Het begrip ”Aandeel”
1.0 Inleiding Het meest verhandelde - en waarschijnlijk ook het bekendste - effect is het aandeel. Elke dag gaat er voor miljarden euro\'s aan deze effecten om op de effectenbeurs van Euronext Amsterdam.
1.1 Aandeel Bewijs van deelname in het vermogen Alle op de beurs verhandelbare aandelen zijn aandelen in een Naamloze Vennootschap. Een aandeel is een bewijs van deelname in het vermogen van in dit geval een N.V. De bezitter van een aandeel is dus voor een deel eigenaar van een onderneming. We noemen zo iemand aandeelhouder. Een N.V. waarvan de aandelen op de beurs verhandelbaar zijn, noemen we een uitgevende instelling. Een aandeelhouder heeft op de beurs een bedrag betaald voor zijn aandeel of aandelen. Hij heeft door het kopen van de aandelen een aantal rechten ten opzichte van de uitgevende instelling verkregen. Hij heeft onder andere recht op:
• Medezeggenschap in de onderneming. Een beursgenoteerde onderneming moet elk jaar een Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) organiseren. Hier mogen alle aandeelhouders van de onderneming stemmen over belangrijke beslissingen van het ondernemingsbestuur.
• Een gedeelte in het overschot bij de liquidatie van de onderneming. Liquidatie van de onderneming betekent dat de onderneming ophoudt te bestaan. Dit kan gebeuren omdat de onderneming failliet is, maar ook als het ondernemingsbestuur en de AVA besluiten alle bezittingen te verkopen, de schulden af te lossen en de onderneming op te heffen. Omdat een aandeelhouder voor een deel eigenaar is van de onderneming heeft hij in dat geval recht op een gedeelte van wat er overblijft van de onderneming. Hij krijgt een gedeelte gelijk aan het gedeelte waarvoor hij eigenaar was van de onderneming.
• Een aandeel in de winst. Maakt de onderneming winst, dan heeft elke aandeelhouder recht op een gedeelte van deze winst. Dit is voor beleggers vaak de belangrijkste reden om een aandeel van een onderneming te kopen.
1.2 Dividend De meeste ondernemingen keren elk jaar een gedeelte van de gemaakte winst uit aan de aandeelhouders. Deze winstuitkering heet dividend (Dividend is afgeleid van het Latijnse woord \'dividere\' dat \'verdelen\' betekent). Per aandeel keert de onderneming dan een bepaald bedrag aan dividend uit. Vaak is het zo dat hoe meer winst de onderneming maakt, hoe hoger het dividend is dat zij uitkeert. Maakt een onderneming geen winst, dan keert zij vaak ook geen dividend uit. De aandeelhouders ontvangen meestal maar een gedeelte van de totale winst. Een gedeelte van de winst gebruikt de onderneming bijvoorbeeld om te investeren of als reserve voor slechtere jaren. Het is belangrijk dat een onderneming genoeg reserve achter de hand heeft om bij een tegenvaller niet direct failliet te gaan. Er zijn drie verschillende manieren voor een onderneming om dividend uit te keren aan de aandeelhouders:
• Cashdividend. De aandeelhouder krijgt in dit geval een bepaald geldbedrag per aandeel.
• Stockdividend. De aandeelhouder krijgt het dividend uitgekeerd in aandelen. Voor elk bepaald aantal aandelen krijgt de aandeelhouder dan een nieuw aandeel uitgekeerd. Is het stockdividend bijvoorbeeld 2%, dan krijgt de aandeelhouder per 100 aandelen 2 nieuwe aandelen erbij, oftewel 1 per 50. We zeggen dan dat er 50 stocks tegenover 1 nieuw aandeel staan. Nu kan het gebeuren dat de aandeelhouder slechts 30 aandelen (= 30 stocks) heeft. Hij heeft dan de volgende twee mogelijkheden:
1. Hij kan 20 stocks bijkopen om aan 1 nieuw aandeel te komen.
2. Hij kan zijn 30 stocks aan een andere aandeelhouder verkopen als hij geen stocks wil of kan bijkopen. Zo ontvangt hij altijd zijn gedeelte van de ondernemingswinst. Voordeel voor de belegger van stockdividend is dat hij hierover geen dividendbelasting hoeft te betalen bij uitkering uit de agioreserve van een onderneming. Overigens neemt door het stockdividend zijn vermogen toe. Het vermogen valt in box 3 van het nieuwe belastingstelsel.
