Osmose aardappel

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 318 woorden
  • 17 januari 2005
  • 136 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
136 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel
Inleiding

We hebben het in de les al vaak over osmose gehad. Door middel van allerlei tekeningen en verschillende osmotische waarden is het ons duidelijk geworden wat het begrip inhoud.
Door dit practicum zullen we het met onze eigen ogen zien, wat er gebeurd met de aardappelstaafjes in de verschillende milieus.

Vraagstelling

Welk effect heeft verandering van de osmotische waarde van het milieu op de lengte en stevigheid van aardappelweefsel?

Hypothese

Als de osmotische waarde van de omgeving groter is dan de osmotische waarde in de cellen, dan stroomt er door osmose water de cellen uit. Hierdoor neemt de stevigheid en de lengte van het aardappelstaafje af.
Als de osmotische waarde van de omgeving lager is dan de osmotische waarde in de cellen, dan stroomt er door osmose water vanuit de celwanden de cel in. Hierdoor neemt de stevigheid en de lengte van het aardappelstaafje toe.

Voorspelling

Als mijn hypothese juist is, dan wordt de lengte van het aardappelstaafje met een osmotische waarde van 7% in de omgeving, kleiner en wordt ook de stevigheid van het aardappelweefsel minder. Het aardappelstaafje wordt dan dus slap en zacht.
En als de osmotische waarde van de omgeving 0% is, dan neemt de lengte van het aardappelstaafje toe. En neemt de stevigheid van het aardappelweefsel ook toe.

Werkplan

Benodigdheden:
Etiketje
6 reageerbuisjes
een grote aardappel
snijmachine
1 bekerglas gedestilleerd water
1 bekerglas met NaCl-oplossing van 7%
mesje
snijplank
reageerbuisrek
liniaal
pipet (10 ml)
stift

Werkwijze:

-Hang een etiketje met je naam erop aan het reageerbuisrekje, zodat je weet welk rekje van jouw is.
-Nummer de regeerbuisjes van 1 t/m 6.
-In buis 1 t/m 5 elk 10 ml water pipetteren.
-In buis 6 gaat 10 ml zoutoplossing.
-In buis 5 gaat 10 ml zoutoplossing (bij het water) en dan schudden.
-In buis 4 gaat 10 ml uit buis 5 (bij het water) en dan schudden.
-In buis 3 gaat 10 ml uit buis 4 (bij het water) en dan schudden.
-In buis 2 gaat 10 ml uit buis 3 (bij het water) en dan schudden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.