Inleiding: De eerste wereld oorlog duurde van 1914 tot 1918. Bij deze verschrikkelijke oorlog waren vele landen betrokken. Hij vond voor het grootste deel in Frankrijk plaats. Geen van de deelnemende landen kan echt als schuldige worden aangewezen omdat de situatie in Europa al langere tijd op springen stond. De directe aanleiding was de aanslag op de oostenrijkse kroonprins door een servische organisatie die vanwege nationalistische gevoelens een terroristische groep had opgericht genaamd de zwarte hand. Hierdoor ontstond er een soort kettingreactie. Veel landen hadden bondgenoten en afspraken elkaar tegen eventuele dreiging te beschermen. Hierdoor werd zo’n beetje heel Europa bij de oorlog betrokken. Nederland bleef neutraal samen met Denemarken, Zwitserland en Spanje. Nederland wilde neutraal blijven, omdat ze als ze wel meededen gaan enkel voordeel op de oorlog konden doen. Ze konden hooguit verliezen lijden.
De Nederlandse economie tijdens de oorlog: Nederland verdiende net als veel landen veel aan de handel. Tijdens de oorlog had Nederland veel last van de Engelse blokkade en de Duitse onbeperkte duikboten oorlog die vaak per ongeluk onpartijdige schepen aanvielen. Hierdoor was het erg gevaarlijk om te veel schepen uit te laten varen. Ook was moesten oppassen aan wie ze wel en niet producten verkochten omdat dat op partijdigheid kon duiden. En er werd veel minder aandacht besteedt aan het verkopen van producten als voedsel omdat de buitenlandse economie veel meer gericht was op het maken van wapens. Tijdens de oorlog zijn de voedselvoorraden met woekerwinst aan het buitenland verkocht. Toen de oorlog langer duurde dan verwacht kwam Nederland in de problemen. Hierdoor ontstond er in Nederland schaarste in bijvoorbeeld: aardappelen, vlees, boter, brood, zeep, kolen en petroleum. De producten werden steeds duurder. Om de prijzen nog enigszins in de hand te houden moesten de producten eerlijk over de mensen worden verdeelt: voedsel distributie. Daarvoor werden distributiebonnen gemaakt. De distributiebonnen behaalden niet het beoogde resultaat waardoor er nog steeds grote tekorten waren. Wel werd er een huurcommissie- en huuropzegingswet opgericht. Die de burgers moesten beschermen tegen te hoge huur. Ondanks deze maatregelen is er een hongersnood gekomen.
Vluchtelingen:
Op 4 augustus 1914 viel Duitsland België binnen op weg naar Frankrijk. Vanaf dat moment kwam ook de vluchtelingen stroom van België naar Nederland op gang. De Nederlandse regering richtte het Amsterdamse comité op voor steun aan Belgische slachtoffers. Het aantal Belgische vluchtelingen werd steeds groter. Het grootste aantal was na de val van Antwerpen op 10 oktober, toen kwamen er maar liefst 1.000.000 Belgische vluchtelingen de Nederlandse grens over. Daar zaten ook 40.000 militairen bij. De vluchtelingen werden zo goed mogelijk over het land verspreidt, en werden overgedragen aan vluchtelingencomités. Op 12 oktober 1914 begonnen er onderhandelingen tussen de Belgische en Duitse regering om ervoor te zorgen dat veel burgervluchtelingen weer naar huis konden. Nederland bemoeide zich niet met deze onderhandelingen, maar oefende wel zachte druk uit. Het aantal vluchtelingen was in november flink geslonken, maar bleef daarna op een aantal staan waar het de rest van de oorlog op zou blijven staan: 105.000. De Nederlandse regering liet het huisvesten van de Belgische vluchtelingen over aan particulieren, omdat ze bang waren dat de Duitsers zouden denken dat ze partijdig waren en zo hun neutraliteit zouden verliezen. ‘Ongewenste’ vreemdelingen konden het land uitgezet worden. De vluchtelingen werden opgevangen in bewaakte kampen, maar deze werden in 1915 opgeheven. Alleen de mensen waarvan ze dachten dat ze verzet tegen de Duitsers zouden plegen werden overgebracht naar de door prikkeldraad beschermde en bewaakte afdelingen van het kamp Nunspeet. Er waren ook andere plaatsen zoals loodsen in Amsterdam en een woonwagenkamp in Tilburg.
De vluchtelingen die zich in hogere sociale kringen bevonden werden afgezonderd van de rest, kregen betere kleren en een hogere uitkering: volwassenen f0,70 per dag en kinderen f0,50 per dag. Terwijl de armen voor volwassenen f0,35 per dag en de kinderen f0,20 kregen. Deze arme vluchtelingen werden ingedeeld in drie categorieën:
-gevaarlijk ongewenst
-minder gewenst
-fatsoenlijke behoeftigen
Vluchtoord Nunspeet: was bedoelt voor de eerste twee categorieën vluchtelingen.
