hebt gewerkt. Als je partner ook meewerkte dan moet je minimaal 875 uur gewerkt hebben en je partner 525 uur. Er gelden ook een paar voorwaarden: Oudere zelfstandige : - je moet tussen de 55 en 65 jaar oud zijn - je bedrijf moet in Nederland zijn - je moet drie jaar voorafgaand aan de dag waarop je de uitkering hebt aangevraagd 7 jaar er voor bij een werkgever of zelfstandig hebben gewerkt. Gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandige : - je moet tussen de 18 en 65 zijn - drie jaar voorafgaand van de aanvraag uitkering zelfstandig hebben gewerkt - je moet meer dan 25 % en minder dan 80 % arbeidsongeschikt zijn en een gedeeltelijke WAZ uitkering ontvangen. - Je moet je bedrijf of beroep beeindigen omdat je arbeidsongeschikt bent. De IOAW is voor werkloze werknemers die geen recht meer hebben voor een WW uitkering. Je moet aan een paar voorwaarden voldoen om de uitkering te krijgen, deze zijn: - je bent op of na je 50 werkloos geworden. - Je bent werkloos geworden toen je 57,7 jaar of ouder was en je geen recht meer had op een loongerelateerde WW uitkering. - Je bent minder dan 80 % arbeidsongeschikt en werkloos. Na afloos van de WW uitkering kan je een OIAW uitkering aanvragen naast je gedeeltelijke WAO uitkering. - Je hebt een gedeeltelijke Wajong-uitkering (minder dan 80 %) en krijgt een aanvullende IOAW uitkering. IOAZ
De winst uit het bedrijf moet de afgelopen 3 jaar gemiddelt minder zijn dan 22.288 bruto per jaar. Bij de inkomsten word het inkomen van de partner ook mee gerekend als hij/zij ook mee werkt in het bedrijf. Maar andere inkomsten bijv: loon en WW-uitkering enz tellen niet mee. Bijstand IOAW of IOAZ is de laatste mogelijkheid op een uitkering., als je geen betaalt werk kunt vinden en geen recht hebt op een andere uitkering kan je als je aan de voorwaarden voldoet nog bijstand, IOAW of IOAZ ontvangen. Als je een minimum ontvangt die te weinig is dan dat je eigenlijk moet krijgen kan je een bijstand-uitkering aanvragen. De IOAW en de IOAZ zijn bedoelt om je inkomen aan te vullen tot het bijstandsniveau. Als de Sociale Dienst de hoogte van je uitkering bepaalt houd de Sociale Dienst rekening met de hoogte van je inkomen en dat van je partner. De inkomsten zijn de inkomsten die komen uit arbeid. Dit zijn bijvoorbeeld: andere uitkeringen en pensioenen. Als je alimitate, huurtoeslag, zorgtoeslag en kinderbijslag krijgt tellen deze niet mee. IOAZ inkomen en vermogen
Als je een totale vermogen hebt van 112.220 gebeurt er nog niets, maar als je meer hebt word er 4 % van de rest gerekend als je inkomen. Dit zal op de uitkering worden ingehouden. IOAW inkomen en vermogen
Bij de IOAW word niet naar je vermogen gekeken. Er was eerst een plan om een vermogenstoets in te voeren voor oudere, werkloze IOWA’ers maar dat gaat voorlopig niet door. Bijverdienen. Het is altijd zo dat een bijstand, IOWA of IOAZ uitkering een aanvulling is op je eigen inkomen. Als je een uitkering ontvangt is het juist de bedoeling dat je er naast werkt, maar bijverdienen mag je niet. Je inkomsten worden van je uitkering ingehouden. Haar het is niet altijd zo dat er wordt ingehouden. Als je een bijstand uitkering krijgt en een (deeltijd) baan hebt kan de Sociale Dienst een gedeelte van het inkomen vrijlaten. De maximiale 6 maanden dat je tot 25 % van je inkomen mag houden van de Sociale Dienst heeft wel een voorwaarde. Het werk dat je doet moet je kans vergroten om een goede baan te vinden waardoor je uit de bijstand komt. De regels van : verlening en hoogte verschillen per gemeente. Als je in aanmerking wil komen moet je in Nederland wonen en een Nederlander zijn of een geldige verblijfsvergunning hebben.

