Wat is belangrijk in het leven?
Bij het leven van een boeddhist gaat het om de ‘vier edele waarheden’, het ‘heilige achtvoudige pad’ en ‘het wiel van het leven. ‘
Bij het wiel van het leven houdt Yama, heer van de Dood, het wiel vast. Dit is het belangrijkste symbool voor boeddhisten. Het stelt de cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte voor, die ronddraait als een wiel.Op het rand van het wiel staan de verschillende stadia van een mensenleven. Aan de binnenkant zie je de fasen van wedergeboorte. De drie dieren in het midden staan voor haat, hebzucht en verwarring. Zij belemmeren iemands verlichting.
De acht spaken van het dharma-wiel staan voor het achtvoudige pad. Deze stappen zijn met elkaar verbonden.
1) juist begrip: de leer van de Boeddha begrijpen
2) juiste houding: vriendelijke gedachten
3) juiste woorden: geen leugens of boze woorden
4) juiste daden: geen mensen of dieren kwaad doen
5) juist werk: waar mensen niet onder lijden
6) juiste inspanning: nadenken voordat je iets doet
7) juiste bedachtzaamheid: waakzaam zijn
8) juiste meditatie: voor kalmte en concentratie
De vier edele waarheden zijn:
1) leven vol lijden
2) lijden wordt veroorzaakt door hebzucht
3) er is een manier om het lijden te stoppen
4) door de middenweg(meditatie) te volgen, stopt het lijden
Leven als een boeddhist houdt in dat je voor een aantal richtlijnen volgt, die de vijf voorschriften heten.
1) levende wezens niet schaden of doden
2) geen dingen nemen die je niet gedaan worden
3) verstandig en zuiver leven, dus ook geen seks
4) niet oneerlijk en onvriendelijk spreken
5) geen verdovende middelen of alcohol gebruiken
Boeddhisten geloven dat je geluk kunt vinden door voor andere mensen te zorgen en geen dingen voor jezelf te willen. Eén van de eerste dingen die boeddhisten leren, is vriendelijker en goedgeefse te zijn voor anderen. Ze leren dan ook dat meditatie hen kan helpen te groeien en zich te ontwikkelen.
Wie is de mens? Het Boeddhisme zegt over het leven: het leven is lijden. Volgens de Dalai Lama moet je een manier van leven ontwikkelen waarin je de volgende vaststelling doet: “Zelf streef ik naar geluk, en wil ik lijden vermijden. Hetzelfde geldt voor levende wezens, ontelbaar als stofdeeltjes in de ruimte. Ook zij wensen niets anders dan geluk. Ook zij proberen lijden te vermijden”. Uit deze uitspraken vind ik dat je kunt afleiden dat de mens volgens het Boeddhisme een sociaal wezen is, wat er alles aan doet om het lijden van zichzelf, maar vóóral het lijden van een ander te vermijden. Praat je over je eigen welzijn, dan heb je het maar over één individu. Het welzijn van een ander daarentegen betreft een oneindig aantal wezens. Als je er dus goed over na gaat denken kom je erachter dat het Boeddhisme vind dat het welzijn van een ander veel en veel belangrijker is dan je eigen welzijn. Je moet het welzijn van een ander bóven jezelf plaatsen. Dat vind ik een nogal socialistisch ingesteld wezen. In het Boeddhisme gaan ze er vanuit dat je lichaam en geest bént. Als ze over het lichaam praten dan hebben ze het over het lichaam én de geest. Als je dood gaat sterft je lichaam wel, maar je geest “leeft verder”. De geest gaat pas bij de 4e bardo dood (een bardo is een levensfase of een gebied waarin je je op dat moment bevind). Je geest gaat dan wel dood, maar je persoonlijkheid gaat dan verder. In elk leven heb je wel een ander ego. Je bent dus ieder leven een ander persoon. Maar op het moment dat je in een leven bent, heb je het gevoel dat het jouw persoonlijkheid is, jouw ego dus. De mens is gevangen in een cirkel van leven en dood. Je leven houdt niet op bij de dood, maar gaat dan verder. Je wordt geboren (bardo 1 van wording/geboorte), dan heb je het leven (bardo 2), dan het sterven van je lichaam, de geest gaat dan niet dood (bardo 3), dan krijg je het (tijdelijke) leven na de dood (bardo 4). En als je die vier bardo’s hebt gehad begin je weer van voren af aan bij bardo 1. Zo gaat die cirkel alsmaar door totdat je de eeuwige verlichting en bevrijding hebt gevonden.
