Voorwoord. Hoi meneer van der Meulen,
Dit is dan ons verslag. Ik hoop dat u er een beetje van geniet met het lezen… we hebben er veel energie ingestoken en we vonden het allebei leuk om hierover een werkstuk te maken. Het onderwerp wat we gekozen hebben is, zoals u al heeft gezien, wapens. Dit onderwerp hebben we gekozen omdat we beiden eerst informatie gingen zoeken over de eerste wereldoorlog in het algemeen. We gingen kijken waar we de meeste informatie over hadden en dat was dit onderwerp. Ook hebben we gekeken welk onderwerp ons natuurlijk het meest aansprak. Vandaar… Hfdst. 1 gaat over tanks. Hoe ze ontstaan zijn en wie het verzonnen heeft. Hfdst. 2 gaat over oorlogsschepen. Wat Engeland, Frankrijk en Duitsland in bezit hadden aan oorlogsschepen. Hfdst. 3 gaat over gifgas. Een aantal soorten gifgas en wat ze er tegen deden. Hfdst. 4 gaat over machinegeweer…………………………………… Hfdst. 5 gaat over kanonnen……………………………………………… Hfdst. 6 gaat over vliegtuigen…………………………………………… Hfdst. 7 gaat over (hand) granaten……………………………………
Heel erg veel plezier met het lezen van onze (en die van andere) werkstuk.
Groetjes Suzanne en Meike. Hfdst. 1 Tanks.
Eerst waren de tanks heel erg simpel. Het waren gewone tractoren met machine geweren en wat extra bescherming. Dat hadden Richard Hornsdy en Sons de Killen-Strait bedacht aan het begin van de eerste wereldoorlog. Ze lieten hem testen in juni 1915. het werkte goed en hij ging goed door het prikkeldraad. Ernest Swinton (over de persoon straks meer) kreeg met hulp van Maurice Hankey het voor elkaar om een kleine voertuig te maken wat een nieuwe oorlogsvoertuig zal worden. Het werd heel erg geheimgehouden. De machine kreeg de codenaam: tank. Hij werd ook wel als bijnaam genoemd: little Willie. Hij had rupsbanden en woog 4 ton. Er konden 3 bemanningsleden in. De snelheid was 3 mijl per uur. ( 1 mijl is ongeveer 1609 m of 1,609 km… 3 mijl is dan ongeveer 4827 m of 4,827 km.) Maar op moeilijk terrein kon hij maar 2 mijl per uur. (= ongeveer 3218 m of 3,218 km.) Helaas kon hij niet over brede loopgraven heen. Kortom het uiterlijk was wat minder dan ze verwacht hadden. Maar Ernest Swinton was ervan overtuigd dat de tank de Centralen konden verslaan. Op 09-09-1916 werd de tank voor het allereerst gebruikt om een goed verdedigde Duitse positie over te nemen. De Duitsers werden al bang toen ze de tank aan zagen komen en vluchtten weg. Ernest Swinton werd geboren in 1864 in India. Hij zat bij het Britse leger en is opgeklommen tot luitenant-kolonel. Na de eerste wereldoorlog werd hij professor oorlogshistorie aan de universiteit van Oxford. In 1932 kwam zijn boek ‘Eyewitness’ over zijn ervaring in de oorlog uit. Hij stierf in 1951 en werd 87 jaar oud. Hfdst. 2 Oorlogsschepen.
Engeland: Rayal Navy had in 1914 de grootste vloot (= een verzameling (oorlogs)schepen) ter wereld. De vloot werd vooral gebruikt voor het beschermen van kolonies en handelsroutes, voor de eigen kustlijn en voor blokkades. In het begin van 1914 had Royal Navy heel erg veel schepen n.m.l.:
18 ‘Dreadnoughts’ en 6 in aanbouw.
10 ‘Battle cruisers’
20 ‘Town cruisers’
15 ‘Scout cruisers’
200 ‘Destroyers’
29 ‘Battleships’
en 150 ‘Cruisers’ die nog van voor
1907 waren.
