De Lakenhal
- Drieluik van Cornelis Engebrechtsz (Leiden 1468 – 1533) - Drieluik van Lucas van Leyden (Leiden ca. 1494 – 1533)
Drieluik van Cornelis Engebrechtsz (Leiden 1468 – 1533) Cornelis Engebrechtsz schilderde in ca. 1510 een drieluik met de Kruisiging van Christus, het Offer van Abraham en de Oprichting van de Koperen Slang. Dit zijn taferelen uit het Oude Testament. Links op het drieluik zie je het Offer van Abraham, rechts de Oprichting van de Koperen Slang en in het midden de gekruisigde Christus temidden van een grote menigte waaronder Maria, Maria Magdelena en Johannes. In de predelle, het onderstuk, groeit uit het lijk van Adam een boom waaruit volgens de legende het kruishout werd gemaakt.
Drieluik van Lucas van Leyden (Leiden ca. 1494 – 1533) Lucas van Leyden schilderde in 1562 – 27 een drieluik genaamd Het Laatste Oordeel. Het Laatste Oordeel is het meest beroemde en prestigieuze werk van Lucas van Leyden. Kenmerken voor dit drieluik is een nieuw besef van ruimtelijkheid en kleurharmonie. Het geldt als een van de meesterwerken van de noordelijke Renaissance. Het onderwerp is ontleend aan de Openbaring van de evangelist Johannes. In het midden is de Messias weergegeven, omgeven door de apostelen, de oudsten en twee engelen die met hun bazuinen het Laatste Gericht inluiden. In het onderste deel van de compositie richten de gestorvenen zich uit hun graven op. De geredde zielen worden links ten hemel gevoerd, rechts sleuren gedrochten en duivels de verdoemden naar de hel. Links van Jezus word altijd het slechte afgebeeld, rechts het goede en boven Jezus God de Heilige Geest. In afwijking van de middeleeuwse beeldtraditie schilderde Lucas de jongste dag zonder stichters of heiligen. De apostelen Petrus en Paulus, de patroonheiligen van de Pieterskerk waar het drieluik werd geplaatst, schilderde hij aan de buitenzijde.
Deze twee drieluiken geven de overgang van de Late Middeleeuwen naar de Renaissance goed weer. Het Laatste Oordeel vertelt 1 simpel verhaal, de mens staat centraal en het schilderij moet dus ook voor hen begrijpelijk en toegankelijk zijn. Vandaar ook de rustige (lege) plekken in dit schilderij in vergelijking met drieluiken uit de Late Middeleeuwen. Op het andere drieluik worden dan ook meerdere verhalen verteld en er zijn allerlei dingen te zien die weer op van alles duiden. Ook staat in het Laatste Oordeel niet alleen het geloof, maar ook de mens centraal. De wedergeboorte (Renaissance) van de mens. Hierdoor is de mens op dit schilderij naakt te zien. Dit is een belangrijke ontwikkeling in de 16e-eeuwse schilderkunst.
Geschiedenis van De Lakenhal
Het Stedelijk Museum De Lakenhal is gevestigd in een prachtig historisch gebouw uit 1640, ontworpen door Arent van \'s Gravesande. De Lakenhal werd in 1874 als museum voor het publiek opengesteld. Tussen 1640 en 1800 had het gebouw echter een geheel andere functie. Hier werd het beroemde Leidse laken gekeurd en kwamen de gouverneurs en staalmeesters van de lakennijverheid bijeen. Herinneringen aan de voor Leiden zo belangrijke textielnijverheid zijn te vinden in de historische collectie. De verschillende stadia van de wolproduktie staan afgebeeld op de monumentale reeks schilderijen van Isaac van Swanenburgh uit de 16de eeuw. Een weefgetouw, stalenboeken, scharen, stempels en dergelijke voorwerpen vullen dit unieke beeldverhaal aan. Daarnaast wordt de historie van Leiden in beeld gebracht, zoals het Beleg en natuurlijk het Ontzet van Leiden op 3 oktober 1574. De lakenhandelaren leverden de balen stof af op het voorplein, alwaar de staalmeesters het keurden. In de grote gildezaal, ook wel Grote Pers genoemd, werden de balen voorzien van een loden zegel, als waarmerk: er zijn lakenloden gevonden in Indonesië, Zuid-Afrika en Amerika. Op de buitenmuur van De Lakenhal zijn talrijke versieringen aangebracht die herinneren aan de lakennijverheid. De vijf reliëfs laten verschillende fases van de wolverwerking zien. Boven de toegangspoort staat een volmolen. De volmolen werd gebruikt bij het vollen van de stof: dit is het laten krimpen en vervilten van de stof. De rollen laken en knotten wol verwijzen ook naar de lakenindustrie. De lakennering liep na 1800 af om plaats te maken voor industriële textielproductie. In de 19e eeuw werd De Lakenhal incidenteel gebruikt als noodhospitaal. In 1874 werd de stedelijke collectie \'voorwerpen van geschiedenis en kunst\' in De Lakenhal ondergebracht en kreeg het gebouw een museale functie. De Lakenhal is het museum van een typisch Hollandse stadscultuur vanaf de 16de eeuw tot heden. U vindt er onder andere uitgelezen collecties (Leids) zilver, gegraveerd glas, tin en tegels; schilderijen van beroemde Leidenaren als Cornelis Engebrechtsz. en Lucas van Leyden uit de 16de eeuw; de 17de eeuw met de jonge Rembrandt en Lievens, David Bailly, Jan Steen, Gerard Dou en de Leidse Fijnschilders onder wie de familie Van Mieris, en vele anderen. Passend bij de eigen collectie schilders van het Hollandse landschap (onder andere Van Goyen, Porcellis) kreeg het museum een belangrijke collectie Nederlandse landschapschilderkunst in bruikleen van de Rijksdienst Beeldende Kunst. De 18de eeuw wordt gepresenteerd in de in stijl ingerichte zalen. Aansluitend is werk te zien van l9de en vroeg-20ste-eeuwse kunstenaars en het begin van De Stijl, in de recent gerenoveerde zalen op de begane grond. In de zomer wordt een keuze uit de collectie eigentijdse kunst getoond (schilderijen, foto\'s, tekeningen en beelden). Deze omvat werk van vele kunstenaars die of in Leiden en omgeving werken, of belangrijk zijn voor het Nederlandse kunstklimaat. Het museum organiseert regelmatig tentoonstellingen van oude en moderne kunst en over actuele historische onderwerpen.
REACTIES
1 seconde geleden