Lijden en dood Door zijn meditatie bereikte de Boeddha de verlichting. Deze verlichting hield in dat hij een volmaakt inzicht kreeg in het menselijk lijden. Met lijden wordt niet alleen lichamelijk lijden bedoeld, maar ook psychisch lijden zoals verdriet, zorg, wanhoop, frustratie enzovoort. Dit inzicht wordt verwoord in een aantal punten die de kern vormen van de boeddhistische leer: 1) alle bestaan wordt gekenmerkt door lijden: De Boeddha formuleert het als volgt: ’Geboorte is lijden, ouderdom is lijden, ziekte is lijden, dood is lijden. Verbonden worden met datgene waarvan men niet houdt betekend lijden’. Deze visie houdt echter niet in dat ons bestaan alleen maar ellende is. De Boeddha zegt ook dat ( tijdelijk ) geluk goed mogelijk is. 2) De hoofdoorzaak van het lijden is de begeerte. De begeerte omvat alles waar de mens naar verlangt en streeft: gezondheid, genoegens, macht en bezit. De Boeddha zei het als volgt: ‘Monniken, alles brandt. Alle organen van het menselijk lichaam, ons bewustzijn, alle gevoelens branden met het vuur van de begeerte’. 3) het lijden verdwijnt door het opheffen van de begeerte. Deze waarheid houdt in dat niets van deze wereld moet worden nagejaagd of vastgehouden alsof het uiteindelijk werkelijk of waardevol is. Dit houdt overigens niet in dat mensen moeten streven naar zelfvernietiging. De bedoeling is dat de mens zich losmaakt van zijn verlangens. 4) de weg naar opheffing van het menselijk lijden wordt gevormd door het achtvoudige pad: Meer wijsheid brengt tot een beter gedrag, beter gedrag doet beter concentreren en betere concentratie geeft meer wijsheid enzovoort. Veel mensen beoefenen allerlei meditatievormen, maar veranderen hun gedrag niet waardoor ze blijven lijden. - Dood: boeddhisten accepteren de dood. Dat doen ze door het accepteren dat de dood een onderdeel van het leven is, in plaats van hem te zien als het tegendeel van het leven. Door die acceptatie verandert je houding ten aanzien van de dood, want dan zie je dood niet meer als een gevreesde indringer maar als een langverwacht familielid. Door die volkomen andere opstelling zul je niet langer bang zijn voor de dood. Hoewel wij het leven en de dood als tegenstellingen van elkaar gescheiden hebben, zien boeddhisten het als het begin en het uiteinde van een stok. Het begin is de geboorte, de stok zelf is het leven en het uiteinde is de dood.
Hoe gaan Boeddhisten om met de natuur: Boeddhisten vinden de aarde uniek omdat ze vervuld is van schoonheid, wonderbaarlijkheden, betoveringen, het allerbelangrijkste, van het wonder van het menselijke leven. Ze zeggen dat de aarde een levend wezen is, met uitstekende zorgzame eigenschappen. Ze heeft een unieke positie, waarin ze plaats en steun biedt aan het leven in dit universum. Als wij als mens in harmonie met elkaar samenwerken, dan is Moeder Aarde gezond. Als wij op tilt slaan, betekend dit voor de planeet ziekte of de ondergang. Er zijn volgens boeddhisten genoeg redenen om te zeggen dat Moeder Aarde ziek is, terwijl er genoeg middelen zijn om de aarde gezond te houden. Je kunt jezelf als boeddhist niet van de natuur afscheiden. Je bent de natuur. Je kunt jezelf niet van het milieu afscheiden. Je bent het milieu. Mensen zijn slechts een draadje in het web van het leven. Andere belangrijke draden zijn de dieren en de vegetatie. Als je de andere draden van het web kapot maakt of vernield, heeft dat invloed op de structuur van het web waar jouw bestaan van afhangt. Wanneer we ons afscheiden van de natuur veranderen we iets aan de structuur van de andere draden in het web van het leven. We vernielen het evenwicht en de harmonie in het web en, uiteindelijk, in onszelf. We zouden ons veel meer bewust moeten zijn van onze afhankelijkheid van de lucht, de zon, de aarde en de regen. We moeten inzicht hebben in de relatie tussen onszelf en de planten, dieren en alle andere levende wezens. We kunnen ons niet gedragen alsof de aarde ons eigendom is zodat we ermee kunnen doen wat in ons opkomt. We zijn hier hoogst op bezoek, net zoals de rest van de levende wezens.
