De probleemstelling De oprichting van de staat Israël heeft geleid tot het huidige conflict tussen de Israëli’s en de Palestijnen. Deelvragen
1. Hoe reageerde de Arabische wereld op het uitroepen van de staat Israël en hoe reageerde Israël hierop? 2. Wat is de invloed van de PLO in het conflict? 3. Waardoor werd de relatie tussen Israël en Egypte enigszins hersteld? 4. Hoe ontstond de 1e intifadah en welke invloed had dat op de vredesbesprekingen? 5. Waardoor wordt het moeilijk om het conflict op te lossen? Inleiding:
Wekelijks voeren Israëlische soldaten vergeldingsacties uit op verschillende plaatsen in Israël. In de Gazastrook op de Westelijke Jordaanoever worden misschien wel de meeste vergeldingsacties uitgevoerd. Tijdens een dergelijke vergeldingsactie pakken de Israëlische soldaten mogelijke terroristen op, ze maken huizen van terroristen met de grond gelijk en vaak voeren gevechtsvliegtuigen of helikopters raketaanvallen uit op verschillende terroristische organisaties zoals de Hamas-beweging en de Fatah-beweging. De oorzaak van deze acties is de enorme hoeveelheid zelfmoordaanslagen, meestal van Palestijnen, die het land teisteren. Meestal worden deze zelfmoordaanslagen gepleegd op Israëlische doelen, enkele Israëlische ministers zijn al het doelwit geweest, of buitenlandse doelen, zoals de Amerikaanse ambassade. De afgelopen maanden zijn er al enkele honderden doden en enkele duizenden gewonden gevallen door deze zelfmoordaanslagen. Hoe is dit conflict tussen de Israëli’s en de Palestijnen tot stand gekomen? 1948: de oprichting Omdat in 1948 het Britse mandaat over Palestina afloopt, roepen de pas opgerichte Verenigde Naties een speciale commissie in het leven die zich moet buigen over de toekomst van het gebied. De United Nations Special Commission on Palestine (UNSCOP) komt met een verdelingsplan met een joodse en een Arabische staat. De verdeling van het land is in overeenstemming met de verdeling van de bevolkingsgroepen. De voor zowel joden als moslims heilige stad Jeruzalem komt volgens het plan onder internationaal toezicht. De VN neemt het voorstel over als resolutie 181. De Arabieren weigeren het plan echter te accepteren. Zij stellen dat hun aanspraken op heel Palestina onaantastbaar zijn en dat genoegdoening voor het leed dat de joden was aangedaan in de oorlog maar in Europa moet worden gegeven.
Op 14 mei 1948, een dag voordat het Britse mandaat over Palestina afloopt, roept David Ben Gurion de staat Israël uit in het gebied dat door de VN aan de joden is toebedacht. De VS en de Sovjet-Unie erkennen Israël onmiddellijk. De Arabieren juist niet. Ze vallen direct aan. Aan de oorlog die erop volgt, houdt Israël veel meer land over dan volgens het VN-plan de bedoeling is. Door de gewelddadigheden komt er een grote stroom van 750.000 tot 800.000 Palestijnse vluchtelingen op gang. Zij vestigen zich in vluchtelingenkampen in de Gazastrook, op de Westelijke Jordaanoever, en in Jordanië, Libanon en Syrië. Nog tijdens de oorlog neemt de VN resolutie 194 aan die het recht van deze vluchtelingen op terugkeer naar hun huizen erkent. De Israëlische onafhankelijkheidsoorlog brengt tevens een vluchtelingenstroom van 865.000 joden uit de Arabische wereld op gang. Zij vestigen zich in Israël. Een jaar later komt het door bemiddeling van de VN tot een wapenstilstand, al erkennen de Arabische staten Israël niet. De bestandslijnen vormen de grens van de nieuwe staat Israël. 1967: de zesdaagse oorlog In opdracht van de Egyptische president Nasser vertrekken de VN-troepen in 1967. In de jaren daarvoor slaat Nasser agressieve, Arabisch-nationalistische taal uit. Met Syrië en Jordanië smeedt hij opnieuw plannen om de staat Israël te vernietigen. Door het vertrek van de VN uit de Sinaï en door de troepensamentrekkingen langs de grenzen met Syrië, Jordanië en Libanon voelt Israël zich zeer bedreigd. Daarom besluit het in de vroege ochtend van 5 juni 1967 de aanval te openen op zijn buurlanden. De oorlog wordt een doorslaand succes. In enkele dagen worden de legers van Egypte, Syrië en Jordanië verpletterend verslagen. Op Egypte verovert het Israëlische leger de Sinaï-woestijn, op Syrië de Golan-hoogte. Na hevige gevechten wordt op 7 juni de oude stad van Jeruzalem veroverd op Jordanië.
