Aardbevingen aan de westrand van de Amerika's

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Keuzeopdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 1210 woorden
  • 2 april 2005
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
32 keer beoordeeld

Hoofdstuk 1: Hoe ontstaan aardbevingen?

De aarde bestaat uit een massa vloeibaar gesteente met een doorsnede van ongeveer 12.800 km. Van deze massa is maar ongeveer 25 km van de buitenste laag gestold. Dit gestolde stuk noemen we de aardkorst. De aardkorst bestaat uit verschillende stukken die in elkaar passen, net als een legpuzzel. Deze stukken noemen we schilden of schollen.

Er wordt zowel van buiten als van binnen druk op de aardkorst uitgeoefend. De krachten die van buitenaf op de aardkorst drukken, noemen we exogene krachten en de krachten van binnenuit zijn de endogene krachten. Aardbevingen ontstaan ten gevolge van de endogene krachten.

Waar de schilden tegen elkaar aan liggen, kan de aardkorst het meest bewegen. Het verschuiven gaat schoksgewijs en veroorzaakt een beving, die vaak gepaard gaan met onderaards gerommel. Dit noemen we een aardbeving. Ook kunnen er door de endogene krachten breuken of barsten in de aardkorst ontstaan. De stukken van de aardkorst aan de zijden van een breuk kunnen langs elkaar schuiven; dit gebeurt ook schoksgewijs en er kan hierdoor ook een aardbeving ontstaan. Soms spreekt men van een zeebeving. Dit is gewoon wanneer de beving in zee plaatsvindt.

De plaats in de aardbodem waar de trillingen vandaan komen, noemt men het hypocentrum. Hoe dieper het hypocentrum in de aardbodem ligt, hoe zwakker de trillingen aan de oppervlakte van de aarde zijn en hoe zwakker dus de aardbeving is. Het gebied dat direct boven het hypocentrum ligt (waar de trillingen het hevigst zijn), noemt men het epicentrum.

Dagelijks vinden er wel tientallen aardbevingen plaats. Maar de meeste zijn erg licht en in onbewoonde streken, vandaar dat de meeste mensen het niet merken.

Hoofdstuk 2. Hoe meten we aardbevingen?

Bij een aardbeving komen er verschillende trillingen van het hypocentrum. We noemen deze trillingen P-, S- en L-golven. P-golven zijn de snelste golven. Ze gaan dwars door de aarde en gaan zowel door gesteenten als door vloeistoffen. Ze gaan (bij hevige aardbevingen) dus ook door de vloeibare kern van de aarde. S-golven gaan ook dwars door de aarde, maar zij kunnen zich alleen door gesteenten voortbewegen. Zij worden dus niet door de vloeibare kern van de aarde gelaten. Wanneer de P- en S-golven het aardoppervlak bereiken, ontstaan de L-golven. De L-golven dringen niet door de aarde, maar bewegen zich alleen langs het aardoppervlak. De L-golven zijn het langzaamst, maar veroorzaken voor de mens de meeste schade. Hoe verder de L-golven zich van het hypocentrum verwijderen, hoe zwakker zij worden.

Om de golven van een aardbeving te registreren en om de sterkte te meten, heeft men een seismograaf ontworpen. Een seismograaf bestaat uit een doos waarin een slinger hangt met aan het uiteinde een zwaar gewicht. Onder aan dit gewicht is er een pen. De slinger met het gewicht eraan blijft gericht naar het middelpunt van de aarde. Als de doos gaat bewegen door trillingen van de aardkorst, zal de pen onder aan het gewicht de bewegingen op papier vastleggen. Deze vastlegging noemen we een seismogram.

Om de sterkte van een aardbeving te noteren, hebben de mensen verschillende methoden ontworpen.

Een van de methoden is de schaal van Mercalli. Voor deze schaal geldt: I. Door bijna niemand gevoeld. II. Door heel weinig mensen gevoeld. III. Vaak door veel mensen gevoeld, maar de mensen hebben niet door dat het een aardbeving is. IV. Door veel mensen binnenshuis gevoeld. Het voelt alsof er een truck het gebouw heeft geramd. V. Door bijna iedereen gevoeld; veel mensen worden er wakker van. Zwiepende bomen en palen. VI. Door iedereen gevoeld. Meubels worden verschoven, er is lichte schade. VII. Door iedereen gevoeld. Alleen gebouwen die slecht zijn worden aanzienlijk beschadigd, op andere plaatsen is er maar lichte schade. VIII. Gebouwen die speciaal ontworpen zijn om tegen bestand te zijn hebben lichte schade, andere gebouwen storten in. IX. Alle gebouwen zijn aanzienlijk beschadigd. Zichtbare scheuren in de grond. X. Veel gebouwen zijn vernield. Er zijn grote scheuren in de grond. XI. Bijna alle gebouwen storten in, bruggen worden verwoest en er zijn erg grote scheuren in de grond. XII. Totale verwoesting. Golvend oppervlak en voorwerpen worden heen en weer geslingerd.

