1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?
Vaak hebben mensen in een onderontwikkeld land ( of ontwikkelingslanden/de derde wereld/het zuiden/arme landen ) een slecht opleidingsniveau, maar ze hebben ook niet genoeg geld om een opleiding te volgen. Daardoor krijg je een land vol analfabeten, ze hebben dan ook vaak hulp nodig van rijke landen, maar die doen dat ook niet voor niks. Bovendien zijn de ziekenhuizen en de universiteiten daar slecht, omdat er niet genoeg geleerde mensen zijn, en als ze er zijn, dan zijn het toch slecht opgeleide mensen. Als gevolg een land vol ongezonde mensen en analfabeten. Hierdoor ontstaat een slechte sociale structuur, ze werken er dan ook vaak met het kastensysteem, de ene kaste is hoger dan de andere kaste. Als gevolg krijg je heel veel ongelijkheden tussen de mensen, bijvoorbeeld de elite en de massa, de elite zijn de mensen die macht en rijkdom hebben, en de massa zijn alle andere mensen die niks te zeggen hebben ( vooral boeren ). Maar het ontwikkelingspeil heeft ook nog meer gevolgen, zoals de inrichting van het gebied ( veel bidonvilles ), er wordt anders gewoond als hier, anders gewerkt en je ziet het aan het verkeer: kortom te veel om op te noemen. Meestal hechten dit soort landen zich ook meer aan de godsdienst, bijvoorbeeld: kleding, woningen en eten. Maar zoals we al eerder hadden gezegd, zijn de meest algemene basiskenmerken armoede, honger en ziekte, deze drie zijn zeer ingrijpend voor de dagelijkse levensomstandigheden van de mensen. De overige kenmerken zijn: -laag ontwikkelingspeil -snelle bevolkingsgroei -veel mensen die in de landbouw werken -weinig mensen die in de industrie werken -dienstensector als vluchtsector -laag energieverbruik -weinig mensen die in de stad wonen maar toch te veel -slechte infrastructuur
Nu gaan we de basiskenmerken nog eens apart behandelen en van de overige kenmerken maken we een samenvatting. Armoede, als je wilt weten of een land arm of rijk is, vergelijk je ze met andere landen. Dat doe je met behulp van het BBP ( Bruto Binnenlands Product ) oftewel het BNP ( Bruto Nationaal Product ), dit is al het geld wat een land verdient bij elkaar opgeteld en dat bedrag wordt daarna gedeeld door het aantal inwoners van dat land. Dus eigenlijk het gemiddelde per persoon van een land. Dit is nooit precies, want in een arm land zijn natuurlijk een hele hoop illegalen. In India is het BNP per hoofd erg laag. Honger, de eerste levensbehoefte van een mens zij beschutting ( dak boven hoofd en kleding ) en eten, als mensen niet aan dit laatste kunnen komen lijden ze honger. Er zijn twee soorten honger, kwantitatieve en kwalitatieve honger. Kwantitatieve honger heb je als je niet genoeg voedsel binnen krijgt, maar als je aan kwalitatieve honger lijd dan is je voedsel niet voedzaam ( meestel te weinig eiwitten en vitamines ) Ziekte, door lage inkomens is de gezondheid over het algemeen niet goed. Armoede heeft er ook invloed op, door te weinig of zelfs geen geld hebben ze geen stromend water in huis of bad of een doorspoel-wc, in plaats daarvan hebben ze een rivier. Armoede heeft er ook nog op een andere manier invloed op, slechte voeding. Door slechte voeding zijn er veel mensen ziek in ontwikkelingslanden, omdat ze te weinig eiwitten en vitamines binnen krijgen. Overige kenmerken, er zijn drie sectoren: landbouw, industrie en diensten, in ontwikkelingslanden werkt de meerderheid in de landbouw, omdat ze (g)een (slechte) opleiding hebben gehad en ze zo gemakkelijker aan eten kunnen komen. De derde wereld groeit sneller dan rijke landen, ze hebben hogere geboortecijfers en sterftecijfers. Hoge geboortecijfers hebben te maken met armoede, en de sterftecijfers hebben te maken met armoede en