H1-H3 (Eonomische groei)

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1927 woorden
  • 7 januari 2004
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 5
27 keer beoordeeld

Samenvatting economie ‘economische groei’: h.1 welvaart: mate waarin je in je behoefte kunt voorzien
welvaartstoename vaak gelijkgesteld aan: groei van het reëel nat. product & reëel nat. inkomen à economische groei
primaire inkomens: loon, rente, huur, pacht en winst
nat. product = nat. inkomen = BNP (bruto nat. product) = BBP (bruto binnenlands product) => productie van alle bedrijven en de OH in een heel land bij elkaar optellen
zie schema opdracht 1!!! Personele ink. verdeling: verdeling van het nat. inkomen over gezinnen en individuen
Categoriale ink. verdeling: verdeling van het nat. inkomen over de beloningscategorieën: loon, winst, pacht, huur & rente loon
loonquote: ------------- x 100% nat. ink. winst -, loon -, pacht -, huur -, en rentequote zijn samen altijd 100% als de loonquote stijgt dan daalt de winstquote meestal en andersom
TLZ: toegerekend loon zelfstandigen, dit bedrag wordt door CBS aan iedereen zelfstandige toegerekend aan loon
Arbeidsinkomen: loon en TLZ bij elkaar opgeteld loon + TLZ
Arbeidsinkomensquote (AIQ):------------------------ x 100% nat. inkomen
AIQ: zegt wat voor deel van het nat. inkomen beloning is voor het aanbieden van arbeid
OIQ: overige inkomens quote, deze en de AIQ zijn altijd 100% Als de loonquote stijgt daalt meestal de winstquote (en andersom) (winst – tlz) + pacht + huur + rente
Overige inkomensquote: ---------------------------------------------- x 100% Nationaal inkomen
hoger nat. ink. betekent hogere eco groei, máár als de groei veroorzaakt wordt door inflatie kan je niets meer kopen en neemt de welvaart niet toe oftewel nom. is het nat. ink. gestegen, maar reëel niet. nominaal: gemeten in geld
reëel: gemeten in koopkracht of goederen
eco groei: hiervan spreken we als het reële ink stijgt (hoeveelheid goederen en diensten neemt toe) oorzaak: stijging vd arbeidsproductiviteit
reële groei: productievolume én koopkracht zijn gestegen
productievolume: geproduceerde hoeveelheid goederen
aan het gebruiken vh reële nat ink als maatstaf voor welvaart en eco groei zitten nadelen: - beter is om te kijken naar het reële BNP p. hoofd vd bevolking - bij berekening v BNP worden zaken NIET meegerekend die wel meegerekend moeten worden informele eco, er worden alleen transacties meegerekend die legaal en met geld uitgevoerd worden. - productie die wel wordt meegeteld, maar die de welvaart aantast zoals natuur: mestoverschot. informele economie: zwart werkers (is illegaal) & vrijwilligerswerk ‘groene’ BNP: deze zal lager dan gewone BNP liggen, zal laten zien dat productie niet alleen in behoefte voorziet maar ook in behoefte aantast. (dit kan ook voor de toekomst) h.2 productiecapaciteit: geeft aan hoe hoog het nat. ink. max. KAN zijn
nat inkomen: kort termijn; hoogte vd bestedingen, langer termijn; productiecap. structurele kant vd eco: productiecap à aanbodkant
conjuncturele kant vd eco: bestedingen à vraagkant

omvang vd productiecap: bep. door kwaliteit en kwantiteit vd productiefactoren: arbeid, kapitaal, natuur en ondernemerschap. - arbeid: betere kwaliteit vd beroepsbevolking à a omhoog
a omhoog bepaalt door: * mate v scholing * technische ontwikkeling * efficiëntie vd organisatie bij bedrijven en OH * arbeidsmentaliteit à wordt er hard gewerkt
culturele verschillen: door hard werken kan betere welvaart op langer termijn opleveren
betere kwaliteit vd beroepsbev. à productiecap. omhoog à participatiegraad omhoog d.w.z. groter deel vd beroepsgeschikte bevolking biedt zich op a’markt aan

