Vergilius, Aeneïs

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • Klas onbekend | 5267 woorden
  • 15 juni 2005
  • 69 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
69 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Een rechtenstudie met betekenis, waar wil jij je hart voor inzetten?

Bij de bacheloropleiding Law in Society aan de VU ontdek je hoe je actuele maatschappelijke thema’s kunt aanpakken met een juridische bril.

Latijn

Algemene situering van Augustus in Rome

-einde burgeroorlog en begin PAX ROMANA -belang van Augustus = verfraaiing van de stad (steen naar marmer) =heropleving voorvaderlijke deugden (pietus-virtus) =landbouwpolitiek (Georgica) =literair leven -opdracht =een nationaal epos geschreven door vergilius met als boodschap dat de heerschappij van Rome over de wereld bepaald is door het FATUM

*vorm -Augustus is niet de hoofdpersoon, wel Aeneas
omdat 1. epiek dit verbied (geen levende personen) 2. er mag geen discussie over ontstaan (tegen Pax Romana) dus compromis=legendarische figuur + voorvader Romulus en Remus + verwijzing actualiteit en Romeinse geschiedenis

Doelstellingen van Augustus? 1. voorvaderlijke deugden (pietas-virtus) =Aeneas heeft deze eigenschappen maar is geen superheld en w beloond
2. nationaal gevoel =Rome is gewild door de goden, nationaal epos, TROJE is even oud

-verhaalstof =Homerus, Naevius, Ennius, Dante, Schliemann

-stamboom = Jupiter+Electra= Tros en Illas(Priamus en Hector) +Ganymedes en dan Assaracus(Venus en Aeneas) Aeneas huwt Creusa, dochter van Priamus

de Trojaanse oorlog *Neptunus bouwde de muren rond Troje

Troje is een bloeiende stad onder leiding van koning Priamos. Maar dan komt de twist om de appel tussen Venus, Athena en Juno. Paris kiest Venus omdat deze hem Helena, de echtgenote van Menelaus van Sparta beloofd. De Grieken (Agamemnon(Mycene), Menelaus, Achilles, Odysseus) kunnen niet vertrekken door windstilte. Agamamnon zei dat zijn jachttalent even groot was als dat van Diana en de godin wilde als offer Iphigeneia, de dochter van Agamemnon.

Na 10 jaar zijn er 2 helden: bij de Grieken Achilles en bij de Trojanen Hector. Minerva en Juno zijn voor de Grieken en Venus en Apollo voor de Trojanen. Bij de tweestrijd tussen Paris en Menelaus, wordt de eerste door Venus gered. Dan stuurt Achilles zijn neef Patrocles die gedood wordt door Hector, Achilles doodt Hector en sleept hem rond de stad blind van woede. Dan wreekt Paris zich en doodt Achilles. Paris wordt gedood door Philoctetes. De list van het paard van Odysseus brengt redding.

Een Trojaanse held weet zich op aanraden van de goden van de strijd te onttrekken:Aeneas. Deze krijgt de opdracht een nieuw Rome te stichten.

Bij de Grieken wordt Agamemnon bij zijn terugkeer door zijn vrouw Clytaemnestra vermoord om de moord op zijn dochter. En Odysseus zwerft 10 jaar rond wegens de wrok van Neptunus omdat Odysseus zijn zoon, een cycloop doodde. Onderweg komt hij Circe ,een tovenares, tegen (zwijnen)waardoor hij naar de onderwereld moet afdalen, de Sirenen en Scylla en Charibdis(zeemonsters) ;de rest van zijn bemanning raakt hij kwijt doordat deze runderen van de zonnegod Helios gedood hadden. Als enige komt hij bij Calypso aan die hem 7 jaar gevangen houdt. Het hele verhaal wordt verteld door middel van een flashback als hij op het eiland van de Phaeaken is na de zoveelste storm van Neptunus. De laatste hindernis zijn de vrijers in zijn huis te verdrijven samen met zijn zoon Telemachus. (boog+boom)

Homerus’ Illias en Odysseia -800 voor christus
Illias=rond 1200; 51 dagen uit het 10e jaar ! mss niet gebeurd maar was wel een belangrijk handelsknooppunt en dus zullen de 2 machtigste volkeren van die tijd er wel om gestreden hebben. (manu militari)

Vergilius’ Aeneïs: imitatio en aemulatio
1-6=zwerftochten van Aeneas (Odysseia) 7-12=oorlogsthematiek (Illias) ! latijnse literatuur is Griekse tragedie
door Livius vertaald en door aemulatio en imitatio krijgt het een literaire meerwaarde, kracht en originaliteit door zich naast Homeros te plaatsen (literair knipoog naar zijn publiek)

=moderne held die de tijdsgenoten van Augustus een zedenspiegel voorhoudt en de heersersrol van Rome in de verf zet

!Vergilius grijpt elke kans om naar zijn voorgangers te verwijzen zowel in de hoofdlijnen als in de details maar hij blijft zijn eigen verhaal schrijven dat uniek is en blijvend door de literaire kracht