Voor de joden is dat een emotioneel en religieus moment. In de oude stad liggen de resten van de door de Romeinen vernietigde Tweede Tempel met als onderdeel daarvan de Klaagmuur, het belangrijkste heiligdom van de joden. Al snel laat de Israëlische regering weten Jeruzalem als eeuwige en ondeelbare hoofdstad te beschouwen. Op Jordanië wordt ook de Westelijke Jordaanoever veroverd. In rechtse, nationalistische en religieuze kringen in de Israëlische politiek vat de mening post ook dit gebied nooit meer prijs te geven. Tot de Westelijke Jordaanoever behoren immers Judea en Samaria, die onderdelen zijn van het bijbelse Eretz Israel, het door God aan de joden Beloofde Land.
Na de oorlog begint Israël in de bezette gebieden in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever met de aanleg van nederzettingen. De Verenigde Naties nemen de omstreden resolutie 242 aan, waarin Israël wordt opgeroepen de bezette gebieden op te geven en waarin het principe \'land voor vrede\' wordt vastgelegd. De gevolgen van de Zesdaagse Oorlog zijn ingrijpend voor de Arabische wereld. Van de Arabische eenheid waar Nasser naar streefde, blijft weinig over, zeker na de dood van de Egyptische president een jaar later. De Palestijnen stellen vast dat ze voorlopig weinig van de Arabische broeders hoeven te verwachten. Ze nemen in de jaren die volgen het heft steeds meer zelf in handen. 1973: Jom Kippoeroorlog
Op 6 oktober 1973 begonnen Egypte en Syrië een gezamenlijke aanval op Israël. Zij kozen daarvoor de heiligste dag van het joodse jaar, Jom Kippoer. Doel van de aanval was het heroveren van het in de Zesdaagse oorlog verloren grondgebied. De aanval kwam voor Israël als een complete verrassing. De meeste Israëliërs waren aan het feestvieren. Dakzij dit verrassingseffect boekten Egypte en Syrië eerst snelle terreinwinst. Egypte in de Sinaï-woestijn, Syrië op de hoogvlakte van Golan. Maar al na enkele dagen keerde het tij in de oorlog. De Verenigde Staten kozen onverbloemd partij en schoten Israël snel militair te hulp. De Sovjet-Unie steunde de Arabieren. Syrië moest het veroverde gebied in de Golan al snel prijsgeven, waarna Israël aan een opmars in Syrië begon. Ook Egypte kwam niet verder dan tien kilometer de Sinaï in. Daarna werden de Egyptenaren teruggedrongen achter het Suezkanaal en trok Israël Egypte binnen. Op 25 oktober eindigde de oorlog met een door de VN afgedwongen staakt-het-vuren. In drie weken tijd waren ongeveer 8500 Arabische soldaten gedood en 6000 Israëlische. De openlijk steun van de VS aan Israël resulteerde in een olieboycot van de Arabische landen tegen het westen. Als gevolg hiervan ontstond er een oliecrisis en werden Europa en de VS in een diepe recessie gestort. Bij de vredesakkoorden die in de jaren erna getekend werden, werd Israël gedwongen het in de oorlog veroverde gebied weer aan Syrië en Egypte terug te geven. Zowel op de Golan als in de Sinaï werd een gedemilitariseerde zone ingesteld, die bewaakt werd door de VN. De PLO (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) De Palestijnen leefden onder ellendige omstandigheden in de vluchtelingenkampen. Bovendien waren ze erg verbitterd omdat ze vonden dat hen onrecht is aangedaan. Die twee factoren vormden een vruchtbare voedingsbodem voor het ontstaan van Palestijnse terreurorganisaties. In 1964 sloot een aantal van die organisaties zich aaneen in de PLO, de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie. De PLO wordt sinds 1969 geleid door Yasser Arafat. De Arabische landen erkenden de PLO als de vertegenwoordiger van het Palestijnse volk. De PLO werd