• Keuzedividend. De laatste mogelijkheid is het keuzedividend, waarbij de aandeelhouder mag kiezen tussen dividend uitgekeerd in aandelen of in geld. Het stockdividend is dan vaak een iets lager bedrag dan het gewone dividend omdat je over stockdividend geen belasting hoeft te betalen. Verder kunnen we nog interim-dividend en slotdividend onderscheiden. Het bestuur van een onderneming weet aan het einde van het boekjaar hoeveel winst (of verlies) er is. Op dat moment bepaalt het ook de hoogte van het dividend dat men gaat uitkeren. Sommige ondernemingen keren alvast voor het einde van het boekjaar dividend uit aan de aandeelhouders, omdat zij ongeveer weten hoeveel winst ze gaan maken. Deze tussentijdse dividenduitkering noemt men interim-dividend. Het aan het einde van het boekjaar uitbetaalde dividend is het slotdividend. Ondernemingen die interim-dividend uitkeren, verrekenen dit met het slotdividend. Er zijn ook ondernemingen die alleen slotdividend uitkeren.
1.3 Aandelenkoersen Aandelen van een onderneming kun je houden zolang de onderneming bestaat Je kunt ze ook weer verkopen. Dit kopen en verkopen van aandelen gebeurt op de effectenbeurs van Euronext Amsterdam. Een onderneming waarvan de aandelen zijn genoteerd op de Amsterdamse effectenbeurs noem je een fonds. Zo heb je bijvoorbeeld de fondsen Koninklijke Philips, KLM en Elsevier. De prijzen waartegen aandelen op de beurs omgaan, staan nooit vast. Is er veel vraag naar een aandeel, dan zal de prijs van dit aandeel stijgen. Mensen die de aandelen bezitten zullen namelijk een steeds hogere prijs vragen waartegen zij willen verkopen. Omgekeerd werkt het precies hetzelfde: is een aandeel niet populair meer bij beleggers, dan is er steeds meer aanbod van deze aandelen en zal de prijs dalen. We noemen dit: \'de wet van vraag en aanbod\'. Beleggers zullen natuurlijk vooral de aandelen van ondernemingen met goede vooruitzichten willen kopen. Een aandeel van een onderneming die het goed doet (of waarvan men dit verwacht) zal daarom steeds in prijs stijgen. Heeft de onderneming slechte vooruitzichten, dan zal de aandelenkoers dalen omdat beleggers de aandelen van deze onderneming gaan verkopen. Er zijn veel factoren van invloed op de resultaten van een onderneming. Steeds wanneer er iets gebeurt dat van invloed kan zijn op de resultaten van de onderneming, veranderen de verwachtingen van de beleggers. Daarom verandert de koers van een aandeel ook continu.
1.4 Soorten aandelen Naast recht op een gedeelte van de winst, hebben aandeelhouders ook recht op medezeggenschap. Sommige ondernemingen hebben enkele bijzondere soorten aandelen uitgegeven die invloed hebben op die medezeggenschap:
• Prioriteitsaandelen De houders van prioriteitsaandelen hebben binnen een onderneming een grotere zeggenschap dan de gewone aandeelhouders. Deze prioriteitsaandelen houdt de onderneming of het bestuur dan zelf. Vaak brengt men de prioriteitsaandelen onder bij een stichting. De bestuurders van de onderneming zijn dan vaak ook bestuurders van de stichting en houden zo zeggenschap over de onderneming. De houders van deze aandelen kunnen bijvoorbeeld een nieuw bestuurslid benoemen. Ook mogen zij stemmen over andere belangrijke beslissingen die het bestuur wil nemen.
• Certificaten van aandelen Een andere manier om de zeggenschap van gewone aandeelhouders te beperken, is de uitgifte van certificaten van aandelen. De aandelen van de onderneming brengt men dan onder bij een administratiekantoor, dat voor elk aandeel een certificaat uitgeeft. De kopers van deze zogenoemde certificaten van aandeel hebben dezelfde rechten (dividend en dergelijke) als de houders van de gewone aandelen, behalve het stemrecht. Het stemrecht blijft bij het administratiekantoor dat de aandelen bezit. We kunnen bij certificaten van aandelen onderscheid maken tussen de royeerbare en niet-royeerbare certificaten. De houders van royeerbare certificaten kunnen die omwisselen in de originele aandelen. Bij niet-royeerbare certificaten kan dit niet. De beurs neemt nieuw uitgegeven niet-royeerbare certificaten van aandelen echter niet meer in de notering, omdat ze de rechten van de certificaathouders te veel beperken. De meeste aandeelhouders vinden deze beperking echter geen groot probleem: zij kopen de aandelen slechts als belegging en vinden medezeggenschap in de onderneming minder belangrijk. Heeft een onderneming in plaats van gewone aandelen certificaten van aandelen genoteerd op de beurs, dan staat er in de koerslijsten meestal een c achter de naam van de onderneming.
