Over nationaal socialisme en fascisme
De toestand van Duitsland rond 1920 Eind van WOI heerste in Duitsland een revolutionaire sfeer. Duitsland was een geindustrialiseerd land. Grote verliezer en hoofdschuldige van WOI. Verloren veel land bij Vrede van Versailles (1919). Grote vernedering. Sommige Duitsers hoopten dat er net als in Rusland ook in Duitsland een revolutie zou gaan uitbreken. Anderen hoopten meer op de komst van een sterke man die van Duitsland weer een grootmacht zou maken. De nieuwe regering van de republiek van Weimar, zoals DLD voortaan heette probeerte de verplichtingen van de vrede van versailles van te komen en goede banden op te bouwen met engeland en Frankrijk. 1926 Duitsland toegelaten tot de Volkenbond. 1929 economische crisis in VS à slaat door naar Europa à dus ook naar Duitsland. Veel werklozen. Republiek van Weimar slaagt er niet in te herstellen, respect voor parlementaire systeem brokkelt daardoor steeds meer af. Toen opeens: Adolf Hitler à belooft de duitsers een gouden toekomst, wil Duitsland sterk en raszuiver maken, wil verdrag Van Versailles wegdoen, werkloosheid veranderen in werkgelegenheid. Hitler was van de NSDAP à Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiderspartij. De NSDAP was een fascistische partij zoals er in diverse landen (bv Engeland, Frankrijk, Belgie, Nederland) waren ontstaan na WOI. De leider van de fascistische beweging was de Italiaanse Benito Muscolini die in 1922 aan de macht was gekomen en zijn tegenstanders had uitgeschakeld.
Het fascisme en nationaal-socialisme. De fascisten voegden nog wat toe aan de ideologie van de totalitaire staat.à het nationalisme. Eigen natie, eigen volk boven alles. Fascisten vertoonden en grote afkeer van intellectualisme. Het gaat in het leven niet om denken maar om het doen. Simpele oplossingen hadden ze liever dan ingewikkelde. Vaak ging dit samen met een voorkeur voor geweld. Ook dat hoort bij een fascist. Fascisten vonden dat leven een heftig en opwindend avontuur moest zijn. Ze verafschuwden het liberalisme omdat dat teveel nadruk legde ovlgens hen op de rechten van de mens en zo de kracht van het volk als geheel afzwakte. Ook hadden ze een grote afkeer van het liberale kapitalisme dat in hun ogen uitbuiting van de arbeiders veroorzaakte. Ook de parlementaire democratie vonden ze niks: Veel gepraat en weinig gedaan. Ook voor de socialisten en de communisten hadden de fascisten geen goed woord over. Zij legden de nadruk van mensen zowel binnen als buiten het eigenland à tegenstanders van het nationalisme. De kwaadaardigste variant van het fascisme is het Duitse nationaal – socialisme, omdat racisme daar een grote rol in speelt.
De kenmerken van het nationaal-socialisme in Duitsland: - De nationaal-socialisten hadden een grondige hekel aan communisten, en dus ook aan Karl Marx. Ze waren ervan overtuigd dat het Duitse volk als 1 sterke gezonde natie alles voor elkaar zouden kunnen krijgen. - een sterke man als leider vond men noodzakelijk. Hitler werd dus verheerlijkt als een god. Men geloofde dat hij de Duitsers zou leiden. Iedereen moest en zou denken zoals hem. - Je telde niet als individu, maar als onderdeel van de massa. - De Nationaal-socialisten waren sterk nationalistisch. Het arische ras (de meeste Duitsers) was ver verheven boven de andere volken. De Duitsers gingen ook rascisme gebruiken. De inferieure volken, zoals de Slavische voken, moesten de superieure rassen dienen. De Joden, in de ogen van de nazi’s het allerinferieurste ras, moest van de aarde verdwijnen. Dit laatste is anti-semitisme. - NSDAP. De aanhangers van de NSDAP zorgden ervoor dat de communisten in een kwaad daglicht werden gesteld. Ook omdat de burgers geen democratie meer wilden stemden ze massaal op de NSDAP. Nadat de NSDAP alle andere partijen verboden had, ze een einde maakten aan de zelfstandige vakbeweging en de media onder nazi-controle hadden gesteld, werd het land een dictatuur. - Investering