De uitvreter door Nescio

De uitvreter - Nescio

1. In welk opzicht hoort Nescio bij de neo-romantiek en in welk opzicht niet?

Het thema en het onderwerp van de uitvreter sluiten goed aan bij de neo-romantiek. Dat is namelijk de onvrede met het bestaan. De hoofdpersoon wil zijn leven op zijn eigen manier leiden en wil zich niet aanpassen aan het burgerlijk systeem. Qua stijl past dit verhaal niet bij de neo-romantiek. Nescio heeft namelijk in spreektaal geschreven en alle gesprekken zo natuurgetrouw mogelijk weergegeven. Bij de neo-romantiek horen juiste hele mooie en literaire zinnen.

2. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de neo-romantiek?

De belangrijkste kenmerken van de neo-romantiek zijn: - De onvrede met het bestaan - Op zoek naar het geluk - Gevoelens en emoties staan centraal

3. Vergelijk de schilders Hoyer en Bavink.

Hoyer schildert wat de mensen willen zien. Bavink schildert wat hij zelf mooi vind. Als Bavink de drang krijgt om te schilderen dan moet het er ook uit en dan kan hij dagen lang schilderen. Ineens is het dan uit, en dan zet hij het doek weg. Als hij geld nodig heeft zoekt hij een van zijn weggezette doeken uit en verkoopt die.

4. Hoe komt het dat juist Japi en Bavink het zo goed met elkaar kunnen vinden? (meer dan een reden) Waaruit blijkt dat trouwens?

Bavink vindt Japi een hele interessante man, omdat hij gewoon helemaal niets doet. Bavink kan daar nog iets van leren. Ze hebben ook dezelfde interesses en kunnen daarom goed met elkaar praten. Ook geeft Japi hem tips bij het schilderen. Dit blijkt uit het feit dat ze erg veel samen zijn en samen veel dingen doen. Zo bezoeken ze verschillende steden en helpen ze elkaar. Japi helpt Bavink met het schilderen en Bavink zorgt voor onderdak, eten en drinken voor Japi.

5. Waarom staan de vrienden Japi toe op hun zak te leven? (terwijl ze arm zijn!)

Bavink kan het erg goed vinden met Japi en wil hem daarom niet laten gaan. Omdat Japi geen geld meer heeft, zorgt en betaalt Bavink voor hem. Bij de vrienden van Bavink voelt Japi zich thuis. Hij pakt gewoon zelf te drinken, te eten of een sigaar. Verder hebben de vrienden ook bewondering voor zijn manier van leven en hebben ze dezelfde idealen. Ze noemen Japi ook wel de uitvreter, omdat hij van de spullen en het geld van anderen leeft.

6. In de uitvreter overheerst de weemoed. Waardoor wordt die opgeroepen? (meer dan een oplossing)

De weemoed wordt een beetje opgeroepen door bepaalde plaatsen waar het verhaal zich afspeelt. De vrienden zitten namelijk vaak op hun zolderkamertjes. Dat laat het benauwde menselijke bestaan zien en staat er voor dat de vrienden eigenlijk opgesloten zitten in hun eigen problemen. Ook kunnen de vrienden hun idealen niet nastreven en gaat Japi uiteindelijk toch werken. Zijn gezondheid gaat erg achteruit en zijn vrolijke kijk op het leven verdwijnt. Daarom en ook om de dood van zijn vriendin Jeanne pleegt hij op het eind van het verhaal zelfmoord.

7. Welke veranderingen maakt Japi door? Geef bij elke verandering de oorzaak. Het gaat hierbij vooral om zijn instelling.

De eerste grote verandering die Japi doormaakt is na zijn terugkomst uit Friesland. Hij zou daar gaan vissen en een beetje niets doen, wat hij altijd deed. Toen hij terug kwam zei hij erg weinig. Japi was erg in zichzelf gekeerd en veel ernstiger dan anders. Daarna vertrekt hij ineens naar België zonder iets te zeggen. Daar gaat hij werken. Iets wat helemaal tegen zijn principes in was, omdat hij tegen het burgerlijk systeem van werkgevers en werknemers was. Hij had niets hierover tegen zijn vrienden gezegd. Hij heeft daar keihard in de mijnen gewerkt en was toen hij terugkwam erg onverschillig. De dood van Jeanne bracht ook weer een verandering. Zijn gezondheid was al niet al te best meer en de toelage van zijn kantoor hield op. Hij is toen van de brug afgestapt. Niet om zich af te zetten tegen de maatschappij, wat altijd zijn grote ideaal was, maar omdat hij geen plannen meer had en zich verstaarde.

8. Er is sprake van een evenwicht tussen tegengestelden. Bijvoorbeeld natuur tegenover stad. Licht deze toe en geef nog een paar tegenstellingen.

Japi wil graag versterven voor honger, slaap en kou. Hij leeft daarom zelfstandig en op zijn eigen manier en wil zich niet aanpassen aan de burgermaatschappij. Hij wil leven net als de natuur. Water blijft namelijk maar stromen. De zon komt op en gaat weer onder, dag na dag, en de aarde blijft om zijn as draaien. De stad staat voor de consumptiemaatschappij en het burgerlijk systeem waar Japi erg tegen is. Verder staat het tijdelijke tegenover de eeuwigheid. Het leven is maar tijdelijk en zal eens ophouden. De natuur is eeuwig. Zoals hierboven al stond. De zon zal blijven schijnen en het water blijven stromen. Ook zie je de tegenstelling van het werken en niet-werken. Als Japi wel gaat werken verandert hij in een heel ander mens.

9. Noem een aantal motieven (terugkerende elementen) in de uitvreter. Wat hebben deze met het thema (wat is dat) te maken?

Het thema van de uitvreter is ‘Een jongen die van levensgenieter, na hard werken de dood verkiest boven het afzetten tegen de maatschappij’. Motieven zijn de tijdelijkheid, het water en de idealen van Japi (en de anderen). Niets zal blijven en niemand zal de vergankelijkheid kunnen overstijgen. Volgens Japi kan je daarom maar het beste niets doen, want je bent je hele leven bezig te versterven tot je uiteindelijke dood. Water komt ook steeds terug in het verhaal. In het begin zit Japi steeds aan de waterkant naar het water te kijken. Aan het eind staarde Japi naar het water en ging hij berekenen hoeveel water er in de rivier zat. Bij zijn zelfmoordpoging stapte hij van de brug af het water in. Japi en zijn vrienden willen zich afzetten tegen de maatschappij. Vooral Japi gaat daar in het begin heel ver mee, door zich niet aan te passen aan het burgerlijk systeem van werkgevers en werknemers. Op een gegeven moment blijkt dat hij zo toch niet kan leven, want hij heeft veel te weinig geld om mee rond te komen. Hij gaat dan toch nog aan het werk. Water past bij het thema, omdat Japi een echte levensgenieter was. Hij genoot van de natuur, het water en de zonneschijn. Tijdelijkheid komt terug in het thema, omdat Japi niet altijd een levensgenieter blijft en hij werkt ook niet zo heel lang. De idealen passen ook bij het thema, want ze willen zich allemaal afzetten tegen de consumptiemaatschappij.