Staatsinrichting

GESCHIEDENIS: staatsinrichting

Bij staatsinrichting houden we ons bezig met de manier waarop we (hoe) ons land wordt bestuurd,geregeerd,maar ook welke instellingen controle uitoefenen op de gene die regeren.Behalve het land zijn er ook kleinere eenheden, D.W.Z bestuurlijke eenheden zoals provincie en gemeente.De indeling , inrichting van onze staat vind je terug in onze belangrijke wet, N.M.L de grondwet. Fundament : de grondwet de basis waar alle andere wetten op steunen.In de grondwet staan de rechten en plichten van iedere burger. Rechten:we hebben het recht van vereniging en vergadering · Drukpersvrijheid · Briefgeheim · Vrijheid van onderwijs · Persoonlijk eigendom recht
Met de grondwet is verbonden het kiesstelsel.In ons land loopt de politiek via politieke partijen.Een verenging van mensen op grond van tijdens de verkiezingen zoveel stemmen proberen te krijgen.De berekening die men heeft bedacht om te constateren of een partij gewonnen of verloren heeft.Tot 1917 kenden wij het zogenaamde districten stelsel D.W.Z het land wordt verdeeld in districten ,dit is een bepaalde regio.Er komt 1 afgevaardigde per district.Zo zijn er grotere districten met weinig inwoners en kleine districten met veel inwoners.voordeel van districten stelsel: de afgevaardigden kent de problemen en in het algemeen de mensen in zijn district goed.Hij heeft dus een behoorlijke binding met ze’n kiezers.Een groot nadeel is dat er veel stemmen verloren gaan.Sinds 1917 kennen wij het stelsel evenredigenvertegenwoordigend D.W.Z aan de hand van dit stelsel bepaalde formule kunnen we nagaan of een partij tijdens de verkiezingen heeft gewonnen of verloren en ook hoeveel.Bij dit stelsel krijgt een partij een partij het aantal zetels evenredig aan het aantal geldige stemmen dat op die partij is uitgebracht.Dit stelsel werkt met een kiesdeler die moet een partij halen om tenminste 1 zetel te krijgen in de kamer. Het voordeel van dit stelsel is dat kleine partijen ook een kans hebben.Het bezwaar is :er bestaat een grote afstand tussen kiezer en gekozen.Dit stelsel brengt ons bij het begrip politieke partijen .Partijen zijn op hun bases van hun ideologie .De partijen zijn in te delen in links,rechts en centrum. LINKS:=progressief=vooruitstrevend
Links komt altijd op voor de zwakkeren in de maatschappij .D.W.Z de mensen met de laagste inkomen.Hoe kun je deze mensen steunen?.Bijv het nemen van fiscale maatregelen=belasting maatregelen.Deze belasting laat de rijke mensen meer betalen en de armen minder.Dit heet nivelleren.Een andere maatregel is studiefinanciering:kinderen van minder rijke ouders kunnen nu ook gaan studeren dat geeft gelijke kansen. Links is wat men noemt socialistisch.Positie van de arbeiders verbeteren door het maken van wetten in het parlement=democratie.Links is milieubewuste dan centrum of rechtse partijen een voorbeeld daar van is GROENLINKS
RECHTS:= conservatief = behoudend
D.W.Z de toestand zoveel mogelijk bij het oude houden.Rechts is voor een groter verschil tussen rijk en arm en wil dus ook minder nivelleren.V.V.D = rechts en minder voor het milieu en wil niet te veel regels en wetten want die tasten te veel de vrijheid van de burger aan.V.V.D wil persoonlijke vrijheid N.M.L het individu.Bij PvdA, meer om de staat D.W.Z solidariteit.CDA is een confessionele partij (bijbel). In Nederland is geen 1 partij de absolute coalitie.