Hoofdstuk 2 Op zoek naar het volk
Paragraaf 1 Heidenen en Christenen
In 313 had Keizer Constantijn zondag al uitgeroepen tot de dag van de Heer, een algemene rustdag voor alle inwoners van het Romeinse rijk.
Val West Romeinse rijk 476
Middenklasse van handwerklieden en stedelingen verdween naar de achtergrond.
Zij hadden gezorgd voor kerstening
Heidendom werd belangrijker, Germanen waren niet christelijk.
Er was weinig informatie over Heidense feesten, mensen konden niet lezen en schrijven. Het wordt wel beschreven in levensbeschrijvingen van missionarissen in kloosters. Dit betekent dat de schaarse geschreven bronnen afkomstig zijn van geestelijken, dus je mag niet verwachten dat die bronnen objectief zijn. Ze zijn dus wel goed bruikbaar voor het beantwoorden van de vraag: hoe keken geestelijken tegen de heidense overlevering aan? Een voorbeeld daarvan vind je in het themaboek uitgewerkt.
Martelaren
Christenen die door heidenen vermoord zijn. Ze worden als heiligen vereerd, net als asketen als Willibrord die worden ook als heiligen beschouwd.
Christenen hadden bezwaar tegen een dodenmaal. Doden komen volgens hen in refrigium (slaap totdat Christus weer op aarde terugkeert), dan gaan de goede mensen naar de hemel en de slechte naar de hel. Het was ook om christenen te onderscheiden van heidenen, niet verbranden en geen geschenken. Het vagevuur is een christelijk idee, gebaseerd op het Oude Testament (boek van Jesus Sirach om precies te zijn). De gedachte is: de hel is alleen voor de heel erg slechten, direct naar de hemel gaan alleen de heel erg goeden, de meesten hebben nog wat straf uit te zitten in een tussenplaats, het vagevuur, als je daar je straf uitgezeten hebt, kom je ook in de hemel.
Relieken
Voorwerpen of overblijfselen van heiligen. Volgens de concilie van 401 moest elk altaar een reliek bevatten. Op een feestdag van een heilige werd een reliek getoond aan de gelovigen.
Wereldlijke functies voor kerkelijke feestdagen
Werden gebruikt voor niet religieuze doeleinden. Politieke gebeurtenissen die op kerkelijke feestdagen plaatsvonden. Handel drijven op feestdagen, en kerken bouwen op graven van heiligen.
Heidenen (ongelovigen) werden steeds meer gekerstend. Geestelijken waren de enige die konden lezen en schrijven, dus zij zaten in het bestuur. Hoofd klooster, abt, was vaak belangrijk adviseur van de koning. Op feestdagen kregen pasgekerstende de waarden van de kerk te horen tijdens de mis. Het leven van de heilige werd als voorbeeld gebruikt
Biecht
Was een belangrijk middel om het gedrag van het volk te controleren.
Een christen kon biechten om zijn fouten op te geven. De priester legde hem dan een boete op, hierdoor kon de zondaar zijn fout herstellen en nam de kans op een hemelse beloning toe.
Alle mistoestanden werden vastgelegd in boeteboeken.
Middeleeuwen
- agrarische samenleving, werd geleidelijk agrarisch-stedelijk (Late Middeleeuwen)
- kleine steden max. 1000 inwoners
Stad is een juridisch begrip: eenheid met zelfbestuur
Economisch => het centrum van handel en nijverheid
Sociaal cultureel => door waren aan te prijzen kwam er een andere groep waar alfabetisering van belang was.
Kloosters in steden => bedelorden, leven door te bedelen (Franciscanen en Dominicanen) waren intellectueel hielden zich bezig met onderwijs, later ook universiteit.
Verhouding elite volk, veranderingen door verstedelijking
Een groter deel van het volk werd ook geletterd, koningen nemen geletterde leken in dienst.
Geletterden gaan vooral rechten (Romeins en Germaans) studeren, worden ambtenaren =>sommige mensen worden rijk
Geld economie in plaats van de agrarische ruilhandel
De staat is anders georganiseerd, vorst heeft door hem betaalde ambtenaren in plaats van de feodale adel, die leefde van eigen inkomsten; er moet belasting betaald worden.
Feodale adel heeft het moeilijk, grondbezit neemt af in belangrijkheid en geldbezit neemt toe.