Het grote verschil is dat
1. het mooi afgeronde gehelen zijn
2. Aeneas een psychische revolutie doormaakt
3. het actueel is

AENEÏS ILLIAS en ODYSSEIA
1.-Juno laat een storm ontketenen zodat de Trojanen in Carthago aanspoelen -Aeneas doet zijn relaas op verzoek van de Carthaagse koningin Dido -Odysseus wordt 3 keer slachtoffer van een storm -Odysseus doet zijn relaas op verzoek van de koning van de Phaeken
2. Aeneas’ verhaal over de val van Troje Het verhaal van de val van Troje

3. De zwerftochten van Aeneas van Troje tot Carthago met Scylla en Charybdis en de cycloop Odysseus maakt kennis met de cycloop en ontmoet Scylla en Charybdis
4. Door Aeneas’ vertrek wordt de liefdesband tussen hem en Dido bruusk afgebroken Calypso houdt Odysseus op haar eiland gevangen
5. Aeneas organiseert lijkspelen in Sicilië voor zijn vader Anchises Achilles organiseert lijkspelen ter ere van Patrocles
6.Bezoek aan de onderwereld Odysseus daalt af in de onderwereld

7. Latinus belooft Aeneas de hand van zijn dochter Lavinia en Juno hitst de Latijnen op Odysseus moet zich meten met de vrijers van Penelope
8. Venus schenkt haar zoon een nieuwe wapenuitrusting Beschrijving van het schild van Achilles
9. Aanval van de Latijnen op Troje ’s nachts waarschuwen Nisus en Euryalus Aeneas Odysseus en Diomedes doen een nachtelijke spionagetocht naar Troje
10. Pallas sneuvelt Dood van Patroclus
11. Hernieuwde strijd rond Laurentem
12. Aeneas doodt Turnus in een tweestrijd Tweegevecht tussen Paris en Menelaus

Epiek =monologische bericht van een gebeurtenis waarin acteurs en een verteller in optreden (gestileerd vertellen)

EPOS

-een heldendicht in verzen van de Klassieke Oudheid tot de 17e eeuw -narratief (serie gebeurtenissen volgens bepaalde chronologie verteld) -geen paratextuele elementen (voorstellingen) zoals tragedie -diachronie (tijdsverloop) is belangrijk

algemene kenmerken

1. werken van “lange adem” en vertelt wat de moeite waard is
2. poëtisch werk in verzen en plechtige stijl, de subjectieve “ik” van de auteur blijft buiten beschouwing
3. heroïsche personen en hun daden, over strijd tussen goden en mensen, overbuitengewone feiten waarbij mensen worden ontrukt aan hun dagelijkse levenscyclus
4. verwijzen naar het wonderbaarlijke en bovennatuurlijke; naar gebeurtenissen die in de natuur niet te verklaren zijn

volksepos =bewerking van verhalen die onder het volk leven en die geconcentreerd worden rond belangrijke historische of legendarische gebeurtenissen of figuren.

*Homeros (Illias=wrok van Achilles om het afstaan van zijn slavin Briseïs aan Agamemnon en Odysseia)

!Romeinen hebben geen volksepos

cultuurepos =door één welbepaalde gekende auteur geschreven

3 soorten=

1. legendarisch epos: oncontroleerbare feiten uit een ver verleden, met wonderbare aspecten en tussenkomsten van de goden
2. semi-legendarisch/historisch epos: recentere feiten met een historisch karakter en met een religieuze bovennatuurlijke achtergrond
3. historisch epos: alleen feiten die volgens het causaliteitsprincipe kunnen worden verklaard dus geen bovennatuurlijke dingen of goden
Livius Andronius
In 3e voor Christus
Hij vertaalde de Odysseia in de 2-delige Saturnische versmaat

Naevius
In 3e voor Christus
Hij schreef zelf in de oude versmaat een semi-historisch epos: Bellum Punicum

Ennius
In 3e-2e voor christus =vader van de Latijnse poezië Hij schreef in hexameters de kronieken tot 171 v. Chr. (Annales), een historisch epos, en zijn voorbeeld was Homeros

! invoerder van de Latijnse hexameter

Vergilius
In 1e voor Christus =onbetwiste grootmeester van de latijnse epiek
Hij schreef de Aeneas over de val van Troje en de stichting van een nieuw Troje (het latere Rome);deze is op een geniale creatieve wijze geïnspireerd op Homeros en is een lofzang op Augustus, de tweede stichter van Rome. Hij wordt verheerlijkt in Dante’s Divina Commedia (1311) waarin hij Dante begeleidt tijdens zijn tocht door hel en vagevuur op weg naar de hemel.