Dat is in totaal: 442 schepen en 6 in aanbouw. Tijdens de eerste wereldoorlog lagen de meeste grote schepen bij Schotland om een aanval van de Duitsers te kunnen overwinnen. De Britse kruisers, onderzeeboten en andere kleine slagschepen waren verspreid over de hele Britse kust. Engeland had ook vloten in o.a. Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Op een paar zeeslagen (= oorlog op zee) na draaide het bijna alleen maar om de vernietiging van de Duitse onderzeeboten. Tijdens de eerste wereldoorlog verloren ze 158 schepen. Frankrijk: Ze staken weinig geld in de Franse oorlogsvloot omdat ze vanaf 1870 alleen maar bang waren op een aanval van Duistland via het land. Aan het begin van de 20e eeuw zag men dat ze aan de kustkant erg zwak waren om een aanval te verweren en besloten ze meer geld te besteden aan de vloten. Ze gingen het geld verdubbelen tussen 1910 en 1914. in 1914 hadden ze:
2 ‘Destroyers’ 19 ‘Battleships’ en 34 onderzeeboten. Dat waren in totaal: 55 schepen. Duitsland: Aan het eind van de 19e eeuw gaf Admiraal Alfred het advies aan Keizer Wilhem || dat het land een grote, sterke en moderne oorlogsvloot nodig had. Dat moest zodat ze hun noodgrens en de koloniën die overzees (over de zee) lagen beter konden verdedigen tegen aanvallen van andere landen. In 1898 zijn ze begonnen met een hele grote uitbreiding van de Duitse vloot. In 1914 hadden ze op Engeland na de grootste vloot ter wereld. Ze hadden:
17 ‘Dreadnoughts’
5 ‘Battle cruisers’
25 ‘Cruisers’
20 ‘Battleships’
10 diesel-aangedreven ‘U-boten’ en
17 in aanbouw
en 30 petroleum-aangedreven
onderzeeboten.
Dat waren in totaal: 107 schepen en 17 in aanbouw. Hfdst. 3 Gifgas.
De eerste gassen die werden gebruikt is chloor. Deze ging rechtstreeks de luchtwegen in en veroorzaakte een langzame verstikking. Vanaf juni 1915 werden ook de gassen fosfeen en traangas gebruikt en deze veroorzaakten hoesten, niezen en tranen. In juni 1917 wordt voor het eerst mosterdgas gebruikt in de omgeving van Ieper. Deze gas was een zwavelzout op basis van dichloor en alcohol. Dit noemen ze ook wel yperiet. De mosterdgas veroorzaakt een bijtende en bijzonder pijnlijke aantasting aan de slijmvliezen en veroorzaakt brandwonden tot de derde graad. Na de schok van het gebruik van gasaanvallen gingen ze op zoek naar mogelijke beschermingsmiddelen. Dat deden ze voor mens en dier. De eerste gas maskers waren maar heel eenvoudig en hielpen haast niks. Het waren met vloeistof doorweekte mondkapjes. Een tijdje later gebruikten ze een bevochtigd masker dat ze op hun mond en neus konden plaatsen. Omdat deze ook niet helemaal goed was -omdat de ogen nog niet beschermt was- gingen ze verder zoeken naar oplossingen. Er werden mutsen en maskers in rubber of leer ontworpen met een reservoir (= verzamelplekje) waarin producten bewaard konden worden die de giftige lucht moesten filteren, absorberen (= opnemen) of neutraliseren. (= zuiveren.) Ook werden er posten geplaatst die bij een gasaanval alarm gingen slaan zodat de soldaten op tijd hun maskers opkonden doen. Dit deden ze met alle mogelijke instrumenten van dong op de trommel tot een elektrische bel. Gifgas wordt niet altijd gebruikt. Dat hangt o.a. van hoe de wind staat af. Ook deden ze de gassen in bijv. granaten, kogels of bommen. Hfdst. 4 Mitrailleur
Dit wapen werd veel gebruikt in de Eerste Wereldoorlog. Het is een machinegeweer dat heel veel kogels achter elkaar kan afschieten. Dit wapen werd een standaard wapen voor het Duitse leger. Het was eenvoudig te gebruiken en ideaal voor de vechtende soldaten. In de oorlog werd het wapen iets aangepast om het uiteindelijk zo snel en goedkoop mogelijk te produceren. In de Mitrailleur kan je 5 kogels/patronen doen en na elk schot komt er door de grendel te gebruiken de volgende kogel in de ‘kamer’ van het wapen. De vuursnelheid was wel 600 kogels per minuut. De Amerikaan Maxim bedacht ongeveer rond 1885 een prototype van die wapen. Vickers, Hotchkiss, Lewis, Scharzlose e.a. maakten het na en verbeterden sommige dingen. Hfdst. 5 Kanonnen
