Inleiding
Het zal je maar gebeuren! Je hebt je 7-jarige zusje net naar de zandbak in de buurt gebracht. Dan kan zij met haar vriendinnetjes spelen. Als je dan later even naar haar toe wilt gaan, is ze weg! Spoorloos verdwenen, niemand weet waarheen….. Een paar weken later blijkt dat ze verkracht en vermoord is. Door wie?… Door de vriendelijke buurman waar je vroeger ook nog wel eens naar toe ging. Een buurman die net vrij was na 3 jaar te hebben vastgezeten voor een zedenmisdrijf. En van dat alles wist jij totaal niets! Bij de buurman was een paar dagen later een stuk karton op het huis geplakt, met de zin: Levenslang is niet lang genoeg! Het overkwam Chanel Naomi Eleveld in Assen. Mensen in de buurt wisten niet dat deze man een pedofiel verleden had. Hadden ze dat dan niet moeten weten? Gaat het om de privacy of om openheid naar de mensen toe? Wij vinden dat er tot op zekere hoogte openheid moet zijn.
Kern
Uit onderzoek van het wetenschappelijk onderzoekscentrum van het ministerie van Justitie onder tbs- zedenmisdadigers, blijkt dat 25 procent van hen, drie tot acht jaar nadat ze vrijgelaten zijn, opnieuw een ernstig vergrijp pleegt, wat recidive wordt genoemd. Volgens onderzoekers moet dit percentage van 25% zelfs met 2,5 worden vermenigvuldigd om de werkelijk recidive te weten te komen. Want veel delicten worden nooit opgehelderd. Het feit dat ongeveer een kwart van de ex-misdadigers in herhaling valt, is een grote bedreiging voor de samenleving. De maatregelen die daarvoor tot nu toe zijn genomen, zijn blijkbaar niet genoeg. Eind jaren 60 werd castratie nog wel eens toegepast. In de jaren 70 en 80 waren er heilige principes over privacy en leefomgeving van zedenmisdadigers. Er was in de samenleving begrip voor pedofilie, en in het verlengde daarvan voor pedoseksueel gedrag, wat tot gevolg had dat ontsporingen als het ware op de koop toe werden genomen. Maar middelen als castratie werden ethisch niet meer geaccepteerd. Nu is het slachtoffer belangrijker geworden dan de theoretische rechtsleer. Maatregelen die tot nu toe zijn genomen, zijn: medicijnen om lustgevoelens en agressiviteit te onderdrukken, het in sommige gevallen verhuizen van de ex-zedenmisdadiger en sinds de jaren negentig is therapie in opkomst. Maar dit is dus duidelijk niet genoeg als je kijkt naar de verkrachter en moordenaar van Chanel Naomi.
Er zijn verschillende oplossingen voor dit probleem:
- Bewoners van de buurt waarin een ex-zedenmisdadiger zich vestigt, moeten worden geïnformeerd dat de overheid een van hun medebewoners in de gaten houd. Dit wordt onder andere in de Verenigde Staten en in Groot-Brittannië gedaan. Sinds in 1996 de zogenoemde Megan’s Law van kracht werd, zijn de autoriteiten van de VS verplicht de burgers informatie te verstrekken over veroordeelde zedendelinquenten, die in de buurt wonen. Een belangrijk voordeel van zo’n systeem is dat ouders met kinderen rekening kunnen houden met hun buurtbewoner. En doordat ze extra op hun quivive zijn, zal er minder snel iets gebeuren. Maar er zijn ook nadelen: misdadigers kunnen niet een nieuw bestaan proberen te opbouwen als ze voortdurend gevolgd worden. Zij raken dan in een isolement en zijn ook alleen maar moeilijker te behandelen. Ook verliest de dader zo een groot deel van zijn privacy. Daardoor zou dit systeem in strijd komen met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin het recht op privacy is vastgelegd. Ook kan het leiden tot \'het recht in eigen handen nemen\' door de burgers, wat nooit goed te praten is Om deze redenen is ook een soort nationaal register op Internet niet goed.. Als laatste kan een soort wet als de Megan’s Law ook een vals gevoel van veiligheid gevenÞ als er dan geen ex-dader in hun buurt wonen, kan het gebeuren dat mensen minder alert zijn, omdat er niet in hun omgeving zo\'n man woont. Maar dan nog kan er een kind misbruikt worden, de dader