in bewapening en autobahnen. Deze waren propagandisch van belang, maar ook zeker militair. - Autarkie. Duitsland moest onafhankelijk worden van import. Zo liepen de kosten hoog op. Hitler luisterde niet naar mensen die zeiden dat hij het rustiger aan moest doen; hij ontsloeg ze gewoon. Door deze koppigheid kwam Duitsland diep in de staatsschuld. De oplossing lag voor de hand: oorlog. Ook wilde Hitler zelf graag uitbrieding van het Duitse Rijk en nu móést hij dat wel doen. Hij had de oorlog nodig om zijn schuld te betalen. - Gestapo. Tegenstanders van het regime werden door de gestapo opgespoord en naar concentratiekampen gestuurd voor een heropvoeding. - Controle op media en kunst. Een apart ministerie van propaganda onder leiding van Goebbels beheerste alle media en liet een onophoudelijke stroom van propaganda over de bevolking heen storten. Alle media papegaaiden wat Goebbels wilde. De Reichskulturkammer hield toezicht op alle Duitse kunstenaars. Zij mochten allen hun beroep uitoefenen als zij lid waren van de Reichskulturkammer. Niet artistieke kwaliteiten waren doorslaggevend bij zo’n lidmaatschap, maar raszuiverheid en politieke betrouwbaarheid - Indoctrinatie van de jeugd, bijvoorbeeld de Hitlerjugend. Dit was een vereniging waar de jongens op hun militaire dienst aan Duitsland werden voorbereid en de meisjes op hun taak als huisvrouw. Deze verenigingen waren een soort van verplicht: als je niet ging werd er snel gedacht dat je tegen het nationaal-socialisme was. De kinderen en jongeren werden vol propaganda gegoten. Op school hoorden ze niets anders dan dat je voor Duitsland moet leren en dat het arische ras het beste is.
Totalitaire staten
In een totalitaire staat is het individu volledig ondergeschikt aan het collectief à de hele bevolking, de massa. De staat gaat voor alles, maar ook het belang van de groep (volk, ras, partij) staat altijd boven dat van de enkeling. De rol van de leider is allesoverheersend. Mussolini liet erin hameren dat de leider altijd gelijk heeft. De leider wordt ook tot idool gemaakt, hij wordt een soort substituut voor God. De totalitaire staat kent een eenpartijstelsel en heeft een afkeer van de parlementaire democratie. Verkiezingen wrden wel gehouden, maar alleen om te demonstreren hoe eensgezind het volk is. De massamedia staan volkomen in dienst van de staat en bedrijven schaamteloze propaganda voor het regime. Ook de jeugd wordt volledig geindoctrineerd. Veel aandacht wordt gegeven aan uiterlijk vertoon zoals militaire parades, fakkeloptochten en zorgvuldig georganiseerde partijbijeenkomsten. In die beinvloeding wordt de ideologie voorgesteld als absoluut juist en krijgt ze een bijna godsdienstige lading. Er is een sterk geloof in de verlossing van het kwaad door middel van absolute trouw aan leider en leer. Het kwaad bestaat of uit het communisme of uit het kapitalisme of uit ‘het internationale jodendom’ of een combinatie daarvan. Symbolen als het hakenkruis en sikkel met hamer onderstrepen nog eens dat het gaat omd een soort cultus. De geheime plitie zorgt door middel van willekeurige arrestaties, geheime processen, deportaties en concentratiekampen voor een ijzeren handhaving van de orde. De onderdanen leven in een permanente angst en gedragen zich zo onopvallend mogelijk. Wie de opvattingen van het fascisme/nationaal-socialisme en de kenmerken van de totalitaire staat over elkaar legt, vindt een heleboel overeenkomsten. Een totalitaire staat hoeft niet per se fascistisch te zijn, maar het fascisme heeft alles in zich dat een staat totalitair kan maken.
Stappenplan
Stap 1 Stel vast welke zaken je gaat vergelijken.
We gaan de beeldbronnen in het werkboek en het handboek vergelijken.
Stap 2 Bepaal de criteria waarop je de vergelijking baseert.
4 leider
4 leger
4 industrie
4 landbouw
4 politiek
4 opvoeding
4 economie
4 onderwijs
Stap 3 Stel vast in hoeverre de opgestelde criteria gelden voor Russische en voor Duitse propaganda.