Merovingers gesticht door Clovis Frankische koning rond 500 Merovingen is een koningshuis, heerste over de Franken die in het huidige België en Frankrijk woonden. Ik weet even niet of je je dat realiseert. Had zich bekeerd tot christendom, wist zich te handhaven op basis van rijkdom en kerkelijke steun, daardoor bekeerden ook de Franken zich tot het christendom, de vorst bepaalt gewoon dat zijn volk dezelfde godsdienst moet hebben als hij.
Benedictus van Nursia stichtte in 529 in Italië een klooster
Regels voor monniken (kopieerden boeken uit Grieks-Romeinse Oudheid)
- geloftes van kuisheid, armoede en gehoorzaamheid afleggen
- Ora et labora (bid en werk)
Klooster komt van claustrum: gesloten ruimte, plaats van veiligheid
Ook een soort modelboerderij door economische onafhankelijkheid.
Askese: letterlijk: oefening, is dus: tucht, discipline
Ierse monniken stonden bekend om hun strenge levenswijze en grote geleerdheid.
Het toppunt was peregrinatio, wanneer een kloosterling besloot voorgoed naar het buitenland te gaan om heidenen tot christen te bekeren. Dat gebeurde vooral vanuit kloosters in Duitsland en Frankrijk.
Heidense feesten
Offerfeest: om goden gunstig te stemmen
Dodenmaal: om doden te herdenken een feestmaal bij de graven. Soms met maskers als geest van overledene. Ritueel toneelspel moest ervoor zorgen dat doden niet met slechte bedoelingen terug zouden komen. Zij geloofden dat doden terug konden keren op aarde.
De eerste dag van januari werd door de heidenen gevierd door zich te verkleden.
De kerk maakte hier een vastendag van op de concilie (bijeenkomst van kerkleiders) in 567.
Kerst: geboorte van Christus
Pasen: dood en verrijzenis van Christus
Pinksteren: stichting van de kerk
Slag bij Poitiers 732
Arabieren werden verslagen door Karolinger Karel Martèl.
Zijn zoon Pippijn zette de laatste Merovinger af, versloeg in Noord-Italië Germaanse Longobarden, en liet zich zalven tot koning. Als hij net de laatste Merovinger afgezet heeft, is er geen koning meer om dar te doen, ik neem dus aan dat een aartsbisschop hem tot koning gezalfd heeft, overigens een gewoonte die uit het Oude Testament is overgenomen.Hij gunde de paus het bestuur over Midden-Italië, het begin van de kerkelijke staat. Patrimonium Petri
Willibrord, 1e bisschop van Utrecht bekeerde Friezen. Opvolger Bonifatius, stichter abdij van Fulda, bekeerde Germanen ten oosten van de Rijn. In 754 vermoord door Friezen.
Karel werd in de kerstnacht van 800 door de paus in Rome tot keizer gekroond. Zo trad hij in de voetsporen van de Romeinse keizers, hij werd gelijk in rang met keizer Byzantijnse Rijk. Karolingische Renaissance is zijn poging kunst en wetenschap te doen herleven.
Feodaal stelsel, leenstelsel
Karolingische vorsten stelden als beloning voor bewezen diensten grond en functies ter beschikking, ter leen, aan verdienstelijke edellieden. Degene die grond te leen nam (leenheer) moest een eed van trouw afleggen aan de leenheer.
Verdrag van Verdun 843
Karels zoon Lodewijk de Vrome kon het Frankische rijk nog bij elkaar houden, maar zijn drie zoons verdeelden de erfenis bij het verdrag van Verdun.
Roelantslied: christelijk epos rond 1100 (tijd kruistochten) Hoe de Arabieren de achterhoede van Karels (de grote) leger vernietigden.
Paragraaf 2 De omgekeerde wereld
Rooms-katholieke kerk
Stond in de Middeleeuwen in het middelpunt. Het leven was sterk gericht op het hiernamaals en God. Kunstenaars waren gericht op de devotie (toewijding) tot God.
In de Vroege Middeleeuwen zocht de kerkelijke elite soms aansluiting bij volkse gedachten, als terugkeer van doden op aarde. In de Late Middeleeuwen ging de kerk volks bijgeloof juist steeds meer bestrijden. Door geestelijken werd streng opgetreden tegen bijgeloof, en zottenfeesten(wat hielden deze precies in? Wordt kerkelijk genoemd maar mag het nou wel of niet?Kijk dat nog eens even na, bij mijn weten traden de geestelijken streng op tegen de heidense feesten en het bijgeloof, maar tolereerden ze tegen heug en meug de zottenfeesten in de kerk, ten slotte waren die voortgekomen uit de kloosterscholen, ze waren dus wel wat spottend t.a.v. het geloof, maar niet heidens!) in de kerken zelf. Er waren ook feesten die wel geoorloofd waren, nl processies en intocht van een vorst in de stad, vastenavondviering, carnaval, toernooien. Met omkeringsrituelen werd laten zien hoe de verhoudingen echt lagen, dat was tijdens carnaval.
