Frankrijk

Voorwoord.

Mijn werkstuk gaat over Frankrijk. Ik vind het een leuk land en wilde meer over
het land zelf weten. Ik ben er al heel vaak op vakantie geweest maar
ik wist er niet veel over dus wilde ik het graag
over Frankrijk houden.

1. Geografie van Frankrijk.

Frankrijk is een land ten zuiden van Nederland. Het heeft een oppervlakte van 543.965 vierkante kilometer en het heeft 58 miljoen inwoners. Dat is ongeveer 107 inwoners per vierkante kilometer. De hoofdstad van Frankrijk is Parijs. Parijs heeft met zijn steden er om heen 9,1 miljoen inwoners. Andere grote steden in Frankrijk zijn: Marseille, Lyon, Toulouse en Nice.

Het landschap. Frankrijk is in drie soorten gebieden verdeeld. Vlakten en dalen, oude hooglanden en jong plooiingsgebergte. Je komt deze gebieden over heel Frankrijk verspreid tegen en ook op Corsica. (dat is een eiland in de Middellandse Zee dat ook bij Frankrijk hoort.)

Vlakten en dalen. In het Noorden en het Westen van Frankrijk zijn vooral vlakke gebieden. Dit zijn laagland gebieden die vooral onder de 300 meter liggen. Die laagland gebieden zijn vlak of een beetje glooiend, maar er zijn ook wat steile heuvels tussen of lagere bergen. In Frankrijk zijn er verschillend soorten laagland. Je hebt namelijk de Bekkens van Parijs en Aquitanië. Je hebt ook nog twee grote laagland gebieden in het Rhône Saônedal en het Rijndal. Ten slotte is er nog een heel lange strook laagland langs de kust van de Middellandse Zee.

Oude hooglanden. De oude hooglanden zijn de geërodeerde (afgesleten) overblijfselen van hoge bergen. Er zijn de oudste gesteenten van Frankrijk te vinden. Zoals het schiereiland Bretagne, of het Massif Central en de Vogezen, Ardennen en Jura. Deze hooglanden verschillen nogal in de hoogte. Maar het landschap is wel het zelfde: een heuvelachtig of bergachtig landschap met diepe dalen.

Jong plooiingsgebergte. Frankrijk heeft twee grote gebergtes. De Pyreneeën en de Franse Alpen. Delen van die bergen liggen boven de 2000 meter. Deze bergen zijn relatief jong. En maken deel uit van een reeks bergen die in oostelijke richting dwars door Europa naar Turkije lopen. Bij de Franse Alpen is een berg: De Mont Blanc. Deze berg is met een hoogte van 4807 meter de hoogste berg van Europa

Het klimaat.

Er zijn drie belangrijke factoren die uitmaken wat het lokale klimaat is: de ligging ten opzichte van de zee, de breedtegraad en de hoogte. Uitgaande van deze drie factoren kan je Frankrijk opdelen in vijf verschillende klimaatzones: gematigd zeeklimaat, warm zeeklimaat, gematigd landklimaat, mediterraan en bergklimaat. Gematigd zeeklimaat vind je in het Noordwesten van Frankrijk. De Atlantische Oceaan zorgt voor matige temperaturen. Het warme zeeklimaat is in het Zuidwesten van Frankrijk. Het heeft koude zomers en warme winters. Het gematigde landklimaat is in het Noordoosten van Frankrijk. Het kan ook heel koude winters hebben en heel warme zomers. Mediterraan klimaat is in het zuiden te vinden. Warme lucht komt van Afrika naar het Middellandse Zeegebied. Door die warme lucht zijn er hele hete en droge zomers. De winters zijn er zacht en het vriest er zelden. Het bergklimaat vind je in de Pyreneeën, het Massief Central en de Alpen. Er is wel een verschil op welke hoogte je bent, als je hoger gaat daalt de temperatuur. Maar in de zomer is het er warm en de winters zijn er koud.

2. De geschiedenis van Frankrijk

Frankrijk heeft een heel lange geschiedenis. Maar wat heel belangrijk was, was de Franse revolutie. Eind achttiende eeuw was koning Lodewijk de Zestiende de baas in Frankrijk. Hij gaf veel geld uit aan feesten en oorlogen. En regeerden zijn land niet goed. Het volk daarentegen was heel erg arm en leed aan honger. De Franse bevolking was niet tevreden en in 1789 werd het een revolutie. Ze wilden dat de koning de regering verbeterde. Op 14 juli deed de bevolking een aanval op de Bastille, dat is een gevangenis in het centrum van Parijs. Ze riepen: vrijheid, gelijkheid en broederschap. In 1792 verklaarden de leiders van de Franse revolutie dat Frankrijk een republiek moest worden en de koning afgezet moest worden. In 1793 werd koning Lodewijk de Zestiende onthoofd. Zijn vrouw werd ook onthoofd en zijn aanhangers werden vermoord.

