Beachvolleybal
Ontstaan: Er wordt al bijna een eeuw op het strand gevolleybald. Pas sinds het einde van 1980 is beachvolleybal een internationale topsport geworden. Sinds 1996 is beachvolleybal ook een olympische sport. Beachvolleybal zoals we dat nu kennen is al veel verder ontwikkeld als toen de sport werd uitgevonden in Zuid-Californië. Ze speelden het zonder aan te vallen en te blokkeren. Er werd bijna alleen maar bovenhands gespeeld met teams van 6 spelers. Het aantal van 6 spelers maakt meteen duidelijk dat de sport voorkomt uit zaalvolleybal. De onderarmse pass was onbekend. Omdat ze niet mochten smashen kon een wedstrijd wel uren duren.
Verloop van het spel: De bal wordt door een serveerder in het spel gebracht. Bij zijn opslag slaat hij de bal over het net naar het veld van de tegenpartij. Om de bal weer terug te spelen, mag elk team de bal 3x spelen. Vangen of vasthouden mag niet. Het is niet toegestaan dat de bal 2x achter elkaar door dezelfde speler wordt aangeraakt, behalve bij het blokkeren. Het spel gaat door totdat de bal de grond raakt, uitgaat of door een team op onjuiste manier wordt terug gespeeld.
De wedstrijd: Een beachvolleybal team bestaat uit 2 personen. De grootte van het speelveld is 8 bij 16 meter en de hoogte van het net is ongeveer 2,24 voor dames en 2,43 voor heren. Een wedstrijd wordt meestal gespeeld in 2 sets die gaan tot 21 punten. Net als bij zaalvolleybal moeten er 2 punten verschil zijn. Als er een 3e set moet worden gespeeld gaat die tot 15 punten. Tijdens de set mogen er 2 time-outs aangevraagd worden van elk 30 seconden.
De regels: • De lijnen horen bij het speelveld en er is geen middellijn. • De opslagzone is het gebied achter de achterlijnen en tussen het verlengde van de zijlijnen. • Er is slechts één opslagpoging toegestaan. • Een ploeg bestaat uit 2 spelers, zonder wissels. • Is een speler zo geblesseerd dat hij na 5 min. blessuretijd niet verder kan spelen, dan is het team dus uitgeschakeld. • Shirts of sportbroeken moeten aan de voorzijden voorzien zijn van de nummers 1 en 2. • Als er opgeslagen wordt moeten de andere spelers in het veld staan. • Er bestaan geen opstellingsfouten, maar er is wel een vaste opslagvolgorde per set. • De bal is in als hij het speelveld inclusief de lijnen raakt. De bal is uit als hij de grond of een voorwerp buiten het veld, een antenne of een paal raakt.
Verschillen tussen zaal- en beachvolleybal: Bij beachvolleybal mag ieder speler blokkeren en aanvallen aan het net, er zijn geen vaste spelersplaatsen. De middellijn mag gepasseerd worden als de tegenpartij er geen last van heeft. Bij zaalvolleybal mag je de bal na de blok maximaal 3x spelen bij beachvolleybal is maar 2x toegestaan. Ook mag je bij zaalvolleybal spelers wisselen.
Een paar technieken: Alligator: Verdediging waarbij de bal opgevangen wordt met open handen, met gesterkte en gespreide vingers en de polsen tegen elkaar. Chicken-wing: Verdedigingstechniek waarbij de arm in een snelle beweging omhoog gaat en de hand tegen de buik is en de elleboog naast het lichaam. Tomahawk: Verdedigingstechniek waarbij de bal boven het hoofd verdedigd wordt met open, gesloten of gevouwen handen, waarbij de bal de zijkant of de binnenkant van de hand raakt. Cutshot: Een tactische aanval die voor het blok langsgaat naar de scherpe diagonaal. Snake: Aanval waarbij de bal met de vingertoppen van een gespannen hand over het net gespeeld wordt. Deep angle: Een tactische aanval langs of over het blok naar de lange diagonaal.
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
het begon al meteen met 2 spelers in plaats van 6
17 jaar geleden
Antwoorden