NL OH bemoeit zich met omvang & kwaliteit v beroepsbev.: * goed onderwijs * arbeidsparticipatie vergroten * loonstijgingen beperkt houden à lastenverlichting gebruikt

- kapitaal: je hebt 2soorten à geld kapitaal à deze komen samen à vaste kapitaal goederen àbij investeringen
capaciteitseffect vd investeringen: meer & betere kapitaal goederen die voor grotere productiecap. breedte – investeringen: investeringen in kap. goed. Waarbij verhouding arbeiders en kap. goed. gelijk blijft. diepte – investeringen: kwalitatief betere kap. goed. waardoor a stijgt

à geld voor investeringen van kap. goed. komt v consumenten. Een gedeelte van hun ink. sparen zij, banken waarschuwen voor loonstijgingen met alle gevolgen à mechanisatie: hierdoor steeg a waardoor bijv. minder boeren nodig zijn à technische ontwikkeling: heeft er tevens voor gezorgd dat er relatief minder mensen nodig zijn -> kunnen ook kap – en milieubesparingen zijn à OH heeft kap. ook invloed d.m.v. subsidies en heffingen

- natuur: natuurlijke omstandigheden bep. deels soort productie in een land à klimaat
land met rijk aan grondstoffen hoeft geen land te zijn met een hoog nat. product
natuur: moeilijker te beïnvloeden dan andere productiefactoren

- ondernemersschap: kan zorgen voor een efficiënte organisatie van het productieproces en goeie keuzes bij investeringen

productiecap: afhankelijk vd productie factoren

bezettingsgraad: verhouding tussen de bestedingen en de productiecap

bestedingen
bezettingsgraad:------------------ x 100% productiecap.

4soorten bestedingen: C I O E - Consumenten (C): gezinnen/ individu kopen goederen
hoogt vd consumptie: afhankelijk vd hoogt vh ink, rentestand en inflatie
rentestand: vooral bij aanschaf huis/pc/auto/ tv

- Investeringen (I): bestedingen door bedrijven
capaciteitseffect: vergroting vd productiecap door investeringen
bestedingseffect: leiden tot productie à inkomen
vervangingsinvesteringen: hoeveelheid kap goed blijft dan gelijk
uitbreidingsinvesteringen: uitbreiding van hoeveelheid kap goed
vlottende kap goed: ingekochte grond – en hulpstoffen en niet verkochte eindproducten
voorraadinvesteringen: voorraad vlottende kap goed toeneemt
bruto investeringen: alle investeringen samen
netto investeringen: alle investeringen – vervangingsinvesteringen, dus uitbreidings - & voorraadinvesteringen.

Als we de waarde vd kap goedvoorraad willen meten moeten we op een bep moment de waarde v alle kapgoed bij elkaar optellen

- Overheidsbestedingen (O): OH is een besteder à OH consumpties à betaalt met belastinggeld
Personele OH consumpties: betaling v ambtenarensalarissen
Materiële OH consumpties: vlottende kapgoed (gummetjes e.d.)

- Export (E): buitenland koopt bij onze bedrijven; ze leggen beslag op onze productiecap
Verschil export & import: * export > import: dit zie je als je het bedrag ziet dat t buitenland bij ons besteed * export < import: is t bedrag dat wij bij het buitenland besteden

3sectoren vd eco: - particuliere sector: gezinnen en bedrijven - sector OH - sector buitenland

nat ink: consumptie + investeringen + OH bestedingen + export – import
nat ink: C + I + O + E – M

