Daedalus en Icarus
Ibimus illac
Daedalus die ondertussen vol haat stond tegenover Kreta en zijn lange ballingschap en geraakt was door liefde voor zijn geboorteplaats, was ingesloten door de zee. Hij mag dan nog de landen en de zee afsluiten, zei hij, maar de hemel staat in elk geval open, we zullen langs daar gaan. Hij mag dan alles bezitten, hij bezit de hemel (=lucht) niet, Minos.
Nam ponit in ordine pennas
Zo sprak hij en hij zette zijn zinnen op ongekende technieken, en (op die manier) veroorzaakte hij een omwenteling in de natuur. Want hij legde veren in een bepaalde volgorde, te beginnen van bij de kleinste, terwijl een kortere steeds volgde op een lange, zodat je zou denken dat ze op een helling gegroeid zijn: zo ontstaat immers vaak een herdersfluit uit (riet)stengels die een tikkeltje verschillen. Toen maakte hij de middelste veren vast met touw en de onderste met bijenwas en hij boog de zo samengestelde veren met een kleine bocht zodat hij echte vogels nabootste (=zodat ze op echte vleugels leken). Zijn zoon Icarus stond bij hem en zonder te beseffen dat hij bezig was met zijn eigen gevaar probeerde hij nu eens met een stralend gezicht steeds weer de veertjes vast te grijpen, die een licht briesje had opgejaagd, dan weer maakte hij met zijn duim(pje) de goudgele was zacht, en door zijn gespeel hinderde hij het wonderlijke werk van zijn vader. Nadat de laatste hand gelegd was aan de onderneming, bracht de uitvinder zelf zijn eigen lichaam in evenwicht (=beweging) op beide vleugels en hij begon te zweven in de bewogen lucht (=en nadat hij de lucht had bewogen, bleef hij zweven).
Inter utrumque vola
Hij onderrichte ook zijn zoon en zei: Icarus, ik raad je aan om in het midden van de baan (= op de middenroute) te vliegen opdat het water je vleugels niet zwaar zou maken als je te laag zou gaan en opdat het zonlicht ze niet zou verschroeien als je te hoog zou gaan. Vlieg tussen beiden (in), en ik beveel je (om) niet te kijken naar de ossendrijver of naar de grote beer of naar het getrokken zwaard van Orion. Kies (=volg) de weg onder mijn leiding (= met mij als leider). Tegelijk gaf hij hem de vliegvoorschriften door en op zijn schouders maakte hij de bijzondere vleugels vast.
Rapidi vicinia solis mollit odoratas ceras
Tijdens het werk en de waarschuwingen werden de wangen van de oude man vochtig en zijn vaderlijke handen beefden. Hij gaf kusjes aan zijn zoon die hij niet meer zou kunnen herhalen (=die hij later niet meer opnieuw zou kunnen geven), en nadat hij door zijn vleugels was opgetild vloog hij vooraan en vreesde hij voor zijn metgezel zoals een vogel die zijn tengere jong de lucht heeft ingevoerd van uit het hoge nest, en hij spoorde hem aan hem te volgen en leerde hem zijn vervloekte kunsten aan, en hij bewoog zowel zelf zijn eigen vleugels als dat hij achterom keek naar die van zijn zoon. Of het nu iemand was die vissen najoeg met trillende hengel, of en herder leunend op zijn stok, of een boer steunend op zijn ploegstaart, ze zagen hen en geloofden dat zij die de hemel konden plukken goden waren. En reeds lag het aan Iuno gewijde Samos aan de linkerkant (Delos en paros lagen al achter hen), Lebinthus en het aan honing vruchtbare Calymne lagen rechts, toen de jongen plezier begon te krijgen in de gedurfde vlucht en zijn leider verliet en aangetrokken door het verlangen naar de hemel steeds hoger begon te vliegen: de nabijheid van de verschroeiende zon maakte de geurige was, die de veren samenhield, zacht. De was begon te smelten: hij wiekte nog zijn ontblootte armen maar omdat hij zijn vleugels miste (= zonder zijn vleugels), ving hij geen enkele lucht meer op, en zijn mond, die nog de naam van zijn vader schreeuwde, werd opgevangen door het helblauwe water dat zijn naam aan hem ontleend heeft (=dat zijn naam van hem heeft gekregen). Maar de ongelukkige vader, en eigenlijk geen vader meer, zei: Icarus, Icarus, waar ben je? In welk gebied moet ik je zoeken (=zal ik je zoeken, zou ik je zoeken)? Icarus, zei hij: en ineens zag hij veren in de zee, en hij vervloekte zijn eigen uitvindingen (=kunsten), en hij vertrouwde het lichaam toe aan het graf, en het land is genoemd naar de begravene.
REACTIES
1 seconde geleden