een slecht hygiëne. De mensen die er wonen willen dan ook wel veel kinderen, omdat ze een werkkracht zijn, ze verdienen geld, ze zijn een geschenk van god en ze verzorgen je als je oud bent. In ontwikkelingslanden werken weinig mensen in de industrie, omdat de meeste mensen toch niet het geld hebben om iets machinaal gemaakt te kopen, en als dit wel zo zou zijn, waren er toch niet genoeg opgeleide mensen om in de industrie te werken. En omdat toch ieder mens in de derde wereld kan schoenpoetsen of straathandelen, noemen ze daar de dienstsector ook wel de vluchtsector. In arme landen vind je alleen maar laag energieverbruik, dat komt doordat ze er weinig machines gebruiken, de meeste mensen doen dit zware werk met de hand. In het verkeer zie je daar ook meer trek- en rijdieren en mensen die te voet gaan dan auto ’s enz. Maar ze hebben meestal ook geen geld voor auto ‘s. Er wonen in arme landen niet veel mensen in de stad, dat komt doordat er meer mensen op het platteland wonen, en dus in de landbouw werken. Maar in arme landen wonen toch te veel mensen in de stad, dat komt doordat veel mensen van het platteland naar de stad komen inde hoop daar werk te vinden, ook al vinden ze daar geen werk, dan blijven ze er toch wonen. Er is dan ook een slechte infrastructuur door slecht begaanbare wegen en slechte verkeersregels, bijna geen bedrading en vooral heel weinig posterijen etc.
2. Wat is per kenmerk de positie van India en (ter vergelijking) van Nederland?
Armoede: In Nederland is er niet veel armoede, iedereen heeft wel genoeg geld, op enkele uitzonderingen na. De mensen in Nederland hebben een heel hoog inkomen in vergelijking met India. De meeste mensen in India verdienen nog net genoeg om in leven te blijven. Maar eigenlijk is het veelte weinig voor eten van te kopen. Er worden zelfs veel kinderen geboren voordat ze mee kunne werken op het land om geld te verdienen.
Honger: In Nederland heeft bijna iedereen genoeg en gezond eten, en er wordt dus ook geen honger geleden. Er zijn zelfs mensen die veel te veel eten waardoor ze overgewicht krijgen. In India hebben bijna alle mensen honger, behalve de elite (de machtige en rijke mensen). Ze krijgen er te weinig eten en het eten wat ze krijgen is vaak eentonig en slecht.
Ziekte: In Nederland is er goede hygiëne. Dit komt vooral doordat de mensen genoeg geld hebben. Er zijn wel mensen die ziek zijn maar het gaat hier niet vaak om ziekte die door slechte hygiëne worden veroorzaakt. Het gaat ook niet om massale ziektes zoals de pest. In India is er een zeer slechte hygiëne waardoor er ook veel mensen aan ziektes leiden. Dit heeft ook te maken met de armoede, want hierdoor kunnen ze niet veel betalen, zoals stromend water, een bad of een doorspoel-wc, hiervoor in de plaats gebruiken ze een rivier. Deze rivieren zijn erg onhygiënische, omdat heel veel mensen deze gebruiken als veel verschillende doeleinden, zoals douche, toilet en drinkwater. Ook worden de ziektes vaak veroorzaakt door honger, gebruikte (drugs)spuiten of seks zonder condoom.
Ontwikkelingspeil: In Nederland is er een hoog ontwikkelingspeil. De mensen hebben een hoog inkomen en er worden veel producten geproduceerd. In India is er een laag ontwikkelingspeil. De mensen hebben er een laag inkomen en er worden niet veel nieuwe producten geproduceerd. bevolkingsgroei: In Nederland is een lage bevolkingsgroei in vergelijking met India. Er worden veel minder kinderen geboren en er sterven er minder. Er komen wel veel buitenlandse mensen in Nederland wonen. In India is er een hoge bevolkingsgroei er worden heel veel mensen geboren om mee te werken voor geld te verdienen. Maar er sterven ook veel mensen doordat er veel armoede en honger is en er veel ziektes zijn.