BNP (bruto nat product) óf BNI (bruto nat ink): nat ink + bruto investeringen
NNP (netto nat product) óf NNI (netto nat ink): nat ink + netto investeringen
Besparingen vd consument: gebruikt voor financiering v investering, financiering OH tekort en evt. buitenland (zie schema blz. 25 ‘geldstromen’) gesloten systeem v kringloop: bestedingen leiden tot productie, productie tot inkomen, inkomen weer tot bestedingen

westerse economieën: hier wordt uitgegaan v groei vh nat ink als gevolg v groei vd beroepsbev en de a
trendmatige groei: gem groei vh nat ink
conjunctuur: schommelingen in de groei vh nat ink als gevolg v schommelingen in de bestedingen
hoogconjunctuur: boven gem groei; laagconjunctuur: beneden gem groei
recessie: afnemende groei vh nat ink; depressie: negatieve groei
overbesteding: kan veroorzaakt worden door aanhoudende hoogconjunctuur, met oplopende inflatie en krappe a’markt als gevolg
onderbesteding: kan veroorzaakt worden door aanhoudende laagconjunctuur, er ontstaat dan conjuncturele wlh (lees blz. 28 onderaan), kan ‘opgelost’ worden door de OH die bestedingen omhoog gooit

sneeuwbaleffect of multipliereffect: OH bestedingen omhoog à nat ink omhoog à consumptie omhoog à nat ink omhoog à enz. enz. anticyclisch begrotingsbeleid: de OH grijpt in bij onder – of overbestedingen

vlakkere conjunctuurgolf: dit komt in NL door soc. uitkeringen en progressief belastingsstelsel
progressief stelsel: de bestedingen worden enigszins geremd (lees 2.5 even door) h.3 (inleiding niet samengevat) marktmechanisme of prijsmechanisme: er is vrij spel van vraag en aanbod voor de geproduceerde goederen
veel vraag à prijs stijgt à winst stijgt à productie zal opgevoerd worden à aanbod toenemen
prijs geeft informatie over de schaarste en stuurt mensen in hun beslissingen
hoge lonen à bedrijven kapitaalintensiever worden à óf naar lage lonen à reden: productiekosten zo laag mogelijk p.product

vrijemarktmechanisme: de eco regelt zichzelf d.m.v vraag en aanbod vd consumenten
decentrale besluitvorming: hierbij worden de besluiten genomen door individuen en NIET door de OH. (weinig vraag à prijs daalt à vraag stijgt) vrijemarkteconomie: economie waarbij de productie grotendeels door prijsmechanisme bepaald worden
rol vd OH in vrijemarkteconomie: * bestuur * rechtspraak * defensie *milieubeleid
nadeel: de OH bemoeit zich weinig met individuele burger waardoor laag opgeleidde vaak in armoede leven; ink verschillen zijn hierbij dus groot.

budgetmechanisme: OH maakt begroting (budget) waarin vastgelegd wordt wat, waar en door wie er geproduceerd mag worden - planeconomie óf centraal geleide economieën: zuivere vorm v economie waarin ALLES door budgetmechanisme geregeld wordt; alles wordt van bovenaf geregeld · gecentraliseerde besluitvorming: besluiten door OH genomen · bedrijven waren vd staat · vijfjarenplan: doelstellingen vastgelegd voor komende jaren hoe ze bereikt moesten worden · OH garandeerde mensen v een baan · door prijzen vast te stellen; kon OH betaalbaarheid garanderen · lonen lage vast à motivatie negatief beïnvloed à harder werken leverde niets op · meeste planeconomieën zijn nu vrijemarkteconomieën · er werd wel gesproken van wildwest – kapitalisme: meer rijken, maar veel meer mensen die géén toegang hadden tot gezondheidszorg en goed onderwijs

- democratisch budgetmechanisme: totale productie vindt plaats via budgetmechanisme · de naam komt doordat de burger wél invloed heeft door te stemmen

gemengde economische orde: vrijemarkteconomie met veel OH invloed (NL is vb) à vrije werking vd markt beperkt en in gewenste richting gestuurd; nadelen: · bedrijven houden vaak géén rekening met externe effecten v hun productie (milieu) · onaanvaardbare ink verschillen · slechte woontoestanden · onveilige productie
oplossing: maatregelen door de OH (veiligheidsmaatregelen, milieuvoorschriften ed)

