Jugendstil

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas mbo | 871 woorden
  • 27 januari 2004
  • 114 keer beoordeeld
Cijfer 7
114 keer beoordeeld

Jugendstil / Art Nouveau (1890 – 1910)

Inleiding

De naam ‘Jugendstil’ komt van het Duitse woord Jugend, wat jeugd betekent. Ook wel ‘Art Nouveau’ in het Frans en ‘Modern Style’ in het Engels. Deze stroming was een tegenreactie op de neostijlen. Men had behoefte aan bouwwerken die meer menselijk waren. Kunstenaars vonden in de natuur een nieuwe inspiratiebron voor hun kunstuitingen. Hun werk pasten ze vooral toe op kunsten als edelsmeedwerk, meubels, boeken, sieraden, glasbewerking en damesmode. Het maken van producten als deze was duur en het kostte veel tijd.

De term is ontleend aan het tijdschrift “de Jugend” die sinds 1896 in München wordt uitgegeven. Otto Eckmann versierde de eerste jaargangen met karakteristieke vignetten en randversieringen. In Nederland werd deze stijl ook wel de slaolie stijl genoemd.

In Nederland kent de Art Nouveau of Jugendstil stroming verschillende verschijningsvormen. De constructief-rationele stroming vindt men o.a. in Amsterdam (Berlage),terwijl het sierlijke en artistieke meer in Den Haag voorkomt.

Kenmerken van Jugendstil zijn vooral:

- A-symmetrische ornamenten - Jong en vernieuwend - Het werken met vloeiende, golvende lijnen - De contrastwerking tussen licht en donker - Hoektorens, topgevels, dakkapellen en balkons - Grote kozijnen vaak omgeven met natuursteen - Romantische - Plantaardige lijnen: wijnranken, sierlijke groeiklimplant

Bouwkunst

In de 19e eeuw werd de Jugendstil voor het eerst in de architectuur geïntroduceerd. Hierbij werden weer bloemige en natuurlijke motieven toegepast, maar ook geometrische vormen. Er werd gebruikt gemaakt van nieuwe materialen zoals gladde bakstenen (ook geglazuurd) en sierlijk vormgegeven smeedijzer. Oude materialen als glas-in-lood ramen en decoratief beschilderde tegels speelden ook een rol, erkers en torentjes waren erg in trek. Een opvallend kleurgebruik maakte het af. In de 20ste eeuw begonnen architecten erg eigenzinnig te werken, ze wilden niet langer kunst maken voor bepaalde instellingen of personen, ze wilden zélf hun ontwerpen maken. Ze wilden zelfstandig zijn in hun beslissingen over de kunst die ze maakten. Daarom ontwikkelden ze nieuwe technieken en gebruikten ze andere materialen dan voorheen. Een voorwaarde was wel, dat ze goedkoop moesten bouwen. Daarom lieten ze al hun materialen in de fabriek maken; prefabricatie. Op deze manier werden er o.a. een hoop gebouwen gemaakt, ze hadden een redelijk saaie en eenvoudige uitstraling. Het ging de architecten meer om de gebruikstoestand, om de functie, dan om het uiterlijk van zoiets. In ongeveer 1900 reageerde een groep kunstenaars hierop door voorwerpen weer mooi en zorgvuldig te maken, namelijk met de hand. Zij waren de massaproductie wel een beetje zat. Daarbij gebruikten ze sierlijke, gebogen lijnen en vormen geïnspireerd door de natuur. Ze waren tegen imitatie van oude stijlen, ze wilden iets wat jong en vernieuwend was.

Het was hun bedoeling dat de vorm van het voorwerp, met een bepaald gebruiksdoel, werd overwoekerd en omstrengeld door plant- en bloemmotieven. Het gevolg hiervan is dat er beweeglijkheid ontstond. Ook wilden ze de met de kunst de kringloop van het leven volledig tot uitdrukking brengen, zodat het ‘oude’ gevoel weer terugkwam.

Voor de bouwkunst bracht de toepassing van ijzer als nieuw materiaal nieuwe constructieve mogelijkheden naar voren, maar de term Jugendstil heeft toch vnl. betrekking op de decoratie van bijv. trapleuningen, gevels, enz. IJzer leende zich goed voor verwerking tot de sierlijk gebogen vormen van de Jugendstil stroming. De architecten waren veelal tevens interieurontwerpers, zoals bijv. Antoní Gaudí en Henry Clemens van de Velde. Gewijzigde sociale en economische omstandigheden, toepassing van nieuwe materialen (beton) brachten na de Eerste Wereldoorlog het einde van de Jugendstil.

Schilderskunst

De Jugendstil is gemakkelijk te herkennen aan de typische vloeiende (wapperende) lijnen. Met name de lijn speelt door haar zwierige, golvend, organische (groeivormachtig), beweeglijkheid een belangrijke rol. Men spreekt ook wel van ¨ zweepslaglijn¨. De inspiratie komt van de natuur;- bloemen, planten, vuur, water- en vrouwenfiguren. De Jugendstil kreeg door het werken met vooral de lijn een sterk decoratief (versierend)karakter. In Nederland sprak men ook wel smalend van de ¨slaoliestijl¨ vanwege een bekend affiche van Calvé slaolie. Bekende persoonlijkheden uit de Jugendstil schilderkunst zijn: Gustav Klimt (Oostenrijk) Beardsly (Engeland) Jan Toorop (Nederland).

Sieraden

De sieraden werden hele kunstwerken. Er werd gebruik gemaakt van verschillende materialen als goud, zilver, glas en verschillende soorten steentjes. Weer kwamen de kleuren en de golvende, sierlijke en zwierige lijnen terug.

Kleding

De damesmode werd ook beïnvloed, zwierige rokken, hoeden met krullen, korsetten met veel tierelantijntjes, het hoorde er allemaal bij. De Jugendstil heeft alleen de damesmode beïnvloed, bij de man veranderde er niets in dit opzicht.

Meubels

Het interieur was donker, maar warm, druk bezet, maar gezellig. Meubels werden gemaakt van dure materialen. Spiegels bijvoorbeeld werden omlijst met uitgewerkt goud of zilver. Er kwam bij de meubels en de inrichting van het huis sowieso veel goud en zilver voor. Aan het plafond grote lampen met bloemmotieven, aan de muur schilderijen met, net als bij de spiegels, uitgewerkte lijsten. In de tafelbladen waren sierlijke lijnen, bogen en rondingen verwerkt.

Literatuur

In dezelfde tijd werd Jugendstil ook in de literatuur gebruikt. Het betekende een grote afkeer naar de boekdrukkunst, alles werd weer met de hand geschreven. Hoofdletters werden net als in de middeleeuwen weer prachtig versierd (met de bekende motieven natuurlijk) en ook de tekeningen waren helemaal in dezelfde stijl. Net als bij de bouwkunst werd er weer gebruik gemaakt van opvallende kleuren.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.