Wat is tijd: Boeddhisten bedenken elke dag hoe ze de nieuwe dag, die voor hen ligt, willen doorbrengen. De dag heeft 8600 seconden. Zie dat als 8600 gulden. Wil je die verstandig besteden en er op den duur wonderen mee verrichten in je leven? Of wil je ermee gokken en ze verspillen? Denk na wat je van de nieuwe dag vindt. Laat geen 1 seconde van 8600 voorbij glippen. Elke dag heeft een vermomde boodschapper. De boodschap die hij bevat brengt je de heiligheid van het leven en de onschatbare waarde van de tijd in herinnering. De dag is opgebouwd op de herinnering aan gisteren en de dromen voor morgen. Het is een voortreffelijke dag, maar je zult hem desondanks maar één keer meemaken. Dus als je wilt dat deze dag een dag vol aangename herinneringen zal worden en dat de dag van morgen vrij zal zijn van angst, schaamte, schuldgevoel en zorgen, besteed dan serieus aandacht aan deze dag. De vooruitgang is als een wedstrijd zonder eindstreep, een weg zonder bestemming. We hebben allemaal vreselijke haast, maar we weten niet echt waar we heen gaan. Uiteindelijk is het streven naar vooruitgang een zinloze zaak waar je een kostbaar leven mee verspilt. Het is één van de vele illusies van menselijk makelij, gebaseerd op de bredere illusie van het eigen ego of het groepsego. Het betekent dat je sneller vooruit probeert te gaan dan waar de natuur je voor heeft uitgerust. Je moet niet met teveel haast naar de toekomst gaan. Doe dat rustig en geniet van elke dag die je naar de toekomst brengt.
Stichter en inspirerende personen Het boeddhisme begon met een man. Hij heette Siddhartha Gautama en was een prins die ongeveer 2500 jaar geleden in India leefde. Veel mensen luisterden toen naar deze beroemde leermeester Gautama. Hij leerde de mensen dat oorlog verkeerd was. Ook zei hij daar alle mensen gelijk zijn, en dat ze in vrede met elkaar moeten leven. Hij hielp verdrietige en doodongelukkige mensen. Als er ergens ruzie was bracht hij vrede. Gautama preekt niet over goden of bijzondere dingen zoals wonderen, maar over mensen. De mensen moesten vooral kijken naar wat ze zelf deden en dachten. Als ze wijs en goed leefden, dan kregen ze een gelukkiger leven. Mensen die de wijze woorden van Gautama blijven opvolgen noemen zich boeddhisten. Later staat Gautama beter bekent als Boeddha. Heilige boeken. De lessen van Boeddha werden eerst alleen mondeling doorgegeven. Om de teksten te onthouden werden de teksten in versvorm doorgegeven. Vandaar ook dat veel boeddhisten hun gebeden zingend opzeggen. Pas na 500 jaar werden ze opgeschreven in boeken. Deze boeken kunnen we in twee delen opsplitsen: de Theravada-geschriften en de Mahayana-geschriften. De Theravada-boeken werden in Sri Lanka geschreven in een taal die Pali genoemd wordt. De Mahayana-geschriften zijn in het Sanskriet geschreven, een oude Indiase taal. Toen de moslims India binnenvielen hebben ze de oude Mahayana-geschriften vernietigd. Toch is de inhoud van deze boeken bewaard gebleven. Want geleerden in China en Tibet hebben alles opnieuw opgeschreven. Er bestaan nu erg veel boeken over de woorden van Boeddha en de uitleg ervan. Tipitaka is de naam van een Theravada-boek dat in het Pali is geschreven. Het betekent ‘de drie maanden van de wet.‘ De eerste mand bestaat uit regels voor de monniken en nonnen. De tweede mand is de leer van de Boeddha en in de derde mand wordt deze leer uitgelegd. De tweede mand wordt het meest door mensen gelezen, omdat daarin de meeste interessante verhalen over Boeddha in staan. Een van de beroemdste Mahayana-boeken is een lang gedicht van de Chinees Seng-ts’an, die ongeveer 1300 jaar geleden leefde. De dichter beschrijft hoe mensen de dingen helder kunnen zien en hoe ze vrede met zichzelf kunnen vinden. Hier volgt een klein gedeelte: Rituelen: Boeddhisten zoeken regelmatig een tempel op. Als ze dat doen dan vouwen ze hun handen samen bij wijze van groet, dan knielen ze en buigen drie keer voor het beeld van Boeddha in het heiligdom. De drie buigingen staan voor Boeddha, dharma en sangha. Daarna offeren ze bloemen, kaarsen, wierook en voedsel. Hiermee tonen ze hun eerbied voor de Boeddha en hun dankbaarheid voor zin keer, Ze zeggen de Vijf Voorschriften op en zweren