ook lid van de Arabische Liga. De Arabische landen hebben met woorden de PLO altijd door dik en dun gesteund. Als het op daden aankwam, waren ze veel voorzichtiger. De Arabische Liga kon de Palestijnen goed gebruiken om Israël als de grote vijand van de Arabieren af te schilderen. Maar de PLO werd goed in de gaten gehouden, omdat ze links en radicaal was en een gevaar zou kunnen vormen voor Arabische landen zelf. In Jordanië waren de Palestijnse strijdgroepen in 1970 zo machtig geworden dat koning Hoessein een staatsgreep vreesde. Hij zette in 1970 en 1971 het leger in om de gewapende Palestijnse strijders te verjagen. Dat lukte alleen met veel bloedig geweld. De commando’s vestigden zich daarna in Libanon, waar hun komst leidde tot een burgeroorlog die jaren heeft geduurd. Israël en Syrië mengden zich in de burgeroorlog. Israël viel uiteindelijk Libanon in 1982 binnen. Syrië is uiteindelijk Libanon gaan overheersen. De PLO verzette zich tegen Israël door talrijke aanslagen en vliegtuigkapingen te plegen. Met die tactiek van terreur had de PLO weinig succes. Het was voor Israël heel gemakkelijk om de PLO te brandmerken als een terreurorganisatie. Dat had zijn voordelen: tegen een terreurorganisatie kun je keihard optreden en met zo’n organisatie hoef je niet te onderhandelen. Israël en Egypte: vriend of vijand? In september 1978 sluiten Israël en Egypte de zogenaamde \'Camp David-akkoorden\'. Israël geeft de Sinaï-woestijn terug, als Egypte het land erkent en vrede belooft. De Egyptische premier Saddat is de eerste Arabische leider die Israël officieel bezoekt. De Palestijnen wordt autonomie in het vooruitzicht gesteld, maar zij weigeren deel te nemen aan de onderhandelingen. Sadat en de toenmalige Israëlische president Begin krijgen een jaar later de Nobelprijs voor de vrede. Twee jaar later wordt Sadat vermoord door islamitische militairen. Eerste intifadah: een incident?! Op 9 december 1987 vindt er in Gaza-stad een relletje plaats. Palestijnen gooien stenen en molotov-cocktails naar Israëlische soldaten. Vanuit Tunis noemt PLO-leider Arafat het incident \'intifadah\' die weinig met zijn strijd voor een vrij Palestina te maken heeft. Arafat vergist zich, want al snel slaat de opstand over naar de Westelijke Jordaanoever en wordt duidelijk dat het opstootje in Gaza-stad geen incident is. De boodschap van de opstandelingen is duidelijk. Ze willen af van de bezetting van Palestijns gebied. Dit is alleen haalbaar als de PLO de staat Israël erkent en afziet van de \'bevrijding van heel Palestina\' en genoegen neemt met een staat op een deel van het Palestijnse grondgebied. Israël treedt ondertussen hard op tegen de Palestijnen, maar weet de opstand niet te smoren. Het land komt in een slecht daglicht te staan wegens het buitensporige geweld dat wordt gebruikt. Berucht zijn de tv-beelden van de ‘benenbreekcampagne’ van de Israëlische soldaten. In november 1988 aanvaardt de PLO de VN-resoluties 181, 242 en 338. Hiermee erkent Arafat de staat Israël, iets wat hij lang niet wilde doen. Een maand later zweert de Palestijnse leider op een speciale VN-zitting in Genève het terrorisme af. Dit is reden voor de Amerikaanse regering om Arafat te accepteren als gesprekspartner. Ondanks het intifadah-geweld, waarbij in zes jaar tijd aan Israëlische en Palestijnse zijde meer dan duizend doden vallen, komt er een dialoog op gang tussen Israël en de Palestijnen.
De ‘belangrijkste’ problemen?!
Twee problemen zijn bijzonder belangrijk en zorgen ervoor dat het conflict steeds maar blijft doorgaan. Juist deze twee problemen zijn moeilijk op te lossen.