Bekend zijn de Duitse kanonnen de ‘Dikke bertha’s’’ met een kaliber van 420 mm. Dit wapen was het zwaarste wapen uit de wapenuitrusting en bracht veel schade aan, in het landschap maar ook bij de vijand. In het begin van de oorlog was een kanon met een grote loop het belangrijkste wapen. Ook hadden de Engelsen de “QF” (quick-firing) dat was een kanon dat zichzelf na een schot terugzette in schotpositie. “Houwitsers” werden gemaakt om vanuit dekking of om op verborgen doelen te schieten. De houwitsers hadden zware kogels en een korte loop, het beste middel tegen versterkingen als muren en bunkers. Aan het eind van de oorlog waren de kanonnen zelfs al zo bedacht dat ze wel 2 km ver konden schieten. De houwitsers schoten kogels van meer dan negenhonderd kilo achttien kilometer ver. Hfdst. 6 Vliegtuigen
Ook werd in de oorlog voor het eerst het vliegtuig gebruikt. Eerst alleen om te kijken waar de vijand was. Later ook om het front van de vijand te bombarderen. Tenslotte kwamen er bombardementsvliegtuigen, die grote steden, fabrieken, communicatieknooppunten en troepenbewegingen aanvielen. De eerste bommenwerpers waren nogal trage tweepersoons herkenningsvliegtuigen, waar de piloten stalen pijlen, granaten en zelfs stenen naar benenden gooiden. Rond het einde van de oorlog werden echte bommenwerpers gebouwd die bommen tot 250 kg kunnen dragen. Willem Gottlieb Daimler had een motorbedrijf en was de ‘ontwerper’ van de motoren die later voor de vliegtuigen werden gebruikt. De motoren werden hiervoor gebruikt omdat ze zo sterk waren. Hfdst. 7 Granaten
Er waren verschillende soorten granaten. Eén daarvan zijn De projectielen - we noemen ze ook wel torpedogranaten. Deze werden gebruikt om gemetselde forten te vernielen. Er waren ook gasgranaten. In deze granaten zat gas en als die dan open knalden kwam er gas vrij. Door dit gas konden de soldaten niet meer goed ademen en stierven doordat hun longen kapot gingen door het hoesten. Ook kon je er blind van worden. Granaten brachten veel schade aan. In het landschap kwamen veel kuilen en als het had geregend stroomden die vol met blubber en water. Soldaten verdronken er zelfs in. Er bestonden ook rookgranaten. Met rook kan een soldaat verschillende boodschappen doorgeven aan zijn ‘makkers’. Rook zorgde er ook voor dat de vijand je niet meer goed kon zien. Handgranaten werden ook veel gebruikt. Je hebt handgranaten met een tijdsvertraging en inslaggranaten. Granaten met tijdsvertraging ontploffen na een bepaalde tijd, meestal na 5-6 seconden. Inslaggranaten ontploffen pas als ze iets raken. Nawoord
We vonden het een interessant onderwerp om een werkstuk over te maken. We zijn erachter gekomen wat voor wapens rond de Eerste Wereldoorlog zijn uitgevonden en welke er werden gebruikt. Eigenlijk is het heel erg dat er wapens zijn, zoals gas, waarmee je in één keer zoveel mensen kunt doden. Tegenwoordig is dat zelfs nog erger, met één wapen kun je wel duizenden mensen doden. Nu weten we ook hoe erg het moet zijn geweest in de loopgraven; ratten en modder en lijken van soldaten, overal. Dat lijkt ons echt verschrikkelijk. Zoiets als deze Oorlog had nooit mogen gebeuren, maar achteraf kun je dat makkelijk zeggen. Het is nu heel anders. We leven in een verenigd Europa, maar toen was dat nog niet… Het werkstuk hadden we wel snel af maar dat komt waarschijnlijk ook omdat we het duidelijk hadden afgesproken en daar zijn we achteraf blij mee want we hadden niet verwacht dat het zó snel zou gaan. Bronvermelding
Hieronder staan de boeken en site’s die we hebben gebruikt
Boeken:
- De Kanonnen van augustus door Barbara Tuchman
- 1916 verdwijnende getuigen door j.h.j. Andriessen en s.d.j. Dagniaux
- Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog door Hans Binneveld
Het tweede en het laatste boek hebben we het meest gebruikt hoewel er toch niet zo heel veel instond. Het eerste boek was een dagboek en als we aan informatie wilden komen moest je het eerst helemaal lezen… niet handig dus.
Sites:
http://kinderen.webhotel.be/WO_tijd/eerste_wereldoorlog.htm
http://www.geocities.com/~worldwar1/default.html
http://www.verdun.nl/
Deze sites hebben we gebruikt maar de meeste informatie hebben we via Google (www.google.nl) gevonden.
REACTIES
1 seconde geleden
W.
W.
He Wij hebben ook van de meulen en ik wil eff weten wat jij voor dat werkstuk had wij hebben dat van de eerst gifgas overgenomen (wel want anders) maar vond hij dat goed. kan jij het voor morgen later weten op welke klas zit jij nu. ik hoop dat je nu op een andere school zit dan weet hij het niet meer.
Groeten wij
21 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
heel erg bedankt ik doe mijn werkstuk over de wo1
11 jaar geleden
Antwoorden