trouw aan de drie sieraden. Soms gaan ze een tijdje mediteren, zingen of naar monniken luisteren, die heilige teksten voorlezen. Boeddhisten bezoeken de tempel wanneer ze willen, maar vooral op feestdagen en op volle maan. In de tempel doen Boeddhisten als teken van eerbied, hun schoenen uit. DE tempel is mooi versierd en bevat een verscheidende gouden Boeddhabeelden. Deze beelden herinneren aan de goede eigenschappen en de leer van de Boeddha, en aan de mogelijkheid verlichting te bereiken door zijn voorbeeld te volgen. De gelovigen nemen kaarsen, bloemen en wierook mee als offers voor de Boeddha. Kaarsen staan symbool voor het licht dat de keer van de Boeddha verspreidt, waardoor de duisternis van de onwetendheid verdreven wordt. De prachtige geurige bloemen verwelken op den duur en gaan dood, wat er aan herinnert dat er niets blijvend is. Tijdens het offeren, zingen of zeggen de mensen gebeden. Ze laten ook wel eten voor de monniken achter. Door te offeren, kunnen mensen een goed karma krijgen en dichter bij het nirvana komen. Als mensen om de tempel lopen, houden de boeddhisten in hun ene hand een mala en draaien ze met de andere een enorme gebedsmolen rond die in vast in de tempel zit. In de gebedsmolen zit een rol papier, waarop duizenden gebeden geschreven staan. Door de molen rond te draaien, stuur je gebeden de wereld in. Boeddhisten lopen altijd met de klok mee, terwijl ze met hun rechterhand de molen ronddraaien. Ze geloven namelijk dat ze in de Boeddha moeten kopen zoals de planeten om de zon draaien. Tegelijkertijd wordt de heilige mantra “ Om mani padme hoem” opgezegd, wat betekent: “Eer aan het sieraad in de lotus”.
Feesten: Er zijn veel kleurrijke boeddhistische feesten in de loop van het jaar. Sommige worden in de hele boeddhistische wereld gevierd. Andere zijn plaatselijke feesten, beperkt tot een bepaald land. Ik noem de belangrijkste feesten van het boeddhistische jaar. - Wesak: op de dag van volle maan in mei vieren Theravada-boeddhisten overal ter wereld het Wesak-feest. Op deze dag herdenken ze de geboorte, de verlichting en de dood van de Boeddha. Het is de vrolijkste dag van het jaar. Iedereen gaat naar de tempel en versiert zijn huis met lantaarns en bloemen. In de straten zijn optochten en speciale ceremonien. De kinderen begroeten hun ouders op Wesak-dag met bloemen. Ook sturen ze hun vrienden Wesak-kaarten. Beelden van Boeddha worden versierd met lichtjes om zijn verlichting te vieren, en gelovigen lopen er met lampen of aangestoken kaarsen omheen. - Loi Kratong: Loi Kratong is het Thaise feest van het licht. Dit feest wordt op de avond van de volle maan in november gevierd. Als de maan opkomt, verzamelt iedereen zich bij de rivier, waar lampionnen van bladeren in het water worden gelegd. De wegdrijvende lichtjes nemen het ongeluk met zich mee. Vervolgens wordt er een verhaal over één van de vorige levens van de Boeddha verteld over prins Vessantara, die beroemd was om zijn medeleven en vrijgevigheid. - Hana Matsoeri: dit feest valt op 8 april, de dag waarop de Japanse boeddhisten de geboorte van de Boeddha herdenken en het is een belangrijk Mahayana-feest. De kinderen dragen bloemen in hun haar ter ere van de Boeddha en de komst van de lente. Ze staan in de rij voor een bezoek aan de tempel, waar ze geurige thee over een beeld van de Boeddha als baby zullen schenken, wat ze herinnert aan zijn geboorte, toen de goden twee waterstromen naar beneden lieten stromen. - Het feest van de heilige tand: elk jaar is er in Kandy (Sri Lanka ) op de avond van volle maan in augustus een speciaal feest. Een optocht van olifanten trekt dan door de stad. De grootste olifant draagt dan op zijn rug een kistje met een kostbaar relikwie; een heilig tand van de Boeddha. Men vertelt dat die gered is van de brandstapel van de Boeddha. Hij wordt bewaard in een nabijgelegen tempel. Het feest is een grootse viering met dans en vuurwerk op straat. - Patina feest: Dit feest wordt in Thailand in november aan het eind van het regenseizoen gevierd. Tijdens deze vrolijke ceremonie gaat de lokale bevolking naar het klooster om de monniken geschenken te geven als dank voor hun werk. Het belangrijkste geschenk is een nieuw gewaad.