Het eerste probleem is dat zowel onder de Palestijnen als onder de Israeli’s groeperingen te vinden zijn die heel Israël en de bezette gebieden voor hen alleen willen hebben. De joden noemen deze gebieden het beloofde land en de Palestijnen noemen het Palestina.
De joodse kolonisten willen dat het conflict wordt opgelost door het beloofde land helemaal onder joods bestuur te plaatsen en alle Palestijnen te laten verdwijnen. De moslimextremisten willen het liefst dat het conflict wordt opgelost door alle Israëli\'s de zee in te drijven. Zij vinden dat de Israëli’s niet in Palestina horen te zijn en dat hun land helemaal onder Palestijns gezag moet komen.
Als de gematigde Israëlische en Palestijnse partijen tot elkaar komen en vrede lijken te sluiten, dan proberen deze extremisten het vredesproces te verstoren en laten zij van zich horen. Zij plegen dan een aanslag met als gevolg dat de gematigden van de andere partij zich aangevallen voelen, zich gaan verdedigen en meer gaan geloven in de extremistische oplossingen.
In het verleden, toen het goed ging tijdens het vredesproces omdat de gematigden het met elkaar eens leken te worden, heeft Hamas bijvoorbeeld stadsbussen in Israël opgeblazen en heeft een joodse extremist de Israëlische minister-president vermoord. Als gevolg van deze extremistische strategieën maken de gematigden steeds bijna vrede tot dat er een aanslag wordt gepleegd door een extremist waardoor de gematigden weer uit elkaar drijven. Tot een echte oplossing komt het hierdoor nooit.
Het tweede probleem is dat de veiligheid van de ene partij een bedreiging is voor de andere partij. Als Israël zich verdedigt tegen \'terrorisme\' door de controle over de bezette gebieden te versterken en \'terroristen\' te gaan vervolgen, dan komen er meer soldaten in de straten van de bezette gebieden. De Palestijnen voelen zich dan weer meer bedreigd en bezet, omdat alles wat zij doen door deze Israëlische soldaten wordt gecontroleerd en hen het leven onmogelijk wordt gemaakt.
Tegelijkertijd, als de Palestijnen zich verdedigen tegen de Israëlische bezetting door in opstand te komen en zelfmoordaanslagen te plegen, dan voelen de Israëliërs zich weer meer bedreigd, omdat zij niet meer rustig in de stad kunnen gaan winkelen zonder bang te zijn voor een aanslag.
Beiden partijen denken zich dus te verdedigen terwijl ze eigenlijk de andere partij aanvallen en het conflict versterken. Beide problemen, dat van de extremisten en dat van de veiligheid, versterken steeds het conflict en zorgen ervoor dat er maar geen einde aan het geweld komt.
Conclusie
Het uitroepen van de staat Israël heeft inderdaad geleid tot het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Toen Israël in 1948 werd gesticht erkenden de Arabische landen Israël niet. Zij vielen juist Israël direct aan. Israël houdt door de oorlog veel meer land over dan de VN Israël had toegekent. Israël had ook de hoofdstad Jeruzalem veroverd. Voor beide partijen is Jeruzalem een heilige stad. Palestijnen leefden onder ellendige omstandigheden in vluchtelingenkampen. De Palestijnen vochten vooral daardoor voor een “vrij Palestina”, met name de PLO deed dat. Het conflict werd versterkt toen de PLO zelfmoordaanslagen op Israëlische doelen pleegde. De Israëli’s antwoorden direct door vergeldingsacties op Palestijnse doelen te plegen. Toen in november 1988 de PLO de VN-resoluties 181, 242 en 338 aanvaarde leek vrede nog maar een kwestie van tijd. Er is veel verzet geweest tegen het akkoord tussen Rabin en Arafat. De tegenstanders gebruikten geweld om het akkoord om zeep te helpen. Door het vredesakkoord was ook toenadering mogelijk tussen Israël en Jordanië. Beide landen sloten vrede. Voor het eerst sinds de oprichting van de staat Israël was er een sprankje hoop op blijvende vrede tussen Israël en de Arabische wereld. Maar niets was minder waar: na enige tijd laaide het geweld weer hevig op en er was geen sprake meer van het akkoord wat Rabin en Arafat hadden bereikt. Tot de dag van vandaag is het conflict tussen Israël en de Palestijnen nog steeds niet opgelost.
REACTIES
1 seconde geleden