Universiteiten
Uit kathedraalscholen ontstaan, bestudeerden het kerkelijke (canonieke recht).
Zo werd geprobeerd het kerkelijke geloof en het bijgeloof van elkaar te onderscheiden.
Meestal waren het dominicanen die een opleiding aan de universiteit hadden gevolgd. Zij waren bedelmonniken. Waarom bedelmonniken als ze een opleiding aan de universiteit hadden gevolgd? Goede Vraag!! Ten eerste zit daar een tijdsverschil tussen: Dominicanen en Franciscanen beginnen als bedelorden, maar al gauw halen de bedelmonniken genoeg geld op om de slimsten onder hen ´vrij te stellen´van bedelen t.b.v. studie. Dus niet de hele gemeenschap bedelde, maar een deel! Verder moet je niet denken dat studeren of doceren in die tijd betaald werd; wij leven in een tijd waarin kennis economisch belangrijk is en dus worden onderwijzers, leraren en universitaire docenten met een salaris betaald. Vroeger was dat niet zo: doceren was een bezigheid van kloosterlingen, die de gelofte van armoede hadden afgelegd er werd niet of nauwelijks voor betaald. Pas als leken het onderwijs overnemen worden docenten gesalarieerd.
Oosters Schisma 1054
In de elfde eeuw ontstond er een kerkscheuring.
In de achtste eeuw hadden de pausen zich verbonden aan de Karolingische vorsten. De patriarch (aartsbisschop) van Constantinopel was zich steeds meer van Rome gaan verwijderen. In 1054 scheidde de kerk in Oost-Europa zich van Rome af.
Hieruit ontstond de Grieks-orthodoxe kerk, pogingen tot herstel liepen op niets uit.
Theologisch is het verschil met de oosterse kerk gering, het was meer een culturele kloof en een machtspolitiek geschil tussen oost en wast.
Opbouw samenleving middeleeuwen
Onderaan stonden de onvrijen, de hoogste groep onvrijen waren de horigen.
Stamden vaak af van voormalig vrije boeren die zich in donkere eeuwen onder bescherming hadden gesteld van een plaatselijke machthebber.
Van hen werd legerdienst verwacht, zij waren daar het voetvolk, bezitters van een paard waren ruiters=ridders, werden aanvoerders.
Drie samenwerkende groepen
Zij die baden, zij die vochten en zij die het land bewerkten.
Eerste stand: de geestelijkheid
Tweede stand: adel
Derde stand: werkende mensen (in Late Middeleeuwen burgers in steden)
Adel onderscheidt zich naar geboorte en taakstelling van vrije boeren, dit werd bevestigd door invoering van de cavalerie.
Feodaal stelsel
Versterkte de greep van de adel op de agrarische samenleving.
Leengoederen werden erfelijk en op deze manier kwamen hele regio’s onder adellijke families. Zij traden ook op als rechter, bestuurder, belastingontvanger en legeraanvoerder.
Drieslagstelsel tussen 1000 en 1300
Slechts (slechts?? Ik vind het veel!) eenderde van de landbouwgrond ligt braak. Verder winter en zomergranen.
Opbrengst steeg, ook door betere ploegen, de trekkracht van paarden werd benut.
Door stijging van kwaliteit en kwantiteit van het voedsel neemt de bevolking toe.
Domeinen of heerlijkheden
Stukken grond waar de bezitter bepaalde rechten kon uitoefenen zoals tolrecht en rechtspraak.
Welvarende steden
Belangrijk voor landsheer (koning/graaf) in machtsstrijd met kasteelheren. Stedelijke bankiers konden de vorst aan nodige financiële middelen helpen, in ruil voor stadsrechten.
Opbouw stad
Vertegenwoordiger landsheer stad: schout, werd bijgestaan door schepenen.
Er kwamen handels en ambachtsgilden, verenigingen waarvan mensen hetzelfde beroep uitoefenden. Prijzen, lonen en werktijden waren vastgesteld en de kwaliteit werd in de gaten gehouden. Uiteindelijk kwamen leden ook in het gemeentebestuur (vroedschap). Zo kregen gilden ook politieke macht.