Wet arbeidsongeschikheidsvoorziening jongehandicapten (Wajong) De wet Wajong is bedoelt voor mensen die: - al voor hun 17e arbeidsongeschikt zijn - mensen die studeren en tijdens hun studie arbeitsongeschikt raken. Dit geld tot 30 jaar en het maakt niet uit of de opleiding erkent is of niet. Je moet minimaal 6 maanden de studie hebben gevolgd. Het maakt niet uit hoelang je van de uitkering gebruikt maakt. Je blijft de uitkering krijgen zolang je arbeidsongeschikt bent. Er zijn natuurlijk wel een paar voorwaarden waar je aan moet voeldoen om de uitkering te kunnen krijgen, deze zijn :

- je moet meer als 25 % arbeitsongeschikt zijn - je hebt een wachttijd van 52 weken - je krijgt hem pas als je 18 bent - je mag niet ouder zijn dan 65 jaar. Als je een uitkering ontvangt vind er elke 5 jaar een keuring uit. Het maximale wat de uitkering bedraagt is 70 % van het minimum (jeugd) loon. Als je arbeidsongeschikt bent en thuis word verzorgd en je bent jong of studerend kan je een verhoging krijgen.

Toeslagen wet (TW) De TW is een aanvulling op je inkomen. Als je gezin onder het sociaal minimum ligt kan je dit krijgen. Het zijn aanvullingen op de WW, Ziektewet, WAO, Wajong en Waz. Het kan ook gaan om een aanvulling wanneer je ziek bent. Het ligt aan je leefsituatie hoeveel het sociale minumum ligt. Als je getrouwd bent krijg je bijvoorbeeld meer dan als je alleen bent. Als je een toeslag wilt ontvangen moet je dat aanvragen bij het CWI.

