Egypte Wij houden onze spreukbeurt over het oud Egypte. Egypte ligt in Afrika, Egypte is dan ook een erg droog land. Het regent er bijna nooit,daarom is de nijl zo belangrijk. Als de rivier er niet was dan zou het land een woestijn zijn. De Nijl stroomt vanaf het zuiden naar de Middellandse Zee, precies door Egypte. Egypte bestaat toch grotendeels uit woestijn wel bijna 90%. De hoofdstad van Egypte is Cairo, en dat is ook gelijk de grootste stad van Afrika. Er waren drie dingen heel erg belangrijk voor het volk van Egypte en dat waren de Nijl, hun koning en het leven na de dood. Er woonden ongeveer 41 miljoen mensen in Egypte die mensen woonden vooral langs de Nijl. De taal die in Egypte gesproken wordt is Arabisch. En zo ziet de vlag van Egypte eruit: (vlag laten zien)
Werk op het land Vroeger trad de Nijl elk jaar tussen juli en oktober buiten haar oevers. Dikke zwarte modder uit Midden- Afrika bleef dan achter langs de oevers. Deze modder gebruikten de boeren voor de akkerbouw. Het land langs de Nijl werd De Kemet genoemd, wat ‘zwart land’ betekent. Om het kleine stukje land dat vruchtbaar was goed te benutten, hadden de boeren overal sloten gegraven. Met een schepemmer schepten ze zelf in elke sloot water. De boeren verbouwden graan, groenten en fruit. Ook hadden ze vee, dat ze fokten voor het vlees en de huiden. Het aantal dieren dat iemand bezat, gaf aan hoe rijk diegene was. Ook werd er door sommige mensen vlas verbouwd. Daarvan werd linnen gemaakt voor kleding. De mensen verbouwden meestal meer dan ze zelf nodig hadden, dit kwam omdat er bijna altijd ………. en goede oogst was in Egypte. Wat de mensen overhielden moesten ze als belasting aan de koning betalen. Die zorgde er dan voor dat ook de stadbewoners te eten hadden. Omdat er bijna altijd voedsel overbleef, konden andere mensen gaan werken in de ambacht. Ambachtslieden hebben geen eigen bedrijf, ze werken in dienst van de staat.
De huisdieren: De meeste gezinnen in Egypte hadden een huisdier. Ook op de muren van piramides zijn veel afbeeldingen van huisdieren teruggevonden, vooral van katten. De kat was een geliefd huisdier, omdat hij de ratten en muizen doodde. Sommige katten werden zelfs getraind om hun baas te helpen bij de jacht. Ook was er een kat- godin die Bastet heten. De Egyptenaren geloofden dat de kat-godin het huis beschermd. De meest Egyptenaren hadden een kat voor het geloof. Na de kat waren de eend en de gans het meest voorkomende huisdier. De farao had ook veel huisdieren en als de farao overleed gingen de huisdieren ook gemummificeerd het graf mee in want na zijn dood had de farao nog gezelschap. Maar ook moesten veel dieren het graf mee in omdat een heleboel dieren met de goden te maken hadden.(laat plaatjes zien)
Leven na de dood: De Egyptenaren geloofden in het hiernamaals. Dat is een leven na de dood. Ze dachten dat er onder de aarde een onderwereld bestond, die noemde zij Doeat. Ze dachten dat daar meren van vuur giftige slangen en beulen waren. Om aan deze gevaren te ontkomen werden toverspreuken gebruikt. Vele toverspreuken werden op de doodskisten geschreven, waarop ook een kaart van de onderwereld getekend was. Er werden ook prachtig versierde dodenboeken in de doodskist gelegd. Deze moesten een soort paspoorten voorstellen., die hielpen je door alle gevaren in de onderwereld heen. Als je door het soort onderzoek heen kwam, zou je in een land komen net als Egypte. In het begin dachten de mensen dat alleen koningen in het hiernamaals konden komen, maar later dachten ze dat ieder mens daar kon komen.