In de negentiende eeuw had Frankrijk op Engeland na de meeste koloniën. Het was met zijn 12 miljoen vierkante kilometer het op een na grootste rijk. Vooral in Afrika had Frankrijk veel koloniën. Zo’n 50 jaar geleden was Frankrijk nog de baas in Marokko en Algerije. Dat kan je nog wel merken aan de taal die ze spreken in Marokko en Algerije. Ze spreken daar namelijk nog wel wat Frans

3. De bevolking.

Frankrijk heeft ongeveer 58 miljoen inwoners. Dat is 107 inwoners per vierkante kilometer. Maar dat geldt niet voor het hele land. De streek Île-de-France telde namelijk 800 inwoners per vierkante kilometer en de het Massief Central heeft nog niet eens 40 inwoners per vierkante kilometer. Dat is dus een groot verschil.

In Frankrijk neemt de bevolking een wel een beetje toe. Daar zijn twee oorzaken voor: de immigranten en de natuurlijke veranderingen. Natuurlijke veranderingen hangen af van het aantal mensen dat dood gaat en die geboren worden. Als er meer mensen geboren worden dan dood gaan is er een natuurlijke toename. De natuurlijke toename was in 1998 zo: 12,3 mensen per 1000 inwoners werden geboren en 9,1 mensen per 1000 inwoners gingen dood, er was dus een toename van 3,2 mensen per 1000 inwoners. Maar de afgelopen dertig jaar is de natuurlijke toename steeds verder gaan dalen. De immigranten zijn mensen die uit andere landen naar Frankrijk toe komen. Bij Frankrijk gaan er jaarlijks duizenden Fransen uit het land, maar er komen ook veel meer immigranten bij. Frankrijk is nu ook een land met heel veel buitenlanders. In 1998 woonden er maar liefst 2,4 miljoen buitenlanders in Frankrijk, dat was 4 procent van de hele bevolking. De meeste immigranten die naar Frankrijk toe gaan komen uit de volgend landen: Marokko, Algerije, Italië, Roemenië, Polen. Verder zijn er veel mensen uit Vietnam naar Frankrijk gekomen. En tot slot komt er een klein deel uit Sri-Lanka
en uit de Filippijnen.

De taal. In Frankrijk spreken de meeste mensen Frans. Er zijn ook Fransen die een andere taal spreken. Dat zijn de volgende talen: Occitaans (in kleine delen in het zuiden) Baskisch (in het westen van de Pyreneeën) Duits (in Elzas-Lotharingen) Catalaans (in Roussillan) Italiaans (Rond Nice) Corcicaans (op het eiland Corsica) Frans is ook een grote wereldtaal. Er wordt niet alleen Frans in Frankrijk gesproken, want er wordt ook nog Frans gesproken in delen van Afrika en in delen van Zuidoost-Azië

4. Het voedsel.

De Franse keuken is heel beroemd. Het is waarschijnlijk de meest gevarieerde keuken van heel Europa. De Fransen hebben ook per streek hun eigen specialiteiten. Zoals: in het noorden is er veel vee, dus zijn er veel zuivelproducten. In Normandië zijn veel appelbomen, daarom hebben ze daar heel lekkere appeltaarten en drinken ze veel cider. En in het zuiden is de olijf een basisingrediënt in de keuken. De Fransen besteden ook veel tijd aan het eten en bereiden het eten ook met veel zorg. Er is ook een traditie in Frankrijk: haute cuisine. Dat is eten dat met hele grote zorg bereid wordt door chef-koks, die jaren lange opleiding hebben gehad. En als de Franse eten is dat meestal heel erg uitgebreid en in de avond eten ze pas tussen zeven en negen uur. Het avondeten bestaat meestal uit: vlees of vis met groente. Maar liefst 20 procent van de inkomsten gaat naar het eten. Dat is heel erg veel. De laatste tijd verandert het eten van de Fransen. Ze eten meer gezonde dingen. Minder suiker, roomboter, aardappelen en vlees. En ze eten meer margarine en vis. Dit geldt niet voor alle mensen. Maar de Fransen blijven van stokbrood, kaas en de wijn houden. Hier zijn een paar Franse gerechten: Pot au feu, canard à l’ orange, Paté Provençale en ratatouille. Ook zijn de kazen heel erg beroemd en is de wijn bekend. Er zijn ongeveer 300 verschillende soorten kazen in Frankrijk, zoals: bleu, brie en cantal.

Het nawoord.

Ik vond het leuk om mijn werkstuk over Frankrijk te houden. En ik weet er nu veel meer over en ik heb er van geleerd. Het was ook leuk om mijn werkstuk over Frankrijk te maken maar
af toe waren er moeilijke stukken bij.

Woordenlijst.

Glooiend= Een beetje golvend. Geërodeerde= Afgesleten. Factoren= Oorzaken en punten
Broederschap= Houden. Jong plooiingsgebergte= Jong golvend gebergte. Zoals de Pyreneeën en de Alpen. Breedtegraad= Een lijn dichter naar de evenaar toe of verder van de evenaar af.

Bronvermelding.

Mijn informatie heb ik uit de boeken: Frankrijk van Jan-Willem Driessen. Frankrijk van Robert Prosser. Frankrijk van Mick Dunfort. En van het Internet: www.Google.nl