Inleiding Iedereen heeft wel van de evolutie theorie gehoord. In onze maatschappij is de evolutie zelfs iets heel normaals. Maar er zijn vele mensen die hier niet in geloven. Heel veel geloven beweren dat de aarde, het leven is ontstaan door een hogere macht, een godheid, een schepper. Ook al zijn er meerdere bewijzen voor de evolutie theorie, men geloofd in het gene waar die mee groot geworden is. Darwin heeft als een van de eerste ontdekt dat de evolutie een beter kloppende verklaring voor het leven is. Er zijn al andere voor hem geweest, maar die zijn nooit echt bekend geworden. Darwins theorie werd de wereld in gebracht, maar iedereen vond hem een gek, hij sloot het bestaan van god uit. Iets wat heel ongewoon was in zijn tijd. Zijn theorie werd niet geaccepteerd en men bestede er niet al te veel aandacht aan. Nu meer dan een eeuw later accepteert nog steeds een overgroot deel van de wereld zijn theorie niet. Lang niet iedereen kent zijn theorie zelfs. In sommige staten van Amerika is het verboden les te geven in de evolutie leer omdat het tegen hun geloof is. Het is tegen bijna elk geloof. Er zijn zo veel geloven en zo veel schepping verhalen, welke daarvan moet dan waar zijn? Voor geen enkele theorie van het ontstaan van de aarde is er een sluitend bewijs, ook niet voor de evolutie theorie. Men probeert nog steeds alles te weten te komen. Want niemand heeft een echt kloppende verklaring voor het ontstaan van de planeet de aarde zelf en voor alle andere planeten. Men zegt een oerknal, maar dat is net als geloven een verklaring voor iets geven zonder te weten dat het echt zo is, een verklaring bedenken. En misschien zal dit ook ooit uitgevonden worden. Dan kan de evolutie theorie bewezen worden of een ander scheppingsverhaal. Tot dan toe moet men het doen met de dingen die er tot nu toe bekend zijn en zelf beslissen wat die denkt wat waar is en wat niet. Eigenlijk je eigen evolutie theorie vormen. Wij hebben zelf ook vele vragen over dit onderwerp en hebben het daarom ook gekozen, we proberen onze deel vragen zo goed mogelijk te beantwoorden en zo een eigen mening te vormen over de evolutie theorie.
Inhoudsopgave
Inleiding
Inhoudsopgave
Wat is evolutie?
Welke soorten evolutie theorie zijn er?
Evolutie in kosmologische zin.
Evolutie in biologische zin.
Evolutie in prebiotische zin.
Wie was Charles Darwin?
Hoe reageerde mensen in Darwin’s tijd op de theorieën.
Scheppingsverhaal of Evolutie?
Hoe denkt men tegenwoordig over de evolutie?
Conclusie
Discussie van Jannelie + logboek
Discussie van Caja + logboek
Discussie van Wouter + logboek
Literatuurlijst
Bronnen
Wat is evolutie? Evolutie gebeurt heel geleidelijk. Bij evolutie ontstaan uit eenvoudig gebouwde organismen ingewikkeldere organismen. Men gaat erven uit dat bestaande soorten organismen niet altijd hebben bestaan. Volgens de evolutie theorie ontstaan door veranderingen van erfelijke eigenschappen en natuurlijke selectie, nieuwe soorten.
Welke soorten evolutie theorie zijn er? Volgens de theorie van Darwin is er de micro-evolutie en de macro-evolutie. De micro-evolutie houdt een geleidelijke verandering van bepaalde rassen en soorten in. Deze soort van evolutie heeft plaats binnen bepaalde grenzen: soort blijft soort. Bijvoorbeeld vinken blijven vinken. Dat micro-evolutie bestaat is een bewezen feit. Erfelijke eigenschappen zitten namelijk in de genen. Door natuurlijke selectie of fokken zullen deze erfelijke eigenschappen dus overgebracht worden op de nakomelingen. Micro- evolutie is dat de levensvormen zich voortdurend ontwikkelen naar hogere levensvormen. Zo zouden bijvoorbeeld ongewervelde dieren gewervelde hebben voortgebracht en zouden reptielen zijn geëvolueerd naar zoogdieren. Alleen voor deze macro-evolutie is echter geen enkel bewijs.
Evolutie in kosmologische zin Volgens de meeste astrofysici was er 16 miljard jaar of langer geleden een brok oermaterie. Deze brok oermaterie bevatte materie, zoals protonen, elektronen, neutronen en energie. Op een bepaald moment barste deze brok oermaterie open. Dit wordt de \'big bang\' genoemd, oftewel de grote knal. Vanaf dat moment verspreidde de oermaterie zich door de leegte. De groepen sterren dreven gezamenlijk weg. Het wegdrijven van de sterren wordt melkwegstelsels genoemd. Een melkwegstelsel bestaat uit honderden duizenden of zelfs tienduizenden sterrenstelsels. De zon is ook een ster. Om de zon draaien tien grote planeten. Een daarvan is de aarde. Tussen de planeten Mars en Jupiter bevindt zich een gordel met grote brokken materie. Dit zijn waarschijnlijk resten van een uit elkaar gespatte planeet.
Binnen de melkwegstelsel ontstonden sterren. Men gaat ervan uit dat na de uitspatting van de eerste ster groepen van enorme hoeveelheden materie begonnen te draaien rondom een gemeenschappelijk middelpunt. Er ontstond een ster, de zon. De zon is waarschijnlijk ontstaan uit gas en materie. Door de zwaartekracht trokken losse delen elkaar aan, grote hoeveelheden energie kwamen vrij en de zon begon warm te worden. Aan het oppervlak van de zon is het 5500 ° C en in het centrum 15 miljoen ° C. De zon bestaat uit erg hete gassen. In het binnenste van de zon schieten door de hoge temperatuur atomen hard door elkaar heen en botsen met grote snelheid tegen elkaar aan. Door deze klappen komt er energie vrij in de vorm van warmte en licht.