Vluchtoord Ede: was bedoelt voor de laatste categorie. Die werd in 1917 opgeheven, de overgebleven vluchtelingen kregen onderdak in vluchtoord Nunspeet.
Vluchtoord Uden: bedoelt voor de laatste twee categorieën.
Gouda: Door het comité voor vluchtelingen. Dit kamp is een officieel vluchtoord. Het leven in kamp Gouda was niet lux. Er waren strenge regels in het kamp. Die door de politie werden gehandhaafd. Je kreeg een keer in de week een knipkaart, waarmee je gebruik kon maken van het badhuis. Er waren wel verpleegsters en onderwijzers.
Dit systeem werkte in werkelijkheid helemaal niet, maar was voor Belgen wel een reden om naar België terug te keren of daar gewoon te blijven.
In Januari en Februari werden de laatste nog aanwezige vluchtelingen op kosten van de Nederlandse overheid teruggebracht naar België.
Keizer Wilhelm II in Nerderland:
Keizer Wilhelm geboren in 1859 werd in 1888 de keizer van Duitsland. Hij wilde bij zijn leidinggevende functie niet lastiggevallen worden door bemoeizuchtige ministers of volksvertegenwoordigers. Hij wilde zijn macht uitbreiden door oorlogsschepen te bouwen om kolonies te veroveren.
Aan het eind van de eerste wereld oorlog liet generaal Luddendorff in het geheim weten dat de oorlog voor Duitsland een verloren zaak was, en dat ze er beter aan deden een wapenstilstand aan te vragen. Hij wilde dat er eerst een regering op democratische wijze gekozen zou worden. Dit deed hij niet omdat hij nou zo voor de democratie ideeën was, maar om de verantwoordelijkheid af te schuiven. Zo kon worden gezegd dat niet het Duitse leger, maar de democratie de oorlog had verloren. Toen de democratische regering gekozen was bleek dat zijn positie niet langer kon blijven zoals het was. Het Duitse volk eiste zijn aftreden.
Wilhelm II vluchtte op 9 november naar Nederland. Zijn laatste dagen als Duitse Keizer bracht hij door in Spa. Volgens geruchten was hij zijn laatste dagen: 5 t/m 8 november in het gezelschap van de oud gouverneur-generaal van Nederlands Indië Van Heutz. Van Heutz zei dat hij niks te maken had met de komst van de Duitse keizer naar Nederland, maar geloofd werd hij niet.
Na druk overleg door de ministers en de andere autoriteiten besloten ze dat Wilhelm op 10 mei toestemming om in Nederland te verblijven. Hij kreeg eest een voorlopige verblijfplaats toegewezen in het kasteel van Amerongen waar Lodewijk XIV nog in hetzelfde bed had geslapen. Wilhelm is de rest van zijn leven in Nederland gebleven.
Nederland en het verdrag van Versailles: De wapenstilstand was het einde van de eerste wereld oorlog, omdat de Duitsers praktisch al verloren hadden. In versailles werd door de leiders van de meeste deelnemende landen een vredesverdrag gesloten: het verdrag van Versailles. De uitkomst van het verdrag was voor Nederland ook belangrijk. Niet alleen omdat de economische toestand van Duitsland ook van belang was voor de Nedelandse of omdat er misschien een volkenbond opgericht zou worden, maar omdat Nederland zelf ook een klein onderdeel van de bespreking was. Omdat in Nederland de Duitse ex-keizer verbleef, en omdat Nederland tijdens de oorlog Duitse troepen de gelegenheid had gegeven om via Maaseyk in Limburg de voedselsituatie in Belgisch Limburg te verlichten. De laatste reden was dat België Zeeuws Vlaanderen en Limburg wilden hebben. Jammer genoeg voor Nederland kon het niet aan de vredesbesprekingen meedoen, omdat ze niet hadden deelgenomen aan de oorlog.
Nederland wilde niet dat zomaar Zeeuws Vlaanderen en Limburg aan Belgie werden toegevoegd. Daarom ontstonden er allerlei campagnes. Ook de koningin kwam in Limburg en Zeeuws Vlaanderen op bezoek. De verhoudingen tussen Nederland en de Entente landen lagen niet heel goed, want Nederland had de Duitse ex-keizer toegelaten. Bovendien had ook de toenmalige minister van buitenlandse zaken minister H.A. van Karnebeek een pro-Duits imago.
Gelukkig voor Nederland besliste Parijs in maart 1839 dat ze niet konden ingaan op de eis van België over een Neutraal land.
Slot: De eerste wereld oorlog heeft vergeleken met de oorlogvoerende landen in Nederland niet zo heel veel schade gebracht. Wel heeft het de politieke partijen dichter bij elkaar gebracht. Ze waren het er allemaal over eens dat zoiets nooit meer mocht gebeuren.
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
werkstuk staat onder verkeerde naan nl: d66 terwijl het over Nederland tijdens de eerste wereld oorlog gaat
18 jaar geleden
Antwoorden