Particulieren verzekeringen

Veel mensen in Nederland zijn verplicht ziekenfonds verzekerd. Als dit niet het geval is kan je particulier verzekerd worden. Op 1 januarie 2006 vervallen particulier en ziektekosten. Iedereen krijgt de basis van de Zorgverzekeringswet (ZVW). De particuliere verzekering verzekert je tegen medische kosten. De verzekeraars hebben allemaal verschillende pakketen. Wat je krijgt verschilt dus per verzekeraar en per polis. De meeste mensen verzekeren het zelfde als de ziekenfonds verzekerden maar heel vaak ook meer. Veel verzekeraars stemmen hun polissen af op doelgroepen. Je kan ook je eigen pakket samenstellen. Hier in kun je veel dingen doen. particuliere zorgverzekeraars mogen mensen weigeren als ze door ziekte, handicap een groot risco vormen. De verzekeraars moeten wel een standaard pakket aanbieden. Particuliere verzekeringen worden beëindigt als de verzekerde ouder dan 65 jaar is omdat die vaak meer medische zorg nodig hebben, dit is wel vooraf gemeld en staat in de voorwaarden. Ook moet er premie worden betaalt, de hoogte hangt ad van: - wat is de samenstelling van het pakket - wat is je eigen risico dat je wilt hebben - je leeftijd - en de gezinssamenstelling
Als particulier zijnde betaal je naast je premie ook nog twee heffingen : Wtz en de MOOZ. De premie en de twee heffingen betaal je gewoon aan je zorgverzekeraar. Het nieuwe zorgstelsel
Als je in Nederland woont betaal loonbelasting, je bent verplicht een zorgverzekering af te sluiten. Het nieuwe zorgstelsel gaat in op 1 januari 2006. Iedereen krijgt een basispaket (dit is verplicht voor iedereen). Als je niet verzekert bent kan je een hoge boete verwachten. Mensen die bijvoorbeeld zwerven moeten ook verzekert zijn. Het basispakket komt overeen met het huidige ziekenfondspakket. Als je niet bij je oude verzekeraar wil blijven is overstappen geen probleem. De verzekeraars mogen je niet weigeren, ze hebben een acceptatie plicht. De verzekeraars mogen de premie niet bepalen naar je persoonlijke situatie. Er zitten verschillende stappen in de overgang naar het nieuwe zorgstelsel, deze zijn: - voor 16 december ontvang je van je huidige verzekeraar een aanbod. Deze moet overeen komen met je huidige verzekering. - Als je niet reageert op het aanbod gaat je verzekering automatisch in op 1 januari 2006. tot 1 maart 2006 word je voor de aanvullende verzekeringen zonder selectie geaccepteerd. - Je kan tot 1 maart 2006 je oude zorgverzekering of zorgverzekeraar opzeggen - Uiterlijk 1 mei 2006 moet je nieuwe verzekering zijn afgesloten - Vanaf 1 januari 2006 betaal je alle premies zelf
Je aanvullende verzekeringen kun je bij verschillende zorgverzekeraars afsluiten als je dat wilt. Je hebt verschillende mogelijkheden waaruit je kunt kiezen. Je kan kiezen uit: - de verzekeraar - het soort verzekering (natura of restitutie) - de hoogte van je eigen risico (geen of van 100 tot 500) Andere woorden voor natura en restitutie zijn : natura = gecontracteerde zorg en restitutie = niet gecontracteerde zorg. Gecontracteerde zorg
Als er door de zorgverzekeraar kiest om afspraken te maken met zorgaanbieders over prijs en kwaliteit is er spraken van gecontracteerde zorg. Het voordeel hier van is dat je goedkoper uit kan komen door de vorm van lagere premies en/of betere service. Niet Gecontracteerde zorg
Als er Niet gecontracteerde zorg is heeft de zorgverzekeraar geen afspraken gemaakt met de zorgaanbieders. Voor de vergoeding maakt het dan niets uit waar je naar toe gaat. De premie die je moet betalen kan wel hoger zijn dan bij een Gecontracteerde zorgverzekeraar. Iedereen die verzekert is moet premie betalen. Als je jonger bent dan 18 jaar hoeft dit niet. Iedereen die ouder is dan 18 jaar betaalt een Nominale premie. De hoogte van de premie verschilt per verzekering. Als je een inkomen hebt moet je 6,5 % van je inkomen bijdragen. De bijdrage word door de werkgever vergoedt. Als je zelfstandig ondernemer bent krijg je een aanslag van de Belastingdienst. In de oude premies komt ook verandering in de MOOZ en de WTZ vervallen. Ook gaat de premie door de AWBZ omlaag. Met het nieuwe zorgstelsel heb je recht op zorgtoeslag. De hoogte er van is afhankelijk van je inkomen en persoonlijk situatie. Ook word er gekeken of je een partner hebt. De zorgtoeslag is bedoelt als tegemoetkoming in de zorgkosten. De overheid treft ook belastingmaatregelen om de verzekering betaalbaar te houden. Als u geen zorgkosten maakt (no-claim) krijgt u 255 euro terug van je verzekeraar. Ook als je minder dan 255 euro zorgkosten maakt krijg je het verschil terug. Levensloop regeling
Wat de levensloop regeling eigenlijk inhoud is dat je een deel van je brutosalaris spaart om, wanneer je dat wilt een periode van onbetaald verlof te kunnen betalen. Je kan dit voor verschillende verlofsoorten gebruiken zoals: - langdurend zorgverlof - sabbatical - ouderschapsverlof - educatief verlof - overig onbetaald verlof - verlof dat vooraf gaat aan je pensioen
Er wordt elke keer van je brutoloon een gedrag op een speciale spaarrekening gestort die van jou is. je kan ook vakantiedagen, overwerkuren en adv dagen omzetten in geld in overleg met je werkgever. Als de werkgever wil kan hij ook financieel bijdragen aan je levensloopregeling maar dit is hij niet verplicht. Je kan niet onbeperkt sparen. Je mag maximaal 12 % van je bruto loon sparen dat je per jaar verdient. Je mag in totaal 210% van je bruto loon sparen. Als je het geld gebruikt kan je weer opnieuw gaan sparen. Als je geld wil opnemen mag dit niet meer zijn dan dat je verdiende voordat je op verlof ging. Belastingvoordeel
Als je geld in legt in je levensloopregeling heb je recht op een korting op de inkomstenbelasting. De korting is maximaal 185. De korting ontvang je als je geld opneemt voor het onbetaalde verlof. Als je niet genoeg geld verdient om van de levensloopverlofkorting gebruik te maken kan je toch nog korting krijgen. Dit kan als je partner voldoende belasting en premie betaalt. Als je met verlof wilt kan je geld opnemen met toestemming met je werkgever. De werkgever kan bepalen hoeveel je op mag nemen. Zo gaat het opnemen in zijn werk: - de beheerder maakt het geld over op vaste datums - de werkgever houd loonheffing in (loonbelasting, premie volksverzekeringen en bijdrage Zorgverzekeringswet. - Nu kan je het geld gebruiken voor verlof. Belasting- en premieheffing
Je mag maximaal per jaar 12 % belastingvrij sparen. Als je het tegoed opneemt betaal je pas loonbelasting en een bijdragen Zorgverzekeringswet. Over de inleg van de levensloopregeling word wel werknemersverzekering premies van afgehaald. Overgansregeling oudere werknemers
Als je op 31 december 2005 51 jaar bent of ouder, maar je bent nog geen 56 dan geld de overgangsregeling voor jou niet. Je bent dan niet verplicht tot het maximale 12% regel. Je mag meer sparen als je dat wilt. Je mag in korte tijd de 210% bij elkaar sparen. Als je ouder bent dan 56 dan behoud je de voordelen van het sparen voor je prepensioen. De VUT-uitkeringen vallen er ook nog onder. Je werkgever hoeft geen VUT-of prepensioen aan te bieden. Prepensioen
Je kan natuurlijk ook je levensloopgeld gebruiken om je prepensioen te kunnen betalen. Je kan met je tegoed 3 tot 4 jaar je prepensioenverlof bekostingen, je krijgt 70 % van je laatst verdiende loon. Overlijden
Wat er gebeurt met het geld ligt aan wat je hebt afgesproken. Als je een spaarrekening hebt zal het geld naar de nabestaanden gaan. De nabestaanden betalen successierecht over het geld. Als je geld hebt belegt krijgen de nabestaanden niets.