Er ontstaan in het heelal kleine verschillen in dichtheid. Deze verschillen ontstaan door de zwaartekracht (aantrekkingskracht). De zwaartekracht zorgt ervoor dat de planeten dingen aantrekken. Hierdoor draait de aarde om de zon en de maan om de aarde. Elk materiaal heeft aantrekkingskracht. Hoe zwaarder dit materiaal is, hoe groter de aantrekkingskracht. Door de zwaartekracht zijn groepen grote sterren ontstaan, deze groepen klonteren samen tot sterrenstelsels. Er werden planeten gevormd uit grotere ophopingen. Hoe groter de planeten werden, hoe warmer. Maar de planeten werden lang niet groot genoeg voor een thermonucleaire fusie, zoals bij de zon wel het geval is. De planeten koelden hierdoor af.
Evolutie in biologische zin Van vroegere levensvormen wordt vaak gezegd dat ze tot een bepaalde tijd horen, of bij een bepaald punt van het geologische tijdvlak. Op dit tijdpad zijn 6 verschillende tijdvakken. Namelijk het Hedeaans tijdvlak, het Archaïcum, het Protozoïsch tijdvlak, het Paleozoïcum, het Mesozoïcum en het Kaenozoïcum. We zullen nu wat vertellen over al deze tijdvlakken. Het Hadeaans tijdvlak: In dit tijdvlak was er nog geen leven zoals er nu is. Maar er waren wel de benodigde bouwstenen voor het leven aanwezig, zoals proteïnen, aminozuur enz. Deze periode duurde van ongeveer 3,8 tot 4,5 miljard jaar geleden. Het Archaïcum. In deze periode worden de eerste cellen geformeerd. Men gaat ervan uit dat ongeveer 70 % van de landmassa\'s van de wereld in dit tijdvlak zijn ontstaan. In deze periode zijn ook eenvoudige bacteriën ontstaan en planten zoals algen, die zich kunnen voeden met alleen de energie in de vorm van zonlicht. Zij waren de basis voor de ontwikkeling van het leven en de eerste voedselketens. Deze periode nam plaats tussen de 3 en 2,5 miljard jaar geleden.
Het Protozoïsche tijdvlak. Deze periode was tussen de 2,5 miljard en 544 miljoen jaar geleden. Uit deze periode zijn veel fossielen gevonden, meestal in de vorm van bacterieel leven. Ongeveer 1,8 miljard jaar geleden ontstonden er eukaryotische cellen. Dit zijn cellen waarvan de kern genetische informatie bevat. Tegenwoordig hebben vele soorten organismen deze cellen. Organismen als planten, dieren, insecten enz. In dit tijdvlak heeft nog een andere belangrijke gebeurtenis plaatsgevonden, namelijk: het eerste bewijs van zuurstof in de atmosfeer. Deze zuurstof heeft de dood van vroege bacteriën veroorzaakt, maar tegelijkertijd heeft het de groei van eukaryotische cellen gestimuleerd. Aan het eind van dit tijdvlak zijn meercellige organismen ontstaan, zoals bepaalde algen en eenvoudige dieren. Het Paleozoïcum. Tijdens deze periode zijn vele levensvormen ontstaan. Velen hiervan zouden vandaag niet meer te herkennen zijn. Deze ontwikkelingen zijn begonnen in de oceaan en hebben zich langzaam verplaatst naar het vasteland. Eerst in de vorm van amfibisch leven en daarna ontstonden er reptielen. Aan het eind van deze periode zijn veel levensvormen uitgestorven die het oorspronkelijk goed deden. Dit komt door het zogenaamde Perm sterfte. Dit was ongeveer 245 miljoen jaar geleden. Het Mesozoïcum. Er zijn drie perioden te onderscheiden in dit tijdvlak. Namelijk: het krijttijdperk (146 tot 65 miljoen jaar geleden), de juratijd (208 tot 146 miljoen jaar geleden) en de Trias (245 tot 108 miljoen jaar geleden). Deze periode is van belang voor de middelgrote dieren. Veel levensvormen zijn in deze periode ontstaan, zoals de beroemde dinosauriërs. Er zijn in dit tijdpark ook nieuwe plantenvormen ontstaan, zoals bijvoorbeeld de eerste conifeerachtige. Veel van deze levensvormen komen niet meer voor, deels omdat ze zijn uitgestorven en deels omdat ze zich hebben ontwikkeld en nu in andere vormen voorkomen.
Het Kaenozoïcum. Dit is het meest recente tijdvlak. Het begint met de massale sterfte van alle dinosauriërsoorten die op het land leefden (ongeveer 65 miljoen jaar geleden) en duurt tot de tijd van nu. Er zijn veel soorten zoogdieren ontstaan in deze periode, zoals walvissen, de grote katachtige, maar ook de mens. Ook ontstaan er veel vogels, insecten en nieuwe planten. Veel van het leven zoals wij het nu meemaken is in deze periode ontstaan.
