Onafhankelijkheid Indonesie

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1005 woorden
  • 17 januari 2004
  • 48 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
48 keer beoordeeld

Multatuli is de grondlegger van de ethische koers.

KPM: Koninklijke Pakketvaart Maatschappij 1891

Voorstanders ethische koers: 1 De Nederlandse regering ging op de Ethische koers omdat veel mensen vonden dat ze een schuld moesten aflossen aan de Indonesiërs. 2 En omdat de ethische plannen in het voordeel van de ondernemers in Nederlands-Indië waren.

Tegenstanders ethische koers: 1 Ontwikkeling van de Indonesiërs bleek niet in het belang van de landbouwbedrijven en arbeidsintensieve productie. Die hadden goedkoop werkvolk nodig. 2 In Nederland verzetten bedrijven zich omdat ze dit als een bedreiging van hun eigen export zagen.

Een sterk Nederlands gezag is daarvoor onmisbaar.

Oorzaken voor de ontwikkeling van het nationalisme: 1 De Ethische koers ontwikkelde het besef bij de Indonesiërs over hun tweederangs positie. 2 De Japanse oorlog tegen Rusland toonde aan dat Aziaten Europeanen konden verslaan. 3 Japan was ook het bewijs dat eenheid macht maakt
4 De WO1 maakte duidelijk dat er van dat beschaafde voorbeeld niet veel overbleef. 5 De Russische revolutie van 1917

Boedi Oetomo (het schone Streven) Opgericht: 1908
Doel: streefde naar gelijkmatige ontwikkeling van de Javaanse bevolking door middel van westerse kennis en Javaanse cultuur.

Indische Partij
Opgericht: 1911
Doel: streefde naar gelijkheid en samenwerking tussen alle bevolkingsgroepen om Nederlands-Indië tot een zelfstandige staat te ontwikkelen binnen een gemenebest met Nederland. Belangrijk leider: Soewardi Soerjaningrat

Taman-Siswasscholen
Kenmerken: 1 behalve onderwijs en Indonesische cultuur werden er ook nationalistische ideeën bijgebracht. 2 Non-coöperatieve school.

Sarekat Islam (Islamitisch verbond) Opgericht: 1911
Doel: oorspronkelijk een handelsvereniging maar kreeg later een anti-overheid en anti-kapitalistisch karakter. Gebeurtenis: partij viel uiteen in marxisten en overtuigt Islamieten (1919).

ISDV (Indisch Sociaal Democratische Vereniging) Opgericht: 1914
Doel: Socialisten in de samenleving verenigen en propaganda maken binnen de andere nationale partijen. PKI (Partai Kommunis Indonesia) Opgericht: 1920 (ontstaan uit de ISDV) Opvallend: eerste communistische partij in Azië.

De december beloften: De Volksraad krijgt beslissingsmacht en een meerderheid van Indonesische leden. Doel: paste in het ethische streven om de bevolking meer bij het bestuur te betrekken. Probleem: Door conservatieve tegenstand gingen de plannen niet door en versterkte het radicale nationalisme.

De wereld crisis leidde tot bezuinigingen en verdwijnen van ethische politiek hoerdoor ontstond grote ontevredenheid bij de Indonesiërs.

De nieuwe nationalisten: Ontstonden: rond 1927
Doel: 1 alle nationalistische stromingen tot een beweging maken. 2 ieder medewerking aan de koloniale overheid weigeren. 3 Onafhankelijkheid van Indonesië doorvoeren.

PNI ( Indonesische nationale partij) Opgericht: 1927
Belangrijke leiders: Hatta en Soekarno
Kenmerken: 1 Non-coöperatieve beweging. 2 richtten afdelingen op
3 directe propaganda onder de plattelandsbevolking en vakbonden
Gebeurtenissen: Soekarno kreeg gevangenisstraf. Na vrijlating richtte hij de Partindo op. Kreeg concurrentie van PNI-Baroe (de nieuw PNI). Belangrijk leider Sjahrir.

Generaal De Jonge maakte einde aan bewegingen, leiders werden opgesloten in Boven-Gidoel. Dit leidde tot een nieuw gematigd nationalisme.

Petitie-Soetardjo
Opgesteld: 1936
Belangrijke punten: 1 wilde een conferentie overleggen tussen Nederland en Nederlands-Indië. 2 via geleidelijke hervormingen binnen tien jaar zelfstandigheid. 3 Binnen het Nederlands rijksverband.

Uitvoering: Petitie werd aangenomen maar termijn van 10 jaar werd geschrapt. In 1938 werd de petitie toch afgewezen omdat Nederland vond dat Indië nog niet klaar was voor zelfstandigheid.