Rusland: leider: Er is in Rusland veel propaganda voor Lenin en Stalin, de leiders van Rusland. Er is vooral te zien dat Lenin en Stalin er voor de arbeiders zijn. Zie bron 4, 10, 12, 18 en 20
leger: In Rusland wordt ook propaganda gemaakt voor het leger. De boodschap van deze posters is dat de Russen moeten vechten voor het vaderland. Zie bron 6 , 8 en 17
industrie: In Rusland wordt veel propaganda gemaakt voor de industrialisatie. De boodschap van deze bronnen is dat het beter zal gaan met Rusland als er meer industrie is. Op deze posters is ook vaak de leider Lenin of Stalin te zien, die er voor de arbeiders zijn. Zie bron 2, 4, 10, 11, 12 en 25
Landbouw: Er is ook propaganda voor de landbouw, met name voor de kolchozen. Zie bron 16 en 24
Politiek: In Rusland is propaganda voor het communisme. Er is in de bronnen veel rood te zien: de kleur van het communisme. De propaganda is ook tegen het fascisme. Zie bron 14.
opvoeding: Er is in de bronnen in het werkboek en in het handboek geen propaganda te zien voor de opvoeding van kinderen.
economie: Er is in de bronnen in het werkboek en in het handboek geen propaganda te zien voor de economie.
onderwijs: Er is in de bronnen in het werkboek en in het handboek geen
propaganda te zien voor het onderwijs.
Duitsland: leider: Er is in Duitsland veel propaganda voor de leider van nationaal-socialistisch Duitsland, Adolf Hitler. Er wordt vooral benadrukt dat hij sterk is, een goede leider en dat het nodig is om 1 leider te hebben. Zie bron 5, 9 en 13
leger: De Duitse propaganda over het leger gaat voor een deel over dat je in het leger vrienden krijgt en dat het goed is voor je ontwikkeling. Een ander doel is het enthousiast maken van de burgers over de oorlog. Ook wordt duidelijk gemaakt dat je voor je volk en land moet vechten. In een bron wordt zelfs gesuggereerd dat Duitsland voor heel Europa vecht en niet alleen voor zichzelf. Zie bron 3, 7, 13 en 26
industrie: In de bronnen is geen propaganda te vinden over de Duitse industrie.
Landbouw: In de bronnen is geen propaganda te vinden over de Duitse landbouw.
Politiek: In het handboek en werkboek zijn bronnen te vinden over de propaganda wat betreft de Duitse politiek. Alles in het voordeel van het nationaal-socialisme en er zijn natuurlijk veel hakenkruizen te zien. Er wordt ook propaganda gebruikt tegen de tegenpartij: bijvoorbeeld tegen het bolsjewisme en de geallieerde radio. Zie bron 19, 22 en 23
opvoeding: In de bronnen is propaganda over de Hitlerjugend te vinden. Er is ook een foto te zien van 2 kleine jongetjes in militaire kleren met veel hakenkruizen. Deze heeft als boodschap dat het stoer is om er zo uit te zien. Zie bron 1, 15
economie: Er is in de bronnen in het werkboek en in het handboek geen propaganda te zien voor de economie.
onderwijs: Er is 1 bron waarin propaganda wordt gemaakt voor het onderwijs, namelijk voor de studenten. Zie bron 5
Stap 4
Probeer de overeenkomsten en verschillen te verklaren.
Verschillen Overeenkomsten Verklaring
Leider Van Lenin en Stalin worden veel stand-beelden gemaakt, van Hitler niet. Leider wordt opgehemeld en als god vereerd.
Leger Duitsland wil laten lijken dat ze voor heel Europa vechten en Duitsland wil land veroveren. Rusland vecht alleen voor de verdediging van hun vaderland. Ze vechten beide voor het vaderland en het wordt als een eer beschouwd om voor je vader-land te vechten. Hitler wilde zijn land uitbreiden; Lenin en Stalin hadden daar geen behoefte aan, zij verdedigden hun land.
Industrie In Rusland wordt veel propaganda gemaakt voor de industrialisatie en de hardwerkende arbeider. In Duitsland wordt geen propaganda gemaakt voor industrialisatie en minder voor de arbeiders. De industrie is bij beide landen belangrijk voor het welzijn van het land. Bij het communisme ging het er vooral om het welzijn van het land te verbeteren: daar hoort een verbeterde industrie bij. Het nationaal-socialisme was vooral gericht op een sterk volk, daar had de industrie niet zoveel mee te maken.