1.5 Verschijningsvormen van aandelen Aandelen zijn er in twee verschillende verschijningsvormen:
• Op naam Bij aandelen op naam houdt de onderneming een lijst bij met daarop de namen van alle aandeelhouders van die onderneming. Dit is het aandeelhoudersregister. Het is natuurlijk erg lastig te handelen in deze aandelen omdat elke verandering van eigenaar een wijziging in de lijst betekent.
• Aan toonder. De meeste aandelen aan toonder. Dit houdt in dat er een papier bestaat van het aandeel. Dit papier heet een fysiek stuk. De houder van dit stuk is eigenaar van het aandeel. Op deze manier zijn de aandelen veel beter verhandelbaar; je geeft het papier over (via de beurs) en het aandeel heeft een nieuwe eigenaar.
De aandelen aan toonder zijn onder te verdelen in:
• K-stukken K-stukken zijn de klassieke stukken die bestaan uit een mantel en een dividendblad. De mantel is het aandeel zelf, met hierop onder andere de ondernemingsnaam, de vestigingsplaats en de nominale waarde van het aandeel. De nominale waarde van het aandeel is de waarde die op het aandeel staat gedrukt. Dit betekent niet dat je het aandeel voor dit bedrag kunt kopen. Deze nominale waarde heeft tegenwoordig niet zoveel betekenis meer. Het dividendblad bestaat uit dividendbewijzen. Als een onderneming dividend uitkeert, dan gebeurt dit altijd op een bepaald dividendbewijsnummer. De aandeelhouder knipt dan het dividendbewijs met dit nummer van het dividendblad en levert dit in bij de bank, in ruil voor het dividend. Dit systeem gebruikt men tegenwoordig nog maar zelden. CF-stukken bestaan alleen uit een mantel. Deze mantel is kleiner dan die van de K-stukken en heeft geen dividendblad.
• CF-stukken Bij een CF-stuk hoef je geen dividendbewijs in te leveren bij de banken. Het Centrum voor Fondsenadministratie houdt bij op welk dividendbewijs er dividend is uitgekeerd. De bank bewaart de stukken voor de belegger die automatisch zijn dividend ontvangt. Wil de belegger toch de stukken in zijn bezit hebben, dan moet hij deze ruilen voor een K-stuk bij een ruildepot. Ook dit systeem is inmiddels verouderd. Tegenwoordig hebben de meeste beleggers geen fysieke stukken meer in hun bezit. De stukken liggen opgeslagen in een kluis bij het Necigef. Necigef staat voor Nederlands Centraal Instituut voor Giraal Effectenverkeer B.V. en is een onderdeel van Euronext Amsterdam. Het meeste effectenverkeer gaat sinds de oprichting van het Necigef in 1977 giraal: overboeking van effectentegoeden van de ene effectenrekening naar de andere gebeurt zonder werkelijk verplaatsing van stukken. Dit is natuurlijk veel handiger dan vroeger toen men de verhandelde stukken van bank naar bank verplaatste.
• Global notes Omdat men de fysieke stukken nu dus bijna niet meer gebruikt, is hiervoor vaak de zogenaamde global note in de plaats gekomen. In plaats van 10.000 aandelen van € 100,- uit te geven, kan een onderneming één verzamelbewijs uitgeven dat alle 10.000 stukken vertegenwoordigt en dus een waarde heeft van € 1.000.000,-. Dit verzamelbewijs noemen we de global note. Dit scheelt natuurlijk veel opslagruimte in de kluis van het Necigef. Daarom zullen in de toekomst zoveel mogelijk aandelen een omzetting krijgen in global notes. De global note is nog nodig omdat effecten niet alleen giraal mogen bestaan en er wettelijk een fysiek bewijs van moet zijn. In de praktijk blijk het vaak onmogelijk alle stukken van een onderneming terug te vinden. De dan uitgegeven global note vertegenwoordigt dan niet het gehele aandelenkapitaal, maar slechts het gedeelte dat bij het Necigef geregistreerd is. Dit is wel het grootste gedeelte. Volgens de wet is het verplicht een aandeelhouder zijn fysieke stukken te leveren in het geval hij dat wil. Aangezien dit niet mogelijk is bij een global note, krijgt de aandeelhouder, als hij zijn stukken wil hebben geleverd, een recht op naam: hij komt in het aandeelhoudersregister van de onderneming.
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
he man goed werkstuk!!!
20 jaar geleden
Antwoorden