Post-Vergiliusperiode =zij kende een belangrijke mythische-epische productie, die dikwijls kwalitatief niet hoogstaand was

*Van de vos Reynaerde (13) *Divina Commedia (Dante) (13-14) *Paradise Lost (Milton) (17)

Epyllion (klein epos) =kortere verhalen in hexameters over legendarische feiten met tussenkomst van de goden en over mythologische onderwerpen (poeta doctus) en met veel geduld geschreven;ontstaan tijdens het hellenisme, toen het epos al verouderd was

vb. Metamorphoses van Ovidius
o.a. Orpheus et Eurydice =dit verhaal komt ook voor in Vergilius’ Georgica en is een goed voorbeeld van het Latijnse Imitatio en Aemulatio ! Latijnse literatuur = Griekse tragedie
Vergilius, Aeneas, 1, aanhef

R. 1-11 HB p. 87

Ik bezing de wapenfeiten van de man die als eerste vanaf de kusten van Troje, naar Italië gekomen is, voortvluchtig door het lot, en meer bepaald naar de kusten van Lavinium. Hij is veel heen en weer geslingerd over de landen en de zeeën door de kracht van de hemelgoden en wegens de onverzoenlijke woede van de razende Juno. Hij heeft ook veel door de oorlog geleden totdat hij een stad stichtte en zijn huisgoden Latium binnenbracht waaruit het Latijnse geslacht en de Albaanse voorvaderen en de hoge wallen van Rome voortkwamen.

Muzen, breng mij nu de oorzaken in herinnering waardoor de goddelijke macht gekwetst is, of waarover de koningin van de goden treurt, want hoe kan zij een plichtsbewuste man ertoe aanzetten om avonturen te beleven en om zoveel inspanningen te leveren. Kennen de geesten van de hemelingen dan zo’n grote woede?

Grammatica

Arma=Illias
Virum=Odysseia

*de wapenfeiten van de man=wapenfeiten - het verband met Illias en Odysseia - omwille van het metrum

1.arma: metonymie; qui: virum ; Troiai qui: inversie =nadruk op Troje ; primus: bep. v. gest. , nom. M. enk. , bij qui + venit

2.Italiam: acc. Richting, bij venit = nadruk op het 1e woord ; fato: abl. oorzaak
Italiam=Lavinia litora = prolepsis (vooruitwijzing) : de kusten heetten nog niet zo pas als hij de stad Lavinium voor Lavinia, zijn nieuwe vrouw, sticht. Profugus: bijst. bij virum (ond.) GEEN bep. V. gest.

3.Ille:Aeneas, positief:superheld =uitverkoren om de stad te stichten
iactare: frequentativum want iacere: eenmalig; et…et: zoals = polysyndeton( veel belemmeringen)

De 3 redenen voor Juno’s wrok
1. Ze weet dat haar lievelingsstad, Carthago, vernietigd zal worden dus zal ze alles tegenwerken. 2. ze bezit een grote woede tegen de Trojanen vanwege de twistappel (Paris) 3. het Trojaanse geslacht is ontstaan door een slippertje van haar echtgenoot Jupiter met Electra + Jupiter zet zijn privé-wijnschenker Ganymedes,bastaardkind, tegenover Juno’s dochter Hebe.

4.vi:abl. HV. Bij iactatus (pass. part.); superum: gen. m. mv; , bezitsgen. bij vi *normal superorum omwille van metrum; terris alto: plaatsbep. Abl. Zonder voorzetsel; Ionis: ondgen. bij ob iram; gekruist hyperbaton (saevae Iunonis + memorem iram) (de woede die Juno niet zal vergeten) hypalage: memorem bij Iunonis ipv iram

!Nationaal gevoel, gewild door de goden

5.Latio: prefixdat. bij inferret; hypalage: alto beter bij moenia ipv Romae

Hij gaat van Troje naar Italië naar de kusten van Lavinium naar de huisgoden naar Lavinium naar alba Longa en tenslotte naar Rome. =nationaal gevoel

8. quo numine laeso: abl. O. enk.,BWB oorzaak bij impulerit
9. deum=deorum omwille van metrum
10. pietas voor goden, vaderland en ouders
pietate: abl. Vr. Enk. , BWB oorzaak/beperking bij virum

! abl. hoedanigheid zijn 2 woorden

POETA DOCTUS
1. volvere: Sisyphus en de 12 werken van Heracles
2. Odysseia + Illias

STIJL
Inversie: gevaar; parallellisme; anafoor(tot)=belangrijk,oorlog; man tussen gevaren en erin geslaagd door pietas en ervoor beloond; Ellips; enjambement: impulerit

2 onderdelen

1.tot Romae= over ond. PLOT =gedreven door Juno: goddelijke oorsprong (wie, wat, waar, wanneer, waarom) 2.Irae= aanroeping van de Muzen

! normaal omgekeerd (eerst aanroeping en dan plot) dit doen ze omdat Rome belangrijker is (nationaal epos) = verwijzing Grieks origineel; doelstellingen Vergilius en retorische vraag

11. impulerit: impellere, A. conj. (I.V.) Perf. (Vt met heden HWW) 3E. 12. laatste zin: opmerking van vergilius + retorische vraag
irae: poetisch mv. ; animis caelestibus: bezitsdat. bij ellips ! zijn=hebben

iustitiae deorum= hij staat achter zijn held en hij beantwoordt deze vraag niet
zelf