Evolutie in prebiotische zin De Aarde was één van de planeten, die gevormd werd bij het uit elkaar spatten van de eerste ster. 5000 miljoen jaar geleden ontstond de aarde als een vuurbal van gesmoten materie. Geleidelijk vond er afkoeling en samentrekking plaats. Aan het oppervlak ontstonden schotsen in de gesmolten massa. Deze schotsen verenigden zich tot een korst die uiteindelijk samen een hele bol gingen vormen. De aarde bestaat uit allerlei lagen de drie hoofd lagen zijn: de kern, de mantel en de korst. DE kern is het binnenste gedeelte van de aarde, dan komt de mantel en daarbovenop ligt de korst. Om de aarde heen is de atmosfeer. Er zijn allerlei onderzoeken gedaan om erachter te komen uit welk materiaal de aarde bestaat, welke verschillende lagen er zijn en welke invloeden die hebben gehad op het aardoppervlak. Dit onderzoek wordt vooral door middel van seismologie gedaan. Het binnenste gedeelte van de aarde is de kern. Deze kern ligt op ongeveer 2900 km diepte. De kern bestaat vooral uit ijzer samen met wat nikkel en andere elementen. De kern is onder te verdelen in 2 lagen, namelijk de binnekern en de buitenkern. De binnenkern is het middelpunt van de aarde, is vast en ongeveer 1250 km dik. De buitenkern is vloeibaar, door de hoge druk en temperatuur. Deze laag is ongeveer 2200 km dik. De mantel is de laag boven de kern. Deze laag begint ongeveer op 10 km diepte onder de oceaankorst en op ongeveer 30 km onder de continentale korst. De mantel is onder te verdelen in de buitenmantel en de binnenmantel. De korst ligt boven de mantel en is het oppervalk waarop wij leven. Deze laag is vel dunner in verhouding met de andere aardlagen. Als het ware drijft zij op de zachtere en dichtere mantel. De korst betaat uit vast materiaal maar er zijn 2 verschillende materialen: de oceanische- en continentale korst. De oceanische korst is dunner dan de continentale en bestaat voornamelijk uit zware gesteenten zoals basalt. De continentale korst bestaat voornamelijk uit licht materiaal zoals graniet. De omstandigheden op aarde waren toen voor leven onmogelijk. Er vonden toen regelmatige vulkaanuitbarstingen. Zeer giftige dampen zoals ammoniakgas, methaan en koolmonoxide ontsnapten uit allerlei barsten in de aardkorst. Uiteindelijk werd de hoeveelheid waterdamp ongeveer 3500 miljoen jaar geleden te groot en stortten wolkbreuken zich over de aarde. Het begon te regenen en die regens hielden vermoedelijk duizenden jaren aan. Driekwart van het aardoppervlak was bedekt met water. De samenstelling van de atmosfeer veranderde. De atmosfeer is de laag om de aarde heen. Deze laag bestaat uit allerlei gassen. Zonder deze laag zou het leven op aarde onmogelijk zijn. De atmosfeer geeft ons lucht, water, warmte en beschermt ons tegen de schadelijke stralen van de zon en tegen meteorieten. De atmosfeer is een kleurloze, reukloze, smaakloze \'zee\' van gassen, water en fijn stof. De atmosfeer bestaat uit verschillende lagen en eigenschappen. Zij bestaat uit 78% stikstof, 21%zuurstof, 0,93% argon, 0,03% koolstofdioxide en voor 0,004% uit andere gassen. De laag waar het weer zich afspeelt wordt de troposfeer genoemd, daarboven bevindt zich de Stratosfeer. Daarboven liggen nog meer lagen atmosferen. Zoals de mesosfeer, de thermossfeer, en de exosfeer. De totale atmosfeer is ongeveer 800 kilometer dik. De eerste levende organismen ontstonden in het water. Hoe precies weet men niet maar men heeft wel een vermoede. Onder levende organismen verstaan we organismen die zichzelf kunnen vermenigvuldigen. In het begin waren het waarschijnlijk niet meer dan chemische verbindingen met een ingewikkelde molecuul structuur en die moleculen zijn vermoedelijk op hun beurt opgebouwd uit meer eenvoudige verbindingen. Een theorie gaat ervan uit dat het meteorieten ingewikkelde moleculen op de aarde hadden gebracht, maar de meeste geleerden gaan er van uit dat het leven op de aarde zelf ontstaan is. Kleine moleculen verenigde zich tot grotere, de eerste organische koolstof bevattende verbindingen verschenen waaronder aminozuren. Aminozuren zijn bouwstenen van Eiwitmoleculen en eiwitten vormen belangrijke bestanddelen van levende organismen. Stormen die rond die tijd aanwezig waren op de aarde namen geleidelijk in hevigheid af en de zeeën werden rustiger. Mede onder invloed van zonnewarmte verdampte er zeewater. En chemische verbindingen konden dan ook daarom groter worden. Enkele van deze verbindingen waren de nucleïnezuren (ook wel DNA en RNA genoemd. Ze komen voor in de celkern en bevatten o.a. informatie voor reproductie van eiwitten en DNA bevat de informatie over de erfelijke eigenschappen). Nucleïnezuren zijn in staat zichzelf te vermenigvuldigen en eiwit op te bouwen uit aminozuren. De eerste nucleïne zuren waren erg teer. In het water kwamen ook vetmoleculen voor die later een soort celmembraan voor de nucleïnezuren gingen vormen. De omringende vetlaag ontwikkelde zich tot een echt celmembraan. Deze bacterieachtige organismen bewoonden de zeeën enkele miljoenen jaren lang. Het waren de voorouders van alle levensvormen die later zouden ontstaan. De eerste levensvormen leken sterk op nog steeds bestaande bacteriën. Ze leefden in de modder op de zeebodem, door het troebele water afgeschermd van de dodelijke ultraviolette straling van de zon. Deze bacteriën hadden geen zuurstof nodig. Enkele Bacteriën ontwikkelden een stof chlorofyl genaamd. Dank zij deze stof is het leven op aarde mogelijk geweest. Met behulp van chlorofyl en licht konden ze het Koolstofdioxide uit de atmosfeer omzetten in voedingsstoffen. bij dit proces komt zuurstof vrij (fotosynthese). En zo veranderde de samenstelling van de atmosfeer door deze bacteriën. Hoog in de atmosfeer (25 km boven het aardoppervlak) werd deze zuurstof onder invloed van de ultraviolette (UV) straling omgezet in ozonlaag. Deze laag filtert een groot gedeelte van de UV-straling uit het licht. Hierdoor konden andere levensvormen zich ontwikkelen. Bron 1, 10, 11, 12, 13
Wie was Charles Darwin?