H.5 positie van de ondernemer.

Als ondernemer heb je heel veel met wetten en verzekeringen te maken. Je hebt veel verzekeringen waar je mee te maken hebt. Er zijn er veel het zelfde maar er komen er ook bij. Als ondernemer heb je te maken met:

- AOW (nu Wia) - ANW - AWBZ - AKW - ABW (nu WWB) - IOAZ - TW - WAZ - Particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering - Particuliere ziektekosten verzekering - Particuliere pensioenverzekering

A-wetten (AOW, ANW, AWBZ en AKW)

Als je ondernemer bent moet je net zoals iedereen verzekert zijn. Je woont en werkt in Nederland dus die heb je gewoon.

Algenene bijstands wet (ABW)

Als ondernemer krijg je hier ook mee te maken. Soms kan je tijdelijk financhiele ondersteuning gebruiken. Je hebt bijvoorbeeld de startersface. Je kan ook je bedrijf afbouwen. Als je in aanmerking wilt komen moet je:

- tussen de 18 en 65 jaar zijn - minimaal 1.225 uur per jaar gewerkt hebben. - Als je partner mee werkt dan moet je zelf 875 uur gewerkt hebben en je partner 535 uur. - Je bedrijf moet in Nederland zijn - Je moet je papieren hebben

Als je 55 jaar bent of ouder en minimaal 10 jaar zelfstandig bent geweest kan je een bijstand aanvragen. Je bedrijf moet minimaal 6.712 (bedrag voor 2006) bruto per jaar omzetten. Ook mag je verder geen andere inkomsten hebben zoals bijvoorbeeld een partner. Je uitkering is een aanvulling tot op het bijstandsniveau. De bijstand word beëindigt als je 65 wordt.

Inkomenvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidongeschikte zelfstandige (IOAZ)

Zie pagina 17,18, 19 en 20. Toeslagen wet (TW) De TW is een aanvulling op je inkomen. Als je gezin onder het sociaal minimum ligt kan je dit krijgen. Het zijn aanvullingen op de WW, Ziektewet, WAO, Wajong en Waz. Het kan ook gaan om een aanvulling wanneer je ziek bent. Het ligt aan je leefsituatie hoeveel het sociale minumum ligt. Als je getrouwd bent krijg je bijvoorbeeld meer dan als je alleen bent. Als je een toeslag wilt ontvangen moet je dat aanvragen bij het CWI. Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (Waz) Als je ondernemer bent was je tot 1 augustus 2004 verplicht verzekert moeten zijn voor de Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Ook als je partner mee werkte moest die verzekert zijn. Een ondernemer moet zich nog steeds verplicht verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. De Waz stelde een paar eisen. Je moest: - je moest 52 weken voor dat je arbeidsongeschikt raakte hebben gewerkt - je moest op het moment dat je arbeidsongeschikt raakte verzekert zijn voor de Waz - je doel moest zijn om winst te maken, als je geen winst hebt gemaakt doe je nog steeds aan de eis (maar je uitkering word wel lager) - je moet meer als 25 % arbeidongeschikt zijn
Met de Waz-uitkering heb je een wachttijd van 52 weken nadat je arbeidongeschikt bent geworden. Als je in de wachttijd niet meer arbeidsongeschikt word en 4 weken daar binnen weer wel krijg je ook nog een uitkering. De tijd van 1 jaar dient u financieel te overbruggen. Als je een vrijwille Ziektewetverzekering had bij het UWV of een particuliere verzekering tegen arbeidongeschiktheid kunt je daar geld van krijgen. als dit niet het geval was kan je een bijstandsuitkering aanvragen.