Vergilius, Aeneas, de wrok van Juno

R. 12-33 HB p. 88

Er was een oude stad-Tyrische kolonisten bevolkten de stad-namelijk Carthago tegenover Italië meer bepaald in de verte tegenover de mondingen van de Tiber, die rijk was aan middelen en hongerig naar grimmige oorlogen; er werd verteld dat Juno deze stad meer dan alle andere landen exclusief meer heeft begunstigd en nadat ze Samos had achtergesteld. Daar waren haar wapens en daar was haar strijdwagen; de godin streefde ernaar en koesterde toen al de wens dat deze stad heerser werd over de volkeren, als het lot het op één of andere manier toestond. Maar zij had gehoord dat een afstammeling voortgebracht uit Trojaans bloed ooit de Tyrische burchten van Carthago zou verwoesten. Hieruit zou een volk komen wijd heersend en hoogmoedig in de oorlog ter verwoesting van Lybië. Want zo beschikten de Schikgodinnen. Terwijl de dochter van Saturnus dit vreesde, dacht ze terug aan de oude oorlog die ze in de voorste gelederen had gevoerd bij Troje voor het dierbare Griekenland-en de oorzaken van haar woede en de woeste pijnen waren ook nog niet uit haar geheugen verdwenen: het oordeel van Paris en het onrecht van de afgewezen schoonheid en het gehate geslacht en de eer van de geschaakte Ganymedes, bleven diep in haar geheugen opgeborgen- hierdoor opgehitst slingerde ze bovendien de Trojanen over de hele zee, ver weg van Latium wat de Grieken en de ruwe Achilles er hadden achtergelaten. Ze zwierven vele jaren gedreven door het lot rond over alle zeeën. Zo’n grote inspanning kostte het om het Romeinse volk te stichten.

Grammatica *Hera=Juno =zorgen dat de mensen gaan meedenken
13. enjambement: haar stad Carthago (rond 800 v. Chr.) (Rome=753 v. Chr.) poeta doctus: Rome tegenover Carthago : contra + acc. Italiam contra= postpositie

14. ostia: Tiber heeft verschillende mondingen; opum: gen. V. overvloed bij dives; omnibus terris: abl. 2e lid vergl. bij magis; unam: bep. gest. bij quam+coluisse; dives: bijstelling bij Carthago, nom enk; belli: voorwerpsgen. bij studiis
12. tenuere: perf. stam, 3M, A ind perf, gesyncopeerde vorm (metrum) 15. quam: lv bij coluisse (ond:Iuno); posthabita: P part perf bij Samo
posthabita+Samo:losse ablatief

! Samos= geboorte-eiland van Hera + heiligdom

17.hic: laatsgenoemde en verwijzd toch naar Carthago=interpretatieproblemen; regnum: metonymie= abstract voor regina; polysyndeton: que

18. haec regnum: attractie met gezegde=als het onderwerp zich aan het gezegde aanpast; sinant: A conj pr =voorwaardelijke bijzin (potentialis)

! strijdwagen wordt beschreven in de Illias en Odysseia EN Carthago is in 146 v. Christus verwoest na de 3e Punische oorlog

20. audierat: audieverat + infzin. 1. progeniem… duci + bijzin hogere graad: quae…verteret 2. populum…venturum(esse) 3. Parcas…volvere; ! scansie is door elkaar en hij vermijdt het woord ‘Carthago’; duci: passieve infinitief

22. venturum: inf fut.; excidio: abl strekking/doel bij venturum; Libyae: dat nadeel bij excidio

! de Parcas (schrikgodinnen) spinnen je levensdraad en knippen hem dan door

23. metuens: A part pr ; memor + voorwerpsgen= veteris belli = hyperbaton onderwerp= Saturnia, nom vr enk van hoofdzin die wordt afgebroken

24. constructie is afgebroken: anakoloet : geen hoofdwerkwoord omdat ze kwaad is en niet meer denkt aan haar constructie (vorige tekst); prima: nom vr enk bij gesserat+ ond, bep gest; Argis: metonymie en lievelingsstad

! Juno en de andere goden spelen een rol in de stichting van de stad maar moeten buigen voor het LOT dat hoger is als de goden; Juno is heel subjectief (:redenen)

26. animo: abl scheiding bij exciderat, irarum: poetisch mv= veel woede; repostum: zonder i=metrum

27. Paridis: ondgen bij iudicium, gen m enk
28. genus invisum: nom o enk, onderwerp bij manet
29. his: abl o mv bij accensa, HV
30. reliquis: bijstelling bij Troas; Troas: acc m mv, LV bij accensa normaal Troes maar Griekse uitgang
Troas reliquis= HOMOIOTELEUTON (eindrijm) Atque: detail, inzoomen
31. Latio: abl scheiding bij arcedat = alliteratie ; Danaum: poeta doctus: inzoomen op Achilles
32. maria: acc o mv, acc bij voorzetsels; gentem: acc v enk, LV bij condere
33. tantae molis: gen hoedanigheid bij erat

! Juno neemt wraak op Jupiter voor zijn slippertje met Electra waaruit Tros voortkwam samen met de rest van het Trojaanse geslacht

