Galileo Galilei is een van de grootste en belangrijkste wetenschappers van de geschiedenis.
Galileo werd op 15 februari 1564 in Toscane geboren. In 1581 ging hij studeren op de universiteit van Pisa. Hij zou medicijnen studeren, maar vond wiskunde en filosofie interessanter. Galileo ging zich verdiepen in de leer van Aristoteles en wiskunde. Hij werd in 1589 benoemd tot professor op die universiteit. Galileo demonstreerde daar, door twee verschillende gewichten te laten vallen, dat de snelheid van het vallende object niet evenredig is met het gewicht van het object, zoals Aristoteles dat beweerde. In 1590 schreef Galileo het ‘De motu’ (‘Over Bewegingen’). Hij schreef hierin zijn opvattingen en experimenten met bewegingen en vallende lichamen. Hiermee verliet hij het aristotelisme, omdat hij Aristoteles zo tegensprak, keerde zijn collega’s tegen hem.
Zijn contract op de universiteit werd dan ook niet vernieuwd in 1592. maar hij kon nog les geven op de universiteit in Padua, daar had hij van 1592 tot 1610 les gegeven.
Later ontdekte de wetenschapper dat als je ballen van een helling laat rollen dat ze langzaam versnellen. Hij ontdekte dat als je een bal van een mast van een schip laat vallen, dat de bal recht onder de mast valt. Terwijl je zou verwachten dat de bal achter de mast terecht zou komen doordat het schip vaart. Zo ontdekte hij dat twee krachten voor de uiteindelijke positie van de bal zorgden, de voorwaartse beweging en de zwaartekracht.
In 1604 verscheen er een supernova aan de hemel. In die tijd wisten ze niet dat het een ontploffende ster was, het was helderder dan de maan, dat vonden de mensen vreemd. Aristoteles zei dat het heelal nooit veranderde, wat deze verschijning dus nog vreemder maakte.
In 1609 had Galileo gehoord dat er in Nederland een telescoop is uitgevonden. Galileo ging proberen om zo’n telescoop na te bouwen. Hij raakte gefascineerd door lenzen. Na wat mislukkingen lukte het hem om een telescoop te bouwen en het ook nog eens te verbeteren. Galileo werd gepromoveerd doordat hij nog een krachtiger telescoop had uitgevonden.
Galileo observeerde de hemel en ging de fases van de maan op papier zetten. Hij zag dat de oppervlakte van de maan niet mooi glad is, maar vol met kraters. In 1610 ontdekte hij dat er 4 manen (de Galileïsche manen) om Jupiter heen draaiden. Hij zag ook veel meer sterren dan zichtbaar waren. Galileo schreef zijn vindingen in een boek, ‘Sidereus Nuneius’. Voordat Galileo Padua verliet had hij ook ontdekt dat Saturnus een ‘ring’ om zich heen heeft. En in Florence heeft hij ontdekt dat Venus ook verschillende fases heeft, net als de maan.
Deze ontdekkingen zijn dan geen bewijzen dat de aarde een planeet is die om de zon draait, maar ze ondermijnen wel de theorieën van Aristoteles. Het perfecte en nooit veranderende hemel was dus niet waar: door de kraters van de maan, de manen van Jupiter bewezen dat niet alles om de aarde draait. En de fases van Venus bewees dat het om de zon draait.
Toen Galileo boos werd op de wetenschappers die de ideeën van Aristoteles ondersteunde, schreef hij een boekje over de ideeën van Copernicus.
In 1615 werd Galileo ontboden naar Rome. Hij moest afzweren dat hij nog iets tegen de ideeën van Aristoteles zou ondernemen. Galilei werd weer een vrij man.
In 1634 overleed de dochter van Galileo in een klooster. Galileo was toen 70 jaar oud. In Siena werkte hij aan een nieuwe boek over beweging en kracht van materie. Het boek kon niet in Italië worden gepubliceerd en was naar Leiden, Nederland meegesmokkeld. Daar werd het in 1638 gepubliceerd. Galileo beschreef zijn experimenten, van het buigen en breken van lichtstralen, wiskundige en praktische onderzoeken naar bewegingen. Galileo was toentertijd blind geworden en daarom had een van zijn studenten, Vincenzo Viviani, ook alles uitgevoerd. Hij was er ook bij toen Galileo overleed, op 8 january, 1642.
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
jij kunt geen nederlands
23 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
ja idd...:D
13 jaar geleden
Antwoorden