Beroep: In Nederland zijn er heel veel verschillenden beroepen. Bij de meeste beroepen gaat het om kantoorwerk of werk in de industrie. In de landbouw wordt ook bijna niet meer gewerkt. In Nederland zijn in een week 5 werkdagen en elke werkdag heeft 8 uur. Ook mogen kinderen in Nederland geen zwaar werk doen, want kinderarbeid is in ons land zwaar verboden. India werkt bijna iedereen in de landbouw en er wordt maar heel weinig kantoorwerk gedaan of in de industrie gewerkt. Vaak is het werk slecht en verdienen ze maar weinig. De werkdagen zijn er veel langer als hier, ook werken er heel veel kinderen mee.
Dienstensector als vluchtsector: In Nederland is de dienstensector het grootst, want er zijn veel hoog opgeleidde mensen die dit werk doen en die dit ook goed doen. Ze zijn er immers voor opgeleidt. En voor hoger opgeleide mensen is er eerder werk te vinden. In India zijn er niet veel mensen die dit werk doen. De mensen trekken van het platteland naar grote steden in de hoop daar (beter) werk te vinden. Maar als ze in de grote steden komen valt het hun erg tegen, er is maar weinig werk te vinden, hierdoor worden veel mensen schoenpoetser of gaan op de straat handelen. Dit werk doen ze omdat ze geen ander werk kunnen vinden.
Energieverbruik: In Nederland is een heel hoog energie verbruik, omdat ze heel veel energieverbruikende apparaten gebruiken, zoals verwarming, licht, tv, computer enz. Ook wordt in bedrijven bijna alles machinaal gedaan en er wordt bijna niets meer met de hand gedaan. In India is er een heel laag energieverbruik, want bijna alles wordt nog met de hand gedaan en nog bijna niets machinaal. Apparaten zoals tv, computer en verwarming zijn er bijna niet, alleen in grootte bedrijven of bij rijke mensen.
Bevolkingsaantal in de stad: In Nederland wonen er veel mensen in steden, maar bijna iedereen heeft er wel werk. In India wonen er minder mensen in grote steden dan bij ons ze zijn naar de steden gekomen om (beter) werk te vinden. Maar er wonen er toch te veel, omdat er bijna niemand werk heeft in de steden, maar ze blijven er toch wonen.
Infrastructuur: In Nederland is er een goede infrastructuur, dat wil zeggen dat er goede verbindingen en een communicatie is. De wegen zijn er goed begaanbaar en er is makkelijk contact op te nemen met andere mensen door bijv. de telefoon. In India is er een zeer slechte infrastructuur, de wegen zijn vaak slecht begaanbaar (als ze er zijn) en er is bijna geen communicatie mogelijk op lange afstanden. De meeste mensen hebben er dus ook geen telefoon of andere communicatiemiddelen.
Sociale structuur: In Nederland is een goede sociale structuur, doordat we een andere godsdienst hebben dan in India. Onze godsdiensten zijn veel minder streng dan daar en iedereen is gelijk. In India hebben ze een slechte sociale structuur, dit komt door de godsdienst. Ze vinden dat er verschillende groepen mensen moeten zijn; het kastensysteem.