Inhoudingen door werkgever
Er zijn veel inhoudingen die een werkgever moet inhouden op het loon van zijn werknemer. Wat een werkgever inhoud is: - werknemers premies (WW, ZW en WAO) - loonheffingen (loonbelastin en premies voor volksverzekeringen) - inkomstenafhankelijke bijdrage

Loonkosten
Als je met een werknemer een loonafspreekt ga je meestal uit van het bruto loon. Dit loon gebruik je als uitvalpunt om de loonheffing en premies te berekenen. Als je dit gaat berekent hou je rekening met de omstandigheden van de werknemer. Het brutoloon wat de werknemer van je krijgt is niet je kosten voor de werknemer. Je betaalt ook premies met hem gedeeltelijk mee. Je hebt ook andere kosten zoals: vut , scholing en pensioenen. Ook krijgt de werknemer vakantie geld en ziektegeld. Sinds januari 2005 moet je als werkgever werknemers met jonge kinderen tegemoet komen door geld te geven voor kinderopvang. Vervroegt Uit Treden (VUT) De VUT is een vorm van ouderdomspensioen. De VUT gaat in op je officiële pensioendatum. Veel mensen willen eerder stoppen met werken. Je kan bij een particuliere verzekeraar een VUT-pensioen opbouwen. Ook kan dat bij je werkgever. Veel bedrijven vervangen de VUT door een prepensioen regeling. De VUT begint onbetaalbaar te worden omdat er veel mensen gebruik van willen maken. Particuliere verzekering tegen arbeidsongeschikheid. De Waz was er eerst voor de zelfstandigen maar deze bestaat niet meer, maar je kan nog wel een arbeidsongeschiktheidsverzekering krijgen. hiervoor heb je andere opties: - Particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering bij een verzekeringsmaatschappij - Een vrijwillige ziektewt en WAO-verzekering via UWV
Er zijn veel aanbieders die hun eigen voorwaarden hebben. Een particuliere verzekeraar hoeft je niet te accepteren. Ze laten je meestal ook keuren voordat ze je toelaten. Als je niet word toegelaten kom je in aanmerking voor de Alternetieve verzekering. Voor ex-werknemers is er de vrijwillige ZW- en/of WAO verzekering een betere optie. Premie. De hoogte van de premie licht er aan in welke beroepsklasse je werkt, je hebt beroepen waar je sneller kans maakt op arbeidsongeschiktheid. Criteria verzekering
Je bepaald in welke verzekeringcriterium verzekert wilt zijn. Je hebt er 3 : - beroepsarbeidsongeschiktheid. Hier krijg je een uitkering als je je eigen beroep niet meer kan uitvoeren. - Passende arbeid. Hierbij word gekeken of je met je opleiding en werkervaring ander werk wel kunt doen. - Gangbare arbeid. Hierbij word gekeken naar het werk wat je nog wel kan doen. Je betaalt de meeste premie bij een beroeparbeidonschikheidverzekering. Je kunt zelf je wachttijd bepalen, deze kan van 14 dagen tot maximaal 5 jaar duren. Hoe korter de wachttijd is hoe hoger de premie. Ook kan je zelf bepalen hoe lang je de uitkering wilt. Je kan een tijdelijke nemen (maximaal 2 tot 5 jaar) of voor een langlopende. Bij deze moet je een eindleeftijd opgeven. Je hebt voor bepaalde beroepen een maximale eindleeftijd die zijn door de verzekeringsmaatschappij zelf ingesteld om dat daar een verhoog risico bij zit. Als je de verzekering afsluit moet je bepalen hoelang het contract duurt. Je hebt de mogelijkheid om de verzekering tussentijds aan te passen, je betaalt daar een vaste premie voor. Als je geen beroep doet krijg je een no-claim korting. Hoogte uitkering. De hoogte van je uitkering hangt af van welke afspraken je met de verzekeraar hebt gemaakt. Je spreekt een bedrag per dag af. Bij een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid krijg je een gedeelte van het bedrag. De hoeveelheid is in de voorwaarde bepaald. Het bedrag dat je wilt ontvangen per dag heb je zelf bepaald met je inkomen. Je kan natuurlijk niet meer krijgen dan dat je verdiende. Als je inkomen verandert moet je dit meteen doorgeven aan je verzekeraar.

