Burnout De laatste jaren zitten er steeds meer mensen ziek thuis met een zogenaamde “burnout”. Zoals het woord al zegt voelen deze mensen zich geheel “opgebrand”. De rol van de burnout in de arbeidsgerelateerde problematiek wordt dus steeds omvangrijker. Maar wat is een burnout precies? Welke kenmerken heeft het? Wie loopt (verhoogd) risico op een burnout en -nog belangrijker-, hoe kom je er weer vanaf? De uitputting die met de burnout gepaard gaat manifesteert zich op drie vlakken: psychische uitputting, emotionele uitputting en mentale uitputting (bron: www.burnin.nl). De burnout wordt omschreven als een syndroom waarbij naast extreme vermoeidheid (emotionele uitputting) tevens sprake is van afstandelijkheid, cynisme (mentale uitputting) en geringe betrokkenheid bij het werk. Dit is opvallend, want vaak gaat het om mensen die vroeger juist erg enthousiast en betrokken waren (van Dam en Bloemers, Individu, arbeid en organisatie). Aan een burnout gaat dikwijls een periode van stress vooraf. Deze stress wordt vaak veroorzaakt door een te hoge werkdruk, welke vaak samen gaat met te weinig autonomie, onzekerheid over het resultaat van de verdiensten, onvoldoende erkenning betreft het werk of te weinig financiële middelen.
Als we kijken naar de risicogroepen voor het ontwikkelen van een burnout, is er een tweedeling te maken. Het verhoogde risico kan te maken hebben met de kenmerken van de beroepsgroep waarin men werkt, maar het kan ook te maken hebben met de persoonlijkheid zelf. Eigenschappen zoals een grote ambitie, te veel doorzettingsvermogen, te grote loyaliteit en perfectionisme maken iemand kwetsbaarder voor het ontwikkelen van burnout (bron: www.burnout.nl). Wat betreft de beroepssfeer zijn mensen die werken in de zogenaamde contactuele beroepen, waarin intensief met anderen wordt omgegaan, extra vatbaar voor een burnout (van Dam en Bloemers, Individu, arbeid en organisatie). De contactuele beroepsbeoefenaren (bijv. onderwijzers of verpleegkundigen) en met name de professionals (artsen, psychotherapeuten e.d) zijn extra kwetsbaar omdat juist zij door het wegvallen van allerlei sociale structuren soms teveel worden belast. Ze worden geacht samen te werken, maar dit valt in de realiteit vaak tegen. Veel professionals werken het liefst solistisch en hierdoor heerst er een sfeer van competitie. Ook wordt de autoriteit van deze contactuele beroepsbeoefenaars tegenwoordig steeds minder en bovendien is niet iedereen na het voltooien van een opleiding klaar voor het ‘echte’ werk. Al deze factoren spelen mee in het verhoogde risico op een burnout (bron: www.burnout.nl).
Opgebrand raken is dus een probleem dat steeds vaker ter sprake komt. Naar mijn mening is het een probleem met twee karakters: een maatschappelijk karakter en een individueel karakter. Het individueel aspect van het probleem uit zich in de gevolgen. Een burnout kan leiden tot een groot aantal lichamelijke en geestelijke verschijnselen, zoals hoofdpijn, slapeloosheid, nervositeit, hartkloppingen, prikkelbaarheid, een verhoogde bloeddruk en darmklachten (Bron: Encarta). Ook worden stress en burnout verscheidene malen genoemd als hartrisicofactor. De gevolgen van een burnout zijn dus vaak van ernstige aard en moeten dus niet worden onderschat. Naast psychische hulp zal er zodoende ook fysieke hulp moeten worden verleend om de lichamelijke uitputtingsverschijnselen tegen te gaan.
De maatschappelijke (arbeids-)problematiek van stress en burnout is omvangrijk. Ten eerste is er een probleem wat betreft de (eerdergenoemde) risicogroep, de contactuele beroepsbeoefenaars. De burnout treft vaak mensen in deze beroepscategorie. En aangezien er in steeds meer beroepen samengewerkt moet worden is dit ook nog eens een beroepsgroep die groeit. Gevolg is dat steeds meer mensen burnout raken. De uitval van werknemers is groot. Circa een kwart tot een derde van alle WAO’ers (zo’n 250.00 mensen) kampen met stress of burnout (Bron: www.burnin.nl). Er gaan hierdoor veel ziektedagen verloren en een flinke groep mensen wordt verhinderd deel te nemen aan het arbeidsproces. Het gaat dus gepaard met hoge economische (WAO-uitkering) kosten. De economische en maatschappelijke kosten zijn zelfs van dien aard dat diverse Europese regeringen voornemens zijn de sociale zekerheidsvoorzieningen te herzien. In Nederland betekent dit (voortdurende) discussie over aanpassingen van de WAO (bron:www.burnin.nl). Omdat de klachten veelal arbeidsgebonden zijn, blijkt werkhervatting extra moeilijk. Ook de risico\'s in het werk die worden geassocieerd met psychische klachten, zoals werkdruk en ervaren belasting, nemen toe. Het probleem zal dus voornamelijk in politieke kringen moeten worden besproken. Over aanpassing van de WAO wordt voortdurend overlegd, maar naar mijn idee mag men ook wel meer aandacht besteden aan een ander aspect: het geven van hulp bij werkhervatting. Veel mensen denken namelijk (onterecht) dat ze het werk wel weer aan kunnen, maar schieten vervolgens, na werkhervatting, opnieuw in de stress en zitten weer maanden ziek thuis. Zo bereik je natuurlijk niets. Er zal een goede begeleiding moeten komen. Misschien is er langs die weg een rol voor de psychologen en/of psychiaters weggelegd. De overheid kan zich bezighouden met betere arbeidsvoorzieningen en wetgevingen die betrekking hebben op prettigere werkomstandigheden. Maar goed, ik kan me voorstellen dat rokende werknemers massaal in de stress zijn geschoten toen de rookvrije werkplek is ingevoerd. Ook heeft de overheid plannen om werknemers voor hetzelfde loon langer te laten werken, omwille van de slechte huidige economie. Ik denk dat zulke plannen, hoe correct ook, niet echt bevorderlijk zijn voor het verminderen van stress en burnout.
Het probleem van burnout openbaart zich vooral in januari. \'Januari is de maandag van het jaar”, aldus Ronald van Geenen, die hier een artikel over heeft geschreven. Het aantal mensen dat zich ziek meldt vanwege een burnout, stijgt dan spectaculair. Vrouwen lopen deze maand gemiddeld een drie keer zo hoog risico om opgebrand te raken. Bij mannen is dat twee keer zo hoog. “Het is eerder donker, later licht. Mensen lijden aan winterdepressies. Maar wat vooral speelt is dat veel werknemers in december eigenlijk al op hun tandvlees lopen. Het gaat allemaal nog net, en dan komt de kerststress er nog eens overheen. In januari, aan het begin van een heel nieuw jaar, is het allemaal op”(bron: Ronald van Geenen, krantenbank). Op dit moment (januari) leeft de burnout dus weer helemaal op. Het maatschappelijk belang wordt ook steeds groter, aangezien de WAO kosten almaar stijgen. Er zullen dus snel maatregelen moeten worden getroffen.
REACTIES
1 seconde geleden