Landbouw In Rusland werd veel propaganda gemaakt voor de kolchozen. In Duitsland werd geen propaganda gemaakt voor de landbouw Geen Het doel van het communisme in Rusland was verbetering van de welvaart in het land, dus wilden ze gezamenlijke boerderijen omdat ze dachten dat de productiviteit dan omhoog ging. Veel mensen waren tegen het samenvoegen van boerderijen, dus wilde de staat dat samenvoegen aan-trekkelijker laten lijken. Het doel van het nationaal-socia-lisme in Duitsland was één volk, dit had dus niet direct met de landbouw te maken.
Politiek In Rusland wordt propaganda gemaakt voor het communisme en tegen het fascisme. Duitsland maakte propaganda voor het nationaal-socialisme en tegen het communisme en tegen de geallieerden. Werd bij allebei propaganda gemaakt tegen de tegenpartij en voor zichzelf. Beide dictators waren ervan over-tuigd dat hun regeringsvorm de beste was. Toch waren veel mensen in hun land nog niet overtuigd daarvan. Daarom hemelden ze hun eigen vorm erg op om de twijfelaars te overtuigen en zeiden ze dat ze beter waren dan de tegenpartij.
Opvoeding In Rusland werd geen propaganda gemaakt voor de opvoeding van kinderen. In Duitsland werd juist wel propaganda gemaakt voor de opvoeding van de kinderen. Er werd propaganda gemaakt voor de Hitlerjugend. Geen Duitsland wilde één sterk volk: daar horen de kinderen ook bij, want zij zijn de toekomst. . De kinderen moesten dus een goede opvoeding hebben waarin ze leerden dat het nationaal-socialisme en Hitler goed waren voor het land.
Economie Er werd geen propaganda gemaakt voor de economie Er werd geen propaganda gemaakt voor de economie In Rusland was wel het vijfjarenplan waar propaganda voor gemaakt werd, maar die propaganda stonden niet bij de bronnen die wij moesten analyseren.
Onderwijs In Duitsland werd de studenten ingeprent dat je een goede student moest zijn in dienst van het Duitse volk In Rusland werd geen propaganda gemaakt voor het onderwijs. Geen Duitsland wilde één sterk volk: daar horen de kinderen ook bij, want zij zijn de toekomst. Het was dus belangrijk dat de kinderen goed geschoold waren en zich later goed in kunnen zetten voor het nationaal-socialisme.
Stap 5 Trek je conclusie.
Onderzoeksvraag: Wat is de rol van de propaganda in een totalitair systeem en wat waren de verschillen en overeenkomsten tussen de propaganda van het nationaal-socialisme in Duitsland en die van het communisme in Rusland? De rol van propaganda in het totalitaire systeem is het regeringssysteem van de dictator en de dictator zelf te promoten. Hiermee bedoelen we dat er wordt geprobeerd om de burgers in het land het idee te geven dat de dictator weet wat hij doet en dat wat hij doet het beste is voor het land. Ook wil hij bereiken dat de burgers zich 100% inzetten voor het land en dat ze door middel van indoctrinatie denken en doen zoals de dictator wil dat ze denken.
In Rusland was de propaganda meer gefocust op de industrialisatie van het land. Dit was omdat het doel van het communisme verbetering van de maatschappij was en dat de arbeiders niet meer uitgebuid zouden worden. Rusland wilde ook dat de boeren op gezamenlijke boerderijen werkten om de productiviteit te verhogen en dus ook de welvaart in het land.
In Duitsland werd propaganda gebruikt om het nationalistische gevoel aan te wakkeren en het volk één te maken. Hitler wilde vooral de nadruk leggen op de gezonde, slimme mensen. Ook hij wilde bereiken dat de mensen zich 100% inzetten voor zijn land. Door middel van propaganda maakte hij het leger tot een plaats waar je vrienden maakt en eervol werk doet. Dit wilde hij zo laten lijken opdat er meer mensen zich aanmeldden voor het leger zodat hij meer land kon veroveren.
REACTIES
1 seconde geleden