Epidemieën
Konden zich makkelijk verspreiden, omdat ondergrondse riolering ontbrak. Zo ontstond ook de pestepidemie 1348 -1350. Bijna eenderde van de Europese bevolking overleed hierdoor. De Joden werden aangewezen als zondebok, vanwege hun afwijkende leefwijze en het feit dat ze Christus niet als verlosser erkenden.
Dit was al zo sinds de Romeinse tijd dat ze als minderheden leefden.
1350 uitvinding buskruit: maakte adellijke kastelen niet langer onkwetsbaar
Paragraaf 3 De hervorming van de volkscultuur
Begin van de Reformatie (hervorming) Maarten Luther spijkerde op 31 oktober 1517 95 stellingen aan de deur van de slotkerk in Wittenberg. Dit leidde tot scheuring in de rooms-katholieke kerk, en het ontstaan van protestantse kerkgenootschappen. Volgens hem was de Bijbel de enige geloofsbron, en de mens kon alleen eeuwige zaligheid bereiken door in god te geloven. Zijn ideeën werden snel verspreid door de komst van de drukpers.
Westers Schisma 1378-1417
Twee concurrerende pausen, nadat de paus vanwege kritiek op de kerk naar Avignon was gevlucht. Waarom opeens twee concurrerende pausen, hoe zat dat precies? Dat zullen we jullie echt niet vragen, maar als je het leuk vindt om te lezen, hier volgt dit schandelijke verhaal: In de vroege 14e eeuw was Rome zo´n morele modderpoel geworden, dat de toenmalige paus, een Fransman, besloot op het pauselijk buitenverblijf in Avignon te gaan wonen. De Franse koning vond dat prachtig, zo kreeg hij invloed op het pausdom. Na de dood van deze paus, werd als opvolger weer een Fransman gekozen, die er ook de voorkeur aan gaf in A. te blijven wonen. Dit duurde tot 1377!! De paus van dat jaar vertrok uit A. en ging weer in Rome wonen. Hij stierf het jaar daarop, er werd keurig een paus in Rome gekozen, maar de Franse kardinalen verklaarden die keuze onwettig, vertrokken naar Avignon en kozen daar zelf een ´tegenpaus´. De Franse koning vond dat prachtig en zo ontstond een tweespalt in de kerk: de bondgenoten van Frankrijk erkenden de Avignonse paus als de wettige, de tegenstanders die van Rome. Dit heeft geduurd tot 1419, toen kwam er weer gewoon een Paus in Rome. Einde verhaal. Het maakt wellicht iets meer duidelijk waarom die hervormers zo´n hekel hadden aan het pausdom.
Humanisten
Verwoordden hun kritiek op een verfijnde manier. Ze wezen op het contrast tussen de sobere leefwijze van de eerste christenen en de opzichtige weelde waarin de paus en priesters soms leefden. Echte vroomheid maakte bij sommige van hen ook plaats voor inhaligheid en schijnheiligheid.Wat willen ze daarmee? Wie zijn ´ze´? De priesters? Dat waren vaak onwaardige lieden, niet zo gek als het gezag zo verdeeld is ( zie boven, westers schisma) De Humanisten stellen dit als schandelijk aan de kaak, maar gaan niet over tot geloofsafval, dat gebeurt pas met Luther en Calvijn.
De gedachte dat de geestelijken hun zakken vulden ten koste van het volk werd groter toen er aflaten verkocht werden, voor de Sint-Pieter in Rome. Werd dit alleen door de humanisten zo ervaren of waren er nog meer mensen die dit idee hadden? En wat werd hiermee gedaan? Ja, het is juist de directe aanleiding voor het optreden van Luther!
Godsdienstige vrede van Augsburg 1555
Keizer Karel V moest hierin uiteindelijk toegeven: De vorst van een gebied bepaalde de godsdienst van de onderdanen.
Want de vorsten konden de bezittingen van de kerk overnemen, als mensen allemaal luthers werden. Als de bevolking Luthers wordt, worden de kloosters opgeheven, want Luther erkent geen kloosterwezen.
Genève theocratie (regering door God) Hier ging Calvijn preken, en alle vorm van vermaak is verboden. Verwierp niet alleen pausschap, maar ook bisschoppen en priesters waren niet welkom. Geloof in predestinatie, ieders leven is voorbestemd door God. In Frankrijk kregen ze de naam hugenoten.