SYMBOLEN: - Het wiel: dat is het symbool voor de eindeloze cirkel van geboorte, dood en wedergeboorte waarin iedereen gevangen is. Het wiel komt voor in verschillende andere symbolen zoals het levensrad en het heilige achtvoudige pad. Maar ook de drie wielen, ook wel de drie sieraden genoemd. De Boeddha is één van de drie sieraden van het Boeddhisme. De andere twee zijn de dharma oftewel de leer van de Boeddha, en de sangha ofwel de boeddhistische gemeenschap. Alle boeddhisten verbinden zich aan deze drie idealen en nemen ze als hun leidraad door het leven. - Het leeuwenbeeld: het stond vroeger bovenop een hoge stenen zuil, opgericht door Ashoka in Sarnath. Het is nu een symbool voor de moderne republiek India - De lotusbloem: voor boeddhisten symboliceert de lotusbloem goedheid en zuiverheid. De lotus groeit in de modder, maar zijn bloem steekt daarboven uit en drijft. Zo kunnen ook mensen boven het leven uitstijgen en verlichting ontvangen. De schoonheid van een lotus wordt ook vergeleken met de Boeddha. - De drie vuren: om te ontsnappen uit de cyclus van dood en wedergeboorte proberen boeddhisten een niet op zichzelf gericht leven te leiden. Dit maken ze duidelijk met het beeld van een huis waar drie branden woeden die de mens ongelukkig maken; haat, hebzucht en onwetendheid. Door mediteren en vriendelijkheid blust men de branden, waardoor het lijden stopt en het nirvana is bereikt. - Mandala’s: een mandala is een ronde afbeelding die Tibetaanse boeddhisten gebruiken tijdens de meditatie. Elk deel van de mandala heeft een speciale betekenis. In het midden bevindt zich een figuur of vorm die een bepaalde eigenschap symboliseert, zoals wijsheid of medeleven. Om de figuur heen zijn vier openingen. Hierdoor kan je de eigenschap in het midden bereiken. Ook de kleuren staan voor bepaalde eigenschappen. Rood staat voor de warmte en het medeleven van de Boeddha, blauw voor zijn waarheid en leer, en wit voor zijn zuiverheid.
Organisaties De sarvodayabeweging is in 1958 opgericht in Colombo (Sri Lanka). De oprichters waren leerlingen en leraren van een boeddhistische middelbare school. Kenmerkend voor sarvodaya is het werken met allerlei basisgroepen. Via de basisgroepen wil men mensen bewust maken van hun situatie en het vermogen tot zelfhulp bevorderen. De basisgroepen worden gevormd met leeftijd en beroep als criterium. Groepsvorming op grond van kaste, religie of politieke overtuiging probeert men te verkomen. Een opmerkelijk resultaat van sarvodaya is de oprichting van honderden gemeenschappelijke keukens. Hierdoor is de voedselsituatie van meer dan een miljoen kinderen verbeterd.
Bronvermelding:
Ik heb Alles op het Internet gevonden via:
www.boeddhisme.pagina.nl
www.google.com (boeddhisme)
En op http://home.wanadoo.nl/a.heer/Boeddhisme_intro.htm
En nog wat informatie van www.scholieren.com.
Eigen Mening: Ik vond het een best moeilijk onderwerp maar het is goed gekomen door het Internet. En op www.scholieren.com stond dat je delen mocht gebruiken maar niet alles en dat heb ik gedaan en nu hoop ik maar dat ik een goed cijfer heb voor m’n werkstuk dat was het dan.
REACTIES
1 seconde geleden
K.
K.
goed tis cooooooooooooooool buiten he
doe de groetjes thuis he
21 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
Heey Jij heb bij ons op skool gezetuh want alles wat hierin staat moetuh wij oowk zoekuh...!!
LaterZzz XXX IK hoop alleen dat ut wel allemaal klopt!!
21 jaar geleden
Antwoorden&.
&.
Superrrrrrrrr bedankt bijna alles stond erin dat ik nodig had!! Thxxxx
6 jaar geleden
Antwoorden