Amerikaanse televisie Tot in de jaren tachtig domineerden de Big Three netwerken de Amerikaanse televisie. Zij werken met winstoogmerk en worden betaald uit advertenties die tot stand komen op basis van informatie via het systeem van kijkcijfers. Sinds de jaren tachtig is de macht van de Big Three verkleind door kabeltelevisie en door de onafhankelijken (en dan vooral degenen die een nationaal kijkpubliek hebben kunnen opbouwen via de kabel). Andere uitdagingen kwamen van de homevideo, satelliettelevisie en Fox TV. Ondanks de toename van kanalen biedt de Amerikaanse televisie niet werkelijk meer keus aan haar kijkers. De kijkers worden geconfronteerd met in essentie gelijksoortige programmering. Vernieuwing wordt niet aangemoedigd en ook wordt niet de gelegenheid gegeven om een eigen publiek op te bouwen.
Gesteld wordt dat Amerikaanse televisie zich richt op de productie van publiek voor adverteerders. Programmering is gebaseerd op meting van publiekstatistieken die bepaald zijn door wat adverteerders willen weten. Marketingtechnieken worden gebruikt om shows uit te testen en het systeem beloont de minst aanstootgevende programmering. Er is een tijdsverschil tussen sociale trends en hun verschijning in de programma’s. Televisie is geneigd de waarden van de gemiddelde Amerikaan en positieve oplossingen te bevestigen.
Nieuws- en actualiteitsprogramma’s zijn gekleurd ten gunste van de dominante belangen. Programma’s zijn meerduidig en kunnen verschillende betekenissen hebben voor verschillende groepen. Dit wordt benadrukt door recent onderzoek van de school van culturele studies wat een interessante, maar niettemin beperkte benadering is om het televisiepubliek te begrijpen. MTV heeft een belangrijke invloed op Amerikaanse culturele en esthetische waarden. Het is duidelijk gericht op een jong publiek met een zeker besteedbaar inkomen, een aantrekkelijk publiek voor adverteerders. MTV neemt een openlijke liberale positie in wat betreft sociale vraagstukken zoals het milieu, maar legt wel sterk de nadruk op consumentisme.
De Nederlandse televisie was in 1951 van start gegaan, maar werd pas in de jaren 60 een nationaal medium. Aanvankelijk was de programmering nationaal gericht, maar studiereizen naar Amerika brachten hier verandering in. Amerikaanse amusementsprogramma’s werden populair en ingekocht. Tegelijkertijd werden de Amerikaanse formules gekopieerd en aangepast aan de Nederlandse context. Amerikaanse programma’s hadden geen duidelijke aansluiting bij de verzuilde Nederlandse omroepen. Het verzet duurde echter niet lang. Sinds het begin van de jaren 70 zijn er amper nieuwe kanalen van overdracht bijgekomen.
REACTIES
1 seconde geleden