Vergilius, Aeneas, Juno roept de hulp van Aeolus in

R 34-80 HB p 90-91

Nauwelijks uit het zicht van het land van Sicilië, zeilden zij blij uit in volle zee en klievden zij het schuim van de zee met hun voorsteven, toen Juno de eeuwige wonde diep in haar hart bewaarde, zei ze dit tegen zichzelf= “ Moet ik mijn plan opgeven als een overwonnene, kna ik de koning van de Trojanen niet afweren van Italië? Ik word immers verboden door het lot. Kan Pallas Athena de vloot van de Grieken verbranden en hen zelfs in de zee doen zinken door de schuld van één en de razernij van Aiax, zoon van Oileus. Nadat zij eigenhandig de verzengende bliksem van Jupiter uit de wolken geslingerd had, verwoestte ze de schepen en woelde ze de zeeën om met winden en greep ze hem vast, terwijl hij vlammen spuwde, nadat zijn borst doorboord was en met een orkaan spieste ze hem vast aan een scherpe rots; maar ik die heers als koningin van de goden, en de zus en de echtgenote van Jupiter, ik voer zovele jaren oorlog met de Grieken en zal er in het vervolg nog iemand de goddelijke macht van Juno vereren of een eerbewijs al knielend op mijn altaar plaatsen?” Terwijl de godin al deze dingen rondwentelde in haar ontvlamde hart, ging ze naar het vaderland van de wolken; plaatsen gevuld met woeste zuidenwinden, naar Aeolië. Hier onderdrukte koning Aeolus in een woeste grot de worstelende winden en de loeiende stormen met zijn macht, met boeien en met een kerker beteugelde hij ze. Met een groot gedreun briesen deze verontwaardigd rondom de wanden van de berg. Aelos zit in de hoge burcht terwijl hij de scepter vastheeft, en hij bedaart de gemoederen en tempert de winden. Als hij dit niet deed, sleurden ze immers snel de zeeën en de landen en de immense hemel samen met hen mee en sleepten ze door de luchtlagen. Maar terwijl de almachtige vader dit vreesde, verborg hij ze in donkere grot en plaatste er een massa hoge bergen op en gaf hen een koning die volgens een zekere overeenkomst in staat was de teugels te vieren of strak te houden op bevel van Jupiter en toen wendde Juno als een smekeling deze woorden tot hem: “ Aeolus, ( ik richt me tot jou), wnat de vader van de goden en de koning van de mensen gaf jou de toestemming om golven te sussen en ze met winden op te heffen.een aan mij vijandig volk bevaart de Tyrrheense zee, terwijl het Troje en de overwonnen huisgoden met zich meedraagt, jaag de wind met kracht aan en doe de bedolven schepen zinken of drijf hen uiteen en verstrooi de lichamen over de zee. Ik heb 14 nimfen met een fraai lichaam, waarvan ik Deiopeia die de mooiste is met je in een duurzaam huwelijk zal verbinden en in blijvend bezit zal schenken, zodat ze al haar jaren samen met je doorbrengt en je ouder maakt van een mooie kroost, in ruil voor zulke verdiensten. Aeolus antwoordde haar:” Oh koningin, het ligt in jouw handen om te beslissen wat je wil, aan mij is het door de goden toegestaan jouw bevelen uit te voeren. Jij geeft mij al wat ik aan koninkrijk bezit en de scepter en stelt me gunstig bij de machtige Jupiter, jij geeft me de mogelijkheid om aan te liggen bij het feestmaal van de goden en jij maakt me heer van regenwolken en stormwinden.”

Grammatica

34. siculae: lijkspelen voor Anchises (Aeneas vader) 35.spumas salis: alliteratie + aere en salis: metonymie
35. laeti: bep. V. gest., nom m mv bij dabant + ond. (bijna in Italië) ind imperf= beschrijving van een toestand
36. cum: cum inversum = sfeer draait om, hierin zit de hoofdgedachte
37 incepto: abl scheiding bij desistere Italiam: bij avertere
desistere: inf uitroep (en ik lopen)= pathetisch
37 victam: P part perf, part con bij me(ond infzin in acc) + resistere + posse
prolepsis
ze overdijft Athena heeft alleen de boot van de kleine Aiax vernietigd omdat deze Cassandra uit de tempel gesleept had en aangerand (= heiligschennis) 40 Argivum: normaal is Athena voor de Grieken
zij mag het wel, ik niet eens mijn tegenstanders (Trojanen met Apollo en Venus) 39 exuere: hyperbool, helemaal verwoesten
41 noxam+ furias: hendiadys, zoon van= poeta doctus
43 polysyndeton, ventis: abl middel bij evertit
ik wil een storm omdat Pallas er ook een kreeg
45 turbine: abl middel bij corripuit, scopulo acuto: prefixdat bij infixit
ast: sterke tegenstelling
46 regina: bep gets bij incedo + quae
47 gente: cum+ abl, tot annos: acc tijdsduur bij bella gero
49 aris: prefixdat bij imponet, supplex: bep gest bij imponet + ond
aderat: geen fut door metrum maar door praeterea (enjambement)

in medias res: wij zitten er middenin
actie: uitvaren, want ze zijn bijna bij hun doel (Italië) sfeer: blij naar dreiging door CUM JUNO
Juno’s monoloog =psychologisch die uitmondt in passie en colère
1. exordium (begin)= geen tijd
2. propositio (37-41) * thesis (kan ik nix doen) * antithesis (Pallas) 3. confirmatio (42-48) * bewijs thesis (oorlog) * bewijs antithesis (straf) 4. peroratio (besluit) (48 b-49) gaat iemand me nog vereren?