Calvinisten
Ook in protestantse kerken werden de predikanten scherp in de gaten gehouden. Elke gereformeerde gemeente had een kerkenraad, die de leiding van de plaatselijke kerk in handen had. Boven de kerkenraad stond de classis, hierin zaten afgevaardigden van de verschillende kerkenraden uit een bepaalde streek. Zij hielden de predikanten in de gaten.
Afkeuring volkscultuur door protestanten
Katholieke feesten en rituelen werden afgekeurd. Ook de feestdagen van heiligen waren niet toegestaan, deze hadden volgens de protestanten te maken met de verering van mensen ipv met de verering van God. Ze probeerden ook de wereldse overheid over te halen. Dit gebeurde vaak met succes.
Katholieken en de volkscultuur
Kerkelijke elite trok zich in de vroegmoderne tijd terug uit de volkse feestcultuur.
Zij wilden de volkscultuur handhaven en verbeteren, en waren voorstanders van accommodatie (aanpassing). Het feestgedrag werd door de katholieke kerkleiders wel aan banden gelegd. Er mocht niet gefeest worden tijdens de mis, en herbergen mochten dan ook niet open zijn, behalve voor reizigers. Het naakt moest uit de kerken verdwijnen, in het kader van het zedelijkheidsoffensief.
Wereldlijke elite
De militaire betekenis van de adel was in de vroegmoderne tijd geslonken. Nu gingen ze zich onderscheiden door verfijnd en beschaafd gedrag. Ze spraken een eigen taal (in Nederland was dat het Frans). Ze gingen, gevolgd door de gegoede burgers, op een andere manier feestvieren, er kwamen hofdansen.
Concilie van Trente (kerkvergadering) 1550
Mensen die katholiek bleven vonden dat er dingen moesten veranderen, daarom Concilie van Trente.
Aan de ene kant probeerde de kerk allerlei misbruiken aan te pakken, priesters werden beter opgeleid en de geloofsleer werd nauwkeurig vastgesteld. Geestelijken mochten geen herbergen bezoeken, ze werden gecontroleerd door visitatoren.Aan de andere kant werd gestreefd naar herwinnen van verloren zielen. Het protestantisme werd bestreden. Wat willen ze hierbij met de inquisitie =kerkelijke rechtbank, in gebieden waar de kerk veel gezag had en ook door de vorst gesteund werd, werd je vervolgd als je protestant was. In tijden van grote spanning werd je voor de kerkelijke rechtbank gedaagd en als je niet ´terugkwma op je dwlingen´als ´ketter´verbrand. De protestanten deden dat natuurlijk ook in gebieden waar zij het voor het zeggen hadden.
Er kwam ook een lijst van boeken die katholieken niet mochten lezen, de index.
Contrareformatie of liever Katholieke Hervorming Wanneer? Na concilie van Trente, dus tweedehelft 16e eeuw en daarna
De bovengenoemde activiteiten vallen hieronder. Zo kon de katholieke kerk haar positie in veel landen herstellen. Er kwam een jacht op ketters en heksen met magische krachten, ook door protestanten. Tot 1648 bleven er godsdienstoorlogen woeden. Het godsdienstige motief werd vermengd met het politieke en economische motief.
Paragraaf 4 Naar een beschaafde wereld
18e eeuw tijdperk van de Verlichting
Veel mensen geloofden dat de rede (menselijk verstand) alle problemen kon oplossen (het rationalisme). Mens had te lang in geestelijk duister geleefd, vandaar dat deze periode de verlichting heet.Hoe moet ik deze precies dateren, of is de 18e eeuw goed genoeg?, rond 1750, met een uitloop richting Franse Revolutie
Verlichtingsfilosofen wilden meer tolerantie (verdraagzaamheid) en afschaffing van de staatskerk, in de economie was dat vrij spel voor ondernemers. Er wordt iets gezegd over mercantilisme (economie was sterk uitgebreid door mercantilisme blz. 40 1e kolom onderaan), wat wordt daarmee bedoeld? Je hoeft niet alles te weten! Maar het is: protectie in de economie, dus invoerrechten en exportsubsidies, dus het tegenovergestelde van liberale economie
Laisser faire laisser passer, het vrije spel der maatschappelijke krachten.
Politiek gezien
De ideeën van Montesquieu en Rousseau waren van belang. Vanwege de Trias Politica, Rousseau scherpte de volkssoevereiniteit verder aan. De algemene volkswil was volgens hem de bron van alle macht.