3. Hoe kun je het voortbestaan van die kenmerken verklaren? (met externe en interne factoren).
Interne factoren: - Armoede komt onder andere door de ontzettend grote bevolking en de grote tegenstellingen van arm en rijk. Mensen worden erg aan hun lot overgelaten en krijgen bijvoorbeeld de kans niet om te studeren. - Honger komt door de extreme armoede van sommige mens, dus als de armoede zou worden opgelost, zal de honger ook verdwijnen. - Ziekte komt voornamelijk door de slechte voeding en het gebrek aan schoon drinkwater. Dit zou bij het verdwijnen van de armoede ook oplosbaar kunnen zijn. - Het lage ontwikkelingspeil komt ook door de armoede, omdat je dan wel onzinnig werk moet doen voor de kost en niet kan studeren, want er moet brood op de plank komen. - De snelle bevolkingsgroei komt ook door de armoede, want mensen hebben veel kinderen nodig om veel geld te kunnen verdienen, om later op je oude dag kinderen te hebben om voor je te zorgen en ze zijn volgens hun een geschenk van god. - Het hoge percentage van mensen die in de landbouw werken is makkelijk te verklaren, omdat landbouw zelfvoorzienend is in India en het belangrijkste bestaansmiddel. Zolang er geen andere mogelijkheden zijn, blijft dit onder andere door de armoede hetzelfde. - Het lage percentage werkers in de industrie is om dezelfde reden. Als er geen of nauwelijks industrie is en dan enkel in de vorm van ambachten, zijn er ook weinig werkers in de industrie, waardoor landbouw ook de belangrijkste sector blijft. Ook werken er weinig mensen in de industrie, omdat ze slecht zijn opgeleidt. - De dienstsector als vluchtsector komt ook door de armoede, waardoor mensen geen of geen goede opleiding hebben en het werk in de dienstsector dus alleen maar rotkarweitjes zijn. Je gaat dan ook pas in de dienstsector werken als er geen werk is in de landbouw. - Het lage energieverbruik komt ook door armoede, want de enige vorm van energie die op het platteland wordt gebruikt, is spierkracht. Dit komt alweer door armoede, bij gebrek aan machines.
- Het percentage stedelingen is laag in vergelijking met rijke landen, maar toch overmatig. Dit betekent dat er dus te veel mensen in een stad zijn. Dit komt door de armoede van mensen, die geen werk kunnen vinden in de landbouw, op het platteland en massaal naar de steden trekken om daar proberen werk te vinden in de dienstsector. - De slechte infrastructuur komt ook door armoede, bijvoorbeeld slecht wegdek. - De slechte sociale structuur komt door de godsdienst, het kastensysteem dus, waardoor er geen goede onderlinge samenwerking is.
Externe factoren: - Door het klimaat bederven etenswaren, maar door gebrek aan beter moeten ze toch worden opgegeten. - Warmte in combinatie met veel regen zijn ideaal voor ziekteverwekkende insecten en bacteriën. - Door veel regen neemt de kwaliteit van de bodem af, omdat de goede voedingsstoffen dan wegspoelen, waardoor de grond niet meer goed geschikt is voor landbouw. - Door de droogte in woestijnen is er ook geen landbouw mogelijk, behalve met terrassen. - Veeteelt is in woestijnen alleen nog maar aan de rand mogelijk, maar aangezien Hindoes vegetarisch leven, komt dat ook weinig voor.
4. Welke voorbeelden van maatregelen zijn er waarmee je de toestand zou kunnen verbeteren?
- Een maatregel voor de toestand in India te verbeteren, zou kunnen zijn, meer geld geven; Als de rijke landen aan de ontwikkelingslanden geld gaan geven en hun zonder rente laten terug te betalen. Ze kunnen dan van dit geld de schade herstellen en het land opnieuw opbouwen. - Ook een goede maatregel zou kunnen zijn het invoeren van geboortebeperking; De regering zou dan kunnen invoeren dat er per gezin maar bijv. een kind geboren mag worden. Als er dan minder kinderen geboren worden kan de armoede ook afnemen. Doordat ze dan minder mensen hoeven te voeden blijft er meer voedsel voor de andere mensen over, ook is er dan meer werk voor de mensen.
Hoofdvraag:
Wat zijn de kenmerken van het ontwikkelingsland India en hoe is het (voort)bestaan van het ontwikkelingsvraagstuk te verklaren?
De kenmerken van het ontwikkelingsland India zijn: - armoede - honger - ziekte - laag ontwikkelingspeil - snelle bevolkingsgroei - veel mensen die in de landbouw werken - weinig mensen die in de industrie werken - dienstensector als vluchtsector - laag energieverbruik - weinig mensen die in de stad wonen maar toch te veel - slechte infrastructuur
Zie vraag 3 voor het (voort)bestaan van het ontwikkelingsvraagstuk te verklaren.
REACTIES
1 seconde geleden