Charles darwin was een engelse bioloog. Hij is de bedenker van de evolutie die berust op de natuurlijke selectie. Deze theorie is de basis van de huidige evolutietheorie.
-Zijn jeugd
charles darwin werd op 12 februari 1809 geboren in een groot herenhuis in Shrewsbury, midden Engeland. Zijn vader was Robert Waring Darwing een was een groot arts, zijn vader had gehoopt dat zoon hem hierin zou opvolgen. Maar charles darwin had een grote hekel aan geneeskunde. Toen Charles 8 jaar was stierf zijn moeder.
Charles was al heel jong geïnteresseerd in de natuur, al op jonge leeftijd verzamelde hij alles wat met de natuur te maken had zoals schelpen, mineralen, insecten. Maar vogels hadden zijn grote belangstelling.
Op zijn zestiende jaar ging hij naar de universiteit van Edinburgh om medicijnen te studeren. Net als zijn groter broer Erasmus. Darwin vond eng dat alle operaties zonder “verdoving” in het openbaar tijden de lessen uitgevoerd werden. 1826-1827 doet hij een onderzoek met zijn vriend R.E. Grand aan de kust van Engeland naar zeedieren. maar na 2 jaar besloot charles absoluut geen arts wilde worden. Dit tot grote teleurstelling van zijn vader die niets anders kon doen dan het te accepteren Zijn vader besloot dat hij maar dominee moest worden. Het werd naar het Christ College in Camebridge gestuurd. Later schreef Charles over die tijd: Ik twijfelde er toen geen moment aan dat elk woord in de Bijbel de strikte en letterlijke waarheid was.’ Daar omtmoette hij de plantkundige John Henslow, deze spoorde Charles aan tot het lezen van boeken van natuuronderzoekers en nam hem mee op expedities.
In 1831 haalde hij z’n doctoraal en keerde terug naar z’n huis in Sherwsbury. Na een tijdje thuis te hebben gezeten kreeg Charles een uitnodiging om een reis rond de wereld te maken. Deze werd hem aangeboden door de regering, die wilde een kaart maken van Zuid-Amerika en nog wat andere landjes. Dankzij professor Henslow mocht Darwin mee op die reis. Op 27 december 1831 vertrok Charles Darwin met de HMS Beagle. De eerste aanlegplaats was San Salvador in Brazilië. Darwin stond versteld van de prachtige natuur: zoveel verschillende planten en dieren had hij nog nooit gezien. Hij ging enthousiast aan het werk. Hij verzamelde exemplaren (monsters) van planten, dieren, stenen en fossielen. Toen Darwin voor het eerst van z’n leven in een tropisch regenwoud liep, was hij diep onder de indruk. Iets diep het woud in vond hij de enorme, versteende kop van een allang uitgestorven reusachtige luiaard, de Megatherium.
Er kwamen steeds meer vragen op bij Darwin. Waarom waren de reusachtige luiaard en de enorme lama uitgestorven? Er leefden nog steeds gewone luiaards en lama’s in Zuid-Amerika. Waarom waren díe niet uitgestorven? Er leek een verband te bestaan tussen de fossielen en de levende dieren...
De Beagle vervolgde zijn tocht naar het zuiden. Darwin zag steeds vaker voorbeelden van veranderingen in de natuur. In Argentinië was het ruige pampagras verdwenen op de plaatsen waar vee graasde. Er was ander gras voor in de plaats gekomen dat veel kleiner en fijner was. Blijkbaar was het oorspronkelijke pampagras veranderd door het grazen en de uitwerpselen van het vee.
Het schip rondde Kaap Hoorn en voer langs de Zuid-Amerikaanse westkust. Op 20 februari 1835 vond er een enorme aardbeving plaats. Toen de Beagle de haven binnenvoer, viel het Darwin op dat de rotsen rond de haven door de aardverschuiving bijna een meter omhoog waren gedrukt. Schaaldieren en zeewieren die gewoonlijk vlakbij het water leefden lagen nu hoog en droog. Zou er een verband zijn tussen deze rampzalige veranderingen in de omgeving en veranderingen in de planten – en dierenwereld? In 1835 vertrok de Beagle uit Zuid-Amerika en voer de Stille Oceaan op. Bijna 1000 kilometer uit de kust legde het schip aan bij een groep van 13 kleine rotsachtige eilanden op de evenaar, de Galapagos eilanden. Darwin stond perplex van de onbekende soorten vogels, reptielen en andere dieren die hij zag. Het leek wel alsof ze alleen op deze eilanden voorkwamen. Toch zag hij wel overeenkomsten met soorten die op het Zuid-Amerikaanse vasteland leefden.
Het werd steeds vreemder: elk eiland had zijn eigen variëteit van een bepaald dier! De reusachtige schildpadden waren een goed voorbeeld. De inheemse bevolking kon aan de vorm van het schild zien van welk eiland de schildpad afkomstig was.