Verlichtingsfilosofen Er staat in het themaboek dat liberalen de ideeën van de Verlichting uitdroegen, waren de verlichtingsfilosofen dan alleen liberalen? Hoe moet ik dat zien? Verlichting is veel ruimer dan liberalisme, liberalisme vloeit uit de Verlichting voort. Maar Verlichting houdt zich ook bezig met opvoeding, kunst, wetenschappen e.d. Hun ideeën waren terug te vinden in romans, toneelstukken, en brieven. De verlichte despoten waren vorsten die het motto ‘alles voor het volk, niets door het volk’ nastreefden. Dit was rond 1775. Maar zij waren niet in staat de groeiende ontevredenheid over het Ancien Régime (oude bewind) te matigen.
Afschaffing standensamenleving
In de 18e eeuw verenigden sommige edelen en hoge burgers zich in genootschappen, waarin de ideeën van de Verlichting werden bediscussieerd. Zij vonden dat er een einde moest komen aan de standenmaatschappij. Om te voorkomen dat verschillende groepen uiteen zouden groeien, gingen ze zich met de volksklassen bemoeien. Er kwamen algemene biddagen, waarop de kerk Gods zegen over bepaalde kwesties gaf.
Maatschappij tot Nut van het Algemeen 1784
Leden vertolkten opvattingen van de Verlichting. Liefde voor vaderland was belangrijk, ook op school al, daarom streefden zij naar onderwijs voor alle bevolkingslagen. Ook werd er waarde toegekend aan deugd en beschaving. De bevolking moest het beschaafde gedrag van de hoge burgerij overnemen.
Ook vermaak moest burgerlijker, dat was niet altijd succesvol. De kerk kwam hierbij echter versterkt terug naar de Franse Revolutie, en had meer succes met de veredeling van het vermaak.
Volksmissies vanaf 1836
Tien of meerdaagse godsdienstoefeningen waarbij paters het volk probeerden te herkerstenen. In preken werd gewaarschuwd tegen dansen en gemengde bijeenkomsten. De gelovigen werden opgeroepen om tijdens carnaval zoveel en vaak mogelijk naar de kerk te gaan om te bidden. Gegoede burgers vierden carnaval in besloten kring, volksklassen gingen juist de straat op. Er kwamen ook volksmissies gilden, zo oefenden de geestelijken invloed uit op de gelovigen.
Vrijzinnige protestanten
Stonden in de 19e eeuw tegenover de orthodoxe protestanten.
De vrijzinnige accepteerden de moderne samenleving, waarin steeds meer vrijheid werd gegund. De orthodoxe protestanten zetten het zedelijkheidsoffensief in de 19e eeuw onverminderd door. Hadden net als de liberalen afkeer van de kermis die vaak enkele weken duurde, maar de liberalen wilden deze niet afschaffen, beter was om te wachten tot ze tot het uit zichzelf zou stoppen. Wel wilden ze bepaalde onderdelen afschaffen.
Afschaffing kermis 1871
Dit gebeurde in Amsterdam vanwege klachten van verschillende protestantse kerkraden.
Feesten voor volksklassen door liberalen en protestanten
Zendingsfeesten werden op zomerse dagen gehouden. Hierbij ging het er vooral om dat alle standen samen feest vierden. Er werden preken gehouden, afgewisseld door muziek, samenzang en gebeden.Waarom dit wel en werden de kermissen afgeschaft? Kermis staat voor ongeremdheid, drankmisbruik e.d. Strenge protestanten waren daar fel tegen.Verderop wordt er gezegd dat Jongelingsverenigingen tijdens kermis openbare bijeenkomsten hielden. Hoe zat dit nou precies? Dit stuk is voor mij nog een beetje onduidelijk.Waar de kermis niet afgeschaft was - dat was een zaak van de gemeentelijke overheden - probeerden de protestanten een eigen, concurrerend, braaf vermaak te scheppen.
Nationale feesten
Om de eenheid te bewaren en de sociale spanningen te verminderen, werden er vanaf de jaren 80 van de 19e eeuw feesten georganiseerd voor alle lagen van de bevolking. Dit omdat het sociale vraagstuk zichtbaar werd, en er arbeidersrellen uitbraken. Ook de viering van prinsessendag (nu koninginnedag) moest zorgen voor eenheid. Ook kwamen er optochten om historische gebeurtenissen te herdenken.
Nu wordt er nog steeds carnaval, koninginnedag en kermis gevierd.
REACTIES
1 seconde geleden