Een andere vaak gebruikte methode is de schaal van Richter. Voor deze schaal geldt: 2.5 Lichte aardbeving. Niet gevoeld, maar wel waargenomen op seismografen. 3.5 Wordt door veel mensen gevoeld. 4.5 Er kan lokale schade voorkomen. 6.0 Een verwoestende aardbeving. 7.0 Zware aardbeving. 8.0 Zeer zware aardbeving. en hoger

Hoofdstuk 3. Waarom komen er veel aardbevingen voor aan de westrand van Amerika?

Op 18 april 1906 was er een verwoestende aardbeving in Californië met een sterkte van 8.3 op de schaal van Richter. San Francisco werd zwaar getroffen. Er werden meer dan 28.000 gebouwen verwoest en er waren ongeveer 700 doden. Door deze aardbeving bewoog de aardkorst in het centrum van Californië ongeveer 1m. in verticale richting en ongeveer 5m. in horizontale richting, terwijl de horizontale beweging in het zuiden van Californië ongeveer 7m. was. Bij een eerdere aardbeving (op 9 Januari 1857) was er in Zuid-Californië een maximale verschuiving van bijna 10m. opgetreden.

In Colombia was er vorige maand (op 26 Januari 1999) een aardbeving. Deze aardbeving had een sterkte van 6 op de schaal van Richter. Men heeft berekend dat het epicentrum in de Cauca Vallei lag (een gebied in het Noord-Westen van Colombia). De stad Armenia werd het zwaarst getroffen. Hoewel de hoofdstad Bogota ongeveer 200 km. ten westen van het epicentrum ligt, was de aardbeving ook daar goed te voelen. De dag erna was er weer een aardbeving, ditmaal in het Noord-Oosten van Colombia en met een sterkte van 5.4 op de schaal van Richter. Het gevolg van deze 2 aardbevingen was dat er ongeveer 17 steden werden verwoest en er ongeveer 1000 doden, 3500 gewonden en 200.000 daklozen waren. Deze aardbevingen richtten zoveel schade aan, omdat de ingestorte huizen waarschijnlijk niet aan de bouwregels voldeden. Bovendien lag het hypocentrum dicht bij het aardoppervlak.

De aardbevingen aan de westrand van Noord-Amerika staan in verband met de San Andreas breuk. Dit is een langgerekte breuk in de aardkorst, die ca. 1100 km lang is. Het is een van de gevaarlijkste en toch de best bestudeerde zwaktezones van de aardkorst. De San Andreas breuk strekt zich van Point Arena (190 km. ten noordwesten van San Francisco in Californië) door tot aan de noordpunt van de Golf van Californië. Het zet zich voort in de zeebodem van de Grote Oceaan en vormt waarschijnlijk een onderdeel van de Oostpacifische rug. De Oostpacifische rug is een reusachtige zwaktezone op de bodem van de Grote Oceaan, die zich uitstrekt tussen Alaska in het noorden en het Zuidpoolgebied in het zuiden. Geologen hebben ontdekt dat bij de San Andreas breuk 2 schilden van de aardkorst tegen elkaar aan liggen en sinds 140 miljoen jaren langs elkaar schuiven. Door deze verschuivingen zijn er in de buurt van de San Andreas breuk vele verwoestende aardbevingen ontstaan. Men heeft ook ontdekt dat het land aan de oostkant van de breuk zuidwaarts en het land aan de westkant noordwaarts beweegt. Per jaar verschuiven ze 6 cm ten opzichte van elkaar. Als de snelheid zo blijft, zal volgens de berekeningen, Los Angeles over 10 miljoen jaren op de plaats van San Francisco liggen. Dat zou een grote ramp zijn!

Bronnen

Wij hebben onze informatie gevonden in de boeken: Hoe Wat Waarom (Vulkanen), Geo Geordend (negende herziende druk, 1986), Encyclopedie A-B uit de schoolbibliotheek, De natuurwonderen der aarde en uit De Ware Tijd en De West van 26, 27, 28 en 29 Januari 1999.

REACTIES

S.

S.

het is echt een super goede en duidelijke spreekbeurt achtig iets. echt toppie<'3

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.