! redenering “a fortiori”

50 volutans: opgedraaid, intensivum van volvere, nom bij Juno
51 furentibus austris: abl overvloed bij fetus, snelle scansie
zuidenwind= weg van Italië frenare= beeldspraak (ruiter) + cipier
54 imperio: abl middel bij premit, abl o enk
56 arce: abl plaats zonder voorzetsel bij sedet, sceptra: lv bij tenens; poetisch mv
58-59 faciat, fernat, verrant: voorwaardleijke bijzin, potentialis, conj pr 3
61 moles en montes: hendiadys
64 his vocibus: voorwerpsabl bij usa est
supplex: nom bep gest bij Juno+ usa est ! juno= smekeling?

Beschrijving land van de winden (50-64)

-winden, Aeolus, wonen

1. (52-54) lutantes, tempestates; rex, premit, frenat; vasto, vinclis, carcere
2. (55-59) indignantes, murmere; sceptra, mollit, temperat; arce
3. (59-63) ferant rapidi; regem, premere, laxas, speluncis molem montes

Aeolus: belangrijk tegenover cipier en alles doen wat Jupiter zegt (karikatuur) 2-ledig
premit=frenat
mollit animos= temperat iras
vinclis=carcere

65 begripvol vader: vergeeft! En parallellisme
tibi:dat mv bij dedit dat m enk
brachilogie= ik richt me tot jou= sneller
66 zware overdrijving (alleen Jupiter) hyperbool
woordplaatsing= Troje tegenover Italië, Troje + penates: lv bij portans
puppes en aequor: poetische woorden
69 diversos: aac m mv, bep gest bij age + verborgen ond (mensen) 71 mihi: dat v bezit bij esse
forma: abl beperking bij pucherrrima( nom gezegde bij(est)) = 2X hetzelfde= pleonasme
73 conubio stabili: abl middel bij iungam( ind fut 1E), abl o enk
75 exigat, faciat: conj pr, UT bijw bijzin gevolg
parentem: acc m enk, bep gest bij te + faciat

Juno (godin duurzaam huwelijk) en Jupiter!!! Huwelijkspolitiek om iets te bereiken
Zoals dochter van Caesar met Pompeius

78 regni: geheelsgen bij quodcumque gen o enk sceptra: metonymie voor macht
TU: parallellisme, anafoor, het is jouw probleem, ik doe toch wat je zegt
79 concilias: zeugma 1. gunstig stellen bij 2. je geeft me macht, epulis:prefixdat bij accumbere, dat v mv, divum(divorum)bezitsgen bij epulis
de machtige Jupiter: sceptra= hendiadys
sceptra= iets mooi tegenover Aeolus
80 nimborum, tempestatum: voorwerpsgen bij potentem (bep gets bij facis + verzwegen Lv)acc m enk

het verzoek van Juno (65-80)

smeekbede (65-75) verschil in lengte=psychologie *slijmend exordium, situatieschets, concrete vraag en opdracht, BELONING
geen einde= ze kan bevelen wat ze wil

antwoord van Aeolus (76-80)

jij beveelt, ik gehoorzaam, geen Deiopeia!!!, vernedert Juno (jij=TU: anafoor) Vergilius, Aeneas, de storm

R 81-107 HB p 91-92

Na deze woorden (nadat hij dit gezegd had), stootte hij tegen de zijkant van de holle berg met de punt van een omgekeerde lans; en de winden als het ware in slagorde, stormden naar buiten daar waar de poort geopend is en raasden als wervelwinden over de aarde. Ze stortten zich op de hele zee en de zuidoostenwind, de zuidenwind en de zuidwestenwind, die vol is van stormwinden, woelden haar op vanuit de diepste bodem, samen rolden ontzaglijke golven naar de kust. Het geroep van de mannen en het gekraak van de scheepstouwen volgde onmiddellijk. De wolken onttrekken plotseling het daglicht en de hemel aan de ogen van de Trojanen. De donkere nacht hing over de zee. Het hemelgewelf dreunde en de lucht flikkerde door de talrijke bliksemschichten. Alles wees de mannen op een ogenblikkelijke dood. Plotseling werden de ledematen van Aeneas verlamd door de kou. Hij kreunde en terwijl hij zijn beide handen naar de sterren strekte, sprak hij het volgende: “ Oh 3 en 4maal gelukkig, zijn zij die het te beurt viel te sterven voor de ogen van de vaders en onder de hoge wallen van Troje. Oh Diomedes (zoon van Tydeus), dapperste van het Griekse geslacht! Kon ik niet sneuvelen op de Trojaanse vlakten en de geest geven door jouw rechterhand, daar waar de woeste Hector ligt, getroffen door de speer van Achilles, waar de reusachtige Sarpedon is gesneuveld en waar de Simonis zoveel schilden en helmenvan mannen en hun dappere lijken meesleurt in haar stroming( onder haar golven). Toen hij dit riep, gierde er een stormwind uit het noorden en sloeg frontaal tegen het zeil en hief de golven op naar de sterren. De roeiriemen werden gebroken; toen draaide het voorsteven zich en gaf de flank bloot, gevolgd door een steile hemelhoge waterberg, sommigen hangen in de top van de golf, aan anderen werd tussen de golven van de gapende zee de bodem getoond. De branding woelde in het zand.