Particuliere zorgverzekering. Veel mensen zijn verplicht ziekenfonds verzekert of verzekert via een regeling voor overheidspersoneel te zijn. Als dit niet het geval is kan je een particuliere zorgverzekering afsluiten. Deze verzekert je tegen medische kosten, welke verwilt per verzekeraar en per polis. De particulier zorgverzekering vergoed meer als een ziekenfonds. Er zijn pollisen voor verschillende doelgroepen, bijv : - jong volwassenen - gezinnen - zelfstandig ondernemers. Soms kan je ook je eigen pakket samenstellen. Als je een partner hebt moet je eerst nagaan of deze via zijn/haar werkgever niet verplicht collectief verzekert is. als dit niet zo is is de verzekering voor zijn tweeën goedkoper. Als je je aan wilt melden moet je alles met waarheid invullen. Je moet er neerzetten wat je medische klachten zijn. Als je informatie achterhoud of vergeet te vermelden is de verzekering ongeldig en worden de kosten niet vergoed. De verzekeraar mag je weigeren als je een groot risico persoon bent. Wel moet je dan een basisverzekering krijgen. de meeste polissen worden beëindigt als je 65 jaar wordt. Premie. De premie verschilt per verzekeraar. Je kan het beste dus vergelijke. Ook word de hoogte van de premie bepaald door: - de inhoud van het pakket - hoeveelheid eigen risico - je leeftijd - de samenstelling van het gezin

Je betaalt tevens twee heffingen. Dit zijn : Wts en MOOZ. Deze heffingen waren in 2005: - voor jogneren tot 20 jaar 267 per jaar - voor volwassenen van 20 tot 64 jaar 534 paar jaar - voor volwassen ouder dan 65 jaar 103,63 per jaar. Alternatieve geneeswijze. Dit wordt op klein gebied vergoed. Meestal gaat het om therapieën of behandeling door een arts, chroractor, manueel therapeut of homeopaat. Als u medicijnen krijgt worden die vergoed als je een recept krijgt van de apotheek. Vaak zijn de vergoedingen wel maximum gebonden. Particuliere pensioenverzekering. Wat is een pensioen
Een pensioen is een uitkering die je vanaf een bepaalde datum krijgt uitgekeerd. Die datum hangt af van je leven. Je spaart voor je pensioen door premie te betalen. Al je een goed pensioen hebt kan je daar je hele leven van leven. Als je overlijd gaat dit geld naar de nabestaanden.

Pensioenvormen
Je hebt meerdere pensioenvormen. - ouderdomspensioen. Deze gaat in als je een bepaalde leeftijd hebt, deze is meestal 65 jaar. - Nabestaanden- en wezenpensioen. Je pensioen gaat na het overlijden naar je naasten - Arbeitsongeschikheidspensioen. Als je niet meer kan werken krijg je een pensioen. Als je een goed pensioen wilt hebben moet je: - het staatspensioen hebben (deze is verplicht) - een werkgeverspensioen (aanvullend) - privé pensioen (aanvullend)