hoeft niet uit die omgeving te komen. (dader zou expres in ander gebied een misdrijf gaan plegen). - Ook het inlichten van woningcoöperatie’s is niet aan te bevelen. Want moeten makelaars dan de kopers van een huis vertellen dat ze naast een zedendelinquent komen te wonen? Dan keldert de waarde van dat huis als een baksteen. Maar als makelaars het niet vertellen, lopen ze het risico dat de bedrogen koper ze later een proces aandoet. Dus kunnen ze het beter helemaal niet weten. - Het is natuurlijk wel belangrijk dat er openheid komt. Maar dat kan ook op een andere manier. Politie en het openbaar ministerie moeten worden ingelicht als zedendelinquenten na hun straf terugkeren in de maatschappij. Dit kan preventief werken als de delinquent hierover wordt ingelicht, hij weet dan dat de politie het weet en zal minder snel weer een misdrijf begaan. De politie kan er dan voor zorgen dat zo iemand niet in een kinderrijke buurt komt te wonen of in de omgeving van scholen. Een ex-zedenmisdadiger moet de politie inlichten als hij gaat verhuizen. Een soort \'volgsysteem\' is dan een belangrijk onderdeel, ook wel monitoren genoemd. Zo\'n man moet zich regelmatig bij de politie melden, waardoor die er beter zicht op houdt. De voorwaarde is dan wel dat dit monitoren een zaak blijft tussen enkele autoriteiten en de ex-delinquent. In de tweede kamer zijn er al voorstellen over gedaan, om de zedenpolitie weer aan te stellen. Deze was juist in 1992 afgeschaft, maar nu zou er weer een goede reden zijn om het weer terug te draaien. Zo zou de zedenpolitie zich bezig kunnen houden met de ex-zedenmisdadigers en hun begeleiding. In vergelijking met het vorige voorbeeld van het inlichten van de buurt, houdt de ex-dader hier veel meer privacy. En bovendien weegt het niet op tegen het risico van recidive. \"De belangen van een dader wegen niet op tegen een tweede moord\", aldus CDA’er Van de Camp. - Een daarbij komende mogelijkheid is het verlengen van de proeftijd voor zedenmisdadigers, die na celstraf of tbs-behandeling weer vrijkomen. In die periode moet de veroordeelde aan voorwaarden voldoen, wil hij niet het risico lopen opnieuw te worden opgepakt. Die voorwaarden kunnen bijvoorbeeld het afstaan van DNA-materiaal, gedwongen verhuizing en gebruik van lustremmende medicijnen zijn. Om deze voorwaarden te gebruiken en het gevaar op recidive te verkleinen, moet wel de proeftijd drastisch verlengd worden. Want juist door langdurige begeleiding vermindert de kans op herhaling sterk, dat blijkt uit onderzoek van psychiaters. De proeftijd is nu maar drie jaar. Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer wil hier dan ook 10-15 jaar van maken. - Als laatste nog een preventieve maatregel. Daders van zware zedenmisdrijven met een psychische stoornis moeten al in de gevangenis behandeld worden. Nu is dat nog niet het geval. Het onderscheid tussen celstraf en de behandeling in een tbs-kliniek vervalt voor een groot deel, waardoor er een betere aansluiting komt. Ook verergert in de gevangenis vaak de psychische gesteldheid van de gedetineerde. Dat verkleint de kans dat een tbs-behandeling daarna succes heeft. Daarom is het belangrijk dat je al in de gevangenis begint met de behandeling.
De conclusie
De kans op recidive moet worden verkleind en er moet meer openheid tegenover de mensen komen over ex-zedendelinquenten. Politie en openbaar ministerie worden ingelicht over de ex-delinquent en kunnen deze dmv een meldingsplicht blijven volgen. Een speciale zedenpolitie zou hiervoor geschikt zijn. Ook is een langere proeftijd belangrijk, waar dan voorwaarden aan kunnen worden verbonden. Zo kan door beide maatregelen de kans op recidive verkleind worden. Als preventieve maatregel kan de behandeling al in de gevangenis worden gestart, waardoor er meer kans op succes is, en een betere aansluiting met de tbs-behandeling erna.
REACTIES
1 seconde geleden