Grammatica

Ruere, volvere, vertere= kosmische storm

Aeneas heeft angst voor de dood en bidt (pietas)

81 ccc: hakken, alliteratie, cuspide:metonymie want hele lans (drietand) cavum montem:hyperbaton, impulit:enjambement
82 agmine facto: LA, qua:abl weg waarlangs,porta: ond bij data est, turbine:wijze bij perflans
84 mare:prefixdat bij incubere
Carthago:enjambement, vastos, fluctus:hyperbaton, ond= winden (poeta doctus) 87parallellisme en polysyndeton
88 caelem diem: LV bij eripiunt, Teucrorum: bezitsgen bij oculis( abl scheiding bij ex), gen m mv, ponto: prefixdat bij incubat, crebis ignibus: oorzaak bij micat
91 MORTEM praesentem: hyperbaton, viris: prefixdat bij intenant dat m mv
92 frigore: HV bij passieve ww, abl bij solvuntur
93 voce: middel bij refert, quis (quibus): dat MV bij contigit (onpers ww)

! liever voor vaderland dan op de roemloze zee !

97 patronymicum (naam van de vader met suffix (des)) fortissime:vocatief + superlatief gentis:geheelsgen bij fortissime
Danaum (danaorum) :verklarende gen bij gentis + metonymie

Uitgieten= bloed en ZIEL samen wegvloeien

98 tua dextra:oorzaak bij effundere
92-102 reactie van Aeneas= poeta doctus
99 telo: oorzaak bij iacet

duel van Aeneas en Diomedes
goden spelen een rol (Pallas helpt de Griek), volksepos

102 iactanti: p con, procella: ond ferit + tollit, adversa: bep v gets bij procella + ferit, aquilore:abl v uitgangspunt 104 inversie:nadruk op ww (actie),undis: MV cumulo:abl wijze,his:MV bij aperit
harenis=veel zand, poetisch mv
nadruk: 2x (steil + hemelhoog) his, has: polyptoton

81-123

a) losbarsten van de storm (81-91) polysyndeton, hyperbool, kosmisch, visueel, dreigend
b) Aeneas’ houding (92-101) jammerklacht, roemloos (imitatio 5e boek Calyso), helden, in het midden van de kosmische storm houdt hij stand door zijn PIETAS
c) Het vernietigende werk van de storm (102-123)

Vergilius, Aeneas, 304-330

HB p 120

(Maar de vorstin- want wie kan een verliefde misleiden- had een voorgevoel voor listen en reeds vol vrees zonder gegronde reden bevroedde zij het eerst wat ging gebeuren. Het was alweer de akelige fama die de ontzinde koningin berichtte dat de Trojaanse vloot zeilkaar was gemaakt en in de haven lag om uit te varen. Niet wetend wat zij deed, liep ze uitzinnig door de hele stad, als een bacchante die razend wordt bij het naar buiten brengen van het heilige greedschap der orgieën, zodra het wild, 2jaarlijks Bacchusjuichen tot haar komt en de nachtelijke Cithaeron haar aanlokt met zijn onophoudend roepen. Zij liet Aeneas niet de kans tot spreken maar richtte zich tot hem met deze woorden) Eindelijk sprak ze Aeneas aan uit eigen beweging met deze woorden: “ Trouweloze, heb je zelfs gehoopt zulke wandaden geheim te houden en mijn land zwijgend te kunnen verlaten? Houdt onze liefde jou inet tegen, noch de eens gegeven hand , noch Dido die zal sterven door een wrede dood? Ja zelfs onder de winterster breng jij de vloot in gereedheid en maak je je klaar om over de volle zee te gaan te midden van de noordenwinden, wreedaard. Als je niet naar vreemde landen en onbekende huizen zal gaan en als het oude Troje nog zou bestaan, zou je dna naar Troje zijn gegaan door de ontstuimige zee met de vloot? “Vlucht je van me?”SCharniermoment
bij deze tranen en je rechterhand, smeek ik je dit -aangezien ik mijzelf niets anders dan ongeluk heb achtergelaten- bij ons huwelijk, bij ons begonnen huwelijk, als ik mij verdienstelijk heb gemaakt in een of ander opzicht tegenover jou of er iets aangenaam voor jou van mij is geweest, het medelijden met het instortende huis, en zie af van je voornemen als er nog plaats is tot smeekbeden. Wegens jou haten de Lybische stammen en de tirannen ven de nomaden me, de Carthagers zijn verbitterd; wegens jou opnieuw is de schaamte uitgedoofd en mijn vroegere roem, de enige manier waarop ik nog tot de sterren reikte. Voor wie laat je me stervend achter, gast? Aangezien deze enige naam overblijft voor echtgenoot. Waarom aarzel ik. Misschien totdat Pygmalion, mijn broer, de wallen van mijn stad verwoest of totdat de gaetulus Jarbas me als gevangene wegleidt? Als ik tenminste nog een kind van jou voor mij had ontvangen voor de vlucht, als een kleine Aeneas voor mij kon spelen in het paleis, die jou toch in zijn gezicht weerspiegelde, zou ik er niet helemaal bedrogen en verlaten uitzien.

