Module 5, Hoofdstuk 1 en 2

Beoordeling 3.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 558 woorden
  • 29 november 2004
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 3.5
10 keer beoordeeld

Een kwestie van geld en internationaal handelen

Hoofdstuk 1.

Invoerquote en uitvoerquote x100
BBP

Open economie Ø Veel handel met andere landen. Nederland heeft een hoog invoer- en uitvoer- quote.

Verklaringen voor internationale handel
Economisch § Geen land ter wereld heeft alle grondstoffen in huis, om alles te kunnen produceren. Men moet dus wel handelen. § Kostenverschillen omdat de mensen in Nederland hoog opgeleid zijn. Ze kunnen dus beter het simpele werk aan landen overlaten die minder ontwikkeld zijn. Hierdoor stijgt de arbeidsproductiviteit in Nederland. Niet—economisch § Klimaatverschillen. § Smaak. § Politiek, Nederland heeft tegen spotprijzen olie aan Italië geleverd om te voorkomen dat deze olie uit de Sovjet-Unie haalde.

Specialisatie Ø Land A is beter in het produceren van product X dan land B maar die is weer beter in het produceren van product Y. Onderling spreken zij met elkaar af dan land A product X gaat produceren en land B product Y. Zij in- en ex- porteren dat dan naar elkaar. Dit is voor beidde landen beter, ze kunnen dan doen waar ze goed in zijn.

Optimale allocatie Ø Het zo efficiënt mogelijk toebedelen van productiefactoren.

Redenen voor beperking van vrijhandel(protectie) Ø Werkgelegenheid, als Europa haar boeren niet zou beschermen tegen grote landbouwstaten als Australië dan zullen er heel wat boeren zijn die failliet gaan en dat is niet goed voor de werkgelegenheid. Ø Lage lonen, in lage loon landen is ook van sprake van lage lonenproductiviteit. Ø Infant industries, door een invoerheffing te vragen voor producten uit het buitenland, die daardoor dus duurder worden, krijgen eigen kleine/nieuwe bedrijven een betere groei kans. Ø Veiligheid en gezondheid, buitenlandse producten voldoen niet altijd aan de eisen die in bijv. Europa aan een product worden gesteld. Ø Politieke verhoudingen, een boycot bijv. omdat men het niet eens in met de wijze van regeren in bepaalde landen.

Protectie instrumenten Ø Invoerrechten. Ø Importcontigentering, dan mag in een bepaalde tijd, maar een beperkt aantal stuks van het importartikel het land in. Ø Kwaliteitseisen. Ø Importverbod. Ø Subsidies. Ø Afgedwongen exportbeperking.

Regionalisatie Ø Landen richten zich in de handel steeds meer op hun eigen omgeving.

Hoofdstuk 2

Betalingsbalans Ø Geeft een overzicht van alle in geld uitgedrukte transacties die in een jaar hebben plaatsgevonden tussen de ingezetenen van een land en niet-ingezetenen. Ingezetenen zijn degenen die bij een land betrokken zijn.

Deelrekening Ontvangsten Uitgaven

Goederenrekening
Dienstenrekening
Primaire inkomensrekening
Inkomensoverdrachtenrekening

Totaal lopende rekening (A) Kapitaalrekening (B)

Saldo betalingsbalans (A+B)

Verandering officiële reserve

Goederenrekening 1 Ø Ontvangsten, betalingen aan Europa voor de export naar het buitenland. Ø Uitgaven, de betaling aan het buitenland. Dienstenrekening 2 Ø Ontvangsten, het geld dat wordt uitgegeven door bijv. Japanse toeristen in Amsterdam. Ø Uitgaven, vakantie uitgaven van Europeanen die op vakantie zijn in Frankrijk. Primaire inkomensrekening 3 Ø Deze laat de aan het buitenland betaalde en uit het buitenland ontvangen primaire inkomens zien, zoals rente van leningen en winsten van ondernemingen. Inkomensoverdrachtenrekening 4 Ø Het gaat hier om betalingen aan en van het buitenland zonder productieve tegenprestatie. Kapitaalrekening 5 Ø Hier staan verstrekte en verkregen kredieten. Daimler Benz leent €10 miljoen van een Amerikaans bedrijf dit wordt bijgeschreven als kapitaal invoer. Saldo betalingsbalans 6 Ø De lopende rekening en de kapitaalrekening samen.

Officiële reserve 7 Ø Dit moet formeel op 0 uitkomen. Dit is noodzakelijk voor het boekhoudkundige evenwicht. Je noemt het formeel betalingsevenwicht.

Lopende rekening Ø 1,2,3 en 4.

Wisselkoers
De prijs van buitenlands geld uitgedrukt in euro is de wisselkoers

Als de waarde van bijv. de $ omhoog gaat is dat appreciatie
Als de waarde van bijv. de $ omlaag gaat is dat depreciatie.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.