Levensverzekering
Met je levensverzekering kan je tekorten op je ouderdoms- en nabestaandenpensioen aanvullen. Als de verzekering uitkeert terwijl je nog in leven bent kun je daar mee je ouderdomspensioen aanvullen. Als de verzekeraar uitkeert bij het overlijden kan dat bedrag worden uitkeert aan de nabestaanden. Je hebt verschillende levensverzekeringen, dit zijn de meest voorkomende. Lijfrenteverzekering
Voor deze verzekering moet je premie of een koopsom betalen. Deze premie of koopsom zijn voor uitgestelde lijfrenteverzekering heel vaak aftrekbaar. Met de uitkering die je hebt moet je op de einddatum * bij in leven zijn * een periodieke uitkering kopen. dit heet de direct ingaande lijfrente. Over de termijnen moet je wel inkomstenbelasting betalen. Gemengde verzekering
Deze verzekering keert geld uit als bij de datum van leven en bij het overlijden datum. Deze verzekering keert het geld in een keer uit, daarom wordt hij ook wel kapitaalverzekering genoemd. Verzekering op vaste termijn
Deze verzekering keert geld uit, dit is op de datum die is afgesproken. Het maakt niet uit of dat voor de afgesproken datum overlijden is. Deze verzekering is ook een kapitaalverzekering. Tijdelijke verzekering bij overlijden
De verzekering keert het geld uit voor de afgesproken datum als de verzekerde is overleden. De nabestaanden krijgen dat het geld van de uitkering. Levenslange verzekering bij overlijden
Als de verzekerde overlijd word het geld uitgekeert aan de nabestaanden. Het maakt niet uit wanneer de verzekerde overlijd, het geld word uitgekeerd. Van dit geld word meestal de uitvaar van betaalt. Lijfrente
Verschil tussen lijfrente en koopsompolis
Eigenlijk zit er geen verschil tussen lijfrente en een koopsompolis. Je noemt een lijfrenteverzekering een koopsompolis omdat je het bedrag in een keer betaalt. Je kan een deel van je lijfrentepolis aftrekken bij de belasting. In 2001 was dat bedrag 2.283 p.p. als je samenwoont of getrouwd bent kan je niet het tweedubbele bedrag terugvragen. Als je kan aantonen dat je een pensioentekort heb kom je in aanmerking voor een hoger bedrag dat je dan aftrekken.

Individuele pensioenregeling
Je kan zelf een pensioenpakket samenstellen die aan jouw eisen, wensen en omstandigheden voldoet. Collectieve pensioenregeling
Deze pensioenregeling is voor werknemers. Je krijgt net als iedere mede verzekerde werknemer een basispakket. De werkgever betaalt een deel van je premie. De kosten zijn hierdoor lager omdat er meer mensen ineen keer zijn verzekert. Zelfstandig ondernemer
Zelfstandige moeten zelf zorgen voor een aanvullend pensioen. Een goed pensioen. Het is logisch dat je later je niet meer druk wilt maken of je wel rond kunt komen. Om een goede oude dag te hebben moet je een paar dingen hebben. - zorg dat je genoeg geld achter de hand hebt - hou rekening met slechte tijden - zorg voor een inkomen als je niet meer kan werken

H 6. Sociale zekerheid over 10 jaar

Ik denk dat er heel veel gaat gebeuren met de zorg en het zorgstelsel in Nederland. Ik denk dat het alleen maar achteruit gaat. Als ik over een paar jaar een eigen bedrijf heb ga ik zeker zelf sparen voor mijn oude dag. Ik wil geen risico lopen dat ik opeens alles kwijt ben omdat Nederland als een kaartenhuis in elkaar zakt. Als je nu al kijkt dat de zorg zo slecht is in bejaardentehuizen omdat er te weinig geld voor de zorg word uitgetrokken. Ik vind het schandalig. Het is natuurlijk ook zo dat als er steeds minder banen zijn dat de werkende mens er onder moet leiden door meer te moeten betalen om alles gefinancierd te krijgen. Ik zie het al voor me: je komt in het ziekenhuis met een wond waar het bloed uit stroomt. Omdat je niet goed verzekert bent kan je verrekken. Ik denk niet dat wij in Nederland de goede kant op gaan. Ik vind het een slechte zaak dat iedereen in Nederland verzekert moet zijn, maar dan ook iedereen. Een zwerver heeft geen eens geen geld om eten te kopen laat staan een basisverzekering van 82 euro. Natuurlijk krijgt hij wel een dakloze uitkering maar daar zal hij het niet mee redden. Over het algemeen zit het met de uitkeringen wel goed in Nederland. Maar je hebt nog wel mensen die tussen de wal en het schip vallen. Mijn conclusie over de Sociale zekerheid is dat het niet lang meer zal houden, of dat het over 10 jaar is uitgeput.

REACTIES

A.

A.

dit is zo goed dat ik zo een vette voldoende haal wink wink :p

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.