Grammatica

304 his vocibus: middel bij compellat,aenean:griekse acc (poeta doctus) 306 mea terra:abl scheiding bij decedere tacitus:nom bep gets bij sperasti + ond
parallellisme, anafoor, metrum, alliteratie, polysyndeton, negeatieve dreigende sfeer
funere:metonymie crudeli funere:oorzaak bij moritura
Winterster= Orion abl tijd bij moliris

Carthagers verwijten Romeinen voor trouweloos en wreed

312 peteret, maneret: conj perf SI in voorwaardelijke zin irrealis
316 hymenaeos:metonymie, eindrijm, poeta doctus, CHIASME
miserere=imperatief
315 mihi:dat nadeel dat vr enk bij reliqui
domus labentis: voorwerpsgen bij miserere =bezig is haar familie in ongeluk storten; geen kinderen
319 precibus:bezitsdat, mens:metonymie
postpositie= nadruk op te

Jarbas= Dido heeft hem afgewezen, zijn land afgenomen en de koning daarvan een drenkeling gemaakt

323 fama prior:ond bij exstinctus, qua:abl weg waarlangs bij adibam
cui:dat nadeel bij deseris

Pygmalion vermoordde haar echtgenoot

Saltemsi: inversie
Fuisset: conj plqperf =irrealis ond? Subolos
328 aula:abl plaats zonder voorzetsel
330 capta, deserta: gezegde bij viderer (kww), p part perf nom vr enk

2 delen
a) woede en verwijten (tot 313) b) smeekbeden, poging om Aeneas’ gedachten te veranderen

scharniermoment= Mene fugis?

A perfide, crudelis= actueel Carthagers over Romeinen
Emoties, ingewikkelde redenering (Troje, winter, ZOU) B 3 onderdelen
1. beroep op gevoelens die hij ooit voor haar had (314-319), ind perf, huwelijk
2. medelijden (-326) gevaren en nadelen (eer, broer…) 3. kind, moedergevoel (327-330) =IRREALIS (capta, deserta) Vergilius, Aeneas, Aeneas verdedigt zich (345-361)

HB p 121-122

“Apollo echter roept mij naar het grote Italië weg en het Lycische orakel geeft ook Italië op al smijn bestemming? Daar ligt mijn vaderland, dat is mijn liefde! Want indien gij, Phoenicische, geboeid wordt door de aanblik van het Libische Carthago, hoe zou jij de Trojanen dan misgunnen zich neer te laten in het land Italië? Ook wij hebben het recht een rijk te zoeken dat elders ligt! Zo vaak de nacht de landen met klamme schaduwen komt overdekken, zo vaak de vurige gesternten opgaan, komt mij de verontruste schim van mijn vader vermanen in de slaap en mij verschrikken. Ook is er nog de kleine Julus die inderdaad al sonrecht zou gevoelen zo ik hem van Italië beroofde en van de landen die het lot hem toewees. Door Jupiter persoonlijk afgevaardigd (dat durf ik op ons beider hoofd getuigen) bracht bovendien de bode van de goden, zich door de hemel spoedend, mij zijn boodschap. In helder licht zag ik de god verschijnen binnen mijn kamer en met mijn eigen oren heb ik zijn stem gehoord! Wil dus niet langer mij en u zelf verdrieten met uw klachten. Mijns ondanks immers vaar ik naar Italië…”

Grammatica

Gewild door de goden + orakel (2X bevel) Groot Italië= machtig en nationaal gevoel!!! Apollo + sortes= hyperbaton, iussere, capessere (nadruk) Hic, haec:polypton
Ond wordt LV= attractie van gezegde

1. jij sticht nieuwe stad, wij niet? = AD HOMINEM –argument (invidia) si: voorwaardelijke bijzin bij adspectus + arcus
phoenissam: bijstelling bij te, acc vr enk
Ausonia:plaats zonder voorzetsel
2. FAS: toegestaan door lot en goden
Nos:ond infzin bij quaerere
Umentibus umbris: middel bij operit
3. kind + onrecht= geen erfenis
regno + fatalibus arvis:abl scheiding bij fraudo
4. deferre= typisch (van Olympus naar beneden) hypalage, bij auras maar normaal Mercurius (interpres divum) 5. muros=LV,his auribus: middel bij hausi Hou op met me te ambeteren! Ik ga! (maar niet uit eigen wil)

REACTIES

P.

P.

Woow dit is echt zeer goed! Ik heb binnenkort examen en ik heb echt heel veel aan je werkstuk! Dankje!

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.