- monopolie – en kartelvorming tegengaan is een taak vd OH in NL , principe dat de sterkste onderneming overleeft kan de consument duur komen te staan. - progressieve belastingheffing & inkomensnivellering als gevolg van soc. zekerheid zijn taken vd OH
nadeel: minder prikkels v onderneming zelf & veel bureaucratie aan t bedenken en t uitvoeren v alle OH maatregelen
voordeel: bep. producten beschikbaar voor iedereen die anders maar voor een klein deel of niemand beschikbaar zijn & er wordt rekening gehouden met bijv. het milieu en alg. belang

collectieve goederen: iedereen profiteert van dit goed: dijken, rechtspraak, politie
individuele goederen: goederen die per individu leverbaar zijn, je betaalt p.p.: kleding e.d
quasi – collectieve goederen: goederen waar de OH géén, of geen kostendekkende prijs voor rekent: onderwijs, openbaar vervoer, vuilnisophaal. redenen waarom de OH dit doet: - onderwijs voor iedereen toegankelijk zijn - gebruik is nuttig: zwembad & openbaar vervoer - kwaliteit: elektriciteit & water
t is efficiënter om het door één instantie te laten doen als je kijkt naar de schaalvoordelen: de OH

eco politiek: geheel v maatregelen vd OH gericht op beïnvloeding vd eco
ná 2e WO stegen de collectieve uitgave (uitgave vd OH) & de soc. zekerheid
collectieve uitgavenquote steeg: collectieve uitgave als % vh nat. ink. formule collectieve uitgave quote: collectieve uitgave x 100% = nat. ink. soc. lastendruk steeg: collectieve lasten als % vh nat. ink. formule soc. lastendruk: collectieve lasten x 100% = nat. ink. collectieve lasten: belastingen + niet belastingen + soc. premies

functies vd OH in onze eco: - allocatiefunctie: de OH probeert te zorgen voor duurzame groei - stabilisatiefunctie: anticyclisch beleid, onder – en overbesteding oplossen - herverdelingsfunctie: gelijkmatige ink verdeling, soc. voorzieningen
tweedeling heeft nadelen: onrechtvaardigheid -> alg. daling vd welvaart

doelen vd OH: - evenwichtige a’ markt à volledige werkgelegenheid bijv. oplossen structurele wlh d.m.v loonmatiging - prijsstabiliteit: voorkomen van hoge inflatie - rechtvaardige ink. verdeling: d.m.v belastingheffing, soc. uitkering, subsidies. Inkomensverdeling gelijker maken - evenwichtige betalingsbalans: uitg. en ink. niet teveel verschillen. Loonmatiging, lage inflatie, actieve exp.bevordering spelen een rol - evenwichtige eco groei: allocatiefunctie komt tot uiting - goed milieu

sectorbeleid vd OH: bep. sectoren in de eco worden wél of juist niet gesubsidieerd. (landbouw, innovaties v bedrijven) steun voor bedrijven levert kritiek op, omdat men niet weet wat de concrete resultaten vd steun zijn
structuurpolitiek: bestaat o.a. uit sectorbeleid en regionaal behoren à verschillende doelstellingen vd eco politiek botsen soms
eco politiek: OH gesteund door à verschillende instanties
NL eco politiek à overleg eco. genoemd à werkgevers, vakbonden & OH overleggen veel

Doelstellingen paars 1 & 2: - werk à poldermodel; ingrediënten: overleg/ loonmatiging/ flexibilisering/ lastenverlichting (lagere belasting – premietarieven) - laag houden of verder terugdringen vh financieringstekort

de OH kiest voor privatisering om de collectieve uitgave te verlagen en burgers meer individuele keuzevrijheid te geven à gevolg is afname v bescherming voor burger en consument

(hoofdstuk 4 moet GOED doorgelezen worden!!!)

REACTIES

M.

M.

yeah dank je. trok het niet om dat boekje te leren. :)

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.