Darwin had vooral belangstelling voor een groep vogels, de vinken. Ze waren nogal onopvallend, klein en vaalbruin, maar de afmetingen van elke soort verschilden enigszins. Ook de vorm van de snavel was steeds iets anders, zodat elke soort vink een ander soort voedsel kon eten. De evolutiegedachte had zich verder ontwikkeld. 1. De grote grondvink heeft een grote, sterke kraaksnavel waarmee hij harde zaden kan kraken. 2. De middelste grondvink heeft een wat kleinere, maar toch sterke snavel om iets kleinere harde zaden te kraken. 3. Het insectenvinkje heeft een kleine, spitse snavel om kleine insecten uit spleten en holtes te pikken. 4. De kleine grondvink heeft een kleine, maar stevige kraaksnavel waarmee hij kleine, harde zaadjes kraakt. Op 2 oktober keerde de Beagle terug in Engeland. Darwin had in op z’n reis zoveel materiaal verzameld, dat ie de eerste jaren al zijn vondsten moest ordenen en verder onderzoeken van alle stenen, dieren, planten en fossielen rassen te krijgen. Dat was een voorbeeld van kunstmatige selectie.
De vraag was echter: hoe kwamen zulke veranderingen in de natuur tot stand? Ineens kreeg Darwin een helder idee: zoals bij fokkers sprake was van kunstmatige selectie, vond er in de natuur een natuurlijke selectie plaats! Hoewel hij steeds meer overtuigd raakte van een evolutie door natuurlijke selectie, wilde Darwin er jarenlang niets over publiceren. Darwin wist heel goed dat een aanval op het Scheppingsverhaal – waar bijna iedereen nog in geloofde – een schandaal zou verwekken. In juni 1858 ontving hij echter een brief van Alfred Wallace die hem overtuigde. Wallace was namelijk tot hetzelfde idee gekomen. Op 1859 publiceerde Darwin zij theorie in zijn boek genaamd The origin of species. Dit leidde tot een grote schok want Darwin ontkende het scheppingsverhaal! Bron 4, 6, 7, 8, 9
Hoe reageerde mensen in Darwin’s tijd op de theorieën. Tot halverwege 1800 was men er heilig van overtuigd dat alles gemaakt was door God, de aarde het middelpunt van het heelal was en niet veranderde. Alle dieren waren afstammelingen van de paren die Noach had meegenomen en zagen er nog net zo uit als toen. Deze overtuiging werd echter wreed verstoord, toen Darwin in 1859 roet in het eten gooide met zijn boek “The origin of species”. Darwin verklaarde in zijn boeken waarom dieren en planten bepaalde kenmerken hebben, namelijk om in hun omgeving goed te kunnen overleven. Nu werd ook het indelingssysteem van de Zweedse natuurvorser Carolus Linnaeus (18e eeuw), begrijpelijk. Sommige groepen soorten lijken op elkaar omdat ze nauw verwant zijn: ze stammen van dezelfde voorouder af. Ook fossielen waren nu beter te begrijpen. Het waren exemplaren van lang geleden gestorven dieren en planten. De meeste hadden de strijd om het bestaan verloren, waardoor de soort was uitgestorven. Sommige stierven niet uit, maar ontwikkelden zich tot een andere soort. Deze kon tijdelijk overleven omdat ze beter aangepast was, tot ze zich opnieuw moest aanpassen of uitstierf. Fossielen laten heel goed zien hoe de evolutie verlopen is. Met dit boek ztte chalres darwin de wereld op z’n kop. De gedachte dat je mens van de aap zou aftammen was voor de meeste mensen een absurpte gedachte. Niet iedereen vond de gedachte van darwin absurbt. Sommige onderzoekers zette grote vraagtekens bij het scheppingsverhaal. Zij geloofde totaal niet dat de aarde een uiting was van god’s scheppingskracht. Op z’n minst dachten sommige onderzoekers dat god het begin van de aarde heeft geschapen maar dat de aarde niet onveranderd is gebleven. e theorieen van darwin is vannaf 1859 door vele mensen gecritiseert en uitgeboud.Er blijfen nog altijd vragen oprijzen bij de mens zoals: Hoe komt het dat sommige soorten eeuwig lijken te bestaan en andere snel evolueren? en zijn het altijd de zwakken, die met de ‘slechte\' genen, die verliezen, of is er ook sprake van pech? Met de huidige wetenschappelijke technieken zoalsde groote kennis over het DNA en Genen wordt nu steeds duidelijker zichtbaar hoe erfelijke kenmerken worden doorgegeven en nu kunnen we zelfs de heele voorgeschiendis van een organisme via het DNA construeren. Charles Darwin heeft heel lang getwijfeld over het wel of niet publiceren van het boek. Hij heeft het boek pas uitgegeven nadat hij een brief kreeg van Alfred Wallice die dezelfde ideen had als Charles Darwin. Bron 4, 6
Scheppingsverhaal of Evolutie?
Evolutie in culturele zin
Vanaf het begin dat de mens kon denken heeft die zichzelf vragen gesteld. Nooit heeft de mens geaccepteerd dat alles gewoon zo was zoals het is. Over alles heeft de mens vragen. Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Wat doe ik hier? Voordat de mens zich wetenschappelijk ging ontwikkelen had hun geloof voor alles een verklaring. Ieder geloof had weer een ander scheppingsverhaal. In alle scheppingsverhalen komen hogere machten/godheden voor die alles heeft doen ontstaan. Het leven heeft geschapen. Een aantal bekend scheppingsverhalen zijn die van de: Inuit-, Irokees-, Navojo-, Maya-, Vodoun-, Azteken-, Inka-, Mapuche-, Noors-, Keltisch-, Soemerisch-, Grieks-, Babylonisch-, Oude Testament-, Egyptisch-, Dogon-, Yorupa-, Zoeloe-, Hindoe-, Chinees-, Japans-, Ceramees-, Aboriginal-, Maori - en Hawaiaans Scheppingsverhaal.
