Ethiek

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 543 woorden
  • 4 februari 2004
  • 38 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
38 keer beoordeeld

GODSDIENST, ETHIEK

Ethiek  Te maken met goed en kwaad  Normen = Regels over het gedrag (goed & kwaad)  Waarden = Eigenschap/ toestand die mensen nastreven, bijv. geluk, liefde. Vormen van gedrag: - instinct prikkel, automatisch aangeboren reactie - Geconditioneerd gedrag = Automatisch aangeleerd gedrag, via straf en beloning. - Creatief lerend gedrag = Zelf oplossingen bedenken, denkproces géén instinct - Kijken en bekeken worden.

Grote verschil tussen apen en mens: - Hand, seks (alleen als ze vruchtbaar is), vrijheid (kennen geen vrijheid), verantwoordelijkheid. Bij mensen groeien hersenen na 1 jaar nog door, bij apen zijn de hersenen bij de geboorte al volgroeid. Achter al onze wetten zitten gemeenschappelijke ideeën. Moraal= geheel van normen & waarden; - individuele moraal (niet alle mensen zijn gelijk) - Groepsmoraal
Moraal is gebonden aan cultuur.

Levensbeschouwing = Idealen en geloof in datgene wat het leven waardevol maakt. 2 Basisvormen daarvan: - Godsdienstige levensbeschouwingen - Niet- godsdienstige levensbeschouwingen (daarbij is gelijkwaardigheid van de mensen het belangrijkste)

Normen: Waarden: Je mag niet moorden Het menselijk leven
Je mag geen onwaarheid spreken Eerlijkheid is de waarheid
Je moet iemand gelijk behandelen Rechtvaardigheid
Je moet iemand niet onderdrukken Vrijheid
Je moet iemand helpen die in nood is Solidariteit
Soms moet je je medeleven tonen Respect, medelijden
Je moet niet roken, gelijke kansen in medi- Gezondheid
Sche zorg
Je moet het milieu schoon houden Milieu

Ongeschreven normen: Opstaan in de bus voor oude mensen (of slecht ter been) Niet vloeken waar jonge kinderen bij zijn. Nettere taal gebruiken tegen oude mensen of jonge kinderen.

Epicurus één van de eerste filosofen die zei dat een mens bij alles wat die doet streeft naar geluk en genot. Volgens hem 3 soorten verlangens: - Natuurlijke en noodzakelijke verlangens (eten, drinken, slapen, bescherming tegen de kou, maar niet meer dan nodig is) - Natuurlijke maar niet-noodzakelijke verlangens (alle noodzakelijke verlangens, maar dan naar meer) - Niet-natuurlijke en niet-noodzakelijk verlangens
Zuivere verstandige hedonist = Iemand die het geestelijk genot zoekt boven alles.

Hedoné = genot, wat genot oplevert is goed. Platvloers is gewoon je behoefte’s onmiddellijk bevredigen.

Kant : je mag nooit een mens tot middel of ding maken. In alle gevallen moet je de vraag stellen: ‘zou ik willen dat iedereen het deed?’ Belangrijk: waardigheid van de mens en vrijheid van de mens.

Kierkegaard : Kritiek is dat filosofen het nooit hebben over het concrete, persoonlijke leven van een mens. Filosofische theorieën heb je in de praktijk niks aan. Belangrijkste is niet dat een mens tot juist theoretisch inzicht komt over zichzelf, maar leert daadwerkelijk te bestaan als mens tegenover zijn medemens en als mens tegenover God. Bent pas echt individu als je bewust kiest om je leven inhoud en vorm te geven, niet verschuilen achter regels en je verantwoordelijk voelen voor je daden.

Schweitzer : eerbied & respect voor alles wat leeft. - ‘Goed’ is het leven beschermen en behouden, het leven bijstaan en tot ontwikkeling brengen. - ‘Kwaad’ is het leven benadelen, beschadigen, onderdrukken of vernietigen. Uitilis = nut
Goed= wat de meeste mensen zoveel mogelijk genot oplevert, en de minste mensen pijn of lijden. Dat is democratisch  meeste stemmen gelden. Kritiek: Hoe zit het met d minderheid. Hedonisme en utilisme zijn gevolgen van ethiek  je let op de gevolgen van wat je doet. Verlichting: licht van het verstand (rede) (wetenschap die toen kwam) tegen bijgeloof en onverdraagzaamheid.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.