GAPI
Opgericht: 1939
Kenmerk: Federatief verbond van Indonesische organisaties dat propaganda voerde voor een volwaardig Indonesisch bestuur
Doel: de nationalisten versterken in het licht van de 2e wereldoorlog.

17 augustus 1945 roept Soekarno de onafhankelijke Indonesische Repoeblik Indonesia uit.

Belangrijke gebeurtenissen tijdens bezetting door Japan. 1 Indonesische nationalisten mochten beperkte politieke activiteiten doen. ( Hoopten hierdoor op meer steun. 2 Japanners eisten zoveel rijst dat twee miljoen mensen omkwamen van de honger. 3 Indonesiërs kregen banen van Nederlanders die ze uitstekend uitvoerden. (versterkte zelfvertrouwen)

7 september 1944 zegt Japanse premier Indonesië onafhankelijkheid toe, zonder datum.

Comité ter voorbereiding van de Indonesische onafhankelijkheid
Opgericht: 7 augustus 1945
Leiders: Soekarno en Hatta
Indonesië zou op 18 augustus de onafhankelijkheid krijgen maar Japan capituleerde op 15 augustus.

Bersiap-periode
Periode; najaar 1945 en voorjaar 1946
Kenmerk: pas bevrijde Nederlandse gevangenen werden vermoord. Ontstond door: de angst dat het Westen de onafhankelijkheid niet zou erkennen.

De Engelsen en Amerikanen stonden sympathiek tegenover de Indonesische zaak. De Amerikanen wilde geen herstel van de koloniale verhoudingen omdat dat het communisme zou aanwakkeren.

Verenigde staten van Indonesië (VSI) Kenmerk; federatie van deelstaten waarover Nederland in de overgangsperiode het oppergezag zou uitoefenen.

De besprekingen voor de VSI mislukten omdat: 1 De Indonesiërs niet tevreden waren over de positie van de republiek binnen de VSI. 2 Door de aankomende verkiezingen in Nederland wilden de Nederlanders niet te veel toezeggen.

Akkoord van Linggadjati
Gesloten op: 15 november 1946
Belangrijkst besluiten: 1 Nederland erkent het gezag van de Indonesische republiek over Java en Sumatra. 2 Nederland en de republiek gingen samenwerken bij de vorming van de VSI. 3 De VSI zou gaan bestaan uit De republiek, Borneo, Oost-indonesië, Nederland, Suriname en curaçao. 4 VSI zal samen een unie gaan vormen met aan het hoofd de Nederlandse koningin.

Mislukken van het akkoord: 1 De republikeinse regering verwierp haar ondergeschikte positie
2 De republikeinse troepen schonden de wapenstilstand.

Politionele acties I
Periode: 21 juli tot 4 augustus 1947
Doel: veroveren van belangrijke industrie en plantage gebieden om zo de export weer op gang te brengen.

Commissie van goede diensten (CGD) Opgericht door de VN
Doel: bemiddelen tussen Nederland en Indonesië. Leidde op 17 januari 1948 tot nieuwe overeenkomst, Renville.

Renville overeenkomst
Belangrijkste kenmerk: Nederland mocht nieuwe deelstaten vormen op het pas veroverde gebied.

Nadat Nederland probeerde een wapenstilstand te sluiten dat mislukte werd de Renville-overeenkomst opgezegd.

Politionele acties II
Periode: 19 december 1948 tot 3 januari 1949
Gevolgen: 1 Soekarno, Hatta en Sjahrir werden gevangengenomen. 2 grootste deel van het republikeinse gebied werd verovert. 3 verzwakte Nederlandse positie internationaal
Gevolg 3 bleek uit: 1 24 december 1948 eiste de Veiligheidsraad op aandringen van de VS een onmiddellijke wapenstilstand en vrijlating van de leiders. 2 Indonesische aanhangers van de deelstaten politiek keurden de actie af.

United nations commission for Indonesia (UNCI) Opvolgster van de CGD
Leidden de besprekingen tussen Nederland en Indonesië Gesprekken duurden van 14 april tot 7 mei 1949
Leidden tot een akkoord.

Rondetafelconferentie (RTC) Periode: 23 augustus tot 2 november 1949
Belangrijkste punten: 1 de onvoorwaardelijke soeveiniteit aan de verenigde staten van Indonesië 2 voorwaarden opgesteld waarop Nederland en Indonesië uit elkaar zouden gaan. 3 Nieuw-Guinea werd buiten de soevereiniteitsoverdracht gehouden (onder druk van de CHU en de VVD). 27 december vond de overdracht plaats in het Paleis op de Dam. In 1962 werd Nieuw-Guinea ook overgedragen onder druk van de VS omdat dat de SU zich ermee zouden gaan bemoeien.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.