Wij hebben het meeste te maken met de bijbel en het scheppingsverhaal van de bijbel in onze maatschappij. De christelijke Kerk heeft de Bijbel altijd als het \'Woord van God\' beschouwd, en doet dat ook nu nog steeds. God de schepper van het leven. Het was dan ook normaal dat aan het begin van de 19e eeuw de meeste mensen overtuigd waren van de juistheid van het scheppingsverhaal in de Bijbel. De aarde, planten en dieren waren paar duizend jaar geleden in 6 dagen geschapen. Fossielen werden beschouwd als overblijfselen van rampen uit lang vervlogen tijden, zoals de zondevloed en de zeven plagen van Egypte. Maar de mens bleef denken, sommige mensen konden het niet laten bij de verklaringen van de bijbel. Steeds meer wetenschappers waren bezig met het uitvinden hoe alles was ontstaan en werden ook dan voor gek verklaard in hun tijd. Niemand luisterde naar ze, ze dachten dat die mensen gek waren. Maar de wetenschappers gingen door en begonnen nieuwe theorieën te ontwikkelen. Het viel wetenschappers op dat fossielen van sommige diersoorten geleidelijk kleine veranderingen ondergingen. Wetenschappers zoals James Hutto en Charles Lyall, die beweerden dat gesteente zeer geleidelijk ontstaat, kregen wel een beetje erkenning. Maar haalde het verre weg niet bij Charles Darwin ’s theorie. Die overtrof alles. Door wat hij zag tijdens zijn onderzoek op de Galapagos-eilanden raakte hij er langzamerhand van overtuigd dat planten en dieren geleidelijk veranderen gedurende vele generaties. Dit verschijnsel noemde hij natuurlijke selectie en volgens hem werden sommige individuen met nieuwe eigenschappen geboren die hen in een gunstiger positie plaatsen dan hun soortgenoten, hun voorouders. Hierdoor raken ze beter aangepast aan de omgeving waarin ze leven die zelf ook altijd veranderd en als gevolg dan ook een grotere overlevingskans en betere voortplantingsmogelijkheden. Sinds Darwin in de negentiende eeuw zijn evolutietheorie de wereld in liet gaan is er een strijd ontstaan tussen Schepping en Evolutie. Het is nu al meer dan een eeuw later en steeds meer mensen geloven dan ook in de evolutie. Er is geen sluitend bewijs dat de evolutie theorie werkelijk waar is, maar het heeft meer bewijzen dan de schepping theorie van vele geloven. De twee groepen die in onze maatschappij tegenover elkaar staan als het gaat om de evolutie theorie zijn de Creationisten en de evolutionisten. Het verschil tussen een evolutionist en een creationist is dan ook dat de evolutionist geloofd dat alle leven langzamerhand uit één enkel cel is geëvolueerd en dat die cel ontstaan is uit dode stof. Creationisten geloven dat het leven is ontstaan door een creator, een Schepper. De evolutionist gaat ervan uit dat alle materie in het hele universum was verzameld op een punt. Vervolgens kwam de oerknal, hierbij werd alle materie in de vorm van energie uit elkaar geslingerd. Bij het afkoelen van de energie ontstonden het sterrenstelsel, bestaande uit ontelbare sterren en planeten waar onder de zon en de aarde. Door de gunstige ligging van de aarde ten opzichte van de zon en de aanwezigheid van water kon er leven ontstaan op aarde, en hieruit ontwikkelde zich door een proces van natuurlijke selectie, steeds hogere vormen van leven, eencellig, plantaardig, dierlijk, menselijk.
Stroming die rond de 20ste eeuw is ontstaan en die de evolutie afwijst vanwege zijn geloofsopvatting. De Schepper is de ontwerper van alle levensvormen, waarbij een geleidelijke ontwikkeling van soorten mogelijk wordt geacht. De creationist gaat vanuit dat het heelal en het leven is ontstaan volgens een scheppingsverhaal. Het probleem is de Christenen twee soorten scheppingsverhalen hebben. Het 1e scheppingsverhaal wordt beschreven in Genesis 1 (Oude Testament): dit scheppingsverhaal gaat ervan uit dat God in zes dagen alles (hemel, aarde, planten, dieren en de mens) schiep. De eerste dag schiep God de aarde en de hemel en maakte een scheiding tussen licht en donker. De tweede dag maakte God een scheiding tussen de wateren en de hemel. De derde dag maakte God een scheiding tussen de droge aarde en de wateren. En zorgde ervoor dat op de droge aarde platen gingen groeien. De vierde dag schiep God de zon om overdag (licht) te schijnen en sterren en de maan om \'s nachts (in het donker) te schijnen. De vijfde dag schiep God alle dieren die in het water leven en de dieren die vliegen. De zesde dag schiep god alle dieren die op het land leven, inclusief de mens. De mens verschilde van alle andere organisme omdat God de mens naar zijn evenbeeld schiep. En de zevende dag werd een rustdag.
Het 2e scheppingsverhaal wordt beschreven in Genesis 2 (Nieuwe Testament): hierin word Adam geschapen in het paradijs. God beseft dat Adam alleen is en laat hem zoeken naar een hulpje een metgezel. Adam moet nu alle landdieren en alle vogels een naam geven, Adam doet dit, maar vindt geen geschikt hulpje. Daarom schept God uit Adam alsnog een vrouw. Alle levende organismen worden gemaakt uit klei, behalve Eva die wordt gemaakt uit de rib van Adam waarna God haar leven inblies.