Goden en godinnen: De Egyptenaren aanbaden een groot aantal goeden en godinnen, die elk in verschillende vormen konden voorkomen.In het gedaante van een mens, maar ook als dieren. De mensen bouwden tempels voor de goden, waar de priester in werkte. Ze geloofden dat de goden hierin woonden in de vorm van een beeld. Elke dag werden de beelden in de tempels aangekleed en kregen te eten en te drinken. Er waren staatsgoden en stadsgoden. Een staatsgod werd in het hele land aanbeden, hij beschermde de koning. De stadsgod beschermde de stad, hij werd ook alleen in die ene stad aanbeden en was bijna nergens anders bekend. Mensen konden in tempels bidden voor de staatsgoden en voor de stadsgoden. Thuis baden de mensen voor hun eigen huisgoden. De mensen van Egypte waren niet echt bang voor oorlog met andere landen, maar eerder voor oorlog met hun goden. Seth, de wrede god van de woestijn was de oorzaak van de meeste moeilijkheden. Ook konden goede goden en godinnen slecht worden als zij verwaarloosd werden. De mensen van Egypte zorgden er dus voor dat de goden niets te kort kwamen.
Farao’s: Een ander woord voor Koning is farao. De farao was de machtigste en belangrijkste man van Egypte. Ook werd de farao als half mens, half god beschouwd. Hij was een tussenpersoon tussen de goden en het volk. De farao als half mens, half god beschouwd. Hij was een tussenpersoon tussen de goden en het volk. De farao werd door iedereen gehoorzaamt, omdat het volk bang was anders ruzie te krijgen met de goden. De oudste en dus ook de eerste zoon van de farao volgde zijn vader op. Een prins, de zoon van de farao, werd erg streng voorbereid op zijn taak als farao. De bekendste farao is Toetanchamon. De meeste graven van Farao’s zijn later geplunderd door grafrovers, alleen het graf van Toetanchamon niet. Zijn graf is pas in 1992 opengemaakt door onderzoekers.
Piramides: Er zijn in Egypte erg veel piramides gebouwd. Zo’n piramide was een graf van de farao. Door middel van een piramide zou de farao gemakkelijk bij de andere goden kunnen komen. De mensen geloofden dat farao’s in hun volgende leven verder leven bij de andere goden. Elke piramide is met de hand gebouwd uit kalksteen. Ze zijn meestal meer dan honderd meter hoog. Om een piramide te bouwen waren gemiddeld 4 duizend arbeiders nodig en het duurde vaak wel 20 jaar voordat er een piramide af was. Er staan in Egypte zo’n 100 piramides. Piramides zijn in een trapvorm gebouwd, dit stelt daarom waarschijnlijk een trap voor naar de zon en de hemel.
Mummies: De piramides worden gebouwd om er mensen die overleden zijn in te begraven. De mensen die begraven worden, worden eerst geconserveerd. Dat wil zeggen dat ze ingepakt worden, zodat ze niet vergaan. Zulke lichamen worden mummies genoemd. Voordat een lijk ingepakt kan worden, worden alle organen, behalve het hart en de nieren, eruit gesneden. Dan wordt het lijk 70 dagen in een zoutoplossing gelegd en gewassen. De mummies werden tenslotte eerst gebalsemd voordat ze ingepakt werden in meters stevig linnen. Tussen de lagen linnen in werden allerlei amuletten gelegd, die het lijk geluk moesten brengen in zijn volgende leven . Toen de mummies klaar waren werden ze in grafkisten gelegd. Deze kisten worden helemaal beschreven en meestal werd degene die in de kist lag nagemaakt. Als iemand in zijn graf gelegd werd, werden al zijn waardevolle spullen in het graf meegegeven. De Egyptenaren waren ervan overtuigd dat het lijk deze spullen weer nodig had in zijn volgende leven.
Dit was onze spreekbeurt wij hopen dat het duidelijk was. Zijn er nog vragen?????
REACTIES
1 seconde geleden
Y.
Y.
bij het hoofdstuk: Goden en godinnen staat een fout,er straat namenlijk in:
goeden en doginnen.......
16 jaar geleden
AntwoordenV.
V.
Opmerking Farao
U herhaalt zichzelf : Ook werd de farao als half mens, half god beschouwd. Hij was een tussenpersoon tussen de goden en het volk. De farao als half mens, half god beschouwd. Hij was een tussenpersoon tussen de goden en het volk.
16 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
ik vind dat er weinig aandacht word besteed aan katten in egypte
20 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Ik vind het een goed iets ik had het nodig voor mijn huiswerk
13 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
Ik vind dit een heel goede spreekbeurt. Alvast bedankt voor de hulp ;)
8 jaar geleden
AntwoordenZ.
Z.
Je praat niet over de provincies en kleding van Egypte
7 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
Je schrijft hele korte teksten.
7 jaar geleden
Antwoorden