Hierin wordt niet beschreven hoelang Adam erover doet om alle dieren een naam te geven. Het maakt niet echt uit hoelang hij daarover doet, het blijft in strijd met het eerste scheppingsverhaal. Christenen (creationisten) zijn vaak huiverig voor de evolutietheorie, soms is die huiver wel erg overdreven. Ze willen er dan ook niks mee te maken hebben en zich er al helemaal niet in verdiepen. In sommige staten in Amerika hebben ze zo’n afkeer tegen die evolutie theorie dat de evolutie leer in het onderwijs onwettig is verklaard. Het is op zich wel begrijpelijk. Darwin was als het ware helemaal tegen de theorie van de bijbel. Hij wilde de aanwezigheid van een hogere macht uitsluiten in het ontstaan van de aarde, de natuur, het leven. Darwin was beïnvloed door het positivisme, volgens het positivisme is alleen aanvaardbaar wat empirisch waarneembaar is of met wiskundige, pure rationele betogen bewezen kan worden, deze methode sluit het bestaan van God uit. Daarom wilde Darwin ook God niet langer verantwoordelijk stellen voor de wreedheid in de natuur. Maar het is wel een beetje vreemd om kinderen niet alle informatie te geven over het ontstaan van het leven. Dat ze niet voor henzelf kunnen beslissen waar ze in willen geloven door het onwettig te maken les te geven in de evolutie leer. bron 1, 2, 4
Hoe denkt men tegenwoordig over de evolutie? Nog steeds gelooft niet iedereen in de evolutie theorie. Het ligt aan je opvoeding, met welke opvattingen over het leven jij groot bent geworden. Als jij je hele leven hebt gehoord dat het leven is ontstaan door hogere machten zal je niet zo snel aannemen dat het leven is ontstaan door evolutie. Maar dat geld ook als het andersom is. Ben jij opgevoed met het idee dat alles is ontstaan door evolutie zal je het verhaal van de bijbel onzin vinden. De evolutie theorie is meer gebaseerd op bewijzen. Maar daarvan is ook niet alles zeker. Hoe is de oerknal ontstaan? Niemand weet dat. Het is niet eens zeker of er ooit wel een oerknal is geweest. Het is nu de verklaring voor iets wat we nog niet weten. Net als vele geloven als verklaring voor het leven een hogere macht hebben. Niemand heeft gelijk, maar ook niemand heeft ongelijk. Je moet voor jezelf kiezen waar je in gelooft. Je kan kiezen om in meerdere dingen te geloven en zo doende je eigen evolutie theorie als het ware te hebben. Maar zoals ze in sommige staten in Amerika het verbieden om les te geven in de evolutie leer is echt niet goed. Men moet zelf weten in wat die gelooft. Al vindt een overgroot deel van de bevolking van een gebied de evolutie theorie een schending van hun geloof houdt het nog niet in dat iedereen dat meteen denkt. Iedereen is anders, iedereen denkt anders. De hele wereld is verdeeld in meningen. Daarom zijn er ook zoveel geloven op de wereld. Zoveel theorieën over het leven. Bron 1, 2,
Korte samenvatting / Conclusie. Veel mensen denken verschillend over de evolutietheorie. De ovolutie is onderzocht omdat de mensen wilden weten waar alles vandaan kwam. Sommige gelovigen geloven in het verhaal van de bijbel en niet in de evolutie theorie. Er zijn ook verschillende theoriën ontwikkeld. Een bekende man die zich bezig hield met de evolutie theorie is Charles Darwin. Er zijn evolutionisten en creationisten. Evolutionisten geloven dat alle leven langzamerhand uit een enkel cel is geëvolueerd en dat die cel ontstaan is uit dode stof. Creationisten geloven dat het leven is ontstaan door een creator, een schepper. Bij evolutie ontstaan uit eenvoudig gebouwde organismen ingewikkeldere organismen. Er zijn verschillende soorten evoluties: kosmologische, biologische en prebiotische zin. Charles Darwin hield zich veel bezig met de evolutie theorie. De mensen hadden verschillende meningen over zijn theorie.
Discussie van Jannelie Tijdens het maken van mijn deelvragen ben ik meer te weten gekomen over hoe men denkt over het ontstaan van de aarde. Ik zelf denk dat alles is ontstaan door evolutie. Ik geloof niet in hogere machten en zulke dingen. Het is voor mij iets zonder bewijzen. Het is een verhaal net als het bestaan van sinterklaas alleen dan met nog minder feiten. Minder bewijzen dat er hoger machten bestaan. Ik vind het een verklaring voor iets wat men vroeger nog niet wist. Nu weet men wel hoe het leven is ontstaan in ieder geval veel meer dan eerst. De verklaring die men eerst had is nu eigenlijk overbodig geworden. Je kan het zien als een mythe net als de verhalen van de Grieken. Die verhalen waren ook verklaringen voor dingen die men niet wist. Nu worden ze ook gezien als onzin. Maar toen geloofde men er echt in. Net als men nu nog in scheppingsverhalen gelooft. Het is wel minder dan vroeger. Mensen gaan meer op feiten af tegenwoordig. Niet alles wordt zomaar aangenomen dat het zo is. De mens wordt slimmer en wil voor alles een verklaring hebben. Ook voor het ontstaan van de aarde. Ik neem niet zomaar aan dat alles is ontstaan door een oerknal, dat het heelal oneindig is. Ik vind dat niet echt goede verklaringen. Het zijn ideeën over hoe het kan zijn geweest, het ontstaan van alles, hoe het nu is. Maar dit is als het ware hetzelfde als scheppingsverhalen een (tijdelijke) verklaring voor dingen die men nog niet echt weet. Ook hier zal waarschijnlijk een kloppende verklaring voor gevonden worden, maar hoelang dat gaat duren weet niemand. Misschien is de oerknal wel de juiste verklaring voor het bestaan van het heelal. Maar wat voor mij de voornaamste reden is dat ik niet in schepping verhalen geloof is dat er vele van bestaan en allemaal anders zijn. Bij bijna elk geloof of leefcultuur hoort een scheppingsverhaal. Iedereen spreekt elkaar eigenlijk tegen als het gaat om het leven, het ontstaan daarvan. Iedereen denkt er anders over en ik vind dan ook dat je zelf moet weten wat je wilt geloven. Het is dan ook enorme onzin dat ze in Amerika niet in alle staten les geven in de evolutie leer. Je moet als het waren je eigen evolutie theorie vormen met dingen die jij gelooft en wil geloven. Mensen mogen eigenlijk niet beslissen voor een ander wat die mag leren als het om zoiets gaat als de evolutie leer.
Logboek
21 maart Onderwerp kiezen + deelvragen 40 min
26 maart Informatie gezocht op de computer 40 min
28 maart Informatie gezocht op de computer 40 min
2 april Alles verdeelt onder groepsleden 30 min
4 april Informatie zoeken uit bronnen, kijken wat bruikbaar is 45 min
5 april Uit typen van mijn onderzoeksvragen 120 min
9 april Inleiding schrijven + voorkant maken 50 min
10 april Logboek gemaakt + eigen discussie geschreven + alles in elkaar gezet + literatuurlijst gemaakt + inhoudsopgaven gemaakt 240 min
Discussie van Caja We zijn geen tegenstellingen tegen gekomen in ons werkstuk over de evolutie theorie. Er zijn wel verschillende meningen in de maatschappij over de evolutietheorie. Veel gelovigen geloven in het verhaal van de bijbel en niet in de evolutie theorie. Zij geloven in een \'schepper\' van de mens en aarde. Andere mensen geloven in wel in de evolutie theorie. Er zijn weer verschillende wetenschappers met verschillende theorieën. Dus iedereen gelooft weer wat anders. Ik geloof in de evolutie theorie zoals die van Darwin. Ik geloof niet dat één schepper de aarde heeft gemaakt. Ik vind de evolutie theorie logisch, maar ik vind het wel wonderbaarlijk dat de aarde zomaar is ontstaan.
Logboek
21 maart Onderwerp + deelvragen bedenken 40 min
26 maart Deelvragen verdelen en antwoorden zoeken op internet 40 min
2 april Informatie voor vragen gezocht 40 min
9 april Informatie voor vragen gezocht 40 min
10 april In de verzamelde informatiebronnen antwoorden zoeken op mijn deelvragen en in een verslag verwerkt + conclusie + discussie + logboek 460 min
Discussie van Wouter Ik vond dit onderwerp heel erg interessant en heb deze literatuurstudie met veel plezier gemaakt. Door de P.O ben ik veel meer geïnteresseerd geraakt in de evolutietheorie. Ik wou altijd al wat meer weten van dit onderwerp. In het begin had ik me twijfels erbij of het wel een interessant onderwerp zou zijn maar na mate ik me meer in de stof verdiepte begon het echt leuk te worden. Ik had wel eerder gehoord van de evolutietheorie van Darwin maar ik had nooit begrepen wat het eigenlijk allemaal inhield. Met mijn tijdsplanning ben ik aardig uitgekomen, ik heb niet echt moeten stressen enz. Het was alleen wel moeilijk informatie te vinden over hoe de mensen in Darwin’s tijd over z’n Theorie dachten. Ik dacht dat er wel genoeg over te vinden zou zijn maar dat viel zwaar tegen. De volgende keren zou ik ook wel 2 deelvragen willen behandelen die minder met elkaar te maken hebben. Op een gegeven moment had ik wel ff genoeg van Darwin en wou ik eigenlijk ook wel wat meer weten van de andere theorieën. Over het algemeen is het allemaal best wel meegevallen, ik had het zwaarder verwacht. De P.O van het vorige blok vond ik zwaarder en daar heb ik meer tijd in gestoken. Ik ben erg tevreden met het resultaat, de deelvragen zijn voor mijn gevoel goed beantwoordt en is de literatuurstudie mooi geworden.
Logboek Dinsdag 25 maart Info zoeken op internet 45 min. vrijdag 28 maart Info zoeken + verwerken bruikbare informatie 45 min. vrijdag 4 april Beantwoorden van de deelvragen 45min. Dinsdag 8 april Nieuwe info zoeken voor deelvragen en afmaken beantwoording van de deelvragen. 45min. Woensdag 9 april Plaatjes zoeken 20 min. Donderdag 10 april Afmaken laatste deel v/d deelvragen, maken logboek, discussie en evaluatie 120 min.
Literatuurlijst
Bron 1 http://www.morgenster.org/evolutie.htm
Bron 2 http://archief.nrc.nl/artikel?text=evolutie&SORT=date&PRD=3m&SEC=%2A&SO=%2A&fdoc=5
Bron 3 http://archief.nrc.nl/artikel?text=evolutie&SORT=date&PRD=3m&SEC=%2A&SO=%2A&fdoc=8
Bron 4 http://nl.wikipedia.org/wiki/Charles_Darwin
Bron 5 http://www.pbs.org/wgbh/aso/tryit/evolution/index.html
Bron 6 http://scholieren.nrc.nl/weekkrant/2001/02/2.shtml
Bron 7 http://www.canisius.nl/vakken/anw/anw%20website/biografie/darwin.htm
Bron 8 http://www.geocities.com/levensverhaal/chdarwin.htm
Bron 9 http://www.geocities.com/levensverhaal/evolutie.htm
Bron 10 http://library.thinkquest.org/c003124/nl/life-3_nl.htm?tqskip1=1&tqtime=0410
Bron 11 http://libtary.thinkquest.org/c003124/nl/bigbang_nl.htm?tqskip1=1&tqtime=0410
Bron 12 http://www.teleacnot.nl/sites/biobits/onderbouw/evolutie.shtml
Bron 13 http://library.thinkquest.org/26070/data/dut/2/1.html
REACTIES
1 seconde geleden